Besluit van de directeur van de Omgevingdienst Midden- en West-Brabant houdende regels omtrent de aanwijzing van toezichthouders in het kader van de uitvoering van het Convenant “Groene Handhaving Noord-Brabant” (Besluit aanwijzing toezichthouders uitvoering Convenant “Groene handhaving Noord-Brabant)

Geldend van 08-04-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2020

Intitulé

Besluit van de directeur van de Omgevingdienst Midden- en West-Brabant houdende regels omtrent de aanwijzing van toezichthouders in het kader van de uitvoering van het Convenant “Groene Handhaving Noord-Brabant” (Besluit aanwijzing toezichthouders uitvoering Convenant “Groene handhaving Noord-Brabant)

De directeur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant,

overwegende dat:

  • de Nederlandse natuur en de veiligheid en leefbaarheid gebaat zijn bij de naleving van de wet- en regelgeving, ter instandhouding van de natuur, veiligheid en leefbaarheid in het gebied;

  • naleving niet vanzelfsprekend is, maar toezicht en handhaving vereist zijn om (potentiële) overtredingen van in het gebied geldende regelgeving te constateren en dit door middel van interventies te voorkomen, ongedaan te maken en/of te bestraffen;

  • dat vele partijen een rol vervullen bij toezicht en handhaving van de groene- en andere wet- en regelgeving en dat toezicht en handhaving daarom efficiënter en effectiever zullen zijn naarmate zij beter afstemmen en samenwerken;

  • dat om dit doel te verwezenlijken de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant en haar afzonderlijke deelnemers, deelnemen in het convenant “Groene handhaving Noord-Brabant”;

  • dat voor het uitvoeren van de toezichthoudende en handhavende taak het van belang is dat door de directeur toezichthouders worden aangewezen voor de regio Midden- en West-Brabant die in dienst zijn bij de Omgevingsdienst Brabant-Noord,

gelet op:

  • -

    artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 5.1, artikel 5.2 en artikel 5.10 lid 3 van de Wet algemeen bepalingen omgevingsrecht;

  • -

    de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant;

  • -

    het Convenant “Groene Handhaving Noord-Brabant’;

  • -

    artikel 12.2 van de met de deelnemende gemeenten en de provincie Noord-Brabant gesloten dienstverleningsovereenkomst;

  • -

    de mandaatbesluiten van de deelnemers waarbij zij mandaat hebben verleend aan de directeur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant om toezichthouders aan te wijzen namens het bevoegd gezag,

Besluit:

Vast te stellen het navolgende Besluit aanwijzing toezichthouders ten behoeve van de uitvoering van het Convenant “Groene Handhaving Noord-Brabant”

Artikel 1

De personen in dienst van de Omgevingsdienst Brabant-Noord, aangesteld als Medewerker Handhaving II, worden hierbij aangewezen als toezichthouder ten behoeve van de uitvoering van het Convenant “Groene Handhaving Noord-Brabant” voor het werkgebied Midden- en West-Brabant.

Artikel 2

De bevoegdheid van de aangewezen personen beperkt zich tot de door de deelnemers afgesproken werkzaamheden die vallen onder het Convenant “Groene Handhaving Noord-Brabant”.

Artikel 3

De aanwijzing vervalt bij uitdiensttreding of bij het gaan bekleden van een andere functie.

Artikel 4

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders uitvoering Convenant “Groene handhaving Noord-Brabant”.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 maart 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 1 april 2020.

De Directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.