Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van leges Oosterhout 2011

Geldend van 23-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Oosterhout 2011

nr.

De raad van de gemeente Oosterhout;

gezien het voorstel van het college van 8 november 2010;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges Oosterhout 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot en met de laatste dag in die kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "leges" worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de openbare registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • b.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • c.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel, in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Legesverordening Oosterhout 2010", vastgesteld bij besluit van 16 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening Oosterhout 2011".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2010.
voorzitter,
griffier.

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2011.

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1

Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk of partnerschapsregistratie of het omzetten van een partnerschapsregistratie in een huwelijk, buiten de tijd en de wijze als ingevolge artikel 4 van de wet van 23 april 1879, Stb. nr. 72, voor kosteloze huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie bepaald:

 

1.1.1

in de trouwzaal van het gemeentehuis:

 

1.1.1.1

op maandag en dinsdag om 09.00 uur

gratis

1.1.1.2

op maandag en dinsdag om 10.00 en 11.00 uur eenvoudig en woensdag om 9.00, 10.00 en 11.00 uur eenvoudig.

€ 102,00

1.1.1.3

op maandag t/m dinsdag 10.00 tot 16.00 uur, op woensdag t/m donderdag van 09.00 tot 16.00 uur en op vrijdag van 09.00 t/m 11.30 uur

€ 353,95

1.1.1.4

op vrijdag van 12.00 t/m 16.00 uur

€ 397,30

1.1.1.5

op zaterdag van 09.00 t/m 16.00 uur

€ 650,86

 

 

 

1.1.2

buiten het gemeentehuis:

 

1.1.2.1

in een bijzonder huis, niet zijnde een van de locaties als hieronder bij 1.1.2.2, 1.1.2.3 of 1.1.2.4 vermeld

€ 264,20

1.1.2.2

in "de Schelp": op maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 19.00 uur op maandag t/m vrijdag van 19.00 tot 24.00 uur op maandag t/m vrijdag van 24.00 tot 08.00 uur op zaterdag of zondag van 08.00 tot 19.00 uur op zaterdag of zondag van 19.00 tot 24.00 uur op zaterdag of zondag van 24.00 tot 08.00 uur

€ 337,80 € 675,65 € 1.013,45 € 397,30 € 794,60 € 1.191,85

1.1.2.3

in vestzaktheater "de Schelleboom": op maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 19.00 uur op maandag t/m vrijdag van 19.00 tot 24.00 uur op maandag t/m vrijdag van 24.00 tot 08.00 uur op zaterdag of zondag van 08.00 tot 19.00 uur op zaterdag of zondag van 19.00 tot 24.00 uur op zaterdag of zondag van 24.00 tot 08.00 uur

€ 327,75 € 665,45 € 983,20 € 361,75 € 723,50 € 1.085,25

1.1.2.4

in "de Vredeskerk": op maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 19.00 uur op maandag t/m vrijdag van 19.00 tot 24.00 uur op maandag t/m vrijdag van 24.00 tot 08.00 uur op zaterdag of zondag van 08.00 tot 19.00 uur op zaterdag of zondag van 19.00 tot 24.00 uur op zaterdag of zondag van 24.00 tot 08.00 uur

€ 336,20 € 672,40 € 1.018,90 € 370,10 € 740,20 € 1.110,30

 

 

 

1.1.3

een andere locatie dan de onder 1.1.1 en 1.1.2 vermelde locaties:

 

1.1.3.1

op maandag t/m woensdag van 12.00 tot 19.00 uur, op donderdag van 09.00 tot 19.00 uur en op vrijdag van 09.00 tot en met 11.30 uur

€ 453,90

1.1.3.2

op vrijdag van 12.00 tot 19.00 uur

€ 497,25

1.1.3.3

op maandag t/m vrijdag van 19.00 tot 24.00 uur

€ 907,80

1.1.3.4

op maandag t/m vrijdag van 24.00 tot 08.00 uur

€ 1.361,70

1.1.3.5

op zaterdag of zondag van 08.00 tot 19.00 uur

€ 750,80

1.1.3.6

op zaterdag of zondag van 19.00 tot 24.00 uur

€ 1.501,65

1.1.3.7

op zaterdag of zondag van 24.00 tot 08.00 uur

€ 2.252,45

 

 

 

1.1.4

De in dit onderdeel onder 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3 genoemde tarieven worden verhoogd met:

 

1.1.4.1

indien van de mogelijkheid gebruik wordt gemaakt dat een door het bruidspaar zelf uitgekozen persoon, die daartoe eenmalig wordt benoemd als bijzondere ambtenaar van de Burgerlijke stand, onafhankelijk van de dag, het huwelijk of de partnerschapsregistratie voltrekt, een bedrag van

€ 181,55

 

indien getuigen van de gemeente bij een huwelijk of partnerschapsregistratie aanwezig zijn, een bedrag per getuige van

€ 27,45

 

 

 

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.5.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

€ 22,50

1.1.5.2

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 31,70

1.1.5.3

Indien van de mogelijkheid gebruik wordt gemaakt om het trouwboekje te laten kalligraferen, worden de in dit onderdeel onder 1.1.5.1 en 1.1.5.2 genoemde tarieven verhoogd met de door derden in rekening gebrachte tarieven voor het kalligrafen van een standaard boekje, voor extra toevoeging kind of kerkelijke huwelijk of voor volledig boekje

 

 

 

 

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het annuleren van een afspraak voor een huwelijk of partnerschapsregistratie

€ 54,50

 

 

 

1.1.7.1

Een uittreksel/afschrift uit de Burgerlijke stand

€ 11,50

1.1.7.2

Een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van boek 1 van het Burgelijk Wetboek

€ 20,70

1.1.7.3

Elke nasporing, betreffende elke met naam aangeduide persoon, te doen door de ambtenaren van de burgerlijke stand in de onder hen berustende registers van de burgerlijke stand, ongeacht het resultaat van deze nasporing, per nasporing

€ 7,55

1.1.7.4

Elke nasporing, betreffende elke niet met naam aangeduide persoon, per daaraan besteed half uur

€ 34,10

 

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort (waaronder ook horen een reisdocument voor vluchtelingen en/of een reisdocument voor vreemdelingen en tweede paspoort)

€ 52,10

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

€ 58.20

1.2.1.3

vervallen

 

1.2.1.4

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1 en 1.2.1.2 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument, per kind

€ 9,20

1.2.1.5

tot het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvingssticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1 en 1.2.1.2

€ 21,50

1.2.1.6

vervallen

 

1.2.1.7

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar

€ 9,20

1.2.1.8

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd van veertien jaar en ouder

€ 43,85

 

 

 

1.2.2

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 en 1.2.1.2 alsmede in 1.2.1.7 en 1.2.1.8 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 45,00

1.2.3

Het tarief genoemd in 1.2.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1 en 1.2.1.2 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend.

 

1.2.4

Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van

€ 21,40

1.2.5

Het tarief genoemd in 1.2. wordt bij een aanvraag en/of afgifte aan huis per document, voor zover de aanvrager zelf in staat is gebleken om het document op het gemeentehuis af te (laten) halen vermeerderd met een bedrag van

€ 19,90

1.2.6

Administratiekosten in geval van vermissing van een eerder afgegeven document

€ 33,25

1.2.7

administratiekosten in geval van vermissing van een document voor de 2e keer of meer binnen een jaar

€ 43,60

 

 

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 46,00

1.3.1.1

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 33,50

1.3.1.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt indien het betreft een aanvraag en/of afgifte aan huis per document voor zover de aanvrager zelf in staat is gebleken om het document op het gemeentehuis af te (laten) halen vermeerderd met

€ 19,90

1.3.1.3

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt in geval van vermissing van een eerder afgegeven document vermeerderd met

€ 33,25

1.3.1.4

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt in geval van vermissing van een eerder afgegeven document voor de 2e keer of meer binnen een jaar vermeerderd met

€ 43,60

1.3.1.5

Een afstemming van gegevens uit de centrale registratie rijbewijzen

€ 10,00

1.3.1.6

Voor de aanvraag voor een eigen verklaring enkel, dubbel of CDE wordt het tarief geheven dat op het moment van aanvraag gehanteerd wordt door de Rijksdienst van Wegverkeer.

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder een verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

 

 

 

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 10,00

 

 

 

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

 

 

 

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 10,00

 

 

 

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a. van een gewaarmerkt afschrift van de benodigde gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 10,00

 

b. van een afschrift van een persoonslijst uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsregisters.

€ 14,80

 

c. tot het instellen van een onderzoek in de gemeentelijke basisadministratie en burgerlijke stand op verzoek van een derde, per kwartier

€ 15,80

 

d. tot verstrekkingen uit de gemeentelijke basisadministratie via een diskette of CD-rom

€ 22,70

 

 

 

1.4.6

De onder 1.4 bedoelde tarieven zijn ook verschuldigd, indien de gevraagde inlichtingen niet leiden tot het door de aanvragen beoogde doel.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Gereserveerd

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

 

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

 

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,20

 

met een maximum per bericht van

€ 4,50

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 22,50

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€ 4,50

1.6.1.3

een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 22,50

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd

 

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 4,50

 

 

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een exemplaar van de programmabegroting/-rekening

€ 19,00

1.7.1.2

een exemplaar van de productenbegroting/-rekening

€ 19,00

1.7.1.3

de bijlagen behorende bij de diverse begrotingen/rekeningen

€ 9,00

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.2.1.

tot het verstrekken van een afschrift van de raadsagenda met bijlagen, met uitzondering van de begroting en rekening, alsmede de notulen van de openbare raadsvergaderingagenda

 

1.7.2.1.1

indien deze stukken op het gemeentehuis worden afgehaald, per bladzijde

€ 0,26

1.7.2.1.2

indien deze per post worden besteld, per bladzijde

€ 0,31

1.7.2.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

 

1.7.2.2.1

voor de raadsagenda

€ 8,21

1.7.2.2.2

voor de raadsstukken, inclusief de notulen

€ 119,08

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.3.1

een exemplaar van de Bouwverordening, met inbegrip van de tot het moment van afgifte daarin aangebrachte wijzigingen, met de Nadere Regelen, inclusief de Toelichting op de Bouwverordening

€ 18,55

 

 

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

Tot het verstrekken van inlichtingen uit de gemeentelijke vastgoedregistraties, per inlichting

€ 4,08

1.8.1.2

Kopieën van (topografische) kaarten, huisnummerkaarten e.d. met dm³

€ 0,25

 

met een minimum van

€ 4,08

1.8.1.3

Digitale kopieën uit het geometrische basisbestand, per leveren een vast bedrag van

€ 68,34

 

vermeerderd met

 

 

a. voor stedelijk gebied/ aaneengesloten bebouwing, een bedrag per hectare van

€ 12,25

 

b. voor half open gebied/industriegebied, een bedrag per hectare van

€ 8,15

 

c. voor landelijk gebied, een bedrag per hectare van

€ 5,10

1.8.1.4

Digitale kopieën van stadsplattegronden, per levering een vast bedrag van

€ 68,34

1.8.1.5

Nasporingen in de gemeentelijke vastgoedregistraties, per besteed kwartier

€ 13,75

1.8.1.6

Informatieproducten via kad-on-line:

 

 

a. een kadastraal bericht, per object

€ 5,75

 

b. een fragment van een kadastrale kaart

€ 5,75

1.8.1.7

Een afschrift van of uittrekstel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9 eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 11,50

1.8.1.8

Een toelichting op een ter inzage verleend document uit het gemeentelijke beperkingenregister, per besteed kwartier

€ 13,75

1.8.1.9

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.1.9.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,06

1.8.1.9.2

in formaat A3

€ 0,12

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.2.1

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 11,50

 

 

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1.2

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag is het tarief dat op het moment van aanvraag bepaald is door het Ministerie van Justitie

 

1.9.1.3

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

€ 10,00

1.9.1.4

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 10,00

1.9.1.5

Een bewijs van nederlanderschap, niet geldig als reispapier

€ 10,00

1.9.1.6

Een bewijs van ingezetenschap

€ 10,00

1.9.1.7

Een waarmerk van diploma’s en andere documenten

€ 3,50

1.9.1.8

Elke andere verklaring in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voorzover deze stukken niet afzonderlijk en met name in deze verordening of in een andere belastingsverordening van de gemeente dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, per verklaring

€ 14,80

1.9.1.9

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap, alsmede voor de behandeling van een naturalisatieverzoek, worden de tarieven geheven conform het op het moment van aanvraag geldend Besluit optie en naturalisatiegelden conform de rijkswet op het Nederlanderschap

 

 

 

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor zover in deze tarieventabel niet anders is bepaald, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.10.1.1

Exemplaren van en uittreksels uit akten, notulen, verslagen, rapporten, verordeningen, besluiten en andere onder het gemeentebestuur berustende administratieve bescheiden, per bladzijde van het formaat A4 , boven het aantal van 10 bladzijden

€ 0,06

1.10.1.2

Fotokopieën van stukken zoals genoemd onder 1.10.1.1, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kopie op papier van A3 formaat

€ 0,12

1.10.1.3

Digitale kopieën, CD-roms en dergelijke, van bestemmingsplanvoor-schriften

€ 25,95

1.10.1.4

Het verlenen van hulp, indien voor het verstrekken van inlichtingen nasporing door ambtenaren van de gemeente is vereist in het gemeentelijke archief, ongeacht het resultaat, per daaraan besteed half uur

€ 33,50

1.10.1.5

Een niet geheel afwijzende beschikking op een schriftelijke aanvraag, voor zover deze niet krachtens wettelijke voorschrift kosteloos moet worden afgegeven.

€ 11,88

1.10.1.6

Het verlenen van hulp bij het raadplegen van verleende bouw- en aanlegvergunningen, per daaraan besteed half uur

€ 33,50

1.10.1.7

Het afgeven van een bericht als bedoeld in de artikelen 29 en 32 van de Wet Persoonsregistraties

€ 3,40

1.10.1.8

Het verstrekken van grondwatergegevens (onder meer grondwaterstanden, stromingsrichting, peilfluctuaties, stroomsnelheden en de reactie van waterstanden na regenval), ongeacht het resultaat, per daaraan besteed halfuur

€ 34,50

 

 

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

Een eerste inschrijving om in aanmerking te komen voor een goedkope vrije sectorwoning

€ 65,45

1.11.2

Een verlenging van een inschrijving voor een goedkope vrijesectorwoning

€ 25,75

1.11.3

Een eerste inschrijving om in aanmerking te komen voor een particuliere bouwkavel

€ 130,85

1.11.4

Een verlenging van een inschrijving voor een particuliere bouwkavel

€ 51,50

 

 

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet, voor een eengezinswoning

€ 154,31

1.12.2

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet, voor een woning die deel uitmaakt van een complex woningen

€ 74,46

1.12.3

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet, per woning

€ 39,93

 

 

 

Hoofdstuk 13 Gereserveerd

Hoofdstuk 14 Gereserveerd

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet ten behoeve van een manifestatie, waarbij uitsluitend antieke of oude kunstvoorwerpen ten verkoop worden uitgestald

€ 95,70

1.15.2

van een waarmerk van aankondigingen, waarop de openingstijden van een winkel zijn aangegeven

€ 21,25

 

 

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van maximaal twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van maximaal twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, een basistarief van

€ 22,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

Indien de aanwezigheidsvergunning geldt voor een tijdvak korter dan één jaar is punt 1.16.1.1 en 1.16.1.2 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de onder punt 1.16.1 en 1.16.2 bedoelde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning, gerekend in maanden, worden verlaagd.

 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 62,20

 

 

 

Hoofdstuk 17 Gereserveerd

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding:

 

1.18.1

op grond van artikel 4, eerste lid, van de Telecommunicatieverordening: in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid van de Telecommunicatiewet

€ 358,75

1.18.2

op grond van artikel 4, tweede lid, van de Telecommunicatieverordening: Voor werkzaamheden (aan Telecomkabels) van minder ingrijpende aard

€ 37,50

 

 

 

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 38,70

1.19.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 38,70

1.19.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 100,88

1.19.4

tot het opnieuw afgeven van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 56,00

1.19.5

tot het afgeven van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 33,65

 

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. De opgegeven bouwkosten worden getoetst aan de op dat moment geldende vastgestelde lijst van Regionaal overleg Eindhoven bouwtoezicht (ROEB). Deze lijst ligt bij de gemeente ter inzage. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.3

sloopkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

2.1.4

Afronding bouw-, sloop- en aanlegkosten

 

 

Voor de berekening van de verschuldigde leges worden de bouwkosten indien deze meer dan € 1.000,00 bedragen naar beneden afgerond op een veelvoud van € 1.000,00. Dit is van overeenkomstige toepassing op de sloopkosten en de aanlegkosten.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

2.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1.1

om vooroverleg c.q. beoordeling van een conceptaanvraag om omgevingsvergunning in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:

0,1%

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld

 

 

met een minimum van:

€ 172,40

 

Hieronder wordt tevens begrepen een verzoek van de aanvrager om te beoordelen of een voorgenomen project (voor de activiteit bouwen dan wel planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit) binnen een bestemmingsplan past, dan wel een beoordeling of voor dit project een omgevingsvergunning is vereist.

 

2.2.1.2

Welstandstoets

 

 

Als het verzoek om vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag op verzoek wordt voorgelegd aan de Commissie voor Welstand en Monumenten ter verkrijging van een advies voor het voorgenomen project, geldt een tarief van:

€ 172,40

 

 

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit onderdeel en de onderdelen 2.4 en 2.5. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 45.000,00 bedragen:

1,861%

van de bouwkosten

 

met een minimum van:

€ 379,60

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 45.000,00 tot € 450.000,00 bedragen:

€ 1.014,48

vermeerderd met:

1,375%

van de bouwkosten boven € 45.000,00;

 

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 450.000,00 of meer bedragen:

€ 7.497,00

vermeerderd met:

1,193%

van de bouwkosten boven € 450.000,00.

 

 

 

 

 

Extra welstandstoets

 

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

€ 382,50

 

Verplicht advies externe agrarische commissie

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien voor een bouwplan en/of een bestemmingswijziging voor het vestigen, uitbreiden of wijzigen van een (voormalig) agrarisch bedrijf of perceel, een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 590,00

 

 

 

 

Advies Stichting Brabants Heem

 

2.3.1.4

Voor een bouwplan voor het verbouwen tot burgerwoning van een in het buitengebied van de gemeente gelegen boerderij, in verband waarmede een advies wordt ingewonnen bij de Stichting Brabants Heem wordt onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 het tarief verhoogd met:

€ 138,00

 

 

 

2.3.2

Aanleg- en sloopactiviteiten op grond van bestemmingsplan

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief aan de hand van een door de aanvrager over te leggen kostenraming:

 

2.3.2.1.1

als de kostenraming € 4.500,00 of minder bedraagt:

€ 45,25

2.3.2.1.2

als de kostenraming meer dan € 4.500,00 bedraagt:

€ 90,50

 

Sloopactiviteiten

 

2.3.2.2

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een sloopactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo bedraagt het tarief:

€ 270,40

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

2.3.3.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en er tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 345,00

2.3.3.1.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

€ 345,00

2.3.3.1.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

€ 3.825,00

2.3.3.1.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 345,00

2.3.3.2

Indien de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend na verlening van een ontheffing als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 5 van de Bouwverordening geldt een toeslag van:

€ 169,00

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

2.3.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 345,00

2.3.4.1.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 345,00

2.3.4.1.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 9.800,00

2.3.4.1.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 345,00

2.3.4.1.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 345,00

2.3.4.2

Indien de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend na verlening van een ontheffing als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 5 van de Bouwverordening geldt een toeslag van:

€ 169,00

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken, inrichtingen of terreinen in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.5.1

indien het betreft een vergunning voor het tijdelijk in gebruik houden van een bouwwerk, inrichting of terrein ten behoeve van een evenement:

€ 87,00

2.3.5.2

Indien het betreft een vergunning voor het in gebruik houden van een bouwwerk of inrichting (als bedoeld in de NEN 2580):

 

2.3.5.2.1

indien het bruto vloeroppervlak 200 m² of minder bedraagt:

€ 478,40

2.3.5.2.2

indien het bruto vloeroppervlak 201 m² tot en met 1.000 m² bedraagt:

€ 478,40

 

vermeerderd met een bedrag van:

€ 105,00

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 200 m²;

 

2.3.5.2.3

indien het bruto vloeroppervlak 1.001 m² tot en met 5.000 m² bedraagt:

€ 1.310,25

 

vermeerderd met een bedrag van:

€ 42,00

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 1.000 m²;

 

2.3.5.2.4

indien het bruto vloeroppervlak 5.001 m² of meer bedraagt:

€ 2.997,50

 

vermeerderd met een bedrag van:

€ 16,60

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 5.000 m².

 

2.3.5.3

Indien het betreft een vergunning voor het in gebruik houden van een terrein, met een onbebouwde terreinoppervlakte (als bedoeld in de NEN 2580):

 

2.3.5.3.1

indien het onbebouwde terreinoppervlakte 200 m² of minder bedraagt:

€ 478,40

2.3.5.3.2

indien het onbebouwde terreinoppervlakte 201 m² tot en met 1.000 m² bedraagt:

€ 478,40

 

vermeerderd met een bedrag van:

€ 72,70

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 200 m²;

 

2.3.5.3.3

indien het onbebouwde terreinoppervlakte 1.001 m² tot en met 5.000 m² bedraagt:

€ 1.061,40

 

vermeerderd met een bedrag van:

€ 10,30

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 1.000 m²;

 

2.3.5.3.4

indien het onbebouwde terreinoppervlakte 5.001 m² tot en met 50.000 bedraagt:

€ 1.476,10

 

vermeerderd met een bedrag van:

€ 2,55

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 5.000 m²;

 

2.3.5.3.5

indien het onbebouwde terreinoppervlakte 50.001 m² of meer bedraagt:

€ 2.641,50

 

vermeerderd met een bedrag van:

€ 1,30

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 50.000 m².

 

2.3.5.4

Voor het aanpassen van een bestaande omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, voor een bouwwerk, inrichting of terrein dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel wordt veranderd of wordt vergroot, wordt de leges slechts berekend over het oppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel wordt veranderd of vergroot, vermeerderd met het oppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal het oppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.

 

2.3.5.5

Voor het aanpassen van een bestaande omgevingsvergunning, die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, voor een veranderd gebruik, zonder dat sprake is van een verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het oppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het oppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n) die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.

 

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die gemeentelijk verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

20%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van:

€ 153,00

 

en een maximum van:

€ 1.527,00

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988, bedraagt het tarief:

30%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van:

€ 168,00

 

en een maximum van:

€ 1.680,00

2.3.6.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 265,10

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten op grond van de bouwverordening

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 265,10

 

 

 

2.3.8

Aanleggen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 169,00

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2.12 van de "Algemene plaatselijke verordening Oosterhout 2010" een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 33,10

 

 

 

2.3.10

Gereserveerd

 

2.3.11

Gereserveerd

 

2.3.12

Gereserveerd

 

2.3.13

Gereserveerd

 

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 172,40

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft:

€ 172,40

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:

€ 172,40

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 45% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft, met een minimum van:

€ 341,60

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 65% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, met een minimum van:

€ 172,40

 

 

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de Bouwverordening:

 

2.3.16.1

Indien de aanvraag uitsluitend een vooronderzoek als bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1999 – of latere versie – of een historisch onderzoek als bedoeld in de NEN 5725, uitgave 1979 – of latere versie – naar het historisch gebruik naar de bodemgesteldheid betreft:

€ 75,00

2.3.16.2

Indien de aanvraag een verkennend onderzoek volgens NEN 5740, uitgave 1999 – of latere versie – naar de bodemgesteldheid betreft:

€ 172,40

 

 

 

2.3.17

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

€ 275,00

2.3.17.2

Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 275,00

 

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in 2.2.1.1, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in 2.3. Hierbij geldt als voorwaarde dat het om hetzelfde project gaat en het vooroverleg met een positief advies is afgerond.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Afwijkende tarieven

2.5.1

Tarief bij buiten behandeling stellen aanvraag

 

 

Indien een aanvraag om omgevingsvergunning incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 2.3.1 tot en met 2.3.17:

 

 

Bouwactiviteiten

 

 

een bedrag van:

€ 172,40

2.5.2

Tarief bij intrekken aanvraag

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

 

 

De teruggaaf bedraagt:

€ 172,40

2.5.3

Indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het indienen van de aanvraag: 75% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.4

Indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en vóór 6 weken na het indienen van de aanvraag: 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.5

Indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken en vóór 12 weken na het indienen van de aanvraag: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.6

Weigeren vergunning

 

 

Als een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van 60% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges met een minimumbedrag van:

€ 172,40

2.5.7

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking (waarbij de vergunning is verleend) bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.8

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of sloopactiviteiten

 

 

Als met betrekking tot een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of sloopactiviteiten en waar geen gebruik van is gemaakt door de vergunninghouder schriftelijk wordt verzocht de omgevingsvergunning in te trekken binnen drie jaar na de datum van vergunningverlening, respectievelijk de datum waarop de vergunning van rechtswege is verleend, wordt 25% van het op grond van artikel 2.3.1 verschuldigde bedrag gerestitueerd met een minimumbedrag van:

€ 172,40

 

 

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.4 van toepassing is:

€ 172,40

 

 

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 172,40

 

 

 

Hoofdstuk 8 Wet ruimtelijke ordening/Wet geluidhinder

2.8.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro):

 

2.8.1.1

Indien sprake is van een initiatief waarvan op grond van de Wabo een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is vereist:

 

2.8.1.1.1

wordt het onder 2.3.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:

€ 3.825,00

 

indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 300.000,00

 

2.8.1.1.2

1% van de bouwkosten (met als minimum het bedrag genoemd onder 2.8.1.1.1) indien de bouwkosten meer bedragen dan € 300.000,00 met een maximum van:

€ 9.996,00

2.8.1.2

Indien geen sprake is van een bouwactiviteit een bedrag van:

€ 3.825,00

 

 

 

2.8.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een wijzigingsplan of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a. en b., van de Wro:

 

2.8.2.1

Indien sprake is van een initiatief waarvan op grond van de Wabo een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is vereist:

 

2.8.2.1.1

wordt het onder 2.3.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:

€ 3.825,00

2.8.2.2

Indien geen sprake is van een bouwactiviteit een bedrag van:

€ 382,50

 

 

 

2.8.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een ontheffing of toetsing aan exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, van de Wro:

 

2.8.3.1

Indien sprake is van een initiatief waarvan op grond van de Wabo een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is vereist:

 

2.8.3.1.1

wordt het onder 2.3.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:

€ 351,90

2.8.3.2

Indien geen sprake is van een bouwactiviteit een bedrag van:

€ 382,50

2.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing hogere waarde als bedoeld in of krachtens de artikelen 47 en volgende (industrielawaai) en 83 en volgende (wegverkeerslawaai) van de Wet geluidhinder of artikel 4.10 en volgende (spoorweglawaai) van het Besluit geluidhinder:

€ 1.125,00

 

 

 

Hoofdstuk 9 Woningwet

2.9.1

Tarieven

 

2.9.1.1

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet bedraagt:

1,16%

 

van de bouwkosten

 

 

met een minimum van:

€ 170,40

2.9.1.2

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet, indien de bouwkosten:

 

 

a. minder dan € 45.000,00 bedragen:

1,861%

 

van de bouwkosten

 

 

met een minimum van:

€ 379,60

 

b. € 45.000,00 tot € 450.000,00 bedragen:

€ 1.014,45

 

vermeerderd met:

1,375%

 

van de bouwkosten boven € 45.000,00;

 

 

c. € 450.000,00 of meer bedragen:

€ 7.497,00

 

vermeerderd met:

1,193%

 

van de bouwkosten boven € 450.000,00

 

2.9.2

In afwijking van het bepaalde onder 2.1.1.2 wordt onder bouwkosten in deze paragraaf verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, vermeerderd met omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten (vermeerderd met omzetbelasting) bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze paragraaf onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

2.9.3

Voor de berekening van de verschuldigde leges worden de bouwkosten in deze paragraaf, indien deze meer dan € 1.000,00 bedragen, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 1.000,00.

 

 

 

 

2.9.4

Bouwvergunning eerste fase

 

2.9.4.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet:

 

 

45% van de totaal verschuldigde bouwleges als berekend op de wijze als vermeld in onderdeel 2.9.1 van dit hoofdstuk, met een minimum van:

€ 341,60

2.9.4.2

Wanneer een aanvrager zijn aanvraag voor de bouwvergunning eerste fase intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend c.q. terugbetaald. De verrekening of terugbetaling bedraagt: a. 75% van de voor de aanvraag in rekening te brengen of in rekening gebrachte leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het indienen van de aanvraag; b. 50% van de voor de aanvraag in rekening te brengen of in rekening gebrachte leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en vóór 6 weken na het indienen van de aanvraag; c. 25% van de voor de aanvraag in rekening te brengen of in rekening gebrachte leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken en vóór 12 weken na het indienen van de aanvraag.

 

2.9.4.3

Wanneer de gemeente een bouwvergunning eerste fase weigert, wordt ambtshalve een deel van de leges verrekend c.q. terugbetaald. De verrekening of terugbetaling bedraagt 60% van de voor de aanvraag in rekening te brengen of in rekening gebrachte leges met een minimumbedrag van:

€ 172,40

 

 

 

2.9.5

Bouwvergunning tweede fase

 

2.9.5.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet: 65% van het tarief als genoemd onder 2.9.1 met een minimum van:

€ 172,40

2.9.5.2

Wanneer een aanvrager zijn aanvraag voor de bouwvergunning tweede fase intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend c.q. terugbetaald. De verrekening of terugbetaling bedraagt: a. 75% van de voor de aanvraag in rekening te brengen of in rekening gebrachte leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het indienen van de aanvraag; b. 50% van de voor de aanvraag in rekening te brengen of in rekening gebrachte leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en vóór 6 weken na het indienen van de aanvraag; c. 25% van de voor de aanvraag in rekening te brengen of in rekening gebrachte leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken en vóór 12 weken na het indienen van de aanvraag.

 

2.9.5.3

Wanneer de gemeente een bouwvergunning tweede fase weigert, wordt ambtshalve een deel van de leges verrekend c.q. terugbetaald. De verrekening of terugbetaling bedraagt 60% van de voor de aanvraag in rekening te brengen of in rekening gebrachte leges met een minimumbedrag van:

€ 172,40

 

 

 

2.9.6

Gewijzigde bouwvergunning eerste fase

 

2.9.6.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 2.9.4.1 bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning, eerste fase berekende leges, met dien verstande dat in elk geval € 172,40 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase verschuldigde leges plaatsvindt.

 

2.9.6.2

De onderdelen 2.9.4.2 en 2.9.4.3 zijn van overeenkomstige toepassing op de aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.9.6.1.

 

 

 

 

2.9.7

Gereserveerd

 

 

 

 

2.9.8

Overschrijving vergunningen en ontheffingen

 

2.9.8.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een overschrijving van een vergunning op naam van een rechtverkrijgende als bedoeld in artikel 2.25, tweede lid, van de Wabo:

€ 69,00

 

 

 

 

Woningwet overige vergunningen

 

2.9.9

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een woonvergunning als bedoeld in artikel 60, lid 1, van de Woningwet:

€ 172,40

 

 

 

 

Inzage/inlichtingen bouwdossier

 

2.9.10

Het tarief bedraagt ter zake van het verlenen van inzage van een bouwdossier - welke niet ter inzage ligt - per bouwdossier:

€ 17,25

 

 

 

Hoofdstuk 10 Sloopmelding

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening:

€ 57,85

 

 

 

Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking

2.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde beschikking:

€ 172,40

 

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet voor een horeca- of slijterijbedrijf

€ 465,78

3.1.2

een toevoeging of verwijdering van een leidinggevende, niet zijnde de ondernemer(s) op een bestaande vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 36,30

3.1.3

een verandering van ondernemingsvorm en toevoeging of verwijdering leidinggevenden op een bestaande vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 72,57

3.1.4

een verandering van inrichtingsgegevens op een bestaande vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet, als gevolg van verbouwingen, toevoegingen en wijzigingen van lokaliteiten en terrassen

€ 121,00

3.1.5

Het tarief voor het in behandeling nemen van een vergunning voor cafés en dergelijke inrichtingen tot het verlengen van het sluitingsuur of vervroegen van het aanvangsuur als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, per uur

€ 38,65

 

 

 

Hoofdstuk 2 Gereserveerd

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.3.1

tot het verstrekken van een vergunning om een seksinrichting te exploiteren of een bestaande vergunning te wijzigen

€ 481,69

 

Het tarief bedraagt voor het afgeven van een vergunning:

 

3.3.1.1

om een seksinrichting te exploiteren of te wijzigen

€ 2.408,37

3.3.1.2

om een escortbedrijf te exploiteren of te wijzigen

€ 242,04

 

Met dien verstande dat, indien tot daadwerkelijke vergunningverlening onder 3.3.1.1. wordt overgegaan, het onder 3.3.1.vermelde bedrag in mindering wordt gebracht

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Gereserveerd

Hoofdstuk 5 Gereserveerd

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening:

 

3.6.1

Indien het betreft een vergunning voor het tijdelijk in gebruik houden van een bouwwerk ten behoeve van een evenement, dan wel indien het een tent of ander tijdelijk bouwsel betreft

€ 87,00

3.6.2

Indien het betreft een vergunning voor het in gebruik houden van een bouwwerk, alsmede een inrichting niet zijnde een bouwwerk (met uitzondering van terreinen met een brutovloeroppervlakte (als bedoeld in de NEN 2580) van:

 

 

b. 201 m² t/m 1.000 m²

€ 487,95

 

vermeerderd met een bedrag van

€ 107,10

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 200 m²

 

 

c. 1.001 m² t/m/ 5.000 m²

€1.336,45

 

Vermeerderen met een bedrag van

€ 42,84

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 1.000 m²

 

 

d. 5.001 m² en meer

€ 3.057,45

 

vermeerderd met een bedrag van

€ 16,93

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 5.000 m²

 

3.6.3

Indien het betreft een vergunning voor het in gebruik houden van een inrichting, zijnde een terrein, met een onbebouwd terreinoppervlakte (als bedoeld in de NEN 2580) van:

 

 

a. 200 m² of minder

€ 487,65

 

b. 201 m² t/m 1.000 m²

€ 487,95

 

vermeerderd met een bedrag van

€ 74,15

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 200 m²

 

 

c. 1.001 m² t/m/ 5.000 m²

€ 1.082,62

 

Vermeerderen met een bedrag van

€ 10,50

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 1.000 m²

 

 

d. 5.001 m² t/m/ 50.000 m²

€ 1.505,62

 

vermeerderd met een bedrag van

€ 2,60

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 5.000 m²

 

 

e. 50.001 m² en meer

€ 2.694,33

 

vermeerderd met een bedrag van

€ 1,32

 

voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 5.000 m²

 

3.6.4

Indien de aanvraag een revisie van de vergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk betreft, worden de leges, als bedoeld in 3.6.2 en 3.6.3, slechts berekend over het oppervlak dat wordt vernieuwd, veranderd of vergroot, vermeerderd met het oppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de oppervlakte van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.

 

3.6.5

Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk wordt geweigerd, dan bedragen de leges 10% van de onder 3.6.2 genoemde tarieven met een minimum van

€ 135,95

 

en een maximum van

€ 1.368,84

3.6.6

Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1.1, eerste lid, van de Brandbeveiligings-verordening, voor een inrichting, niet zijnde een bouwwerk dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, worden het tarief als bedoeld in 3.6.2 en 3.6.3, slechts berekend over het oppervlak dat wordt vernieuwd, veranderd of vergroot, vermeerderd met het oppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de oppervlakte van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.

 

3.6.7

Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1.1, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening, voor een veranderd gebruik, zonder dat er sprake is van verbouwing of anderszins, worden de leges, als bedoeld in 3.6.2 en 3.6.3, slechts berekend over het oppervlak met veranderd gebruik, vermeerderd met het oppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de oppervlakte van de ruimten met veranderd gebruik.

 

3.6.8

De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een bestaande vergunning, als bedoeld in artikel 2.1.1, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

€ 87,00

3.6.9

De leges bedragen voor van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.3.5, tweede lid, van de Brandbeveiligingsverordening (ontheffing op verbod open vuur en roken)

€ 87,00

 

 

 

Hoofdstuk 7 Archeologie

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het verlenen van hulp bij het raadplegen van de archeologische-waardenkaart, per daaraan besteed half uur

€ 37,50

3.7.2

Voor het in behandeling nemen van een beoordeling, namens het bevoegd gezag, van door derden (archeologische bedrijven) opgestelde:

 

3.7.2.1

a. Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek overeenkomstig het Protocol opstelen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie

€ 750,00

 

b. Plannen van Aanpak inzake archeologische (voor)onderzoek

€ 150,00

 

c. offertes voor eventueel archeologisch (voor)onderzoek

€ 150,00

 

d. rapportages betreffende uitgevoerd archeologische (voor)onderzoek, ex artikel 39, tweede lid, artikel 40, eerste lid en artikel 41, eerste lid van de Monumentenwet

€ 600,00

 

 

 

Hoofdstuk 8 Diversen

3.8.1

Een vergunning tot het hebben van een lichtreclame

€ 122,10

3.8.2

Een vergunning ingevolge de algemene Plaatselijke Verordening, waarvoor in deze verordening geen bijzonder tarief is opgenomen.

€ 33,75

3.8.3

Een gewaarmerkt en geparafeerd register van gebruikte en ongeregelde goederen ter voldoening aan artikel 437 van het Wetboek van strafrecht, juncto 2.5.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 96,40

 

 

 

Hoofdstuk 9 Gereserveerd

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Oosterhout van 14 december 2010 tot vaststelling van de "Legesverordening Oosterhout 2011".

griffier.