Regeling vervallen per 01-01-2014

Algemene subsidieverordening Oost Gelre 2011

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2013

Intitulé

Algemene subsidieverordening Oost Gelre 2011

De raad van de gemeente Oost Gelre;

gezien het voorstel van het college van de gemeente Oost Gelre van 26 oktober 2010;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat veel gemeenten initiatieven nemen om de regeldruk, en daarmee de administratieve lasten, voor burgers en bedrijven te verminderen. Eén van de gebieden waarop winst behaald kan worden bij het verminderen van regeldruk is het subsidiebeleid. Vermindering van de lastendruk is het uitgangspunt van de nu voorliggende Algemene subsidieverordening Oost Gelre 2011.

BESLUIT:

vast te stellen de Algemene subsidieverordening Oost Gelre 2011, onder gelijktijdige intrekking van de Algemene Subsidieverordening 2008.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. college: college van burgemeester en wethouders van Oost Gelre;

b. raad: raad van Oost Gelre;

c. eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere activiteiten die niet behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager;

d. jaarlijkse subsidie: subsidie die per jaar of voor een bepaald aantal jaren voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt;

e. aanvrager: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie;

f. jaarrekening: omvat de exploitatierekening en de balans, beide voorzien van een toelichting;

g. jaarverslag: het overzicht van uitgevoerde activiteiten.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

1. De raad stelt hierbij vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt:

a. algemeen bestuur;

b. openbare orde en veiligheid;

c. verkeer, vervoer en waterstaat;

d. economische zaken;

e. onderwijs;

f. cultuur en recreatie;

g. sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;

h. volksgezondheid en milieu;

i. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.

2. Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein worden omschreven.

Artikel 3 Bevoegdheid college

1. Het college verstrekt subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen.

2. Het college kan voorwaarden aan de beschikking tot subsidie¬verlening verbinden.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

1. De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van een subsidieplafond.

2. Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

3. Het college kan nadere regels stellen over de verdeling van het beschikbare bedrag.

4. Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zijn.

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college middels een aanvraagformulier.

2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

b. het doel en de resultaten, die daarmee worden nagestreefd; de activiteiten moeten geheel of in overwegende mate zijn gericht op de gemeente of haar inwoners en daaraan ten goede komen;

c. een begroting van baten en lasten van de activiteiten.

3. Indien een aanvrager voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag en de jaarrekening van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

4. Het college is bevoegd ook andere gegevens te verlangen.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 7 Beslistermijn

1. Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

2. Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarvoor de aanvraag is ingediend.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 8 Weigeringsgrond

Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren indien de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen.

Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie

Artikel 9 Verlening subsidie

1. Bij de beschikking tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

2. 2. Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Artikel 10 Betaling en bevoorschotting

1. Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 13, onderdeel a, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

2. Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.

3. Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in de beschikking tot subsidieverlening de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 11 Tussentijdse rapportage

Bij subsidies, hoger dan 50.000 euro, die verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

Artikel 12 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

1. De subsidieontvanger doet onmiddellijk melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

a. procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhoudingen met derden;

c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden niet of niet geheel kunnen worden nagekomen;

d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm en/of het doel van de rechtspersoon.

Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 13 Verantwoording subsidies tot 5.000 euro

Subsidies tot 5.000 euro worden door het college:

a. direct vastgesteld of;

b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

Artikel 14 Verantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro

1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag en een financieel verslag.

3. Het college is bevoegd ook andere gegevens te verlangen.

Artikel 15 Verantwoording subsidies vanaf 50.000 euro

1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

2. De aanvraag tot vaststelling bevat:

a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

b. de jaarrekening, voorzien van een accountantsverklaring.

3. Het college is bevoegd ook andere gegevens te verlangen.

Artikel 16 Vaststelling subsidie

1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag.

3. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college 6 weken na een eenmalig rappel over tot ambtshalve vaststelling.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, één of meerdere artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 2, 3 en 8, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 18 Intrekking

De Algemene Subsidieverordening 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 19 Overgangsbepalingen

Aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 1 januari 2011 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening 2008.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening Oost Gelre 2011.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2010,
de raadsgriffier,
J. Vinke
de voorzitter,
mr. drs. H.W.M. Heijman