Regeling vervallen per 03-04-2019

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Oldenzaal 2005

Geldend van 01-01-2006 t/m 02-04-2019

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Oldenzaal 2005

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het præsidium van 8 december 2005, nr. 05.4379;

gelet op artikel 81o (hfdst. IVB), 147, en 182 tot en met 185 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Oldenzaal 2005

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Oldenzaal;

  • c.

    voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    secretaris: de ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie;

  • e.

    intern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat door de gemeenteraad uit zijn midden is benoemd;

  • f.

    extern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat door de gemeenteraad van buiten de kring van zijn leden is benoemd;

  • g.

    doelmatigheid: de mate waarin een organisatie erin slaagt met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • h.

    doeltreffendheid: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • i.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en raadsbesluiten.

Hoofdstuk 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2 De rekenkamercommissie

  • 1. De raad stelt een rekenkamercommissie in.

  • 2. De commissie bestaat uit minimaal twee leden en maximaal vijf leden.

  • 3. Het aantal externe leden bedraagt minimaal twee.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden van de rekenkamercommissie

  • 1. De commissie voert onderzoek uit naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de wet.

  • 2. De commissie kan ook onderzoek uitvoeren naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van andere lichamen, organen en rechtspersonen.

  • 3. De artikelen 183 en 184 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Benoeming van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De leden van de commissie worden op aanbeveling van het præsidium, door de raad benoemd met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, tweede en derde lid.

  • 2. Voor de externe leden gelden de functieprofielen zoals deze zijn weergegeven in de bijlage behorende bij deze verordening.

  • 3. Alvorens de externe leden hun functie kunnen uitoefenen leggen zij in een vergadering van de raad de eed of belofte af, conform artikel 14 van de wet.

  • 4. De externe leden van de rekenkamercommissie leggen aan de raad jaarlijks een lijst over met daarin opgenomen de hoofd- en nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De externe leden worden benoemd voor een periode van drie jaar, met de mogelijkheid om de periode éénmalig met drie jaar te verlengen.

  • 2. De interne leden worden benoemd voor een periode die gelijk is aan de zittingsduur van de zittende raad. Interne leden kunnen ook worden benoemd voor de duur van één onderzoek.

Artikel 6 Onverenigbaarheid van functies

Op de leden van de commissie is artikel 81f, behoudens het eerste lid onder k en p, van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 De voorzitter

  • 1. De raad benoemt een voorzitter uit de externe leden van de commissie.

  • 2. De voorzitter draagt zorg voor het leiden van de onderzoeken van de commissie, het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met de secretaris.

  • 3. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langst zittende externe lid op als voorzitter.

Artikel 8 Einde lidmaatschap

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit. Artikel 81d van de wet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het lidmaatschap van een intern lid van de commissie eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is voor het lidmaatschap van de commissie.

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel het lid bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien het lid naar het oordeel van de gemeenteraad blijvend ongeschikt is het lidmaatschap van de commissie naar behoren te vervullen.

Artikel 9 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie.

  • 2. Voor de vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen geldt artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, waarbij de voorzitter drie maal het bedrag en de externe leden twee maal het bedrag ontvangen dat is genoemd in tabel IV van het Rechtspositiebesluit.

Hoofdstuk 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 10 Reglement van orde

De commissie stelt, gehoord de raad, een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.

Artikel 11 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De raad kan een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek.

  • 2. De commissie bepaalt zelfstandig de onderzoeksonderwerpen, waarbij zij rekening houdt met de verzoeken van de raad.

  • 3. De raad wordt jaarlijks, voor 1 april, geïnformeerd over het onderzoeksplan in het komende jaar. Indien de commissie niet aan het verzoek van de gemeenteraad voldoet, zal zij daarvoor de gronden aanvoeren.

  • 4. Met betrekking tot de onderzoeksonderwerpen formuleert de commissie de probleem- en/of de vraagstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 5. In aanvulling op lid 4, met betrekking tot onderzoeksonderwerpen ingebracht door de raad, zal de probleem- en/of vraagstelling in overleg met de gemeenteraad worden vastgesteld.

Artikel 12 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De leden van de commissie en degenen die ten behoeve van de commissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid respectievelijk medewerker respectievelijk onderzoeker ter kennis is gekomen.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van de procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar eindrapporten zijn in principe openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de wet openbaarheid van bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 7. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 8. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. Vanaf dat moment is het eindrapport pas openbaar.

Hoofdstuk 4 Ambtelijke bijstand

Artikel 13 De secretaris van de rekenkamercommissie

  • 1. De raad benoemt de secretaris in overleg met de commissie en de griffier.

  • 2. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Hoofdstuk 5 Het budget van de rekenkamercommissie

Artikel 14

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoeding van de leden van de commissie;

    • b.

      de secretaris;

    • c.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventueel overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording schuldig aan de raad.

  • 4. Indien het budget ontoereikend is kan de commissie om een aanvullend budget vragen bij de raad. Dit geschiedt gemotiveerd en schriftelijk.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

Artikel 16 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Oldenzaal 2005.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2005,
de griffier, de voorzitter,

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ DE VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE OLDENZAAL 2005 (als bedoeld in artikel 4, lid 2, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2005, nr. 380)

Functieprofiel voorzitter rekenkamercommissie

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ DE VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE OLDENZAAL 2005 (vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2005, nr. 380)

Een Rekenkamercommissie in Oldenzaal: wensen en eisen