Regeling vervallen per 28-09-2011

Verordening gebruik standplaatsen gemeente Oss 1999

Geldend van 01-10-1999 t/m 27-09-2011

Intitulé

Verordening gebruik standplaatsen gemeente Oss 1999

Verordening gebruik van standplaatsen voor woonwagens

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan:

    het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    standplaats:

een standplaats op een centrum als bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdeel h van de Woningwet (Stb.1991, 439);

c.standplaatshouder:

c. degene die een standplaats heeft ingenomen en hiertoe beschikt over toestemming van het bestuursorgaan of bij gebreke van die toestemming de hoofdbewoner van de woonwagen.

Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt door het bestuursorgaan beoordeeld;

d.woonwagen:

een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdeel e van de Woningwet;

e.woonwagencentrum:

een of meer bijeen gelegen, niet op naam gestelde standplaatsen voor woonwagens in de gemeente Oss.

Artikel 2

Het bepaalde in deze verordening is van toepassing op de in de gemeente Oss gerealiseerde woonwagencentra.

Artikel 3

Het bepaalde in deze verordening is niet van toepassing op standplaatshouders die ingevolge een privaatrechtelijke overeenkomst met de gemeente een standplaats innemen.

Artikel 4

  • 1. Per standplaats mag uitsluitend één woonwagen ter bewoning door de standplaatshouder worden geplaatst.

  • 2. De woonwagen dient te staan op de daarvoor door het bestuursorgaan aangegeven situering op de standplaats.

Artikel 5

  • 1. De standplaatshouder is verplicht er voor te zorgen dat de standplaats steeds behoorlijk wordt onderhouden. Bij het onderhoud dienen de regels en aanwijzingen die ter zake door het bestuursorgaan worden gegeven, te worden opgevolgd.

  • 2. De standplaatshouder zal gebreken aan de standplaats zo spoedig mogelijk melden aan het bestuursorgaan.

  • 3. Het is de standplaatshouder verboden om:

    • a.

      de standplaats geheel of gedeeltelijk aan derden in huur of gebruik af te staan;

    • b.

      in of op de standplaats enigerlei nering of bedrijf uit te oefenen of te laten uitoefenen en/of goederen en/of afvalstoffen en dergelijke te hebben of op te slaan, welke betrekking hebben op de uitoefening van enigerlei nering of bedrijf;

    • c.

      in of op de standplaats voorwerpen of stoffen aanwezig te hebben, welke door gasvorming, brand- of explosiegevaar, gewicht, lawaai, hinderlijke geur of op enigerlei andere wijze hinder of gevaar veroorzaken of kunnen veroorzaken.

  • 4. Het is de standplaatshouder verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuursorgaan:

    • a.

      de woonwagen op de standplaats te verplaatsen of te laten verplaatsen;

    • b.

      in of op de standplaats aan of bij te bouwen, af te breken of enige andere verandering aan te brengen dan wel zulks te laten gebeuren;

    • c.

      de bij de standplaats behorende erfafscheiding te verwijderen, te verplaatsen of anderszins te veranderen dan wel zulks te laten gebeuren.

  • 5. Het bestuursorgaan weigert de in het vierde lid bedoelde toestemming indien de voorgenomen verandering in strijd is met een wettelijk voorschrift en kan aan de toestemming voorschriften verbinden.

  • 6. De ingevolge dit artikel gevorderde toestemming is niet vereist in gevallen waarin wordt gehandeld door, vanwege of in opdracht van het bestuursorgaan.

Artikel 6

  • 1. De standplaatshouder is verplicht personen, die door het bestuursorgaan zijn belast met het afleggen van controlebezoeken of het uitvoeren van werkzaamheden op de standplaats toe te laten.

  • 2. De standplaatshouder is verplicht alle door het bestuursorgaan noodzakelijk geachte werkzaamheden in of op de standplaats toe te staan.

Artikel 7

  • 1. De standplaatshouder die voornemens is om de standplaats te verlaten is verplicht dit schriftelijk te melden bij het bestuursorgaan. De melding dient tenminste 30 dagen voor de vertrekdatum plaats te vinden.

  • 2. De standplaatshouder is verplicht om bij diens vertrek de standplaats zonder gebreken en behoorlijk schoongemaakt achter te laten en alle door het bestuursorgaan verstrekte sleutels voor het verlaten van de standplaats uitsluitend aan het bestuursorgaan ter beschikking te stellen.

  • 3. De standplaatshouder is tevens verplicht om bij diens vertrek ervoor te zorgen dat, onverminderd het bepaalde in artikel 5, vierde lid, de standplaats in oorspronkelijke staat wordt achtergelaten. Het bestuursorgaan kan de standplaatshouder schriftelijk mededelen dat hiervan wordt afgeweken.

Artikel 8

  • 1. Wanneer de zorg voor de naleving van het bij of krachtens het bepaalde in deze verordening dit vereist, wordt de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen

    • -

      woonwagens daaronder mede verstaan - desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker te betreden:

      • a.

        aan hen, die en voor zover zij door het bevoegd gezag zijn belast met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

      • b.

        aan hen, die en voor zover zij door het bevoegd gezag zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 2. De in het eerste lid verstrekte last is te allen tijde uitvoerbaar.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening gebruik standplaatsen gemeente Oss 1999 “.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 1999.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 september 1999.

De gemeenteraad voornoemd,

De secretaris, De voorzitter,