Regeling algemene dienst Gelderse omgevingsdiensten ODRN 2013

Geldend van 17-12-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2013

Regeling Algemene Dienst Gelderse Omgevingsdiensten ODRN 2013

Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen;

Gelet op artikel 14 lid 3 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen;

Besluit vast te stellen de:

Regeling Algemene Dienst Gelderse Omgevingsdiensten ODRN 2013

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

a.medewerker: de ambtenaar in de zin van de CAR, dan wel degene met wie een

arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten;

b.passende functie: een functie die de medewerker redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkeomstandigheden, kennis, vaardigheden en vooruitzichten kan vervullen; persoonlijkeomstandigheden en vooruitzichten zijn interesse, gezondheid, opleiding, scholing ensalarispositie.

Artikel 2 Inzetbaarheid

Medewerkers in algemene dienst zijn in beginsel inzetbaar binnen de gehele organisatie op passendeblijvende en tijdelijke functies en op projecten met passende werkzaamheden.

Artikel 3 Termijnen

1. De werkgever kan (groepen van) medewerkers voor een bepaalde periode plaatsen in de functie.

2. De werkgever kan de periode bedoeld in het eerste lid na afloop verlengen. De werkgever en demedewerker bepalen in overleg de duur van de verlenging.

3.De termijn wordt telkens automatisch met één jaar verlengd, indien de medewerker voor of met hetaflopen van de termijn niet in een andere functie is geplaatst of als er geen nieuwe afspraken zijngemaakt over de termijn van verlenging van de plaatsing in de functie.

Artikel 4 Jaarplancyclus

1.De werkgever en de medewerker voeren gesprekken over de inzetbaarheid van de medewerkerbinnen de organisatie binnen het kader van de jaarplancyclus.

2.De werkgever en de medewerker maken jaarlijks afspraken over ontwikkeling en opleiding gerichtop inzetbaarheid in de huidige functie (effectiviteit) of over doorstroom naar een andere passende

functie (loopbaanplan). De werkgever houdt bij het maken van de afspraken over ontwikkeling,opleiding of doorstroming, voor zover van belang, rekening met de persoonlijke situatie van demedewerker (leeftijd, gezondheid, gezinssituatie enzovoorts).

3.De werkgever faciliteert de medewerker in het verwezenlijken van de afspraken over opleiding enontwikkeling met inachtneming van hoofdstuk 17 CAR.

4.De medewerker kan in het kader van mobiliteit (doorstroom ten bate van blijvende inzetbaarheid en (effectiviteit) niet worden verplicht een hem/haar aangeboden passende functie te accepteren. De medewerker behoort een weigering echter wel te beargumenteren.

Artikel 5 Ondersteuning

1.De afdeling P&O ondersteunt de werkgever en de medewerker bij het opstellen en verwezenlijkenvan een loopbaanplan.

2.De werkgever stelt medewerkers die zich willen oriënteren op een vervolgfunctie in de gelegenheid een loopbaantest af te leggen.

Artikel 6 Voorkeurspositie

Medewerkers in algemene dienst die in overleg met hun leidinggevende een loopbaanplan hebbenopgesteld, hebben na herplaatsingskandidaten (als gevolg van reorganisatie ofarbeidsongeschiktheid) een voorkeurspositie bij het vervullen van vacatures op hetzelfde niveau alsde functie die zij vervullen, mits zij voldoen aan de functie-eisen.

Artikel 7 Hardheidsclausule

In die gevallen waarin (de toepassing van) deze regeling voor de medewerker onbedoeld tot eenonbillijke of onredelijke situatie leidt, kan de werkgever van deze regeling afwijken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling Algemene dienst Omgevingsdiensten ODRN 2013” en treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 1 april 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen d.d. 24 juni 2013,

De Voorzitter De Secretaris