Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Opsterland 2014

Geldend van 18-08-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Opsterland 2014

De raad van de gemeente Opsterland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel i van de Wet werk en bijstand;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Opsterland 2014

Hoofdstuk 1

Algemene bepalingen

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

  • b.

    recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand;

  • c.

    verrekenen: verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Wet werk en bijstand.

Hoofdstuk 2

Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive

Artikel 2 – Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet

Bij het verrekenen van de recidiveboete neemt het college te allen tijde de beslagvrije voet in acht.

Hoofdstuk 3

Slotbepalingen

Artikel 3 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2014.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Opsterland 2014.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 juni 2014.

    De griffier, de voorzitter,

    Ieke Zwart Francisca Ravestein