Regeling vervallen per 01-01-2021

Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente Oud-Beijerland

Geldend van 19-10-2017 t/m 31-12-2020

Intitulé

Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente Oud-Beijerland

Burgemeester en wethouders van gemeente Oud-Beijerland;

  • .

    gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

  • .

    gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

  • .

    gelet op hoofdstuk 3 van de CAR-UWO;

  • .

    gezien de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

 

besluiten:

vast te stellen de volgende ‘Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente Oud-Beijerland’

Artikel 1 Periodieke verhoging van het salaris

Aanvulling op artikel 3.4 CAR-UWO

  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende functionele salarisschaal, periodiek verhoogd tot het maximum van de schaal.

  • 2.

    De periodieke verhogingen worden jaarlijks per 1 januari toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van zijn functionele salarisschaal nog niet heeft bereikt.

Artikel 2 Geen periodieke verhoging

Aanvulling op artikel 3.4 CAR-UWO

  • 1.

    Wanneer een ambtenaar volgens de over hem uitgebrachte personeelsbeoordelingonvoldoende functioneert, zich onvoldoende ontwikkelt, wordt de in artikel 1 bedoelde salarisverhoging achterwege gelaten. Dit blijkt uit de personeelsbeoordeling.

  • 2.

    Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedigmogelijk, maar in elk geval vóór de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, mondeling mededeling gedaan. Dit besluit wordt onder vermelding van de redenen schriftelijk bevestigd.

Artikel 3 Coördinatiemodule

  • 1. Indien aan een functie de module coördinatie HR21 wordt toegekend, wordt de medewerker één schaal hoger beloond dan de functionele schaal.

  • 2. Zodra de werkzaamheden behorende bij de module coördinatie niet meer van toepassing zijn, vervalt de coördinatiemodule met de bijbehorende beloning.

  • 3. Er geldt bij beëindiging geen afbouw- of overgangsregeling.

Artikel 4 Gratificatie individueel

Aanvulling op artikel 3.20 CAR-UWO

  • 1.

    Indien een medewerker uitstekend functioneert en/of een bijzondere prestatie levert kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 3:20 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling worden toegekend. Deze kan gedurende het lopende jaar gegeven worden en er zijn ook meerdere gratificaties mogelijk.

  • 2.

    De hoogte van de gratificatie (s) is maximaal 10% van het bruto jaarsalaris.

  • 3.

    Toekenning vindt plaats op basis van een beargumenteerd voorstel door de direct leidinggevende nadat dit besproken is in het management.

Artikel 5 Groepsgratificatie

Aanvulling op artikel 3.20 CAR-UWO

  • 1.

    Aan een groep medewerkers die uitstekend functioneren en /of een bijzondere prestatie leveren kan aan hen een gratificatie als bedoeld in artikel 3:20 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling worden toegekend.

  • 2.

    De hoogte van de gratificatie (s) is maximaal 10% van het bruto jaarsalaris per medewerker.

  • 3.

    Toekenning vindt plaats op basis van een beargumenteerd voorstel door de direct leidinggevende nadat dit besproken is in het management.

Artikel 6 Functioneringstoelage

Aanvulling op artikel 3.8 CAR-UWO

  • 1.

    Het college kan aan een medewerker die meerdere jaren zeer of uitstekend heeft gefunctioneerd en/of bijzondere prestaties heeft geleverd, en die het maximum van zijn functieschaal heeft bereikt, een functioneringstoelage toekennen.

  • 2.

    De toelage wordt voor maximaal een jaar toegekend. Bij het voortduren van de gronden waarop de toelage is toegekend, kan deze opnieuw worden toegekend.

  • 3.

    De toelage bedraagt ten hoogste 10% van het salaris.

  • 4.

    Toekenning vindt plaats op basis van een beargumenteerd voorstel door de direct leidinggevende nadat dit besproken is in het management.

Artikel 7 Inconveniëntentoelage

  • 1. Het college kan aan de medewerker die bij de uitoefening van zijn functie in de buitendienst extra vuil, zwaar en/of onaangenaam werk verricht een maandelijks toelage toekennen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt gegeven ter grootte van het bedrag dat is opgenomen in het ‘vergoedingenoverzicht gemeente Oud-Beijerland’ en is gekoppeld aan het salarisniveau van de functie.

Artikel 8 Piketdienstvergoeding ambtenaar rampenbestrijding

De ambtenaar rampenbestrijding wordt een vergoeding toegekend voor het piket in het CoPI. Deze vergoeding is gebaseerd op artikel 20:1:13 van de CAR-UWO (de 10/16-regeling), uitgaande van het maximum van schaal 10.

Artikel 9 Reis- en verblijfskostenvergoeding

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:21 van de CAR-UWO gelden de lokale afspraken zoals neergelegd in de regeling vergoeding dienstreizen gemeente Oud-Beijerland.

Artikel 10 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:22 van de CAR-UWO gelden de lokale afspraken zoals neergelegd in de regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer gemeente Oud-Beijerland.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het bevoegd gezag.

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente Oud-Beijerland’ en treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de Bezoldigingsregeling 2012 gemeente Oud-Beijerland.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 17 februari 2016,
burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland,
Rudie Heintjes Klaas Tigelaar
secretaris burgemeester