Regeling vervallen per 24-07-2019

Reglement van orde voor de raadsadviescommissies van de gemeente Oss 2011

Geldend van 13-01-2011 t/m 23-07-2019

Intitulé

Reglement van orde voor de raadsadviescommissies van de gemeente Oss 2011

Gemeenteraad

Onderwerp: Volgnummer 2010-96

Reglement van orde raadsadviescommissies 2011 Dienst/afdeling Raadsgriffie

De raad van de gemeente Oss;

Gelet op de Wet samenvoeging gemeente Lith en Oss;

Gezien het voorstel van de stuurgroep Oss-Lith van 23 november 2010;

Gelet op de artikelen 28 en 29 van de Wet algemene regels herindeling en artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen het volgende:

Reglement van orde voor de raadsadviescommissies van de gemeente Oss 2011

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: een lid van een raadsadviescommissie;

  • b.

    voorzitter: de voorzitter van een raadsadviescommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: de secretaris van een raadsadviescommissie of diens vervanger;

  • d.

    raadsgriffier: de griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: een vergadering van een raadsadviescommissie;

  • f.

    agendacommissie: de commissie als bedoeld in artikel 11.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadsadviescommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadsadviescommissies in:

    • a.

      Bestuur, Organisatie en Bedrijvigheid;

    • b.

      Wonen, Openbare ruimte en Milieu;

    • c.

      Maatschappelijke Participatie.

  • 2. De raadsadviescommissie Bestuur, Organisatie en Bedrijvigheid adviseert en overlegt over de volgende beleidsinhoudelijke onderwerpen, inclusief de daarmee samenhangende financiële aspecten:

    • a.

      algemeen bestuurlijke zaken;

    • b.

      economische zaken;

    • c.

      informatiebeleid en automatisering;

    • d.

      financiën;

    • e.

      openbare orde en veiligheid;

    • f.

      personeel en organisatie;

    • g.

      wijkgericht werken.

  • 3. De raadsadviescommissie Wonen, Openbare ruimte en Milieu adviseert en overlegt over de volgende beleidsinhoudelijke onderwerpen, inclusief de daarmee samenhangende financiële aspecten:

    • a.

      milieu;

    • b.

      stadsontwikkeling;

    • c.

      openbare ruimte;

    • d.

      wonen;

    • e.

      verkeer en vervoer.

  • 4. De raadsadviescommissie Maatschappelijke Participatie adviseert en overlegt over de volgende beleidsinhoudelijke onderwerpen, inclusief de daarmee samenhangende financiële aspecten:

    • a.

      jeugd en onderwijs;

    • b.

      kunst en sociaal cultureel welzijn;

    • c.

      sport;

    • d.

      sociale zaken en werkgelegenheid;

    • e.

      volksgezondheid.

  • 5. Indien een onderwerp meerdere raadsadviescommissies aangaat, wordt door de agendacommissie bepaald in welke commissie het onderwerp wordt behandeld of dat een gezamenlijke vergadering van de raadsadviescommissies wordt belegd.

  • 6. Indien een gezamenlijke vergadering van raadsadviescommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadsadviescommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadsadviescommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede t/m vierde lid, genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    voeren van overleg met het college of de burgemeester over door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De raadsadviescommissies kennen geen vaste leden.

  • 2. De leden kunnen raadslid of commissielid niet-raadslid zijn.

  • 3. Elke fractie kan maximaal drie commissieleden niet-raadsleden ter benoeming aan de gemeenteraad voordragen. Commissieleden niet-raadsleden behoeven niet op de kandidatenlijst te hebben gestaan maar wel verkiesbaar te zijn.

  • 4. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn op de commissieleden, niet zijnde raadsleden, van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Alvorens zijn functie te aanvaarden legt het lid, niet zijnde een raadslid, in handen van de voorzitter van de raad de eed of de belofte af overeenkomstig artikel 14 van de Gemeentewet.

  • 6. De commissieleden niet-raadsleden worden voor de duur van de raadsperiode benoemd

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadsadviescommissie.

  • 3. De voorzitter is in ieder geval belast met:

  • a. het leiden van de vergadering;

  • b. het handhaven van de orde;

  • c. het doen naleven van dit reglement;

  • d. hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op commissielid niet-raadslid te zijn indien het niet meer voldoet aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid niet-raadslid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat direct na de schriftelijke mededeling in.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Raadsgriffier en commissiegriffier

  • 1. Iedere raadsadviescommissie wordt door een commissiegriffier ondersteund.

  • 2. De commissiegriffier is in zijn commissievergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een andere medewerker van de raadsgriffie.

  • 4. De raadsgriffier kan aan iedere commissievergadering deelnemen.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en gemeentesecretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en gemeentesecretaris

  • 1. Op voorstel van de agendacommissie kan de voorzitter de burgemeester, één of meer wethouders en de gemeentesecretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn om vragen te beantwoorden.

  • 2. Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de agendacommissie.

  • 3. De agendacommissie neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek. De betreffende commissie neemt een definitieve beslissing bij de vaststelling van de agenda.

Artikel 9 Besluitvorming

  • 1. Daar waar in dit reglement sprake is van een besluit van een raadsadviescommissie vindt de besluitvorming aldus plaats dat:

  • a. per vertegenwoordigde fractie één stem kan worden uitgebracht;

  • b. voor het tot stand komen van een beslissing de volstrekte meerderheid wordt vereist van de uitgebrachte stemmen, met dien verstande dat voor het verstrekken van een opdracht aan de raadsgriffie een unaniem besluit is vereist;

  • c. bij het staken van de stemmen de voorzitter het betreffende besluit neemt.

  • 2. Als een besluit niet met algemene stemmen wordt genomen, wordt in het verslag melding gemaakt van de namen van de fracties die zich voor dan wel tegen het genomen besluit hebben uitgesproken en van de eventueel daarbij afgelegde stemverklaring.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1. De dagen en de tijdstippen waarop een raadsadviescommissie vergadert worden op voorstel van de agendacommissie in de commissie Bestuur, Organisatie en Bedrijvigheid vastgesteld.

  • 2. Een raadsadviescommissie vergadert voorts indien de commissie het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats voorstellen. Hij voert hierover overleg met de raadsgriffier en/of commissiegriffier.

Artikel 11 Agendacommissie (zie artikel 6 Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad)

  • 1. De raad heeft een agendacommissie.

  • 2. De agendacommissie bestaat uit de voorzitter van de raad als voorzitter en de voorzitters van de raadsadviescommissies alsmede een vaste vertegenwoordiger van de fracties die daarmee nog niet vertegenwoordigd zijn. De raadsgriffier of diens plaatsvervanger is in elke vergadering van de agendacommissie aanwezig.

  • 3. De agendacommissie stelt de concept-agenda’s van de raad, raadsadviescommissies en podiumbijeenkomsten vast.

  • 4. De agendacommissie kan voorstellen portefeuillehouders, de gemeentesecretaris alsmede raads- en /of commissieleden alsook griffiemedewerkers anders dan genoemd in lid 2 van dit artikel , voor de vergadering uit te nodigen.

  • 5. Elke fractie heeft één stem in de vergadering van de agendacommissie.

  • 6. De vergaderingen van de agendacommissie zijn openbaar.

  • 7. De agendacommissie kan een voorstel tot toepassing van spreektijd doen.

  • 8. De agendacommissie toetst voorstellen op raadsrijpheid.

  • 9. De leden van de agendacommissie laten zich bij afwezigheid per fractie vervangen door een door de fractie voorgedragen en bij de griffie bekend raadslid.

Artikel 12 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De concept-agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

Artikel 13 De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter - na raadpleging van de agendacommissie - na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadsadviescommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadsadviescommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. Voor het afvoeren van een onderwerp van de agenda is echter unanimiteit vereist.

  • 3. Wanneer de raadsadviescommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadsadviescommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadsadviescommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 14 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder in het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 15. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, bij de raadsgriffier en verleent de raadsgriffier een lid inzage.

Artikel 15 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt door aankondiging in het gemeentelijk informatieblad en digitaal door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

  • a. de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

  • b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

  • c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 18 van dit reglement.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 16 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 17 Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal fracties aanwezig is, bepaalt de voorzitter in overleg met de aanwezige fracties onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige fracties, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. In deze vergadering kan de raadsadviescommissie alleen beraadslagen of besluiten over de onderwerpen die zijn geagendeerd.

Artikel 18 Spreekrecht burgers

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen ingezetenen of belanghebbenden gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 5 minuten voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger. De commissie stemt hier al dan niet mee in.

Artikel 19 Verslag

  • 1. Het concept-verslag van de voorgaande vergadering wordt aan de leden toegezonden, zo mogelijk, gelijktijdig met de schriftelijke oproep en op verzoek aan de overige personen die het woord gevoerd hebben.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadsadviescommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4. Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de raadsgriffier, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de gemeentesecretaris, allen voorzover aanwezig, en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de fracties die het woord voerden;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de fracties die zich niet uitgelaten hebben;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 24 van dit reglement door de raadsadviescommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de raadsgriffier.

  • 6. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 20 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadsadviescommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 21 Spreektijd

  • 1. Een lid kan een voorstel doen over spreektijd. De raadsadviescommissie beslist uiteindelijk over het voorstel.

  • 2. De voorzitter kan - op voorstel van de agendacommissie - eenzelfde voorstel doen. De raadsadviescommissie beslist uiteindelijk over het voorstel.

Artikel 22 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadsadviescommissie terstond.

Artikel 23 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn eerste termijn niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      het een portefeuillehouder betreft;

    • b.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren.

      Een spreker mag in zijn tweede termijn niet worden gestoord, tenzij:

  • a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

  • b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadsadviescommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 24 Beraadslaging

De raadsadviescommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen om over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

Artikel 25 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadsadviescommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 26 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadsadviescommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadsadviescommissie of er een advies en welk advies aan de raad wordt uitgebracht. Het advies kan luiden ‘hamerstuk’, ‘ter discussie’ of ‘niet plaatsen op de raadsagenda’. De meerderheid van de aanwezige fracties is bepalend voor de beslissing. Voor het advies ‘niet plaatsen op de raadsagenda’ is echter unanimiteit vereist.

  • 3. Indien de raadsadviescommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de fracties op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle fractiesopgenomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 27 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 28 Verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de raadsgriffier.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadsadviescommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 29 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadsadviescommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadsadviescommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 30 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadsadviescommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadsadviescommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 31 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 33 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 34 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement, beslist de raadsadviescommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 35 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als “Reglement van orde voor de raadsadviescommissies van de gemeente Oss 2011”.

Artikel 36 Inwerkingtreding; intrekken oude regelingen

1.Bekendmaking van deze voorschriften zal plaatsvinden in Oss Actueel d.d. 12 januari 2011,

waarna deze op 13 januari 2011 voor de nieuwe gemeente Oss in werking treden.

2.De “Verordening op de raadscommissies” van de gemeente Lith, vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2002, en het “Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raadsadviescommissies” van de gemeente Oss, vastgesteld bij raadsbesluit van 4 oktober 2007, worden ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 3 januari 2010.
De gemeenteraad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
drs. P.H.A. van den Akker H.W.M. Klitsie.

Coll:

Bekend gemaakt d.d. 12 januari 2011

Bron: Oss Actueel

In werking getreden d.d. 13 januari 2011