Verordening Bijdragefonds 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening Bijdragefonds 2013

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2012, nr. 46/9, reg.nr. INTB-12-00423;

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening Bijdragefonds 2013

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

bijdragefonds:

een door de raad ingesteld fonds ten laste waarvan subsidies kunnen worden verstrekt;

deelnemer:

degene die in Oldenzaal woonachtig is en die daadwerkelijk en constant actief deelneemt aan ten minste een van de in artikel 5 vermelde activiteiten en ten minste 18 jaar of ouder is;

aanvrager:

de deelnemer van 18 jaar of ouder met een zelfstandig inkomen, niet zijnde een student;

inkomen:

een inkomen als bedoeld in artikel 4;

subsidie:

een bijdrage in kosten van de activiteiten vermeld in artikel 5.

Artikel 2 Voorwaarden voor het recht op een bijdrage

  • 1. Een bijdragefonds wordt ingesteld.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan ten laste van dit fonds subsidies verstrekken.

  • 3. De subsidies worden verstrekt met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3, 4 en 5.

Artikel 3

  • 1. Een aanvraag om een subsidie wordt uiterlijk vóór 1 maart volgend op het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft, schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders. Een mondeling verzoek wordt ten behoeve van de aanvrager op schrift gesteld.

  • 2. Een aanvraag wordt slechts in behandeling genomen als deze volledig is en de informatie bevat als bedoeld in de artikelen 4 en 5.

  • 3. Op een aanvraag wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen acht weken na de datum van ontvangst beslist.

  • 4. De beslissing van het college van burgemeester en wethouders op de aanvraag wordt, schriftelijk en met redenen omkleed, meegedeeld aan de aanvrager.

Artikel 4 Grondslag

De subsidie, als bedoeld in artikel 2, wordt verstrekt indien wordt deelgenomen aan het bepaalde in artikel 5 en is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    het netto inkomen van de aanvrager bedraagt niet meer dan 110% van het van toepassing zijnde minimum inkomen (bijstandsnorm);

  • b.

    de inkomensontwikkeling ondergaat binnen een tijdsbestek van zes maanden geen grotere verbetering dan 25%;

  • c.

    uit de overgelegde bewijsstukken blijkt deelname aan één of meerdere activiteiten genoemd in artikel 5.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Met toepassing van het bepaalde in artikel 4 komt een deelnemer in aanmerking voor een tegemoetkoming indien sprake is van deelname aan een van de volgende activiteiten:

    • a.

      lidmaatschap bibliotheek;

    • b.

      lidmaatschap van een sportvereniging die rechtspersoonlijkheid bezit;

    • c.

      muziek-, zang- of toneelvereniging die rechtspersoonlijkheid bezit;

    • d.

      één abonnement internetaansluiting per huishouden;

    • e.

      één abonnement op een krant per huishouden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming bedraagt ten hoogste € 115,00 per persoon per kalenderjaar, zulks afhankelijk van de kosten van de activiteit.

Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin de uitvoering van deze verordening niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 7 Intrekken bestaande verordening

De Verordening Bijdragefonds 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Bijdragefonds 2013.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2012,
de griffier, de voorzitter,
J.H. Brokers T.J. Schouten