Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR441546
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR441546/1
Regeling vervallen per 16-01-2019
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Oud-Beijerland 2016
Geldend van 15-02-2017 t/m 15-01-2019
Intitulé
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Oud-Beijerland 2016De raad van de gemeente Oud-Beijerland;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 2, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Oud-Beijerland 2016
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet:
- b.
Commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
- c.
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243:
- d.
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
- e.
Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2004, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
- f.
Raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
- g.
Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
- h.
Gemeentesecretaris; de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
De vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen
Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads-
en commissieleden.
Artikel 4 Reis- en verblijfkosten
De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:
- a.
voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;
- b.
voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.
Artikel 5 Scholing
-
1. Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.
-
2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
-
3. De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.
-
4. In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.
Artikel 6 Computer en internetverbinding
Raads- en commissieleden aan wie op aanvraag een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
-
1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
-
2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 8 Reiskosten woon-werkverkeer
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 9 Zakelijke reis- en verblijfkosten
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 10 Computer en internetverbinding
Wethouders aan wie op aanvraag een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 11 Communicatieapparatuur
-
1. Wethouders aan wie op aanvraag communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
-
2. Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag, overeenkomstig het eerste lid, op basis van bewijsstukken.
Artikel 12 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming
-
1. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.
-
2. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:
- a.
reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en
- b.
dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.
- a.
Artikel 13 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
-
1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.
-
2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk III van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Hoofdstuk IV De procedure van declaratie
Artikel 14 Betaling vaste vergoedingen
De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.
Artikel 15 Betaling en declaratie van onkosten
-
1. De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:
- a.
betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur of
- b.
betaling vooruit uit eigen middelen of
- c.
betaling met een gemeentelijke creditcard
- a.
-
2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.
-
3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 6 weken na factuurdatum of betaling door
- a.
raads- en commissieleden ingediend bij de griffier.
- b.
wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris.
- a.
Hoofdstuk V Slotbepalingen
Artikel 16 Intrekking oude regeling
De verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2012 wordt ingetrokken.
Artikel 17 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op de dag na de op de voorgeschreven wijze van publicatie.
Artikel 18 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Oud-Beijerland 2016.
Ondertekening
Toelichting
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl