Regeling dienstreizen en verblijfskosten Oldebroek

Artikel 1 Begripsbepalingen

duurzaam vervoer: Vervoer met elektrische dienstauto, -scooter of -fiets of fiets.

eigen vervoer: Motor, auto, scooter en bromfiets.

medewerker: Degene die ambtenaar is in de zin van artikel 1:1, lid 1a van de CAR.

openbaar vervoer: Het vervoermiddel gedeeld met andere reizigers, die een andere herkomst of bestemming kunnen hebben zoals via bus, trein, metro of tram.

plaats van Het gebouw of terrein, waar of van waaruit de medewerker de

tewerkstelling: werkzaamheden verricht.

werkgever: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek.

Artikel 2 Algemene bepalingen

• 1.

  De werkgever en de medewerker stellen bij het maken van een dienstreis duurzaamheid voorop.

• 2.

  Er wordt bij een dienstreis altijd gekeken of duurzaam- en/of openbaar vervoer mogelijk s. Is duurzaam vervoer (nog) niet mogelijk of openbaar vervoer niet efficiënt, dan kan de medewerker de dienstreis met eigen vervoer afleggen.

• 3.

  Openbaar vervoer is efficiënt als de extra reistijd voor een dienstreis ten opzichte van eigen vervoer maximaal 45 minuten enkele reisafstand bedraagt en de enkele reisafstand van een dienstreis meer dan 20 kilometer bedraagt.

• 4.

  Voor de vergoedingen reiskosten bij dienstreizen, zoals die in deze regeling zijn opgenomen, worden de richtlijnen van het Reisbesluit Binnenland en de Reisregeling Binnenland gevolgd.

• 5.

  De hoogte van de vergoeding reiskosten bij dienstreizen is in de bijlage vergoedingsbedragen opgenomen.

Artikel 3 Duurzaam- en openbaar vervoer

• 1.

  Bij het gebruik van het duurzaam- en openbaar vervoer worden de werkelijke vervoerskosten vergoed tot een maximum van openbaar vervoer 2e klasse.

• 2.

  Bij het gebruik van de fiets geldt een vergoeding per kilometer als bedoeld in de bijlagevergoedingsbedragen.

Artikel 4 Eigen vervoer

• 1.

  De medewerker heeft recht op een tegemoetkoming in de reiskosten bij dienstreizen met eigen vervoer als de dienstreis niet of niet volledig via duurzaam of openbaar vervoer mogelijk is.

• 2.

  De medewerker ontvangt hiervoor een kilometervergoeding overeenkomstig de Reisregeling binnenland van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

• 3.

  Voor de vergoeding van reiskosten bij dienstreizen met eigen vervoer geldt dat de plaats van tewerkstelling het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.

• 4.

  Een verkeersboete die tijdens de dienstreis is ontstaan, is voor rekening van de betreffende medewerker.

• 5.

  Het aantal kilometers van de route wordt berekend vanaf de plaats van tewerkstelling op basis van de postcode (4 cijfers en 2 letters) via Routenet, volgens de kortste route

• 6.

  In afwijking van het bepaalde in lid 5 kan de woning van de medewerker of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt worden aangemerkt, tenzij op de heenreis of de terugreis op de plaats van tewerkstelling wordt gewerkt.

• 7.

  Indien sprake is van lid 6 van dit artikel, dan worden de kilometers die verband houden met woon-werkverkeer in mindering gebracht op de kilometers in verband met de dienstreis.

• 8.

  Bij eventuele schades tijdens dienstreizen kan overeenkomstig artikel 15:1:26 een beroep worden gedaan op een aanvullende vergoeding door de werkgever. Deze vergoeding is bedoeld als aanvulling op het door de verzekering van de medewerker uitgekeerde bedrag of de kosten ten gevolge van het overgaan naar lagere ’no claim’ door de opgelopen schade

Artikel 5 Parkeer- en tolgelden, veerdiensten en fietsenstalling

De werkelijk gemaakte kosten voor parkeren, tol en veerdiensten worden tegen overlegging van een factuur bruto vergoed.

Artikel 6 Verblijfkosten tijdens een dienstreis

• 1.

  Verblijfskosten tijdens een dienstreis worden vergoed tot de naar het oordeel van de leidinggevende in redelijkheid gemaakt kosten, met inachtneming van het tweede lid van dit artikel.

• 2.

  De in verband met een dienstreis noodzakelijke gemaakte kosten voor maaltijden en logies worden vergoed volgens de Reisregeling Binnenland van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Artikel 7 Verblijfskosten op plaats van tewerkstelling

• 1.

  Voor een maaltijdvergoeding bij overwerk of avondopenstelling komen in aanmerking de medewerker:

• a.

  Waarvoor de bijzondere regeling uit de Werktijdenregeling gemeente Oldebroek 2018 geldt en waarbij door overwerk de reguliere werkdag wordt verlengd met tenminste twee uren of overwerkuren;

• b.

  Die een avondvergadering moet bijwonen of tijdens een avondopenstelling moet werken en het dienstbelang niet toelaat dat de medewerker de maaltijd op de hiervoor bestemde tijd op de gebruikelijke plaats nuttigt.

• 2.

  De medewerker kan de kosten van een avondmaaltijd, die in een daarvoor bestemde gelegenheid is genuttigd en betaald, declareren. Voor de medewerker die tijdens de avondopenstelling van de gemeente aan de balie werkzaamheden verricht, wordt het kantoor als de daarvoor bestemde gelegenheid gezien. Dit geldt ook voor de medewerker die een bezorg- of afhaalmaaltijd heeft betaald en genuttigd. De medewerker ontvangt daarvoor maximaal de vergoeding zoals bepaald in de Reisregeling binnenland van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Artikel 8 Declaraties

• 1.

  Vergoeding van de dienstreizen en verblijfskosten vindt uitsluitend plaats op declaratiebasis aan de hand van de daarvoor bepaalde werkwijze via het E-HRM systeem.

• 2.

  De declaraties geven een duidelijke omschrijving van de plaats van bestemming, postcode, huisnummer, reisdoel, aantal kilometers en zijn voorzien van de gevraagde bewijsstukken.

• 3.

  Declaraties dienen binnen een termijn van 6 maanden te worden ingediend na het maken van de betreffende dienstreis of verblijfskosten. Aanspraak op een vergoeding vervalt wanneer de termijn van 6 maanden is verstreken.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever na voorafgaand overleg met de medewerker een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

• 1.

  Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmakingen, met uitzondering van artikel 4.

• 2.

  Artikel 4 treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2019.

• 3.

  Hoofdstuk 11 van de Uitvoeringsregeling arbeidsvoorwaarden gemeente Oldebroek ‘reis- en verblijfskosten terzake dienstreizen’ wordt ingetrokken.

• 4.

  Deze regeling wordt aangeduid als “Regeling dienstreizen en verblijfskosten Oldebroek”.