Regeling vervallen per 06-04-2012

Procedureverordening voor tegemoetkoming in planschade gemeente Oost Gelre 2008

Geldend van 06-04-2012 t/m 05-04-2012

Intitulé

Procedureverordening voor tegemoetkoming in planschade gemeente Oost Gelre 2008

De raad van de gemeente Oost Gelre;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 11 augustus 2008

Gelet op artikel 6.7 Wet ruimtelijke ordening en artikel 6.1.3.3 Besluit ruimtelijke ordening;

Besluit:

Vast te stellen de volgende Procedureverordening voor tegemoetkoming in planschade gemeente Oost Gelre 2008.

Artikel 1 Begripsbepalingen

De regeling verstaat onder:

a. aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening indient;

b. adviseur: de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon als bedoeld in artikel 6.1.1.1, onder c, Besluit ruimtelijke ordening;

c. adviescommissie: schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van deze verordening;

d. besluit: Besluit ruimtelijke ordening;

e. college: het college van burgemeester en wethouders;

f. gemeente: gemeente Oost Gelre;

g. planologische maatregel: oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening;

h. planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening;

i. het recht: bedrag dat door de aanvrager conform artikel 6:4 van de Wet ruimtelijke ordening betaald moet worden

j. wet: Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2 Indiening van de aanvraag

1. een aanvraag om vergoeding van planschade wordt bij het college ingediend met gebruikmaking van een door het college vastgelegd formulier; 2. het college tekent de datum van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onverwijld aan op het formulier waarbij de aanvraag is ingediend. De ontvangst wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager. Van de aanvraag wordt een afschrift toegezonden aan de derde-belanghebbende. 3. Het college stuurt de aanvrager binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag een acceptgiro ten behoeve van de betaling van het recht à € 300,- voor het behandelen van de aanvraag, en deelt de aanvrager mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de acceptgiro op rekening van de gemeente moet zijn gestort.

Artikel 3 Onvolledige aanvraag

Indien de aanvraag niet volledig is deelt het college dit binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag aan de aanvrager mee. Daarbij wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen vier weken aan te vullen.

Artikel 4 Besluit tot buiten behandeling laten van de aanvraag

1. Het college neemt de aanvraag niet in behandeling, indien: 2. niet binnen de in artikel 2, lid 3 vermelde termijn het bedrag van € 300,- op de rekening van de gemeente is gestort. 3. de aanvraag niet volledig is, en niet binnen de in artikel 3 gestelde termijn is aangevuld. 4. de aanvraag ook na aanvulling binnen de in artikel 3 gestelde termijn onvolledig wordt geacht. 5. een besluit om de aanvraag niet te behandelen wordt binnen vier weken na afloop van de onder 2, 3 en 4 bedoelde termijnen aan de aanvrager schriftelijk bekendgemaakt.

Artikel 5 Besluit tot afwijzing van de aanvraag

Het college wijst binnen vier weken na ontvangst van een volledige aanvraag deze aanvraag af indien er klaarblijkelijk geen sprake is geweest van een wijziging van het planologisch regime die mogelijk aanleiding geeft tot vergoeding van planschade.

Artikel 6 Besluit tot opdrachtverstrekking

Binnen twaalf weken na het verstrijken van de termijnen als bedoeld in artikel 6.1.3.1 van het besluit verstrekt het college aan één of meerdere adviseurs gezamenlijk, opdracht om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het besluit of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7 Adviseur of adviescommissie

1. Voor de advisering over de op de aanvraag te nemen beschikking wordt door het college een adviseur aangewezen die beschikt over voldoende deskundigheid inzake advisering op het gebied van planschade. 2. Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege inkomensderving en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is op het gebied van accountancy of van financieel economische bedrijfsvoering. 3. Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege waardevermindering van een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is ter zake van de waardering van onroerende zaken en van waardevermindering daarvan als gevolg van een planologische verslechtering. 4. Indien naar het oordeel van het college het tweede en het derde lid van toepassing zijn, worden zowel de in het tweede als het derde lid bedoelde adviseurs aangewezen. 5. Bij aanwijzing van meerdere adviseurs vormen deze een adviescommissie, waarvan de in het eerste lid bedoelde adviseur voorzitter is. 6. De adviescommissie wijst uit haar midden een rapporteur aan.

Artikel 8 Deskundigheid en onafhankelijkheid

1. Voordat een persoon als adviseur wordt aangewezen, kan het college verlangen dat deze aantoont op grond van opleiding en ervaring deskundig te zijn met betrekking tot de in artikel 3, eerste, tweede of derde lid, bedoelde aspecten waarop deze persoon de aanvraag moet beoordelen. 2. Een adviseur mag niet werkzaam zijn onder verantwoordelijk van de raad. Eveneens mag een adviseur niet betrokken zijn bij de planologische maatregel waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 9 Betrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of adviescommissie

1. Voordat het college de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 2 verstrekt, stelt het college de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing van:

a. een adviseur als bedoeld in artikel 3, eerste lid, of

b. meerdere adviseurs als bedoeld in artikel 3, vijfde lid. 2. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs bij het college indienen. 3. Het college beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn over een ingediend verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs.

Artikel 10 Werkwijze van de adviseur

1. het college stelt aan de adviseur of de adviescommissie alle op de aanvraag betrekking hebbende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de adviseur of van de adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking. 2. de adviseur stelt de aanvrager en het college in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling hun visie te geven over de aanvraag om vergoeding van planschade. 3. van een mondelinge uiteenzetting door de aanvrager of de vertegenwoordiger van het college wordt door de adviseur een verslag. Dit verslag wordt toegezonden aan de aanvrager, de derde-belanghebbende en het college en tezamen met eventuele schriftelijke reacties maakt het onderdeel uit van het uit te brengen advies. 4. De adviseur neemt de situatie ter plaatse op.

Artikel 11 Advisering

1. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen. 2. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het concept advies schriftelijk hierop te reageren. 3. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het college, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken. 4. In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het college. 5. De adviseur zendt een afschrift van het definitieve advies aan de aanvrager en de derde-belanghebbende.

Artikel 12 Beschikking van het college

1. Binnen zes weken na ontvangst van het advies beslist het college op de aanvraag om vergoeding van planschade. 2. het college kan deze termijn een keer met ten hoogste vier weken verlengen.

Artikel 13 Uitbetaling

1. Indien het college een vergoeding van planschade vaststelt, vindt uitbetaling plaats op een door aanvrager aangegeven rekening binnen vier weken na het besluit tot vergoeding van planschade. 2. Het te vergoeden planschadebedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag dat de aanvraag bij de gemeente is binnengekomen, alsmede het betaalde recht van € 300,- en de redelijkerwijs gemaakte kosten van rechtsbijstand en andere deskundige bijstand.

Artikel 14 Slotbepalingen

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie 2. Deze regeling wordt aangehaald als “Procedureverordening voor tegemoetkoming in planschade gemeente Oost Gelre 2008”.

 

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 23 september 2008,
de raadsgriffier,
mw. drs. M.A.H. Heffels
de voorzitter,
mr. drs. H.W.M. Heijman