Regeling vervallen per 01-01-2019

KLACHTENREGELING SEKSUELE INTIMIDATIE OPENBAAR BASISONDERWIJS GEMEENTE OMMEN

Geldend van 15-10-1997 t/m 31-12-2018

Intitulé

KLACHTENREGELING SEKSUELE INTIMIDATIE OPENBAAR BASISONDERWIJS GEMEENTE OMMEN

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    seksuele intimidatie:

    gedragingen, handelingen en/of uitlatingen in de seksuele sfeer, die binnen of in direct verband met de onderwijssituatie plaatsvinden tegen de kennelijke wil van degene op wie ze gericht zijn, dan wel tegen de wil van zijn ouders/verzorgers;

  • b.

    klacht:

    een mondelinge of schriftelijk (bij vertrouwenspersoon, bij klachtencommissie en/of bestuursorgaan) ingediende, gemotiveerde klacht betreffende seksuele intimidatie, tot uiting komend in verbaal, fysiek en/of ander non-verbaal gedrag, dat zowel opzettelijk als onopzettelijk kan zijn;

  • c.

    klager:

    een ieder die deel uitmaakt van de school, waaronder de leerling(e), de ouders/verzorgers van een leerling(e), een medewerker, een lid van de directie, een bestuurslid, een stagiaire, een vertrouwensinspecteur of een ander die werkzaamheden verricht voor de school, die meent te zijn geconfronteerd met seksuele intimidatie en een klacht hierover heeft ingediend bij de vertrouwenspersoon, klachtencommissie of bestuursorgaan;

  • d.

    aangeklaagde:

    degene tegen wie een klacht is ingediend bij een vertrouwenspersoon, de klachtencommissie of het bevoegd gezag;

  • e.

    vertrouwenspersoon:

    een persoon als bedoeld in artikel 6 tot en met 8 van deze regeling;

  • f.

    vertrouwensinspecteur:

    door de minister van onderwijs en wetenschappen aangewezen persoon wiens taak betrekking heeft op het onderzoeken van meldingen van seksuele intimidatie binnen het onderwijs;

  • g.

    klachtencommissie:

    een commissie als bedoeld in artikel 11 t/m 16 van deze regeling;

  • h.

    bevoegd gezag:

    het college van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente Ommen.

Artikel 2 Gedragsregels

Iedere openbare basisschool neemt in het schoolwerkplan een passage op over de gedragsregels die binnen de school gelden voor de omgang tussen personeelsleden en leerlingen binnen het bestaan van deze klachtenregeling.

Artikel 3 Algemene verantwoordelijkheid

Wanneer een klager zoals beschreven in artikel 1, lid c van deze regeling bekend is met een situatie waarin zich seksuele intimidatie voordoet en hij/zij maatregelen kan treffen om de situatie te doen beëindigen, mag dit niet worden nagelaten. Indien dit niet door eigen handelen afgehandeld kan worden, dient hij/zij het als zijn/haar plicht te beschouwen de vertrouwenspersoon op de hoogte te stellen. Het is ook mogelijk om per school een contactpersoon aan te stellen die als tussenpersoon fungeert naar de vertrouwenspersoon toe.

Artikel 4 Het indienen van een klacht

  • 1. Een klacht kan worden ingediend bij:

    * de vertrouwenspersoon

    * de klachtencommissie

    * het bevoegd gezag

  • 2. Een klacht dient in eerste instantie te worden ingediend bij de vertrouwenspersoon.

  • 3. Het indienen van een klacht kan zowel mondeling als schriftelijk gebeuren. Van de schriftelijk ingediende klacht krijgt de klager binnen 1 week een bericht van ontvangst, toegezonden door de vertrouwenspersoon. Van de mondeling ingediende klacht wordt terstond een proces-verbaal opgemaakt, indien de klager dat wenst. De klager en de vertrouwenspersoon ondertekenen het proces-verbaal. De klager krijgt binnen 1 week nadat het proces-verbaal is opgemaakt een afschrift daarvan toegezonden door de vertrouwenspersoon.

  • 4. Een klacht die in eerste instantie is ingediend bij de klachtencommissie of het bevoegd gezag wordt ter behandeling door gezonden naar de vertrouwenspersoon, tenzij de klager gegronde redenen heeft aangegeven waarom hij/zij de vertrouwenspersoon niet wenst in te schakelen. In dit geval behandelt de klachtencommissie de klacht zonder tussenkomst van de vertrouwenspersoon.

  • 5. Een anoniem ingediende klacht wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 5 Vertrouwelijkheid

  • 1. Een klacht wordt vertrouwelijk behandeld.

  • 2. De vertrouwenspersoon, de leden van de klachtencommissie, geraadpleegde deskundigen alsmede een ieder die bij de behandeling van een klacht betrokken wordt, hebben een geheimhoudingsplicht.

Artikel 6 Vertrouwenspersoon

  • 1. De vertrouwenspersoon wordt door het bevoegd gezag aangesteld en ontslagen en is rechtstreeks verantwoording schuldig aan het bevoegd gezag.

  • 2. Ontslag uit de functie van vertrouwenspersoon is mogelijk als hij/zij niet meer het vertrouwen geniet of als hij/zij zijn/haar taken niet naar behoren vervult c.q. het belang van betrokkenen schaadt.

  • 3. Een vertrouwenspersoon kan op eigen verzoek uit zijn functie ontslagen worden.

  • 4. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat binnen de scholen en betrokken instanties bekend is wie de vertrouwenspersoon voor het onderwijs is.

  • 5. Ingeval van langdurige ziekte van de vertrouwenspersoon zal zo spoedig mogelijk voor vervanging gezorgd worden.

  • 6. Het is mogelijk een vertrouwenspersoon aan te stellen die werkzaam is bij een externe organisatie.

Artikel 7 Taken van een vertrouwenspersoon

  • 1. Hulpverlening

    • a.

      De vertrouwenspersoon draagt zorg voor de eerste opvang van de klager.

    • b.

      De vertrouwenspersoon gaat samen met de klager na welke mogelijkheden er zijn om een einde te maken aan de seksuele intimidatie en verwijst voor zover nodig naar gespecialiseerde hulpverlening.

    • c.

      De vertrouwenspersoon begeleidt de klager bij de stappen die deze onderneemt om een einde te maken aan de seksuele intimidatie.

  • 2. Individuele klachtenbehandeling

    • a.

      De vertrouwenspersoon stelt een onderzoek in naar de omstandigheden waaronder de seksuele intimidatie heeft plaatsgevonden.

    • b.

      Nadat het onderzoek is verricht licht de vertrouwenspersoon het bevoegd gezag en de vertrouwensinspecteur in over de klacht.

    • c.

      De vertrouwenspersoon stelt op basis van het onder a. genoemd onderzoek een schriftelijk verslag op ten behoeve van een eventueel verder onderzoek door de klachtencommissie.

    • d.

      De vertrouwenspersoon kan, indien hij/zij daartoe aanleiding ziet, de betrokken partijen het advies geven onderling tot een vergelijk te komen. Hiertoe kan de vertrouwenspersoon zelf bemiddelen of een bemiddelaar aanwijzen. Wanneer klager en aangeklaagde niet tot een vergelijk komen, adviseert de vertrouwenspersoon de klager om de klachtencommissie de klacht te laten behandelen.

    • e.

      De vertrouwenspersoon komt binnen vier weken tot een advies aan de klager.

    • f.

      De vertrouwenspersoon stelt zich op de hoogte van het verloop van de procedure en de inhoud van het advies van de klachtencommissie.

    • g.

      De vertrouwenspersoon meldt, indien nodig, de klacht bij de schoolarts, een vertrouwensarts of de vertrouwensinspecteur.

  • 3. Voorlichting en preventie

    • a.

      De vertrouwenspersoon adviseert gevraagd en ongevraagd het bevoegd gezag over knelpunten in het beleid die relevant zijn ter voorkoming dan wel bestrijding van seksuele intimidatie.

    • b.

      De vertrouwenspersoon brengt het onderwerp seksuele intimidatie onder de aandacht van het personeel, leerlingen en ouders, verzorgers of voogden van leerlingen in het openbaar basisonderwijs en het bestaan en de werkwijzen van de vertrouwenspersoon.

    • c.

      De vertrouwenspersoon informeert personeelsleden van scholen van het bevoegd gezag over seksuele intimidatie en leert hen vaardigheden om de betreffende problematiek vroegtijdig te signaleren.

    • d.

      De vertrouwenspersoon dient personeelsleden, leerlingen en ouders, verzorgers of voogden van leerlingen van scholen van het bevoegd gezag, die seksuele intimidatie signaleren, van advies.

Artikel 8 Bevoegdheden van de vertrouwenspersoon

  • 1. De vertrouwenspersoon is bevoegd tot het horen van de klager.

  • 2. De vertrouwenspersoon kan op eigen initiatief interne en/of externe deskundigen raadplegen.

  • 3. De vertrouwenspersoon is bevoegd tot het begeleiden van een klager en/of de vertegenwoordiging van deze bij de behandeling van een klacht.

  • 4. De vertrouwenspersoon is bevoegd tot het begeleiden van een klager bij het inschakelen van hulpverleningsinstanties.

  • 5. De vertrouwenspersoon is bevoegd de klacht te melden bij de schoolarts, een vertrouwensarts of de vertrouwensinspecteur.

  • 6. De vertrouwenspersoon is bevoegd de klacht te melden bij de klachtencommissie.

Artikel 9 Toestemming klager

Voor alle stappen die een vertrouwenspersoon bij de behandeling van een klacht onderneemt, is toestemming van de klager nodig.

Artikel 10 Benoeming en samenstelling van de klachtencommissie

  • 1. De klachtencommissie wordt benoemd door het bevoegd gezag van alle betrokken gemeenten.

  • 2. De klachtencommissie bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter die in functie wordt benoemd. Zo mogelijk dienen juridisch, sociaal en medisch deskundigen in de klachtencommissie vertegenwoordigt te zijn.

  • 3. De vertrouwenspersoon, het bevoegd gezag, het onderwijspersoneel, de ouders van de leerlingen en de leerlingen van de scholen van het bevoegd gezag kunnen geen lid zijn van de klachtencommissie.

  • 4. Ontslag uit de functie van lid van de klachtencommissie is mogelijk als hij niet meer het vertrouwen geniet of als hij zijn taken niet naar behoren vervult c.q. het belang van betrokkenen schaadt.

  • 5. Een lid van de klachtencommissie kan op eigen verzoek uit zijn functie ontslagen worden.

  • 6. Ingeval van afwezigheid van een lid van de klachtencommissie, zal op voordracht van de klachtencommissie zo spoedig mogelijk voor vervanging gezorgd worden.

Artikel 11 Afwijzen van commissieleden

  • 1. Voor de behandeling van de klacht kan op verzoek van de klager of aangeklaagde elk der leden van de klachtencommissie worden afgewezen:

    • a.

      indien hij/zij functioneel betrokken is in de zaak of deel uitmaakt van de dagelijkse werkeenheid waartoe de klager of aangeklaagde behoort;

    • b.

      indien t.o.v de klager of aangeklaagde sprake is van bloed- en aanverwantschap tot in de vierde graad;

    • c.

      indien hij/zij een advies in de zaak heeft gegeven;

    • d.

      indien er met de klager of aangeklaagde een persoonlijke betrokkenheid bestaat.

Artikel 12 Taken van de klachtencommissie

  • 1. Individuele klachtenbehandeling

    • a.

      De klachtencommissie stelt een onderzoek in naar de klacht en maakt hiervan een schriftelijk verslag ten behoeve van eventueel te nemen maatregelen door het bevoegd gezag.

    • b.

      De klachtencommissie neemt kennis van de bevindingen van de vertrouwenspersoon.

    • c.

      De klachtencommissie stelt de klager en aangeklaagde in de gelegenheid te worden gehoord. Een ieder die door de klachtencommissie wordt opgeroepen om gehoord te worden, is verplicht te verschijnen. Op verzoek van de klager of aangeklaagde worden de partijen afzonderlijk gehoord.

    • d.

      Van elke hoorzitting wordt een schriftelijk verslag gemaakt, dat door de klager en/of aangeklaagde voor akkoord getekend wordt. Indien de klager en/of aangeklaagde niet tot ondertekening bereid is, wordt deze in de gelegenheid gesteld schriftelijk commentaar aan het verslag toe te voegen.

    • e.

      Indien de partijen afzonderlijk zijn gehoord, wordt het ondertekende verslag van de hoorzittingen van de ene belanghebbende naar de andere belanghebbende voor commentaar gezonden.

    • f.

      Zowel de klager als de aangeklaagde kan zich laten bijstaan door iemand naar eigen keuze.

    • g.

      Indien de klachtencommissie dit nodig acht, of op verzoek van klager of aangeklaagde, kunnen getuigen en andere betrokkenen worden gehoord die inlichtingen kunnen verschaffen omtrent de omstandigheden waaronder de vermeende seksuele intimidatie heeft plaatsgevonden.

    • h.

      De klachtencommissie kan de betrokken partijen opdracht geven onderling tot een vergelijk te komen. Hiertoe kan ze een bemiddelaar aanwijzen. Indien niet tot een vergelijk is gekomen, handelt de klachtencommissie de klacht verder af.

    • i.

      Gedurende de procedure houdt de klachtencommissie zowel de klager als de aangeklaagde op de hoogte van het verloop van de procedure. Na afronding van de klachtenbehandeling wordt een procesdossier opgesteld dat ter inzage ligt voor de klager en de aangeklaagde.

    • j.

      Na afronding van het onderzoek stelt de klachtencommissie gemotiveerd vast of de klacht gegrond is en of op grond daarvan maatregelen geboden zijn.

    • k.

      De klachtencommissie brengt een advies uit aan het bevoegd gezag op basis van het procesdossier. Klager en aangeklaagde worden zo spoedig mogelijk van de inhoud van dit advies op de hoogte gesteld.

    • l.

      Indien de klachtencommissie tot de conclusie komt dat er sprake is van een vermoeden van een strafbaar feit, dan geldt de aangifteplicht. De klachtencommissie kan het bevoegd gezag adviseren aangifte te doen of kan zelf aangifte doen. Dit geschiedt altijd na overleg met de klager.

  • 2. De termijn

    • a.

      De commissie adviseert het bevoegd gezag binnen zes weken na ontvangst van de te behandelen klacht.

    • b.

      Indien nadere adviesinwinning noodzakelijk is, wordt de termijn met ten hoogste zes weken verlengd. Een besluit hiertoe wordt gemotiveerd en onverwijld ter kennis gebracht van de klager en de aangeklaagde.

  • 3. Advisering van het bevoegd gezag

    • a.

      De klachtencommissie geeft in haar advies aan het direct betrokken bevoegd gezag de conclusies van het onderzoek van de klacht weer en adviseert het bevoegd gezag over de noodzaak van het opleggen van een strafmaatregel aan de aangeklaagde.

    • b.

      Voor het nemen van besluiten door de commissie over de advisering aan het bevoegd gezag, is de aanwezigheid van alle drie leden van de klachtencommissie vereist.

    • c.

      De klachtencommissie streeft bij besluitvorming naar consensus. De commissie komt met eensluidend advies.

Artikel 13 Bevoegdheden van de klachtencommissie

De klachtencommissie is bevoegd tot:

  • a.

    het instellen van een onderzoek naar de klacht en het uitbrengen van een schriftelijk verslag;

  • b.

    het horen van de klager en de aangeklaagde;

  • c.

    het horen van getuigen en andere betrokkenen die inlichtingen kunnen verschaffen omtrent de omstandigheden;

  • d.

    het horen van de vertrouwenspersoon als deskundige;

  • e.

    het raadplegen tijdens de procedure van interne en externe deskundigen;

  • f.

    het betreden van de werkplek, al dan niet naar aanleiding van de klacht;

  • g.

    het voeren van gesprekken met de verantwoordelijke personen op de werkplek;

Artikel 14 Ambtelijke ondersteuning van de klachtencommissie

Aan de klachtencommissie kan door het direct betrokken bevoegd gezag ambtelijke ondersteuning worden verleend. De ambtenaar belast met de ondersteuning is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem in verband met zijn werkzaamheden als ambtelijke ondersteuning van de klachtencommissie ter kennis komt.

Artikel 15 Klachtenregistratie

De vertrouwenspersoon houdt tijdens de behandeling van de klacht een dossier bij.

Dit dossier is uitsluitend toegankelijk voor de leden van de klachtencommissie. De commissie kan de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag toestemming verlenen een dossier in te zien. De gegevens worden vijf jaar na behandeling van de klacht vernietigd.

Artikel 16 Valse klacht

Indien de klachtencommissie van mening is dat er sprake is van een bewuste valse klacht zal aan het bevoegd gezag geadviseerd worden maatregelen te nemen tegen de klager, onverminderd het recht van de aangeklaagde om een strafvervolging wegens smaad en/of laster in te stellen.

Artikel 17 Besluitvorming door het bevoegd gezag

  • 1. Voordat het bevoegd gezag naar aanleiding van het rapport van de klachtencommissie tot besluitvorming overgaat, stelt het bevoegd gezag de klager en de aangeklaagde op de hoogte van de conclusies van de klachtencommissie.

  • 2. Binnen 4 weken na ontvangst van het rapport van de klachtencommissie neemt het bevoegd gezag een gemotiveerd besluit terzake.

  • 3. Het besluit van het bevoegd gezag is met redenen omkleed en wordt terstond schriftelijk meegedeeld aan de klager, aangeklaagde, klachtencommissie en vertrouwenspersoon.

  • 4. Indien het bevoegd gezag besluit tot het treffen van een maatregel, doet hij dat overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in het rechtspositiebesluit voor onderwijspersoneel.

  • 5. Het voor het onderzoeken van een klacht samengestelde rapport, alsmede het schriftelijk vastgelegde besluit van het bevoegd gezag, wordt na tien jaar na het indienen van de klacht vernietigd. De Wet Persoonsregistratie is van toepassing.

Artikel 18 Niet voorziene gevallen

In gevallen waarin deze klachtenregeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.

Artikel 19 Wijziging van de klachtenregeling

Het bevoegd gezag vraagt over elk voorstel tot wijziging van deze klachtenregeling advies aan de vertrouwenspersoon, de klachtencommissie en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van het openbaar basisonderwijs.

Artikel 20 Inzage en uitreiking van de klachtenregeling

  • 1. Een exemplaar van deze klachtenregeling wordt op iedere openbare basisschool op een toegankelijke plaats neergelegd.

  • 2. Aan personeelsleden die in dienst treden wordt tegelijk met het aanstellingsbesluit een exemplaar van deze klachtenregeling uitgereikt.

Artikel 21 Citeertitel en datum inwerkingtreding

  • 1. Deze klachtenregeling kan worden aangehaald als "Klachtenregeling seksuele intimidatie openbaar basisonderwijs gemeente Ommen".

  • 2. Deze klachtenregeling treedt in werking na vaststelling ervan door het bevoegd gezag.

Toelichting op de artikelen

Artikel 1

  • a.

    Bij de definiëring van het begrip seksuele intimidatie dient de beleving van het slachtoffer als uitgangspunt genomen te worden. In de definitie worden naast gedragingen tevens handelingen en feitelijkheden genoemd, waardoor seksueel getinte opmerkingen en seksuele afbeeldingen onder het begrip "seksuele intimidatie" worden gebracht.

    Bij aanranding of verkrachting is er duidelijk sprake van (seksuele) intimidatie, zodat het slachtoffer naast het strafrechtelijk aanhangig maken van de zaak eveneens de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van de klachtenregeling.

  • b.

    Een anonieme of telefonische klacht wordt niet in behandeling genomen. De vertrouwenspersoon kan een klager die in persoon om advies komt vragen maar anoniem wenst te blijven, slechts adviseren en ondersteunen bij het zelf ondernemen van actie en de klacht registreren.

  • c.

    Omdat het in het basisonderwijs ook om de seksuele intimidatie van minderjarige kinderen kan gaan, is het mogelijk dat ook ouders, voogden of verzorgers van het betrokken kind een klacht indienen. Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen heeft een aantal inspecteurs belast met het onderzoeken van meldingen van seksuele intimidatie in het onderwijs. De vertrouwenspersoon en de klachtencommissie kunnen zich voor advies wenden tot de vertrouwensinspecteur.

Artikel 2

Iedere basisschool heeft in het schoolwerkplan het onderwijs en de schoolorganisatie beschreven. De omgang tussen personeelsleden en leerlingen maakt daar deel vanuit en dient dus ook beschreven te worden.

Artikel 3

Er kan overwogen worden één van de onderwijspersoneelsleden aan te wijzen als contactpersoon. Bij de contactpersoon kan worden gemeld dat men een klacht over seksuele intimidatie heeft. De contactpersoon zal de klager dan verwijzen naar de vertrouwenspersoon, of, indien gewenst de klager begeleiden bij het indienen van de klacht bij de vertrouwenspersoon. De contactpersoon heeft echter geen enkele bevoegdheid; ook niet om de klacht te onderzoeken.

Artikel 4

Een klacht wordt pas als officiële klacht aangemerkt op het moment dat de klachtencommissie kennis van een klacht neemt. De behandeling van een klacht door de vertrouwenspersoon is een voor-fase. In deze fase kan de behandeling van een klacht voor de vertrouwenspersoon in anonimiteit plaatsvinden. Een klacht kan ook direct bij de klachtencommissie, dus zonder tussenkomst van de vertrouwenspersoon, worden ingediend. De praktijk leert dat dit laatste nauwelijks voorkomt. In de regel wordt contact gezocht met de vertrouwenspersoon.

In overleg met de vertrouwenspersoon wordt bezien welke maatregelen het beste getroffen kunnen worden. Dit kan leiden tot het indienen van een formele klacht bij de klachtencommissie.

Artikel 5

Dit artikel is opgenomen om de privacy van klager en aangeklaagde te garanderen. Onder dit artikel valt een ieder die kennis heeft genomen van de klacht.

Artikel 6

Het bevoegd gezag benoemt één vertrouwenspersoon. Gezien de aard van de problematiek gaat de voorkeur uit naar een vrouw.

Artikel 7

Dit artikel regelt taken van de vertrouwenspersoon. In eerste instantie zal de vertrouwenspersoon bij de behandeling van een klacht optreden als klachtenbegeleider. De klager dient echter vrij te zijn in de keuze van een begeleider. De vertrouwenspersoon verricht geen handelingen ter uitvoering van diens taak dan met instemming van de klager. De vertrouwenspersoon zal een eerste opvang bieden door klachten of problemen die in verband staan met seksuele intimidatie aan te horen. De vertrouwenspersoon verwijst eventueel door naar deskundige derden.Indien er sprake is van kosten voor rekening van bevoegd gezag legt de vertrouwenspersoon een voorstel voor aan het bevoegd gezag. Ook adviseert de vertrouwenspersoon hoe met de problemen kan worden omgegaan, zowel naar de personen in kwestie als naar verantwoordelijken in de directe omgeving. In overleg met de klager kan de vertrouwenspersoon bemiddelen of een bemiddelaar aanwijzen.

Als de vertrouwenspersoon een gesprek heeft met iemand die zich wel bekend maakt, maar verder anoniem wil blijven, kan de vertrouwenspersoon slechts adviseren omtrent te ondernemen actie op de werkplek om een einde te maken aan de seksuele intimidatie. (Bemiddelen op de werkplek zal immers meestal onmogelijk zijn zonder de anonimiteit van betrokkene prijs te geven.)

Over de voorlichting worden bij de aanstelling van een vertrouwenspersoon afspraken gemaakt over de tijd die voor advies beschikbaar wordt gemaakt.

Artikel 10

Om een representatieve samenstelling van de klachtencommissie te verkrijgen, zullen leden met verschillende posities worden gekozen; te denken valt aan een juridisch deskundige, iemand met een sociaal-maatschappelijke achtergrond en een medisch deskundige. Voorwaarde bij de kandidaten is dat ze niet bij de school betrokken zijn, waar de klager en/of aangeklaagde werkzaam zijn. Is daar wel sprake van, dan dient een vervanger zitting te nemen in de commissie. Deze vervanging dient door de leden van de klachtencommissie verzorgd te worden. Voor deze werkwijze wordt gekozen omdat het bevoegd gezag van mening is dat de leden beter bekend zijn met de mogelijkheden voor vervanging binnen hun geleding.

Indien er sprake is van disfunctioneren van leden van de klachtencommissie zullen deze uit hun functie ontslagen worden door het bevoegd gezag.

Artikel 12

Het behoort niet tot de taken van de klachtencommissie om een strafmaat te bepalen. De commissie geeft het bevoegd gezag alleen een advies om wel of niet over te gaan tot een sanctie. Het college beslist over de strafmaat.

Artikel 14

De ambtelijk medewerker ondersteunt de klachtencommissie met secretariaatswerkzaamheden en kan de commissie advies geven. Tevens stelt hij/zij een procesdossier op. De schriftelijke klacht aan de klachtencommissie dient aan de secretaris van de klachtencommissie gestuurd te worden.

Artikel 15

De klachtenregistratie valt onder de Wet op de Persoonsregistratie. Door genoemde wet en genoemde artikelen wordt de privacy van medewerkers, leerlingen, en ouders, verzorgers of voogden van leerlingen gewaarborgd.

Artikel 16

Dit artikel is opgenomen om de aangeklaagde tegen misbruik te beschermen. De klachtenregeling geeft een grote bescherming aan de klager. Dit is nodig omdat deze in dergelijke situaties immers altijd de zwakkere partij is. De mogelijkheid om misbruik van deze positie te maken, is aanwezig. Om dit uit te sluiten, is gekozen voor een procedure van hoor en wederhoor door de klachtencommissie. Deze commissie dient ook zelf onderzoek naar de situatie en het voorval te doen, zodat zij onbevooroordeeld is.

Artikel 17

Op grond van het advies van de klachtencommissie neemt het bevoegd gezag een besluit, rekening houdend met het rechtsposititebesluit onderwijspersoneel. Dit besluit wordt medegedeeld aan de klager, aangeklaagde en klachtencommissie. Het procesdossier wordt als vertrouwelijk stuk bewaard door de secretaris van de klachtencommissie. Hierbij geldt de Wet op de Persoonsregistratie.