Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR374874
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR374874/1
Mandaatregeling ODRN 2012 voor het Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en voorzitter ODRN
Geldend van 28-03-2013 t/m heden
Intitulé
Mandaatregeling van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio NijmegenHet Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en de Voorzitter van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen
ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft,
gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
gelet op de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen;
Besluiten vast te stellen:
De regeling houdende de verlening van Mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst .
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
ambtelijke organisatie: de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst;
- b.
algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst;
c dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst;
- d.
voorzitter: de voorzitter van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 19 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen;
- e.
directeur: de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 25 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen (tevens secretaris van het bestuur van de Omgevingsdienst;)
- f.
ambtenaar: hij die door of vanwege de omgevingsdienst is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan.
- g.
Omgevingsdienst: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen, bedoeld
in artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen;
Artikel 2 Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van
toepassing, met mandaat gelijkgesteld:
- a.
de verlening van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, en
- b.
de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Artikel 3 Algemeen
Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens
wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van
Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.
Artikel 4 Mandaat
Aan de directeur wordt mandaat verleend voor de bevoegdheid tot:
- a.
het benoemen, schorsen en ontslaan van functionarissen van de ambtelijke organisatie, behoudens de afdelingsmanagers, alsmede het nemen van andere individuele rechtspositionele besluiten met betrekking tot ambtenaren,;
- b.
het aangaan van detacheringsovereenkomsten;
- c.
het aanmerken van een ongeval als bedrijfsongeval;
- d.
het nemen van besluiten op grond van de Wet verbetering poortwachter;
- e.
het nemen van besluiten op grond van de Arbeidsomstandighedenwet;
- f.
het doen van uitgaven ten laste van de budgetten uit de elk jaar vastgestelde begroting
mits passend binnen het toegekende budget;
- g.
het beslissen tot en het aangaan van verplichtingen op basis van de investeringslijst
behorende bij de elk jaar op te stellen begroting;
- h.
het beslissen tot en het aangaan van overeenkomsten, die strekken tot het aangaan
van verplichtingen, niet vallend onder g., ten behoeve van de bedrijfsvoering van de
Omgevingsdienst tot een bedrag van maximaal € 100.000.mits passend binnen het
toegekende budget op grond van de (meer)jarenbegroting;
i.beantwoording van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van Bestuur voor zover het om autonome bevoegdheden van de Omgevingsdienst gaat.
Artikel 5 Reikwijdte mandaat, volmacht- of machtigingsverstrekking
- 1.
Indien het algemeen bestuur, dagelijks bestuur of de voorzitter mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin des woords voor zover direct te maken hebbend met de opgedragen taken en onverminderd het bepaalde in artikel 2.
- 2.
De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt
met inachtneming van de ter zake schriftelijk vastgelegde instructies per geval of in algemene zin van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur dan wel de voorzitter.
3.Waar volmacht is verleend tot het besluiten en verrichten van een privaatrechtelijke
rechtshandeling aan een gevolmachtigde wordt daarmee ook de bevoegdheid verleend tot bewaking van uitvoering van die rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden, met uitzondering van de beslissing tot het voeren van een rechtsgeding.
Artikel 6 Kaders uitoefening bevoegdheden
De directeur maakt van het aan hem verleende mandaat geen gebruik indien:
- a.
het besluit genomen moet worden met toepassing van de in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht vervatte inherente afwijkingsbevoegdheid;
- b.
de financiële consequenties van het besluit naar verwachting het daartoe in de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting bestemde budget overschrijden;
- c.
er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde bij het te nemen besluit bestaat;
- d.
de uitoefening van de bevoegdheden ingrijpende gevolgen voor de Omgevingsdienst kan hebben conform door het Dagelijks Bestuur geformuleerde richtlijnen.
Artikel 7 Informatieplicht
De directeur verschaft het algemeen bestuur, dagelijks bestuur dan wel de voorzitter gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van de aan hem gemandateerde bevoegdheden.
Artikel 8 Ondermandaat
1.De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 4, in ondermandaat verlenen
aan functionarissen in dienst van of werkzaam voor de Omgevingsdienst.
2.De directeur gaat niet over tot het opdragen in ondermandaat dan na verkregen toestemming
van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter.
Artikel 9 Ondertekening
In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit is genomen krachtens
mandaat of volmacht. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:
“Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst regio Nijmegen
namens deze:”
De directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen,
gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde.
OF
“Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen,
namens deze:”
De directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen,
gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde.
OF
“De voorzitter van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen, namens deze:”
De directeur van de Omgevingsdienst regio Nijmegen,
gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde.
Artikel 10 Slotbepalingen
- 1.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag nadat het bekend is gemaakt.
- 2.
Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Regeling houdende de verlening van Mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen
Aldus besloten in de vergadering van 13 december 2012
Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen
de voorzitter, de secretaris,
Aldus besloten in de vergadering van 29 november 2012
Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen
de voorzitter, de secretaris,
De voorzitter van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen
de voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl