Beleidsregels voor het hebben en inrichten van terrassen in de openbare ruimte Opsterland 2013

Geldend van 01-04-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor het hebben en inrichten van terrassen in de openbare ruimte Opsterland 2013

Beleidsregels voor het hebben en inrichten van terrassen in de openbare ruimte Opsterland 2013

De burgemeester, resp. burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland,

Overwegende dat,

  • 1.

    Het op grond van artikel 2:30 APV Opsterland voor horecabedrijven onder de in dat artikel genoemde voorwaarden toegestaan is om terrassen in de openbare ruimte te exploiteren;

  • 2.

    de burgemeester in deze het bevoegde bestuursorgaan is;

  • 3.

    de aantrekkelijkheid van een gebied / locatie kan worden vergroot door ook aan niet horecabedrijven de mogelijkheid te bieden voor het hebben van een terras;

  • 4.

    Burgemeester en wethouders op 24 april 2012 hebben besloten de mogelijkheid te openen om ook terrassen bij niet-horecagelegenheden mogelijk te maken om daarmee de aantrekkelijkheid van een (winkel)straat te vergroten voor zowel inwoners van deze gemeente als ook bezoekers;

  • 5.

    dergelijke terrassen via artikel 2:10 APV met inachtneming van de in dat artikel genoemde criteria toegestaan kunnen worden;

  • 6.

    burgemeester en wethouders in dat geval het bevoegde bestuursorgaan zijn;

  • 7.

    het bevoegde bestuursorgaan bevoegd is nadere beleidsregels vast te stellen ter uitvoering van de in de APV vastgelegde regels en criteria;

    besluit vast te stellen de navolgende:

    Beleidsregels voor het hebben en inrichten van terrassen in de openbare ruimte Opsterland 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Terras: een buiten de besloten ruimte van een bedrijf liggend gebied of ruimte op of aan de openbare weg waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid en/of verstrekt.

Bevoegd gezag: Voor zover het terras onderdeel uitmaakt van een horecabedrijf: de burgemeester, in alle overige gevallen: college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Sluitingstijden en beperking overlast

  • 1.

    Terrassen mogen ingenomen worden gedurende de voor het bijbehorende bedrijf geldende openingsuren.

  • 2.

    Terrassen zijn in ieder geval gesloten op maandagochtend tot en met vrijdagochtend tussen 00.00 uur en 08.00 uur en op zaterdagochtend en zondagochtend van 01.00 uur tot 08.00 uur.

  • 3.

    De ondernemer is gehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast veroorzaakt door op een terras aanwezige bezoekers te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Locatie van het terras

  • 1.

    Terrassen mogen alleen in de directe nabijheid van het eigen bedrijf worden geëxploiteerd.

  • 2.

    Een terras moet in verhouding staan tot de vloeroppervlakte van het bedrijf, waartoe het terras behoort.

  • 3.

    In straten met een rijbaan en trottoirs mag een terras worden geplaatst als op het trottoir een vrije doorgang voor voetgangers van minimaal 1,50 meter en een afstand tot de rijbaan van 1,00 meter overblijft.

  • 4.

    Overeenkomstig de bepalingen van de Bouwverordening Opsterland 2012 (artikel 6.2.1, eerste lid Bouwverordening en de daarbij behorende bijlage 3) dient een terras zodanig te worden ingericht dat ten behoeve van het verkeer van de hulpverlenende diensten een doorgaande route met een breedte van 4,50 meter voor redvoertuigen en 3,50 meter voor blusvoertuigen en een hoogte van 4.00 meter vrij wordt gehouden. Objecten die deze route blokkeren moeten snel en gemakkelijk kunnen worden verwijderd.

  • 5.

    Uitzondering op lid 4 vormt het deel van de Langewâl te Gorredijk, gelegen tussen de Hoofdstraat en de Formanjestrjitte, onder de voorwaarde dat daar minimaal 3,50 meter breedte en 4.00 meter hoogte wordt vrijgehouden voor hulpverleningsvoertuigen.

Artikel 4 Schoonhouden terras

  • 1.

    Het terras, alsmede de onmiddellijke omgeving van het terras, moeten gedurende de tijden dat van het terras ingenomen wordt, in een nette staat worden gehouden.

  • 2.

    Per terras dient minimaal één afvalbak aanwezig zijn. Afval, ontstaan als gevolg van verkoopactiviteiten, dient regelmatig en in ieder geval aan het einde van iedere dag van het terras door de ondernemer te worden verwijderd.

Artikel 5 Opslag terrasmeubilair

  • 1.

    Het gehele terrasmeubilair moet vanuit het oogpunt van brandveiligheid worden opgeslagen, bij voorkeur inpandig.

  • 2.

    Indien inpandige opslag niet mogelijk is en de brand- en verkeersveiligheid zich hiertegen niet verzet, dan is het mogelijk terrasmeubilair in de periode van 1 april tot en met 1 november buiten op te slaan. Uitgangspunt hierbij is dat terrassenmeubilair binnen één meter van de gevel wordt opgeslagen en vastgezet wordt met kettingen.

  • 3.

    Het niet inpandig opslaan van het terrasmeubilair is voor risico van de ondernemer.

Artikel 6 Gebruik bij warenmarkten en evenementen

Terrassen of terrasgedeelten mogen warenmarkten en evenementen niet belemmeren. Terrassen of terrasgedeelten worden daartoe zonodig aangepast aan de opstelling van warenmarkten en evenementen. Terrassen worden gesloten als dit gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag niet te combineren valt met warenmarkten en evenementen. Het noodzakelijke ruimtebeslag voor warenmarkten en evenementen wordt door het college bepaald.

Artikel 7 Terrasverwarming

Het plaatsen van terrasverwarming is slechts toegestaan voor zover er sprake is van verwarming die aan alle veiligheidsvoorschriften voldoet.

Artikel 8 Welstand

Het terrasmeubilair moet een uniforme uitstraling hebben en in goede staat van onderhoud verkeren.

Artikel 9 Onderhoud en herinrichting straten en trottoirs

Het bevoegd gezag kan een terras sluiten, indien het gebruik niet te combineren valt met onderhoud en / of herinrichting van straten en trottoirs.

Artikel 10 Citeertitel en Inwerkingtreding

  • 1.

    De “Beleidsregels voor het hebben van terrassen in de openbare ruimte Opsterland 2013” treden in werking op 1 april 2013.

  • 2.

    Gelijktijdig met de vaststelling van deze beleidsregels worden de “Beleidsregels voor het hebben en inrichten van terrassen 2003”, vastgesteld op 14 april 2003, ingetrokken.

  • 3.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Terrassenbeleid Opsterland 2013”.

  • 4.

    Terrassen die zijn ingenomen conform de “Beleidsregels voor het hebben en inrichten van terrassen 2003”, maar niet conform het “Terrassenbeleid Opsterland 2013”, mogen in dezelfde omvang als voor de inwerkingtreding daarvan worden ingenomen.

    Beetsterzwaag, 19 maart 2013

    De burgemeester, resp. Burgemeester en wethouders,

    Francisca Ravestein Koen van Veen

    Burgemeester Secretaris

    TOELICHTING OP DE BELEIDSREGELS VOOR HET HEBBEN EN INRICHTEN VAN TERRASSEN OPSTERLAND 2013

    Artikelgewijze toelichting

    Artikel 1 begripsomschrijvingen

    Artikel 2 sluitingstijden en beperking overlast

  • 1.

    Een terras mag worden ingenomen gedurende de (reguliere) openingstijden van het bijbehorende bedrijf. Deze geldende openingstijden zijn inclusief verleende ontheffingen van de Winkeltijdenwet, het Activiteitenbesluit of artikel 2:31, lid 2 APV (sluitingstijden horecabedrijven). Het terrassenbeleid 2003 kende deze bepaling niet. Dat betekent dat horecabedrijven met (reguliere) openingstijden die beperkter zijn dat de in het tweede lid genoemde tijdstippen (de nachturen) minder mogelijkheden zullen hebben een terras in te nemen. Concreet: een bedrijf met openingstijden van 08:00 tot 18:00 uur mag uitsluitend tijdens die uren een terras innemen.

  • 2.

    Dit lid betreft een beperking van het eerste lid. In het belang van de nachtrust dienen terrassen ontruimd te worden tussen 00:00 en 08:00 uur (in het weekend 01:00 en 08:00 uur). Deze beperking geldt ook bij mooi weer, omdat het doel van de beleidsregels is om duidelijkheid en rechtszekerheid aan ondernemers, klanten en omwonenden te verschaffen.

  • 3.

    Een ondernemer heeft de taak én een belang om hinder en overlast op terrassen tot een minimum te beperken. Hiermee blijft een terras voor andere belanghebbenden (omwonenden, weggebruikers) acceptabel.

    Artikel 3 locatie van het terras

    In artikel 3 zijn een aantal eisen opgenomen ten aanzien van de afmetingen en de locatie van het terras. De eisen zijn zodanig geformuleerd dat een veilig en doelmatig gebruik van trottoir en rijbaan mogelijk is.

  • 1.

    Bij het in het eerste lid genoemde begrip “directe nabijheid” wordt in beginsel gedacht aan de locatie direct voor de gevel van de betreffende onderneming. Indien voor de eigen gevel vanwege fysieke belemmeringen zoals bomen, straatmeubilair of een te smal trottoir onvoldoende ruimte beschikbaar is onvoldoende ruimte is, kan het terras ook elders worden ingenomen, zoals bijv. aan de overkant van de straat/weg. Daarbij mag bijv. de verkeersveiligheid niet in het geding zijn. Ook andere locaties zijn eventueel toegestaan, mits een duidelijke relatie met de onderneming bestaat. Daarvan kan sprake zijn als het terras binnen zichtbereik is van de toegang tot de bijbehorende onderneming, Bovendien zal op enige wijze duidelijk gemaakt worden bij welke onderneming het terras behoort. Dit kan door het aanbrengen van naamsaanduidingen, logo’s of andere zichtbare kenmerken.

  • 2.

    Bij het innemen van een terras staat centraal dat daardoor geen overlast, hinder of gevaar wordt veroorzaakt. Daar waar veel openbare ruimte beschikbaar is, zou derhalve ook veel terras ingenomen kunnen worden. Als in de directe nabijheid van zo’n locatie slechts één ondernemer een terras wil innemen, zou zo’n terras in theorie dus qua omvang aanzienlijk kunnen zijn. Op andere locaties, waar minder openbare ruimte beschikbaar is, zullen de terrassen noodgedwongen kleiner zijn. Dit speelt met name als op dergelijke locaties meerdere ondernemers aanwezig zijn, die een terras willen innemen. Om scheefgroei en mogelijke onenigheden tussen ondernemers over de omvang van hun terras te voorkomen, wordt nu bepaald dat – naast de algemene beginselen van het voorkomen van overlast, hinder en gevaar – de omvang van het terras ook in een redelijke verhouding moet staan tot het bijbehorende bedrijf. Een klein bedrijf mag derhalve ook slechts een klein terras innemen. Dat is o.i. gezien de capaciteit van zo’n bedrijf (omvang personeel/keuken) ook niet onredelijk. Wanneer nog sprake is van een terras dat “in verhouding staat” tot het bijbehorende bedrijf, moet per geval afgewogen worden. Daar waar geen concurrerende ondernemers aanwezig zijn zou een verhouding van maximaal bijv. 1:1,25 wellicht acceptabel zijn. Daar waar de ruimte beperkt is, en de spoeling dus, zal eerder maximaal 1:1 voor de hand liggen. Als de beschikbare openbare ruimte kleiner is dan de oppervlakte van de aangrenzende bedrijven die een terras willen innemen, zal de verdeling van de terrasruimte evenredig aan de (vloer)oppervlakte van de desbetreffende bedrijven dienen te gebeuren.

  • 3.

    In het belang van een vrije doorgang voor voetgangers en rolstoelgebruikers dient altijd minimaal een vrije doorgang van 1,50 meter in acht worden genomen. Bovendien moet vanwege de verkeersveiligheid minimaal 1,00 meter afstand tot de rijbaan in acht worden genomen. Genoemde afmetingen worden loodrecht gemeten vanuit de gevel van de inrichting.

  • 4.

    Dit lid spreekt voor zich.

  • 5.

    Er is een uitzondering gemaakt voor de Langewâl te Gorredijk. Aangezien hier de weekmarkt plaatsvindt en bovendien geen sprake is van een doorgaande route, hebben hulpverleningsdiensten hier voldoende aan een vrije ruimte van 3,5 meter. Hierdoor blijven terrassen en de weekmarkt in de huidige vorm mogelijk op de Langewâl.

    Artikel 5 opslag terrasmeubilair

    Uitgangspunt is dat terrasmeubilair opgeruimd kan worden. Het bedrijf dient ook buiten de openingstijden voor de brandweer onbelemmerd bereikbaar zijn. Vandaar dat het terras bij voorkeur inpandig dient te worden opgeslagen. Dit is ook wenselijk vanuit welstandsaspecten. Door de noodzakelijke verplaatsbaarheid van terrasmeubilair, conform artikel 5, lid 1, zullen afmetingen van terrasmeubilair in de regel beperkt zijn. Voorzover meubilair nagelvast aan gevel of straat wordt bevestigd is sprake van een bouwwerk en valt dit meubilair onder de omgevingsvergunningplicht. Daarom worden geen nadere eisen gesteld aan terrasmeubilair.

    Artikel 6 gebruik bij warenmarkten en evenementen

    In artikel 6 wordt gewezen op feit dat terrassen moeten worden aangepast als warenmarkten en evenementen worden gehouden. Als een terras niet valt te combineren met een warenmarkt of een evenement, bepalen Burgemeester en Wethouders uiteindelijk de locaties, als belanghebbenden er onderling niet uitkomen.

    Artikel 8 Welstand

    Elke ondernemer dient zijn eigen terrasmeubilair een uniforme uitstraling te geven. Dit oogt niet alleen netter, maar biedt de bezoekers ook meer zekerheid over welk terras zij innemen. Het is mede in het belang van de ondernemers om hun terras anders vorm te geven dan de (aangrenzende) terrassen. Een al te grote verscheidenheid in vormgeving kan weliswaar vanuit het welstandsoogpunt minder wenselijk zijn, maar wordt in dit beleid niet benoemd.