BESLUIT TOT INTREKKING VAN “HET BESLUIT AANWIJZING TOEZICHTHOUDERS OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN 2013” EN VASTSTELLING VAN HET “BESLUIT AANWIJZING TOEZICHTHOUDERS OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN”

Geldend van 10-10-2013 t/m heden

Intitulé

BESLUIT TOT INTREKKING VAN “HET BESLUIT AANWIJZING TOEZICHTHOUDERS OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN 2013” EN VASTSTELLING VAN HET “BESLUIT AANWIJZING TOEZICHTHOUDERS OMGEVINGSDIENST HAAGLANDEN”

De directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden(ODH)

Overwegende dat:

-aan de ODH opdracht is gegeven om het toezicht en de handhaving op het gebied van milieu- en aanverwante regelgeving uit te voeren;

Gelet op

-De gemeenschappelijke regelingOmgevingsdienst Haaglanden;

-artikel 5.1, artikel 5.2 en artikel 5.10 lid 3 van deWet algemene bepalingen omgevingsrecht;

-artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht;

-de mandaatbesluiten van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, de colleges van Burgemeester en wethouders van de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer houdende de verlening van mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden;

BESLUIT

Artikel I

“Het Besluit aanwijzing toezichthouders Omgevingsdienst Haaglanden 2013”, kenmerk CG2013-0210 d.d. 28 februari 2013 wordt ingetrokken.

Artikel II

Het “Besluit aanwijzing toezichthoudersOmgevingsdienst Haaglanden” komt te luiden:

A.Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens

  • 1.

    de Wabo en de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten voor zover dit bij of krachtens de genoemde wetten is bepaald;

  • 2.

    Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

  • 3.

    Wet explosieven voor civiel gebruik;

  • 4.

    de Provinciale Milieu Verordening;

  • 5.

    de regelingen ter vervanging van de onder 1, 2,3 en 4 genoemde wetten enregelingen, voor zover hun aard en strekking ten opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen;

worden de volgende ambtenaren werkzaam bij deODH belast:

  • -

    Toezichthouder Milieu A, van de Afdeling Toezicht & Handhaving Milieu;

  • -

    Toezichthouder Milieu B, van de Afdeling Toezicht & Handhaving Milieu;

  • -

    Toezichthouder Milieu C, van de Afdeling Toezicht & Handhaving Milieu;

  • -

    Toezichthouder Milieu D, van de Afdeling Toezicht & Handhaving Milieu;

B. Aan de onder A. genoemde personen wordt, ten behoeve van de toezichtuitoefening op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de onder A. genoemde wetten of regelingen, een legitimatiebewijs verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de daarop gebaseerde “Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb”;

C.Dit besluit wordt aangehaald als: “Besluit aanwijzing toezichthouders Omgevingsdienst Haaglanden”

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het bekend is gemaakt.

Ondertekening

Den Haag, 3 oktober 2013
ir. L.P. Klaassen, directeur