Regeling vervallen per 01-01-2020

Spaarloonregeling Oss

Geldend van 16-06-2006 t/m 31-12-2019

Intitulé

Spaarloonregeling Oss

REGLEMENT SPAARLOONREGELING OSS

ARTIKEL 1

Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

Werkgever : De gemeente Oss

Deelnemer : De werknemer die overeenkomstig artikel 2 is toegetreden tot deze spaarregeling

Spaarbedrag : ieder overeenkomstig de bepalingen van deze spaarregeling op het bruto-loon ingehouden en op de bijzondere spaarloonrekening van de deelnemer gestort bedrag

Spaarinstelling Spaarbeleg Bank N.V.

Doel

De spaarloonregeling heeft ten doel het sparen te stimuleren en het verwerven van duurzaam bezit door de werknemers te bevorderen.

ARTIKEL 2

Deelname

  • 1.

    De werknemer van de gemeente Oss die is aangesteld op grond van de artikelen 2:1 t/m 2:4:2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) Oss en het Ambtenarenreglement (AR) Oss.

  • 2.

    Alsmede de medewerker met wie een arbeidsovereenkomst op grond van artikel 2:5 lid 1 sub a van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) Oss is overeengekomen.

  • 3.

    De vrijwilligers van de gemeentelijke brandweer Oss.

  • 4.

    De wethouder waarbij de gemeente Oss, bij beschikking van de inspecteur der belastingen, als inhoudsplichtigen voor de Wet op de Loonbelasting is aangewezen.

Toetreding geschiedt door een aan de werkgever te verstrekken verzoekschrift tot deelname.

ARTIKEL 3

Inhouding spaarloon

  • 1.

    Bij uitbetaling van loon aan de deelnemer die op grond van artikel 2 aan de regeling deelneemt houdt de werkgever maximaal het in artikel 11 eerste lid onderdeel h onder 1°, van de wet op de loonbelasting 1964 vermelde bedrag per jaar in van zijn loon. De inhouding vindt in beginsel plaats in 12 termijnen bij de maandelijkse salarisbetaling.

  • 2.

    Onder loon wordt voor de toepassing van deze regeling verstaan vastgesteld loon in geld.

ARTIKEL 4

  • 1. Het ingehouden spaarloon wordt door de werkgever onmiddellijk na de inhouding overgemaakt op de spaarloonrekening van de deelnemer bij Spaarbeleg Bank N.V.

  • 2. Het spaarloon mag door de deelnemer niet worden vervreemd of bezwaard.

ARTIKEL 5

Spaarloonrekening

  • 1.

    Het tegoed op de spaarloonrekening mag uitsluitend bestaan uit:

    • a.

      spaarloon;

    • b.

      de op het tegoed gekweekte rente.

  • 2.

    De werkgever zal niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor eventuele consequenties, die uit het beheer van spaarloon - door de spaarinstelling gevoerd - zouden kunnen voortvloeien.

  • 3.

    Het is de deelnemer niet geoorloofd op zijn spaarrekening uitstaande bedragen geheel of gedeeltelijk over te dragen, in onderpand te geven aan derden, dan wel op enigerlei wijze ten behoeve van derden te bezwaren.

  • 4.

    Door toetreding tot de Spaarloonregeling wordt de deelnemer geacht ermee in te stemmen dat aan de werkgever vertrouwelijke gegevens over zijn spaarrekening worden verstrekt, voor zover deze nodig zijn ter vergelijking met de administratie, welke de werkgever op grond van de wettelijke bepalingen voert. De werkgever is ten aanzien van deze gegevens ten opzichte van derden tot geheimhouding verplicht.

ARTIKEL 6

Opname

  • 1.

    Een deelnemer mag over een spaarloonbedrag beschikken:

    a. nadat dit sedert de storting 48 maanden ononderbroken op die rekening heeft gestaan;

    • b.

      Bij het einde van de dienstbetrekking tussen de werkgever en de deelnemer; indien het spaarloon door de werknemer of zijn erfgename is opgenomen bij beëindiging van de dienstbetrekking van de werknemer, daaronder begrepen het overlijden van de werknemer, wordt voor de toepassing van de Wet op de loonbelasting 1964 en coördinatiewet Sociale Verzekering voor elke volle maand gedurende welke het spaarloon binnen een termijn van vier jaren is opgenomen een evenredig deel van het spaarloon aangemerkt als loon verstrekt door de werkgever, niet zijnde spaarloon.

    • c.

      bij deblokkering. Indien de opgenomen gelden worden besteed ten behoeve van een of meer van de wettelijk fiscaal toegestane bestedingsdoeleinden.

  • 2.

    In de gevallen waarin door de deelnemer of zijn rechtverkrijgenden op grond van het in lid 1 sub b en c van dit artikel bepaalde over het spaarloon wordt beschikt, dient ten genoegen van de instelling bewijs te worden geleverd van de van belang zijnde feiten.

  • 3.

    De deelnemer heeft, met inachtneming van de op dit punt bij de instelling gebruikelijk voorwaarden, de vrije beschikking over de opbrengst van zijn spaarloon.

  • 4.

    Spaarloon waarover door een werknemer in strijd met de spaarloonregeling wordt beschikt, waaronder begrepen beschikking als gevolg van verhaalsuitoefening door derden, het faillissement dan wel wettelijke schuldsanering, wordt aangemerkt als loon, niet zijnde spaarloon.

  • 5.

    Indien een bedrag van de spaarrekening wordt opgenomen geschiedt dit ten laste van het spaarbedrag dat het laatste is bijgeschreven; is dit niet toereikend, dan van het voorlaatste en zo vervolgens.

ARTIKEL 7

Vroegere dienstbetrekking

Loon, gespaard overeenkomstig een spaarregeling in een vroegere dienstbetrekking wordt, wanneer de in die regeling gestelde spaartermijn nog niet is voltooid, op verzoek van de deelnemer aangemerkt als loon gespaard overeenkomstig de onderhavige Spaarloonregeling, in de jaren waarin het is gespaard, mits:

  • a.

    de beheerder van het spaarloon van de deelnemer bij beide spaarloonregelingen dezelfde is, of

  • b.

    het spaarloon, gespaard in de vroegere dienstbetrekking, door de beheerder daarvan tezamen met de administratieve gegevens wordt overgedragen aan de beheerder van het spaarloon ingevolge de onderhavige Spaarloonregeling.

ARTIKEL 8

Slotbepalingen

  • 1.

    Op verzoek ontvangt de deelnemer kosteloos een exemplaar van de tekst van deze regeling. Bovendien zal deze regeling worden opgenomen in de rechtspositiebundel van de gemeente Oss en conform artikel 1:4:2 van het Ambtenarenreglement (AR) Oss op een gemakkelijk toegankelijke plaats ter inzage liggen.

  • 2.

    De instelling die spaarloon van een deelnemer beheert is verplicht deze periodiek een opgave te verstrekken van het totaal aan spaarloon, dat zij op zijn naam beheert.

  • 3.

    De deelnemer heeft te allen tijde de vrijheid zijn keuze met betrekking tot de instelling die zijn spaarloon beheert te herroepen.

Indien de deelnemer zijn keuze herziet, is de instelling die zijn spaarloon beheert verplicht dit spaarloon, tezamen met de administratieve gegevens, op verzoek van de deelnemer over te dragen aan de instelling waarop de deelnemer alsdan zijn keuze heeft laten vallen.

De deelnemer is verplicht van deze wijziging de werkgever in kennis te stellen.

4.Het bepaalde in de vorige artikelen moet worden toegepast met inachtneming van hetgeen geregeld is in artikel 11 van de Wet op de Loonbelasting, artikel 6 van de Coördinatiewet.

ARTIKEL 9

Invoeringsbepaling

In het jaar van invoering i.c. 1994 kan het in artikel 3 genoemde inhouding van spaarloon, in afwijking van dit artikel 3, op verzoek van de deelnemer, ook in minder dan 12 termijnen worden ingehouden. Dit dient te worden aangegeven op het machtigingsformulier.

ARTIKEL 10

Datum van ingang

Deze regeling kan worden aangehaald als "reglement spaarloonregeling Oss " en treedt in werking met ingang van 18-9-1994. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16-9-1994.