Regeling vervallen per 01-10-2013

Verordening Winkeltijden Onderbanken

Geldend van 01-07-1996 t/m 30-09-2013

Intitulé

Verordening Winkeltijden Onderbanken

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Onderbanken;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van het college;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Winkeltijden Onderbanken

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag.

Artikel 2. Beslistermijn.

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen 8 weken.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste 4 weken verdagen.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing.

  • a.

    Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing.

Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling.

  • 1. De verbode, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Artikel 6. Openstelling van één winkel op de avond van zon- en feestdagen.

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 0 en 16.00 uur.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan voor ten hoogste één winkel ontheffing verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de winkel dient gesloten te zijn tussen in de ontheffing aangegeven tijdstippen;

    • b.

      er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie op de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties.

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede kerstdag, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen, beurzen, kunstateliers en galerieën.

Artikel 8. Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen.

Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Artikel 9. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur.

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon/ en leefsituatie of de openbare of de in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 10. In werking treden.

  • 1. De verordening treedt in werking op de derde dag ná die waarop zij is afgekondigd.

  • 2. De Verordening Winkelsluiting, vastgesteld op 27 oktober 1994, wordt ingetrokken.

Artikel 11. Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening winkeltijden Onderbanken”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Onderbanken op 27 juni 1996.

De voorzitter

De burgemeester

De griffier
De secretaris

Artikelsgewijze toelichting Verordening Winkeltijden Onderbanken.

Artikel 1. Begripsbepalingen.

  • c.

    Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet.

  • d.

    Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als feestdag.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing.

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling.

Op maximaal 12 zon- en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod.

Burgemeester en wethouders hebben deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de gemeenteraad. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen gesplitst worden.

Artikel 6. Openstelling van één winkel op de avond van zon- en feestdagen.

Het afwijkende openstellingsregime op zon- en feestdagen maakt het noodzakelijk voor winkels die op werkdagen tot 22.00 uur, of met ontheffing tot latere tijdstippen geopend zijn en waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht een afzonderlijke regeling in de verordening op te nemen.

Met deze regeling wordt het mogelijk dat voor Onderbanken voor avondwinkel ook op zondagavond en de avond van een feestdag open kan zijn.

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties.

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de wet. Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk.

Artikel 8. Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen.

De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 9. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur.

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden.

De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde.

De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

In het Vrijstellingsbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen tier uur ’s avonds en zes uur in de ochtend op werkdagen wordt door de verordeningsbepaling geregeld.

Artikel 10. In werking treden.

Burgemeester en wethouders kunnen naast de op rond van de verordening winkelsluiting reeds aangegeven koopzondag voor de periode juni tot en met december 1996 nog een aantal zon- en feestdagen aanwijzen tot een maximum van 12, verminderd met de voor die periode reeds aangewezen zon- en feestdagen op grond van de oude verordening of de oude wet.

Voor 1996 geld het maximum van de 12 aan te wijzen zon- of feestdagen ongeacht het tijdstip waarop de Winkeltijdenwet in werking is getreden.

Indien in de periode januari tot en met mei 1996 op grond van de oude Winkelsluitingswet acht zon- en feestdagen zijn aangewezen, kunnen op grond van de nieuwe Winkeltijdenwet in de periode juni tot en met december 1996 nog eens maximaal 12 zon- en feestdagen worden aangewezen.