Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening toeslagen en verlagingen bijstand 2006

Geldend van 18-07-2013 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening toeslagen en verlagingen bijstand 2006

De raad van de gemeente Oostzaan

Gelezen het voorstel nummer ……. van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Gelet op artikel 8 en 30 van de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

overwegende dat aan het college wordt opgedragen bijstand te verlenen aan personen die hier te lande in zodanige omstandigheden verkeren of dreigen te geraken dat zij niet over de middelen beschikken om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN BIJSTAND 2006

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      een ander, de alleenstaande, alleenstaande ouder en het gezin.

Artikel 2: Leeftijdsbepaling en individualisering

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de belanghebbende alleenstaande en de alleenstaande ouder van 21 tot 65 jaar.

  • 2. In het geval van gezin gelden de bepalingen van deze verordening alleen als gezinsleden18 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar zijn.

  • 3. De bepalingen in hoofdstuk 2 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet onverlet.

Hoofdstuk 2: Criteria voor het verhogen of het verlagen van de toeslag of het verlagen van de bijstandsnorm

Artikel 3: Toeslagen

  • 1. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt het in artikel 25, tweede lid van de wet bedoelde bedrag als de woning van de alleenstaande en de alleenstaande ouder geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

  • 2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 50 procent van het in artikel 25, tweede lid van de wet bedoelde bedrag als in de woning van de alleenstaande en de alleenstaande ouder een ander zijn hoofdverblijf heeft.

  • 3. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 0 procent van het in artikel 25, tweede lid van de wet genoemde bedrag als in de woning van de alleenstaande en de alleenstaande ouder twee of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.

Artikel 4: Verlaging van de gezinsnorm

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 50 procent van het in artikel 25, tweede lid van de wet genoemde bedrag als tevens een ander zijn hoofdverblijf heeft in de woning.

  • 2. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 100 procent van het in artikel 25, tweede lid van de wet genoemde bedrag als tevens twee of meer anderen hun hoofdverblijf hebben in de woning.

Artikel 5: verlaging woonsituatie

De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

  • a.

    100 procent van het in artikel 25, tweede lid van de wet genoemde bedrag als een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn.

  • b.

    50 procent van het in artikel 25, tweede lid van de wet genoemde bedrag als geen woning bewoond wordt.

Artikel 6: verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar

De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:

  • a.

    100 procent van het in artikel 3, eerste lid genoemde bedrag als het een belanghebbende van 21 jaar betreft.

  • b.

    50 procent van het in artikel 3, eerste lid genoemde bedrag als het een belanghebbende van 22 jaar betreft.

Artikel 7: zorgbehoefigen

Geen verlaging van toeslag of gezinsnorm wordt teogepast als de ander, zoals bedoeld in artikel drie en vier, zorgbehoeftig is in de zin van artikel vier, vijfde lid van de wet.

Artikel 8: Anti cumulatiebeding

  • 1. Een combinatie van verlagingen op een te verstrekken toeslag kan niet meer bedragen dan het bedrag genoemd in artikel 25, tweede lid van de wet.

  • 2. Een combinatie van verlagingen op de bijstandsnorm voor gehuwden kan niet meer bedragen dan het bedrag genoemd in artikel 25, tweede lid van de wet.

Hoofdstuk 3: Slotbepalingen

Artikel 9: Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 10: Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2006.

  • 2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening toeslagen en verlagingen bijstand 2004, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 25 oktober 2004.

Artikel 11: Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door vermelding van de vaststelling in Kompas. Tevens zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.

Artikel 12: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeslagen en verlagingen bijstand 2006”

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 25 september 2006.
de voorzitter de griffier