Regeling vervallen per 01-09-2013

Verordening tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang Opsterland 2011

Geldend van 01-03-2011 t/m 31-08-2013

Intitulé

Verordening tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang Opsterland 2011

Verordening tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang Opsterland 2011

De raad van de gemeente Opsterland;

gelezen het voorstel van het college van 21 december 2010;

gelet op artikel 1.25 van de Wet kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang Opsterland 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang.

Artikel 2 Te verstrekken gegevens

  • 1.

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres en burgerservicenummer van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: naam en burgerservicenummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      naam, geboortedatum en burgerservicenummer van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de periode van de opvang;

    • e.

      gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet; of

    • f.

      gegevens waaruit blijkt dat de ouder een sociaal-medische indicatie heeft.

    • g.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2.

    Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

Artikel 3 Beslistermijn

  • 1.

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens;

  • 2.

    Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 4 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling tot welke van de doelgroepen de ouder behoort;

  • b.

    de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • e.

    het bedrag van de tegemoetkoming en de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

  • f.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • g.

    de verplichtingen van de ouder.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het college weigert de noodzaak van kinderopvang vast te stellen indien:

  • a.

    de ouder en de partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen; of

  • b.

    de ouder of de partner niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet; of

  • c.

    de ouder geen verklaring kan overhandigen van een professionele erkende zorgverlener waaruit blijkt dat kinderopvang op sociaal medische gronden noodzakelijk of gewenst is.

Artikel 6 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2.

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 7 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een tegemoetkomingsjaar.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 8 Omvang van de kinderopvang

  • 1.

    Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd;

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

Artikel 9 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming kan in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald;

  • 2.

    Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

Artikel 10 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1.

    De ouder verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode;

  • 2.

    Het college stelt de tegemoetkoming binnen zes weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 11 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Artikel 12 Terugvordering

Ten onrechte verstrekte tegemoetkoming wordt van de ouder teruggevorderd.

Artikel 13 Inlichtingenplicht

  • 1.

    De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming;

  • 2.

    De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2011.

  • 2.

    De verordening wordt aangehaald als Verordening tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang Opsterland 2011.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 februari 2011.

    De griffier, De voorzitter,

    Ieke Zwart. Francisca Ravestein.