Regeling vervallen per 16-03-2017

Financiële verordening gemeente Oss 2011

Geldend van 19-02-2015 t/m 15-03-2017

Intitulé

Financiële verordening gemeente Oss 2011

Gemeenteraad

Onderwerp:

Volgnummer

2010-96

Verordening artikel 212 Gemeentewet 2011

Dienst/afdeling

Raadsgriffie

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van de Stuurgroep Oss-Lith d.d. 23 november 2010;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Oss 2011

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.dienst

iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan de gemeentesecretaris heeft.

b.administratie

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Oss en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

c.financiële administratie

het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Oss, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

de financieel-economische positie; het beheer van vermogenswaarden zoals aandelen, obligaties en onroerende zaken; de uitvoering van de begroting; het afwikkelen van vorderingen en schulden; alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

d.rechtmatigheid

ontvangsten en bestedingen vinden plaats in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

e.doelmatigheid

het streven om binnen de gestelde kaders met een zo beperkt mogelijke inzet van beschikbare middelen het gewenste resultaat bereiken of waarbij met de inzet van de beschikbare middelen zoveel mogelijk resultaat wordt bereikt.

f.doeltreffendheid

de mate waarin de gemeente erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

g.programma

samenhangende verzameling van producten, activiteiten en budgetten, gericht op het bereiken van bepaalde maatschappelijke effecten.

h. voorjaarsnota

de voorjaarsnota geeft de beleidswensen van de raad alsmede de financiële ontwikkelingen op het bestaande beleid (3O-ontwikkelingen) weer.

i. programmabegroting

de programmabegroting is de vertaling van de voorjaarsnota. Het is de begroting van het daarop volgende jaar en bevat tevens een meerjarenraming. Met de vaststelling van de programmabegroting bepaalt de raad welke beleidswensen uit de voorjaarsnota daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden. Daarnaast geeft de programmabegroting inzicht in de 3O-ontwikkelingen die op dat moment bekend zijn.

j. 3O-ontwikkelingen

3O-ontwikkelingen zijn financiële afwijkingen op bestaande activiteiten die onvermijdbaar, onuitstelbaar en onvoorzienbaar zijn.

k. jaarstukken

de jaarstukken vormen de tegenhanger van de programmabegroting en bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. In de jaarstukken legt het college aan de raad verantwoording af over de realisatie van de vastgestelde beleidswensen in de programmabegroting.

l. MeerjarenProgramma Grondbedrijf

het MeerjarenProgramma Grondbedrijf geeft de jaarcijfers (jaarverslag), een meerjarig inzicht (begroting) van de ontwikkeling van de grondbedrijfprojecten en van het strategisch vastgoed en het gemeentelijk grondbeleid weer.

TITEL 1 BEGROTING EN VERANTWOORDING

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1. De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2. De raad steltper programma vast:

    de beoogde maatschappelijke effecten (outcome); wat willen we bereiken?

    de te leveren goederen en diensten(output); wat gaan we daarvoor doen?

    de baten en lasten(input); wat mag het kosten?

  • 3. De raad kan op voorstel van het college per programma indicatoren vaststellen met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en diensten.

  • 4. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3. Producten

  • 1. Bij iedere voorjaarsnota en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van welke producten onder welke programma’s horen. Tevens wordt inzicht geboden in de financiële ontwikkeling van de producten.

  • 2. De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1. Het college biedt de gemeenteraad uiterlijk 4 weken voor de raadsbehandeling de voorjaarsnota aan. De raad stelt de nota voor 15 juli vast.

  • 2. Het college biedt de gemeenteraad uiterlijk 4 weken voor de raadsbehandeling de programmabegroting voor het volgende jaar en de meerjarenraming aan. De raad stelt de begroting voor 15 november vast.

  • 3. De termijn van 4 weken wordt bepaald op basis van de vergaderkalender van de raad, die elk jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar door de agendacommissie vastgesteld wordt.

Artikel 5. Uitvoering begroting

  • 1. Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het college informeert de raad tenminste 2 keer per jaar door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van het lopende boekjaar.

  • 3. De tussentijdse rapportages in de vorm van 3O-ontwikkelingen maken onderdeel uit van de voorjaarsnota en programmabegroting.

Artikel 6. Interne controle

Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 7. Jaarstukken

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de producten en daarmee naar de programma’s van het jaarverslag en de jaarrekening.

  • 2.

    Het college legt verantwoording af over de programma's via beantwoording van de vragen:

    • a.

      wat hebben we bereikt?; de beoogde maatschappelijke effecten (outcome)

    • b.

      wat hebben we ervoor gedaan? de te leveren goederen en diensten (output)

    • c.

      wat heeft het gekost? de baten en lasten (input) 3. De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

  • 4.

    De raad stelt gelijktijdig met de jaarstukken het MeerjarenProgramma Grondbedrijf vast.

TITEL 2 Financiële positie

Artikel 8. Financiële positie

  • 1. Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de programmabegroting is opgenomen.

  • 2. De raad autoriseert met het vaststellen van de programmabegroting, de voorjaarsnota en/of het MeerjarenProgramma Grondbedrijf de daarin opgenomen investeringskredieten.

Artikel 9. Waardering en afschrijving

De spelregels omtrent de waardering en afschrijving van activa zijn in de ‘Nota afschrijvingsbeleid gemeente Oss’ vastgelegd. Het college biedt de nota periodiek ter vaststelling aan de gemeenteraad aan.

Artikel 10. Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1.

    Voor openstaande vorderingen betreffende:

    • a.

      onroerende zaakbelasting gebruikers;

    • b.

      onroerende zaakbelasting eigenaren;

    • c.

      precariobelasting;

    • d.

      hondenbelasting;

    • e.

      rioolheffing;

    • f.

      afvalstoffenheffing;

wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd ter grootte van het historische percentage van oninbaarheid.

2.Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op ondermeer inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

Artikel 11. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt jaarlijks, tegelijk met de programmabegroting, aan de raad een nota reserves ter vaststelling aan. Deze nota behandelt in ieder geval:

    • a.

      het doel en het meerjarig verloop van de reserves

    • b.

      de noodzakelijke omvang van de reserves

  • 2. De voorzieningen worden bij het opstellen van de jaarstukken jaarlijks beoordeeld. Daarbij wordt in ieder geval aandacht besteed aan:

    • a.

      het doel van de voorzieningen

    • b.

      de noodzakelijke omvang van de voorzieningen

Artikel 12.

Kostprijsberekening

  • 1.

    In de gemeente Oss wordt het principe van integrale kostentoerekening toegepast. Dit betekent dat zowel directe als indirecte kosten zoveel mogelijk aan een activiteit worden toegerekend. Voor de toerekening van overhead worden alle overheadkosten verantwoord op kostenplaatsen. Vervolgens wordt een deel toegerekend aan de verschillende rendabele activiteiten en de grondexploitatie. De verdeling van de overhead naar de rendabele activiteiten is gebaseerd op de urenbegroting.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en, voor activiteiten waar een tarief voor geheven wordt dat maximaal kostendekkend mag zijn, de compensabele BTW.

Artikel 13. Vaststelling tarieven

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke belastingen, retributies en leges. De raad stelt de tarieven vast.

Artikel 14. Financieringsfunctie

Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die worden gehanteerd voor het dagelijks geldstromenbeheer en voor liquiditeitsrisico’s, renterisico’s, kredietrisico’s en relatiebeheer, administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie. Het college biedt de raad het treasurystatuut en de wijzigingen ervan ter behandeling en vaststelling aan.

Artikel 15. Verstrekking subsidies

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.

Artikel 16. Registratie bezittingen, activa en vermogen

Het college draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van de geactiveerde activa en passiva.

Titel 3 Financiële organisatie en administratie

Artikel 17. Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de diensten

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van registergoederen, kapitaalgoederen, voorraden, vorderingen en schulden, c.a.

    • c.

      het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties

    • d.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving.

Artikel 18. Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de diensten;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de diensten van de gemeente;

  • e.

    de te maken afspraken met de diensten over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de diensten.

Artikel 19. Aanbesteding en inkoop

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels voor de inkoop van goederen en diensten en het aanbesteden van werken, alsmede de algemene inkoopvoorwaarden van de gemeente en de voorwaarden voor aanbesteding van werken van de gemeente.

Artikel 20. Hardheidsclausule

In al die gevallen waarin deze verordening niet voorziet dan wel in het belang van de gemeente haar taakuitoefening het college wordt geacht een besluit te nemen en daarbij niet in de gelegenheid is geweest om de raad op grond van de actieve informatieplicht vooraf te informeren. Het college geeft de raad zo spoedig mogelijk inlichtingen over de uitoefening en het ter zake genomen besluit.

Titel 4 Slotbepalingen

Artikel 21.

Citeertitel

Deze verordening wordt kortweg aangehaald als “Financiële verordening gemeente Oss 2011”.

Artikel 22.

Inwerkingtreding en intrekken oude regelingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking per 13 januari 2011, met dien verstande dat deze van toepassing is vanaf het begrotingsjaar 2011.

  • 2.

    De “Financiële verordening gemeente Lith 2008”, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 oktober 2008, en de “Financiële verordening gemeente Oss”, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 juni 2008, worden gelijktijdig ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 3 januari 2011.

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

drs. P.H.A. van den Akker H.W.M. Klitsie.

Coll:

Bekend gemaakt d.d. 12 januari 2011

Bron: Oss Actueel

In werking getreden d.d. 13 januari 2011