Regeling vervallen per 16-03-2017

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Oss 2015 (verordening 212)

Geldend van 19-02-2015 t/m 15-03-2017

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Oss 2015 (verordening 212)

Gemeenteraad

Onderwerp:

Volgnummer

Verordening artikel 212 Gemeentewet

Dienst/afdeling

GFC

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2014;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Oss 2015

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. dienst

Iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan de gemeentesecretaris heeft.

b. administratie

Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Oss en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

c. financiële administratie

Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Oss, om te komen tot een goed inzicht in:

  • -

    de financieel-economische positie

  • -

    het beheer van vermogenswaarden zoals aandelen, obligaties en onroerende zaken

  • -

    de uitvoering van de begroting

  • -

    het afwikkelen van vorderingen en schulden

  • -

    het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

d. rechtmatigheid

Ontvangsten en bestedingen vinden plaats in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

e. doelmatigheid

Het streven om binnen de gestelde kaders met een zo beperkt mogelijke inzet van beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken of waarbij met de inzet van de beschikbare middelen zoveel mogelijk resultaat wordt bereikt.

f. doeltreffendheid

De mate waarin de gemeente erin slaagt met de uitgevoerde activiteiten en werkzaamheden de gewenste prestaties of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

g. programma

Een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en budgetten, gericht op het bereiken van bepaalde maatschappelijke effecten.

h. kadernota

De kadernota geeft de doelstellingen van de raad weer en benoemt relevante (beleids)ontwikkelingen. Daarnaast geeft de kadernota op hoofdlijnen inzicht in de financiële positie van de gemeente.

i. programmabegroting

De programmabegroting is de vertaling van de kadernota, zowel (beleids)inhoudelijk als financieel. Het is de begroting van het daaropvolgende jaar inclusief een meerjarenraming. Met de vaststelling van de programmabegroting bepaalt de raad daarnaast hoe de doelstellingen uit de kadernota daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden.

j. 3O-ontwikkelingen

3O-ontwikkelingen zijn financiële afwijkingen op bestaande activiteiten die onvermijdbaar, onuitstelbaar en onvoorzienbaar zijn. Deze geven inzicht in de realisatie van de begroting van het lopende jaar en de meerjarenraming.

k. jaarstukken

De jaarstukken vormen de tegenhanger van de programmabegroting en bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. In de jaarstukken legt het college aan de raad verantwoording af over de realisatie van de vastgestelde doelstellingen uit de programmabegroting en over de financiële realisatie.

l. MeerjarenProgramma Grondbedrijf (MPG)

Het MeerjarenProgramma Grondbedrijf bestaat uit een verantwoording over de grondexploitatie en de individuele projecten van het afgelopen jaar, en een prognose voor de komende jaren, inclusief relevante ontwikkelingen die daarbij een rol spelen.

m. Najaarsbericht Grondbedrijf

Het Najaarsbericht van het Grondbedrijf is een tussentijdse actualisatie van het laatst vastgestelde MeerjarenProgramma Grondbedrijf.

TITEL 1 BEGROTING EN VERANTWOORDING

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1.

    De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2.

    Het college zorgt ervoor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de programmabegroting is opgenomen.

  • 3.

    De raad steltper programma vast:

    • -

      wat willen we bereiken?

    • -

      wat gaan we daarvoor doen?

    • -

      wat mag het kosten?

  • 4.

    De raad stelt op voorstel van het college per programma indicatoren vast met

betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren prestaties.

  • 5.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de programmabegroting de daarin opgenomen investeringskredieten voor het lopende jaar en het komende jaar.

  • 6.

    Investeringen waarvan de kaders nog onvoldoende duidelijk zijn en/of worden gedekt uit reserves, worden daarna nog via een afzonderlijk dossier aan de gemeenteraad voorgelegd.

  • 7.

    De raad stelt gelijktijdig met de programmabegroting het Najaarsbericht Grondbedrijf vast.

Artikel 3. Producten

  • 1. Bij de programmabegroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van welke producten onder welke programma’s horen. Tevens wordt inzicht geboden in de financiële ontwikkeling van de producten.

  • 2. De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

    Artikel 4. Kaders begroting

    • 1.

      Het college biedt de gemeenteraad uiterlijk 4 weken voor de raadsbehandeling de kadernota aan. De raad stelt de nota voor het zomerreces vast.

    • 2.

      Het college biedt de gemeenteraad uiterlijk 4 weken voor de raadsbehandeling de programmabegroting voor het volgende jaar en de meerjarenraming aan. De raad stelt de begroting voor 15 november vast.

    Artikel 5. Uitvoering begroting

    • 1.

      Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

    • 2.

      Het college zorgt voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld in de programmabegroting, kunnen worden getoetst.

    • 3.

      Het college informeert de raad tenminste 2 keer per jaar door middel van tussentijdse rapportages over de 3O-ontwikkelingen die op dat moment bekend zijn.

    • 4.

      Binnen de 3O-ontwikkelingen mogen administratieve, niet-inhoudelijke wijzigingen onder de € 50.000 door het college worden doorgevoerd, met uitzondering van wijzigingen die betrekking hebben op een reserve of de post onvoorzien.

    Artikel 6. Interne controle

    Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

    Artikel 7. Jaarstukken

    • 1.

      Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de producten en daarmee naar de programma’s van het jaarverslag en de jaarrekening.

    • 2.

      Het college legt verantwoording af over de programma's via beantwoording van de vragen:

    • -

      wat hebben we bereikt?

    • -

      wat hebben we ervoor gedaan?

    • -

      wat heeft het gekost?

    • 3.

      Daarnaast geeft het college inzicht in de gerealiseerde indicatoren met betrekking tot de maatschappelijke effecten en de geleverde prestaties.

    • 4.

      Het college biedt de gemeenteraad uiterlijk 4 weken voor de raadsbehandeling de jaarstukken aan. De raad stelt de jaarstukken voor 15 juli vast.

    • 5.

      De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de doelstellingen en het beleid bijstelling behoeven.

    • 6.

      De raad stelt gelijktijdig met de jaarstukken het MeerjarenProgramma Grondbedrijf vast.

    TITEL 2 Financiële positie

    Artikel 8. Waardering en afschrijving

    De spelregels omtrent de waardering en afschrijving van activa zijn in de ‘Nota afschrijvingsbeleid gemeente Oss’ vastgelegd. Het college biedt de nota periodiek ter vaststelling aan de gemeenteraad aan.

    Artikel 9. Grond(prijs)beleid

    De uitgangspunten voor het grondbeleid en het grondprijsbeleid zijn in afzonderlijke nota’s vastgelegd. Het college biedt deze nota’s periodiek ter vaststelling aan de gemeenteraad aan.

    Artikel 10. Voorziening voor oninbare vorderingen

    • 1.

      Voor openstaande vorderingen betreffende:

    • a.

      onroerende zaakbelasting gebruikers

    • b.

      onroerende zaakbelasting eigenaren

    • c.

      precariobelasting

    • d.

      hondenbelasting

    • e.

      rioolheffing

    • f.

      afvalstoffenheffing

    wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd ter grootte van het historische percentage van oninbaarheid.

    2.Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling van onder andere de inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

    Artikel 11. Reserves en voorzieningen

    • 1.

      Het college biedt de raad jaarlijks, tegelijk met de programmabegroting, een nota reserves ter vaststelling aan. Deze nota behandelt in ieder geval:

    • a.

      het doel en het meerjarig verloop van de reserves conform bestaand beleid

    • b.

      de noodzakelijke omvang van de reserves conform bestaand beleid

    • 2.

      De voorzieningen worden jaarlijks beoordeeld bij het opstellen van de jaarstukken. Daarbij wordt in ieder geval aandacht besteed aan:

    • a.

      het doel van de voorzieningen

    • b.

      de noodzakelijke omvang van de voorzieningen

    Artikel 12.

    Kostprijsberekening

    • 1.

      In de gemeente Oss wordt het principe van integrale kostentoerekening toegepast. Dit betekent dat zowel directe als indirecte kosten daar waar noodzakelijk aan een activiteit worden toegerekend.

    • 2.

      Voor de levering van goederen, diensten of werken of het verstrekken van leningen, garanties of kapitaal waarbij de gemeente in concurrentie treedt met marktpartijen wordt tenminste de integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking stelt het college vooraf aan de raad voor om de desbetreffende activiteit aan te merken als activiteit met een publiek belang.

    Artikel 13. Vaststelling tarieven

    Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke belastingen, retributies en leges. De raad stelt de tarieven vast.

    Artikel 14. Financieringsfunctie

    Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die worden gehanteerd voor het dagelijks geldstromenbeheer en voor liquiditeitsrisico’s, renterisico’s, kredietrisico’s en relatiebeheer, administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie. Het college biedt de raad het treasurystatuut en de wijzigingen ervan ter behandeling en vaststelling aan.

    Artikel 15. Verstrekking subsidies

    Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.

    Artikel 16. Registratie bezittingen, activa en vermogen

    Het college draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van de geactiveerde activa en passiva.

    Titel 3 Financiële organisatie en administratie

    Artikel 17. Administratie

    • 1.

      De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de diensten

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van

      registergoederen, kapitaalgoederen, voorraden, vorderingen en schulden

    • c.

      het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties

    • d.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

    • 2.

      Het college draagt er zorg voor dat de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving.

    Artikel 18. Financiële organisatie

    Het college draagt de zorg voor en legt vast:

    • a.

      een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de diensten

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd

    • c.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten

    • d.

      de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de diensten van de gemeente

    • e.

      de te maken afspraken met de diensten over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen

    • f.

      de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de diensten.

    Artikel 19. Aanbesteding en inkoop

    Het college draagt de zorg voor en legt vast de interne regels voor de inkoop van goederen en diensten en het aanbesteden van werken, alsmede de algemene inkoopvoorwaarden van de gemeente en de voorwaarden voor aanbesteding van werken van de gemeente.

    Titel 4 Slotbepalingen

    Artikel 20.

    Citeertitel

    Deze verordening wordt kortweg aangehaald als “Financiële verordening gemeente Oss 2015”.

    Artikel 21.

    Inwerkingtreding en intrekken oude regelingen

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking per 19 februari 2015, met dien verstande dat deze van toepassing is vanaf het begrotingsjaar 2015.

    • 2.

      De “Financiële verordening gemeente Oss 2011”, vastgesteld bij raadsbesluit van 3 januari 2011, wordt gelijktijdig ingetrokken.

    Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 12 februari 2015.

    De gemeenteraad voornoemd,

    De griffier, De voorzitter,

    drs. P.H.A. van den Akker drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans

    Coll:

    Bekend gemaakt d.d. 18 februari 2015

    Bron: Oss Actueel

    In werking getreden 19 februari 2015