Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Opmeer houdende regels omtrent gedragscode gemeenteraadsleden

Geldend van 14-08-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Opmeer houdende regels omtrent gedragscode gemeenteraadsleden

De raad van de gemeente Opmeer,

gelet op artikel 25 lid 3, artikel 41c lid 2 en artikel 69 lid 2 van de Gemeentewet,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 mei 2019,

besluit:

  • 1.

    de 'Gedragscode gemeenteraadsleden Opmeer' vast te stellen.

  • 2.

    de 'Gedragscode burgemeester en wethouders Opmeer' vast te stellen.

Gedragscode gemeenteraadsleden Opmeer

In deze gedragscode voor raadsleden en commissieleden (in Opmeer ook wel fractieassistenten genoemd) van de gemeente Opmeer staat beschreven wat het betekent om integer te zijn en wat dit van ons vergt. Het doel van deze gedragscode is om integriteitsnormen in te bedden in ons dagelijks handelen en ons gedrag. Deze gedragscode bevat:

  • de visie van Opmeer

  • de 6 gouden regels van Opmeer

  • bijlage met artikelen gedragscode.

Visie van Opmeer

Visie

Als gemeente Opmeer willen we een integere overheid zijn. Als bestuur en organisatie van Opmeer zijn we ons bewust van het feit dat we voor onze gemeenschap werken en de grote verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt. Dit stelt hoge eisen aan zuiver en zelfbewust handelen. Integer handelen is een kwestie van regels, maar even goed een kwestie van gedrag.

Doel

In het licht van onze visie stellen we ons tot doel om open, zuiver en weerbaar te zijn:

  • We zijn aanspreekbaar, open en transparant.

  • We handelen zuiver door onze handelingen zorgvuldig af te wegen.

  • We zijn weerbaar tegen mogelijke integriteitsschendingen.

Hoe bereiken we dit doel?

Als bestuur en organisatie van Opmeer zijn we integer als we dit laten zien in ons gedrag. Openheid, zuiverheid en weerbaarheid dienen ingebed te zijn in ons dagelijks handelen.

Regels helpen daarbij. Ze geven duidelijkheid en houvast voor onszelf en voor het aanspreken van anderen. De regels zijn vastgelegd in gedragscodes, procedures, handreikingen en andere documenten waarin normen zijn opgenomen waaraan wij ons houden.

Integriteit gaat verder dan het naleven van de regels. Het vergt continue aandacht door middel van een programma dat werkt aan bewustwording, oefening en dialoog en door middel van stimulering in reguliere werkprocessen in de dagelijkse praktijk. Immers, onze bestuurders en ambtenaren kunnen elke dag voor integriteitsdilemma's komen te staan.

De 6 gouden regels van Opmeer

Deze gouden regels vormen de basis voor het integer handelen van gemeenteraadsleden en commissieleden van de gemeente Opmeer. De regels krijgen betekenis als ons gedrag ze weerspiegelt. In de artikelen in de bijlage zijn deze regels verder uitgewerkt.

  • 1.

    We zijn open

    We handelen in alle openheid, zodat optimale verantwoording mogelijk is en zodat onze collega's in de gemeenteraad, ambtenaren en burgers optimaal inzicht hebben in ons handelen en onze beweegredenen daarbij.

  • 2.

    We zijn betrouwbaar

    Betrouwbaarheid staat voor openheid, eerlijkheid en duidelijkheid. Het is de basis voor het vertrouwen dat burgers in ons hebben. We doen wat we zeggen en zeggen wat we doen. We zijn loyaal aan de gemeente en dragen dit uit. Kennis en informatie waarover we vanwege ons ambt beschikken, gebruiken we alleen voor het doel waarvoor die informatie is gegeven.

  • 3.

    We zijn onafhankelijk

    We werken in het belang van de gemeente en van de organisaties en burgers die daar deel van uitmaken. Persoonlijk voordeel kan en mag niet het oogmerk zijn. We waken ervoor dat vermenging optreedt met ons eigenbelang of het belang van individuen in onze directe persoonlijke omgeving. Ook de schijn van belangenverstrengeling wordt vermeden.

  • 4.

    We wegen belangen zuiver en zorgvuldig af

    We doen wat nodig is om te komen tot een correcte en zorgvuldige afweging van belangen. Dat betekent dat we eerst alle informatie tot ons nemen om een kwestie te begrijpen en te beoordelen. Vervolgens reflecteren en discussiëren we met elkaar, binnen de gemeenteraad, de commissie en/of met het college, waarbij we van elkaar leren en bereid zijn van oordeel te veranderen. Pas daarna kunnen we overgaan tot zuivere en zorgvuldige besluitvorming.

  • 5.

    We gaan op professionele en gepaste wijze met elkaar om

    Binnen de gemeente werken we met elkaar, niet tegen elkaar. We behandelen elkaar met respect en op gelijke wijze. We intimideren elkaar niet. We doen geen uitspraken over personen die beledigend zijn vanwege hun ras, godsdienst, geslacht, levensovertuiging en/of seksuele geaardheid. We zoeken geen ongewenste seksuele toenadering in de vorm van verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag. We spreken elkaar erop aan wanneer dit gebeurt.

    We erkennen en bevestigen de ander in zijn rol als ambtenaar, collegelid, collega-raadslid of commissielid en hebben het basisvertrouwen dat ieder vanuit zijn eigen opvatting het algemeen belang oprecht dient. We spreken met elkaar en niet over elkaar. Bij aantijgingen in de openbaarheid komen we op voor elkaar en voor het ambt. Mensen maken fouten. We zijn eerlijk over onze gemaakte fouten en accepteren de consequenties daarvan. We schuiven de schuld niet af.

  • 6.

    Bij verdenkingen gaan we zorgvuldig te werk

    Binnen de gemeente proberen we elkaar te behoeden voor integriteitsschendingen door elkaar van tevoren te waarschuwen wanneer dat kan. Bij een verdenking van een integriteitsschending door een collega-raadslid of collegelid melden we dit bij de burgemeester; bij een verdenking van een integriteitschending door een ambtenaar melden wij dit bij de gemeentesecretaris. Alleen de burgemeester, de gemeentesecretaris en eventueel de locoburgemeester zijn bevoegd om (voor)onderzoek in gang te zetten.

    We trachten de groep die bij de kwestie wordt betrokken in alle stadia van de afhandeling zo klein mogelijk te houden en we zoeken bij voorkeur niet de publiciteit.

Bijlage: Artikelen gedragscode gemeenteraadsleden Opmeer

Artikel 1 Algemene bepalingen

Deze gedragscode geldt voor de raadsleden en commissieleden (in Opmeer ook wel fractieassistenten genoemd) van de gemeente Opmeer.

  • 1.

    Waar ‘raadslid’ staat kan ook ‘commissielid’ gelezen worden.

  • 2.

    Waar ‘hij’ staat kan ook ‘zij’ gelezen worden.

  • 3.

    De gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 4.

    De raadsleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 5.

    Deze gedragscode wordt vastgesteld door de gemeenteraad.

  • 6.

    Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode doet het presidium voorstellen voor aanpassingen en/of aanvullingen. De gedragscode dient dan te worden gewijzigd en opnieuw te worden vastgesteld.

Artikel 2 Voorkomen van belangenverstrengeling 2.1 Nevenfuncties

  • 1. Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies bij aanvang van het raadslidmaatschap.

  • 2. De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de (neven)functie

    • b.

      de organisatie waarvoor de (neven)functie wordt verricht

    • c.

      of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap en

    • d.

      of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 3. Als gedurende het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of bestaande (neven)functies wijzigen (bijvoorbeeld van onbezoldigd naar bezoldigd), wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen een week aangeleverd bij de griffier.

  • 4. De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 5. Het is de verantwoordelijkheid van het raadslid of hij deelneemt aan de beraadslaging en/of besluitvorming over zaken die zijn nevenfuncties raken.

2.2 Financiële belangen

Toelichting: ook het hebben van bepaalde financiële belangen of het verrichten van bepaalde financiële transacties kan (de schijn van) belangenverstrengeling veroorzaken. Dergelijke financiële belangen kunnen een rol gaan spelen bij besluiten over bijvoorbeeld bestemmingsplannen of grondverkopen. Bij belangenverstrengeling betreft het niet alleen mogelijk persoonlijk voordeel voor het raadslid zelf. Het kan ook gaan om bevoordeling van bijvoorbeeld goede vrienden en familieleden of van bedrijven en instellingen waarmee het raadslid als privépersoon banden heeft. De bevoordeling kan naast het verlenen van overheidsgunsten ook bestaan uit het doorgeven van geheime overheidsinformatie.

  • 1.

    Relevante financiële belangen kunnen gaan om het bezit van onroerend goed en financiële deelnemingen in ondernemingen of organisaties die in een relatie tot de gemeente staan.

  • 2.

    Het raadslid is transparant over zijn relevante financiële belang wanneer er iets aan de orde komt in de gemeenteraad dat dit belang raakt.

  • 3.

    Het is de verantwoordelijkheid van het raadslid of hij deelneemt aan de beraadslaging en/of besluitvorming over zaken die zijn financiële belangen raken.

2.3 Verboden handelingen

  • 1. Een raadslid mag niet:

    • a.

      als advocaat of adviseur in geschillen optreden ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur

    • b.

      als gemachtigde in geschillen optreden ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur

    • c.

      als vertegenwoordiger of adviseur optreden ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van:

      • o

        overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d

      • o

        overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente

    • d.

      rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:

      • o

        het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente

      • o

        het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente

      • o

        het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente

      • o

        het verhuren van roerende zaken aan de gemeente

      • o

        het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente

      • o

        het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen

      • o

        het onderhands huren of pachten van de gemeente.

  • 2. Van het eerste lid, aanhef en onder d, kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen.

Artikel 3 Omgaan met informatie

Toelichting: de Gemeentewet kent het begrip ‘vertrouwelijk’ niet, maar spreekt alleen over ‘geheim(houding)’. Alleen voor de term ‘geheim’ zijn in de wet regels opgenomen over het opleggen en opheffen van geheimhouding en over de schending van geheimhouding. Voor stukken die als ‘vertrouwelijk’ of ‘niet openbaar’ zijn aangeduid, gelden die regels in beginsel niet. Om juridische risico’s te beperken, is het verstandiger om de term ‘geheim’ te gebruiken.

Geheimhouding kan in principe op alle stukken en agenda’s worden opgelegd, waarbij de vorm (papier of digitaal) niet uitmaakt. Het moet expliciet worden vermeld en het orgaan moet de geheimhouding kunnen beargumenteren (artikel 10 van de Wob ).

De gemeenteraad kan zelfstandig in een besloten vergadering geheimhouding opleggen op alle informatie die daar behandeld wordt en ook op stukken die aan de raad worden overgelegd. Het college van B en W kan alleen op stukken van het college geheimhouding opleggen en deze moet worden opgelegd in dezelfde vergadering als waar het is besproken. Deze verplichting tot geheimhouding moet worden bevestigd door de raad. De geheimhouding wordt door allen die van deze informatie kennis dragen in acht genomen, totdat de gemeenteraad de geheimhouding weer opheft.

Artikel 4 Omgaan met geschenken

  • 1. Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2. Onverminderd het eerste lid kan het raadslid incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 25 vertegenwoordigen behouden.

  • 3. Geschenken die het raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 25 vertegenwoordigen, worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente.

  • 4. De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 25. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven.

  • 5. Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

Artikel 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente 5.1 Voorzieningen

  • 1. Het raadslid verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de vastgelegde regels en procedures.

  • 2. Gebruik van voorzieningen en eigendommen ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn.

5.2 Declaraties

  • 1. Het raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze (bijvoorbeeld uit het fractiebudget) worden vergoed.

  • 2. Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 3. Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld (digitaal) formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier word het doel van de uitgave vermeld.

  • 4. Declaraties worden afgehandeld volgens het vierogenprincipe.

  • 5. In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zo nodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het presidium voorgelegd.

Artikel 6 Social media

Toelichting: social media kunnen voor een raadslid handige platforms zijn om voeling met de maatschappij te houden en benaderbaar te zijn. Social media kennen echter grote valkuilen. In de optiek van de burger is er namelijk geen verschil tussen politiek en privé: je bent 24 uur per dag, 7 dagen per week raadslid. Ook op social media is er geen onderscheid tussen politiek en privé. Uitlatingen op social media die niet passen bij hetgeen van een raadslid verwacht mag worden, roepen al snel vragen op rond integriteit. Er dient dan ook een continu besef te zijn dat de berichtgeving op social media van invloed kan zijn op de gemeente, de ambtsfunctie, of het aanzien hiervan. Bovendien geldt dat politieke debatten plaats dienen te vinden in de raadsvergaderingen of de commissievergaderingen.

  • 1.

    Het raadslid houdt er rekening mee dat de berichtgeving op social media, zowel zakelijk als privé, van invloed kan zijn op de gemeente, de ambtsfunctie, of het aanzien hiervan. Hij houdt zich in ieder geval aan de volgende regels:

    • a.

      hij gaat op gepaste wijze met mensen om, zoals beschreven in de vijfde gouden regel

    • b.

      hij blijft beleefd.

  • 2.

    Voor alles wat het raadslid plaatst op social media, kan hij verantwoordelijk gehouden worden.

Artikel 7 Verdenking van een integriteitsschending

Bij een verdenking van een integriteitsschending bij een collegelid, een collega-raadslid of ambtenaar volgt het raadslid de stappen in de Handreiking vermoeden integriteitsschending. 

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 20 juni 2019.

voorzitter

G.J.A.M. Nijpels

griffier

M. Versteeg