Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2011

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;

Nr. B.3

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 december 2010;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2011 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:a. vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt.b. de oppervlakte van een openbare aankondiging: de oppervlakte die wordt bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het reclameobject omsluit, dan wel het van de openbare weg zichtbaar gedeelte omsluit;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage 1, begrenzing bestemmingsplan Oosterwolde Kom 2003, een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag per vestiging.

Artikel 5 Tarief

Het tarief bedraagt per vestiging per jaar € 450,00.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    die zijn aangebracht of geplaatst ten behoeve van een vlotte doorstroming van het verkeer; (ANWB borden enz.)

  • b.

    die door culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op niet-commerciële doeleinden;

  • c.

    op onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • d.

    waarvan de totale oppervlakte van alle reclameobjecten kleiner is dan 0,09 m2;

  • e.

    door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak.

  • f.

    die zijn aangebracht door een tussenpersoon in verband met de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of de te verhuren zaak.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De reclamebelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak.

Artikel 10 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op maand die in de dagtekening is vermeld en de tweede vier maand later.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 3 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reclamebelasting 2011".

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 14 december 2010
                                                  , griffier.                                                      , voorzitter.