Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oldenzaal houdende regels omtrent afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Verordening reinigingsheffingen 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oldenzaal houdende regels omtrent afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Verordening reinigingsheffingen 2018

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017,

nr. 46/4, reg.nr. INTB-17-03419;

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigings-rechten 2018

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a)

    perceel:

    • 1.

      de onroerende zaak, bedoeld in Hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

    • 2.

      een binnen de gemeente gelegen roerende zaak;

    • 3.

      een gedeelte van een roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • 4.

      een samenstel van twee of meer roerende zaken of in onderdeel 3 bedoelde gedeelten daar-van die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • 5.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel 2 bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel 3 bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel 4 bedoeld samenstel.

  • b)

    ‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • c)

    gft-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • d)

    huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na schei-ding in andere deelstromen als bedoeld in artikel 7 van de Afvalstoffenverordening gemeente Oldenzaal 2017

  • e)

    container: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken, onderverdeeld in de verschil-lende volumina;

  • f)

    verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainers, die kunnen wor-den ontsloten door de milieupas;

  • g)

    grove huishoudelijke afvalstoffen: huishoudelijke restafvalstoffen die met enige regelmaat in een huishouden vrij komen, doch die te groot en/of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als an-dere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te worden aangeboden;

  • h)

    grof tuinafval: tuinafval, dat met enige regelmaat in een huishouden vrij komt, doch dat te groot en/of te zwaar is om op dezelfde wijze als gft-afval aan de inzameldienst te worden aangeboden;

  • i)

    milieupas: een vanwege de gemeente verstrekte pas, ten behoeve van de ontdoening van afvalstoffen op het afvalbrengpunt of gebruikmaken van een ondergrondse container.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in arti-kel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de ar-tikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huis-houdelijke afvalstoffen geldt. Dit met in achtneming van het bepaalde in artikel 7 van de laatst vastgestelde afvalstoffenverordening

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoor-deeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Dit met in achtneming van het bepaalde in artikel 7 van de laatst vastgestelde afvalstoffenverordening

  • 2. De belasting voor het achter laten van afvalstoffen op het afvalbrenpunt aan de Lübeckstraat wordt geheven van degene die de afvalstoffen achter laat.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven van de in de hoofdstukken 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoem-de eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalender-jaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag gehe-ven.

  • 2. De belastingen bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 3. Als contante betaling van de rechten genoemd in hoofdstuk 2 wordt mede begrepen een rechtsgeldige ondertekende eenmalige incasso machtiging.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk I is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschul-digd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ont-heffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. De aan-spraak op ontheffing bestaat niet, indien het bedrag van de ontheffing minder dan € 10,-- be-draagt.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5. De belastingen bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de op het aanslagbil-jet vermelde dagtekening.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven met een minimum van twee, indien aan het navol-gende wordt voldaan:

    • a.

      het totaal bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenhef-fing of andere belastingen moet minder zijn dan € 6.600,-;

    • b.

      de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.

  • 3. De belastingen moeten worden betaald ingeval de kennisgeving, bedoeld in artikel 7, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Kwijtschelding van de belasting vindt plaats op basis van de Kwijtscheldingsverordening.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 11 tot en met 19 Gereserveerd.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 20 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van reinigingsheffingen.

Artikel 21 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening reinigingsheffingen 2017’ vastgesteld door de gemeenteraad op 19 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 22, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 22, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de belastingen en de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening reinigingsheffingen 2018’.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2017,

de griffier,

J.H. Brokers

de voorzitter,

T.J. Schouten

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2018

Hoofdstuk 1

Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

 

1.0

De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief (onderdeel 1.1), verhoogd met één of meer gedifferentieerde tarieven (onderdeel 1.2)

 

1.1

Vast deel:

 

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar voor het periodiek verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen

€ 155,04

 

 

 

1.2

Variabel deel:

 

 

Aanbieding van mini-containers en afvalbakken:

 

 

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per aanbieding van:

 

1.2.1

een container van 240 liter, bestemd voor huishoudelijk restafval

€ 5,38

1.2.2

een container van 140 liter, bestemd voor huishoudelijk restafval

€ 3,14

1.2.3

een container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

 

€ nihil

1.2.4

een container van 140 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

 

€ nihil

1.2.5

container van 240 liter bestemd voor kunststof verpakkingen, dranken kartons en blik

€ nihil

1.2.6

Oud papier

€ nihil

 

Bij het gebruik van verzamelcontainers:

 

1.2.6

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per aanbieding van huishoudelijk restafval:

 

€ 0,61

 

 

 

1.3

De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.2 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een éxtra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):

 

1.3.1

container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met

 

€ 55,00

 

 

 

Hoofdstuk 2

Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing grove huishoudelijke afvalstoffen

 

2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting inclusief BTW voor:

 

2.1.1

het achterlaten van elektrische apparaten, metaal, oud papier, asbest en asbesthoudend afval, glazen verpakkingen, vlakglas, banden tot 19 inch, klein chemisch afval, textiel, grof tuinafval en eenmalige verpakkingen van plastic, blik en drankenkartons op het afvalbrengpunt

     

€ nihil

2.1.2

Het achterlaten van elke hoeveelheid van 10 kg of gedeelte daarvan voor de niet met name genoemde huishoudelijke afvalstoffen in 2.1.1

 

€ 1,50

2.2.1

het op aanvraag verwijderen van grove huishoudelijke afvalstoffen:

 

€ 30,00 voorrijtarief

 

Vermeerderd met

 

2.2.1.2.1

Per 10 kg of gedeelte daarvan van, metaal en grof tuinafval  

€ nihil

2.2.1.2.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram of gedeelte daarvan voor de niet met name genoemde huishoudelijke afvalstoffen in 2.1.1

 

€ 1,50

 

 

 

2.3

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 tm 2.1.6 bedraagt de belasting inclusief BTW voor:

 

2.3.1

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vervangende milieupas

 

€ 10,00

2.3.2

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afvalentreepas voor eenmalig gebruik

€ 3,00

2.3.3

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een weegbon van een geijkte weegbrug

 

€ 8,50

2.3.4

het in behandeling nemen van een tweede en volgende aanvraag in het belastingjaar tot het vervangen van:

 

2.3.4.1

een container  met een andere inhoudsmaat

€ 35,00

2.3.4.2

In afwijking van de onderdelen 2.3.1 en 2.3.4 wordt eenmalig

 

 

geen belasting geheven voor het vervangen van een of meer

 

 

containers en/ of milieupas binnen drie maanden nadat

 

 

de belastingplichtige het perceel in gebruik heeft genomen.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

 

 

gereserveerd

 

 

 

 

Hoofdstuk 4

Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten

 

 

gereserveerd 

 

Behoort bij besluit van de raad der gemeente Oldenzaal van 18 december 2017, nr.

Mij bekend,

De griffier,