Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2015 Stadsdeel West gemeente Amsterdam

Geldend van 27-01-2016 t/m heden

Intitulé

Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2015 Stadsdeel West gemeente Amsterdam

Overwegende dat:

- bij besluit van 14 juli 2015 door het dagelijks bestuur en de voorzitter van de bestuurscommissie van stadsdeel West van de gemeente Amsterdam een mandaatbesluit is genomen (het Algemeen Mandaat Besluit stadsdeel West (AMB), besluitnummer INT-15-01460);

- in dit mandaatbesluit mandaat en machtiging is verleend aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

- in dit mandaatbesluit is bepaald dat de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied bevoegdheden in ondermandaat of ondermachtiging kan opdragen;

besluit de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied:

I. ondermandaat danwel ondermachtiging te verlenen, uitsluitend voor zover het betreffende mandaat en daarop volgende mandaten waarin het mandaat en machtiging worden voortgezet, hierin voorzien en voor zover het binnen het takenpakket past, aan de medewerker, aangesteld in de functie van teammanager, voor de volgende bevoegdheden:

 

Verleend ondermandaat

Beperkingen en voorwaarden

1

Algemene ondermandaten

 

1.1

Op grond van het betreffende mandaatbesluit (AMB INT-15-01460 dd 14 juli 2015), omvatten de bij of krachtens dit ondermandaatbesluit verleende ondermandaten en ondermachtigingen tevens alle feitelijke handelingen en rechtshandelingen ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn opgenomen in dit ondermandaatregister (art 2 lid 1 sub a t/m i AMB en art 2 lid 2 AMB vanaf “verzoeken om aanvullende gegevens te verstrekken”)

 

1.2

Beslissen inzake het geheel of gedeeltelijk – ambtshalve of op verzoek – weigeren, intrekken, wijzigen, stellen van voorwaarden of voorschriften, of niet in behandeling te nemen van de onder dit ondermandaatbesluit vallende vergunningen, besluiten, toestemmingen, ontheffingen of verklaringen (art 2 lid 2 AMB)

 

 

 

 

 

Algemene wet bestuursrecht

 

1.3

Beslissen op in gebreke stellingen wegens het niet tijdig beslissen. Zie Par. 4.1.3.2 Awb (art 2 lid 1 sub g AMB)

Voor zover de bevoegdheid in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor het stadsdeel wordt toegepast (art 2 lid 4 AMB)

De ondergemandateerde mag geen belanghebbende zijn (art 2 lid 5 AMB)

Het ondermandaat mag niet uitgeoefend worden als de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen (art 2 lid 7 AMB)

2

Toezicht en handhaving

 

2.1

Het toepassen van bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de bestuurscommissie is gedelegeerd (inclusief alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en -besluiten) zoals in Art 125 lid 1/2 Gemeente wet en Afdeling 5.3.1titel 4.4 Awb (X.3 Mandatenregister 14 juli 2015)

 Voor zover de bevoegdheid in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor het stadsdeel wordt toegepast (art 2 lid 4 AMB)De ondergemandateerde mag geen belanghebbende zijn (art 2 lid 5 AMB)Het ondermandaat mag niet uitgeoefend worden als de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen (art 2 lid 7 AMB)Nadere regels en aanvullende criteria t.b.v. stedelijke regie (X.3 Mandatenregister)

2.2

Het toepassen van bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de bestuurscommissie is gemandateerd (inclusief alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en -besluiten) zoals in Art 125 lid 1/2 Gemeente wet en Afdeling 5.3.1 titel 4.4 Awb (X.4 Mandatenregister 14 juli 2015)

 Voor zover de bevoegdheid in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor het stadsdeel wordt toegepast (art 2 lid 4 AMB)De ondergemandateerde mag geen belanghebbende zijn (art 2 lid 5 AMB)Het ondermandaat mag niet uitgeoefend worden als de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen (art 2 lid 7 AMB)Nadere regels en aanvullende criteria t.b.v. stedelijke regie (X.4 Mandatenregister)

 2.3

Het opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de bestuurscommissie is gemandateerd (inclusief alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en -besluiten) zoals in Art. 125 lid 2 Gemeente wet en Afdeling 5.3.2 titel 4.4 Awb (X.5 Mandatenregister 14 juli 2015)

Voor zover de bevoegdheid in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor het stadsdeel wordt toegepast (art 2 lid 4 AMB)De ondergemandateerde mag geen belanghebbende zijn (art 2 lid 5 AMB)Het ondermandaat mag niet uitgeoefend worden als de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen (art 2 lid 7 AMB)Nadere regels en aanvullende criteria t.b.v. stedelijke regie (X.5 Mandatenregister)

3

Milieuzaken

 

Wet milieubeheer

3.1

Het uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken mbt Activiteiten-besluit milieubeheer en de Activiteiten-regeling milieubeheer (H.12 Mandatenregister 14 juli 2015)

Voor zover de bevoegdheid in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor het stadsdeel wordt toegepast (art 2 lid 4 AMB)De ondergemandateerde mag geen belanghebbende zijn (art 2 lid 5 AMB)Het ondermandaat mag niet uitgeoefend worden als de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen (art 2 lid 7 AMB)Mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen:- waarvoor op 1 januari 2013 geen vergunning benodigd is o.g.v. art 2.1 lid 1 sub e Wabo;- waarbij geen sprake is van een vergunning plicht als bedoeld in art 2.1 lid 1 sub i Wabo, waarbij het college bevoegd is o.g.v. de onder 1 van dit hoofdstuk genoemde algemene beperking (H.12 Mandatenregister)

3.2

Het uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken zoals in Hoofdstuk 8, 10, 17 en 19 Wet Milieubeheer (H.13 Mandatenregister 14 juli 2015)

Voor zover de bevoegdheid in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor het stadsdeel wordt toegepast (art 2 lid 4 AMB)De ondergemandateerde mag geen belanghebbende zijn (art 2 lid 5 AMB)Het ondermandaat mag niet uitgeoefend worden als de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen (art 2 lid 7 AMB)Mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen:- waarvoor op 1 januari 2013 geen vergunning benodigd is o.g.v. art 2.1 lid 1 sub e Wabo; - waarbij geen sprake is van vergunningplicht als bedoeld in art 2.1 lid 1 sub i Wabo, waarbij het college bevoegd is o.g.v. de onder 1 van dithoofdstuk genoemde algemene beperking (H.13 Mandatenregister)

 3.3

Het uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken zoals in het Besluit lozen buiten inrichtingen (H.14 Mandatenregister 14 juli 2015) titel 4.4 Awb (X.5 Mandatenregister 14 juli 2015)

Voor zover de bevoegdheid in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor het stadsdeel wordt toegepast (art 2 lid 4 AMB)De ondergemandateerde mag geen belanghebbende zijn (art 2 lid 5 AMB)Het ondermandaat mag niet uitgeoefend worden als de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen (art 2 lid 7 AMB)M.u.v. bevoegdheden en taken die betrekking hebben op: - het lozen van grondwater bij bodemsaneringen en proefboringen als bedoeld in art 3.1;- het lozen van grondwater bij ontwateringen als bedoeld in art 3.2 (H.14 Mandatenregister)

II. te bepalen dat het ondermandaat tevens kan worden uitgeoefend door de door de teammanagers aangewezen plaatsvervangers, na instemming van de directeur, dan wel indien de functie vacant is, een door de directeur aangewezen waarnemer;

III. te bepalen dat tevens alle bij de desbetreffende taak of bevoegdheid behorende overige taken zoals correspondentie (waaronder ontvangstbevestigingen) en de in het kader van de te volgen besluitvormingsprocedures te nemen beslissingen, zoals verzoeken om (aanvullende) informatie, verdagen van beslissingen, buiten behandeling laten van aanvragen, doorzending en het voldoen aan publicatieverplichtingen, omvatten;

IV. te bepalen dat het doorzenden van stukken op grond van artikel 2:3 van de Awb, het sturen van ontvangstbevestigingen, het stellen van een termijn (waar binnen de aanvraag moet worden aangevuld) op grond van 4:5 van de Awb, het voeren van correspondentie over Awb-procedures, ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen (uitnodigingen, toezending verslagen e.d.) niet zijnde correspondentie in het kader van bezwaar en beroepsprocedures, het zenden van een controle brief dat geen overtredingen zijn geconstateerd, door een medewerker kunnen worden uitgeoefend;

V. te bepalen dat stukken die in het kader van bezwaar-, en beroepsprocedures aan bezwaarschriftencommissies, de (Voorzitter van de) Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State of de (Voorzieningenrechten van de) Rechtbank worden verzonden kunnen worden ondertekend door de behandelend jurist;

VI. te bepalen dat dit besluit bekend gemaakt wordt conform het gestelde in de Algemene wet bestuursrecht en in werking treedt op de dag na publicatie.

Zaanstad,

De directeur van de Omgevingsdienst NZKG voornoemd,

Emmy Meijers