Regeling vervallen per 01-01-2010

Verordening begrafenisrechten 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2009

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten 2009.

De raad van de gemeente Opmeer;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2008;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten 2009.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a

begraafplaats

: de algemene begraafplaatsen te Aartswoud, Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek;

b

grafruimte

: een ruimte als bedoeld onder c tot en met g, alsmede j;

c

eigen graf

: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

-het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;

-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

d

algemeen graf

: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten;

e

eigen urnengraf

: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

-het doen verstrooien van as;

f

algemeen urnengraf

: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

g

urnennis

: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

h

asbus

: een bus ter berging van as van een overledene;

i

urn

: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

j

verstrooiingsplaats

: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Er zijn geen vrijstellingen

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1 Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2 Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1 De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2 De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1 De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste termijn (met een minimum van 50% van het totale aanslagbedrag) vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in ten hoogste acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later

  • 3. Betaling door middel van automatische incasso is slechts mogelijk voor bedragen van € 10,00 of hoger.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt kwijtschelding verleend overeenkomstig de door de gemeenteraad vastgestelde Kwijtscheldingsverordening 2007.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De “Verordening begrafenisrechten 2008”, vastgesteld in de vergadering van 13 december 2007, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4 Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening begrafenisrechten 2009’.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Opmeer van 18 december 2008.
de griffier,
M.C.G.M.de Vree - Bekker
de voorzitter,
G.J.A.M.Nijpels

Bijlage TARIEVENTABEL 2 0 0 9

Behorende bij de Verordening Begrafenisrechten 2009

Hoofdstuk

1 Verlenen van rechten

2 Begraven

3 Gereserveerd

4 Bijzetten van asbussen en urnen

5 Grafbedekking en onderhoud

6 Lijkschouwing

7 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

8 Opgraven, ruimen, verstrooien

9 Overige heffingen

NB De tarieventabel treedt in werking op 1 januari 2009

1

Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

1.1.1

voor een periode van 20 jaar

556,50

1.1.2

voor een periode van 30 jaar

834,90

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

1.2.1

voor een periode van 20 jaar

278,15

1.2.2

voor een periode van 30 jaar

417,25

1.3

Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:

1.3.1

voor een periode van 20 jaar

278,15

1.3.2

voor een periode van 30 jaar

417,25

1.4

Voor het verlenen van het recht op een verstrooiingsplaats wordt geheven:

1.4.1

voor een periode van 20 jaar

138,90

1.4.2

voor een periode van 30 jaar

208,50

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar

wordt geheven

278,15

1.6

Voor het verlengen van de rechten als bedoeld in 1.2, 1.3 en 1.4 met 10 jaar

wordt een recht geheven gelijk aan 50% van het bedrag dat wordt

geheven voor het verlenen van de rechten als bedoeld in 1.2.1, 1.3.1 en 1.4.1.

2

Begraven

2.1

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon van

12 jaar of ouder wordt geheven

2.1.1

in een eigen graf

265,00

2.1.2

in een algemeen graf

265,00

2.2

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden

één jaar wordt geheven

2.2.1

in een eigen graf

66,25

2.2.2

in een algemeen graf

66,25

2.3

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden

12 jaar wordt geheven

2.3.1

in een eigen graf

132,50

2.3.2

in een algemeen graf

132,50

2.4

Verhoging

Voor het begraven van een stoffelijk overschot op buitengewone uren,

tenzij dit door de burgemeester in het belang van de openbare orde of

gezondheid mocht zijn bepaald, wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2

en 2.3 verhoogd met 25%.

2.5

Onder buitengewone uren wordt verstaan tussen 16.00 en 08.00u.

3

Gereserveerd

4

Bijzetten van asbussen en urnen

4.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

4.1.1

in een urnennis

66,25

4.1.2

op een urnengraf

66,25

4.1.3

in een urnengraf

132,50

4.1.4

op een eigen graf

66,25

4.1.5

in een eigen graf

132,50

4.1.6

op een algemeen graf

66,25

4.1.7

in een algemeen graf

132,50

4.2

Voor het afgeven van een asbus wordt geheven:

66,25

5

Grafbedekking en onderhoud

5.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen

van de voorwerpen, bedoeld in artikel 14, 18 en 19 van de

Beheersverordening begraafplaats Opmeer, wordt geheven:

5.1.1

voor de aanleg van een grafkelder

34,55

5.1.2

voor het plaatsen van gedenktekenen en kruisen

34,55

5.1.3

voor het plaatsen van een zerk

34,55

5.1.4

voor het aanleggen van een graftuin

34,55

5.1.5

voor het planten van bomen

34,55

5.1.6

voor het planten van heesters en andere gewassen

34,55

Jaarlijks onderhoudsrecht grafbedekkingen

5.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voor-

werpen, zoals bedoeld in 5.1.1 tot en met 5.1.6 wordt geheven per jaar:

5.2.1.1

voor een enkele grafkelder

55,40

5.2.1.2

voor een dubbele grafkelder

90,25

5.2.2

voor gedenktekenen en kruisen

6,75

5.2.3

voor een zerk

6,75

5.2.4

voor een graftuin of andere beplantingen

6,75

5.2.5

algemeen graf niet meer wordt toegestaan

6,75

Jaarlijks onderhoudsrecht begraafplaats

5.3

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte,

daaronder niet begrepen het onderhoud van voorwerpen als bedoeld in

artikel 18 van de Beheersverordening begraafplaats Opmeer, wordt

geheven per grafruimte per jaar:

5.3.1

voor een eigen graf

20,65

5.3.2

voor een eigen urnengraf

20,65

5.3.3

voor een urnennis

20,65

5.3.4

voor een algemeen graf voorzien van voorwerpen als vermeld onder 5.2.5

20,65

Afkoop

5.4

De rechten als bedoeld in onderdeel 5.2 en 5.3 kunnen worden afgekocht:

De afkoopsom bedraagt voor een grafruimte, uitgegeven voor:

5.4.1

30 jaar, het dertigvoudige van het jaarlijkse onderhoudsrecht

5.4.2

20 jaar, het twintigvoudige van het jaarlijkse onderhoudsrecht

5.4.3

10 jaar, het tienvoudige van het jaarlijkse onderhoudsrecht

6

Lijkschouwing

Vervallen

7

Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

7.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe

bestemd register wordt geheven

16,90

7.1.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnengraven in een daartoe

bestemd register wordt geheven

16,90

7.1.2

Voor het inschrijven en overboeken van urnennissen in een daartoe

bestemd register wordt geheven

16,90

8

Opgraven, ruimen, verstrooien

8.1

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot wordt geheven

173,75

8.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven

122,20

8.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

347,70

8.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

8.4.1

uit een eigen graf

122,20

8.4.2

uit een eigen urnengraf

122,20

8.4.3

uit een urnennis

61,10

8.4.4

uit een algemeen graf

122,20

8.4.5

uit een algemeen urnengraf

122,20

8.4.6

bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt 50% van één der van

toepassing zijnde rechten als vermeld onder 8.4. geheven.

8.5

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende

wordt geheven

347,70

8.6.

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

8.6.1

in een eigen graf

122,20

8.6.2

in een algemeen graf

122,20

8.6.3

in een algemeen urnengraf

122,20

8.6.4

op een verstrooiingsplaats

61,10

9

Overige heffingen

9.1

Vervallen

9.2

Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwartier

20,65

9.3

Voor het gebruik van een draagbaar wordt geheven

24,15

Behoort bij besluit van 18 december 2008, nr. 7.64

De griffier van Opmeer