Regeling vervallen per 01-03-2013

Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit 2005

Geldend van 01-05-2005 t/m 28-02-2013

Intitulé

Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit 2005

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Oud-Beijerland, ieder voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft, overwegende dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is de daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden te mandateren danwel daarvoor volmacht of machtiging te verlenen,

overwegende dat het aanbeveling verdient hun mandaatbesluit van 11 maart 1997 integraal te herzien,

gelet op het bepaalde in de artikelen 75, tweede lid, 160, 166, 171, 177 en 232 van de Gemeentewet en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

b e s l u i t e n :

  • 1.

    de uitoefening van hun bevoegdheden, zoals vermeld in kolom 2 jo. kolom 4 en kolom 5 (dat laatste in geval van door de raad gedelegeerde bevoegdheden) van de bij dit besluit behorende bijlage, met inbegrip van de ondertekening van stukken, op te dragen aan de in kolom 5 genoemde functionarissen (waar staat vermeld: mandaat), dan wel hen daartoe volmacht te verlenen voor het geval het betreft privaatrechtelijk handelen van de gemeente, dan wel hen daartoe machtiging te verlenen voor het geval het betreft feitelijk handelen van de gemeente;

  • 2.

    voor wat betreft de uitoefening van hun bevoegdheden, zoals vermeld in kolom 2 jo. kolom 4 en kolom 5 (dat laatste in geval van door de raad gedelegeerde bevoegdheden) van de bij dit besluit behorende bijlage, de ondertekening van stukken op te dragen aan de in kolom 5 genoemde functionarissen (waar staat vermeld: ondertekeningsmandaat);

  • 3.

    ten aanzien van de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld onder de punten I en II van dit besluit, onderstaande algemene voorschriften vast te stellen die daarmee onlosmakelijk onderdeel uitmaken van dit Besluit;

  • 4.

    ten aanzien van de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld onder de punten I en II van dit besluit, eveneens de Algemene instructie Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit 2005 vast te stellen.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht te nemen;

    • b.

      volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

    • c.

      machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan handelingen te verrichten die geen besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht en geen privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn;

    • d.

      ondermandaat: degene die mandaat heeft verkregen, verleent op zijn beurt mandaat aan een ander.

  • 2 Waar in deze bepalingen staat ‘mandaat’ en ‘gemandateerde’ wordt ook bedoeld ‘volmacht’ en ‘gevolmachtigde’ resp. ‘machtiging’ en ‘gemachtigde’, tenzij de aard van de desbetreffende bevoegdheid zich hiertegen verzet.

Artikel 2

Het mandaat geldt niet voor:

  • a.

    het beslissen op bezwaar, met uitzondering van de beslissing op bezwaarschrift inzake belastingen;

  • b.

    het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels;

  • c.

    het geval dat het bevoegde bestuursorgaan te kennen heeft gegeven het besluit zelf te nemen.

Artikel 3

  • 1 Bij de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in dit besluit, worden zowel de voorwaarden vermeld in kolom 7 van de bij dit besluit behorende bijlage, als de onderliggende bepalingen, als de bij dit besluit behorende Algemene instructie, in acht genomen.

  • 2 Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt bij de uitoefening van bedoelde bevoegdheden het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, circulaires, regelingen, aanwijzingen en richtlijnen van rijks- en provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuurs-organen in acht genomen. Ten aanzien van bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt bovendien dat hierin in de begroting moet zijn voorzien.

Artikel 4

Ingeval van afwezigheid van functionarissen aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn verleend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervanger.

Paragraaf 2 Mandaat, volmacht, machtiging

Artikel 5

De bevoegdheden, bedoeld onder de punten I en II van dit besluit, worden door de functionarissen, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage - verder te noemen: gemandateerden - uitgeoefend namens het ter zake bevoegde bestuursorgaan.

Artikel 6

  • 1 Indien bij een namens het college te nemen besluit het beleid van hun college is betrokken, legt de gemandateerde de zaak vooraf aan de betrokken portefeuillehouder voor. Indien deze dat nodig acht, wordt de zaak ter verdere besluitvorming aan het college voorgelegd.

  • 2 Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt in elk geval het beleid van het college bij een te nemen besluit geacht te zijn betrokken en wordt het te nemen besluit aan het college voorgelegd:

    • a.

      indien het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid;

    • b.

      indien er rekening mee gehouden moet worden dat de betrokken portefeuillehouder en/of het college op zijn of haar verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;

    • c.

      voor wat betreft personele aangelegenheden, indien er rekening mee gehouden moet worden dat de ambtenaar, die het betreft, van zijn of haar bevoegdheid op grond van het bepaalde in het Algemeen Ambtenarenreglement om zijn of haar belangen rechtstreeks bij het tot aanstelling bevoegde gezag te bepleiten, gebruik zal maken;

    • d.

      indien uit het te nemen besluit niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien.

  • 3 Het bepaalde in het eerste en tweede lid - met uitzondering van de slotzin van het eerste lid - is van overeenkomstige toepassing op namens de burgemeester te nemen besluiten.

Artikel 7

  • 1 In geval van uitoefening van bevoegdheden, namens burgemeester en wethouders als bedoeld onder punt I van dit besluit, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: ‘Burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland, namens hen,’gevolgd door de functie-aanduiding van de gemandateerde en zijn of haar handtekening en naam.

  • 2 In geval van uitoefening van de ondertekeningsbevoegdheden, namens burgemeester en wethouders als bedoeld in punt II van dit besluit, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: ‘Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit’,gevolgd door de functie-aanduiding van de ondertekeningsgemandateerde en zijn of haar handtekening en naam.

  • 3 Ingeval van uitoefening van bevoegdheden, namens de burgemeester als bedoeld onder punt I van dit besluit, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: ‘De burgemeester van Oud-Beijerland, namens hem, 'gevolgd door de functie-aanduiding van de gemandateerde en zijn of haar handtekening en naam.

  • 4 Ingeval van uitoefening van de ondertekeningsbevoegdheden, namens de burgemeester als bedoeld onder punt II van dit besluit, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: ‘Overeenkomstig het door de burgemeester van Oud-Beijerland genomen besluit,’gevolgd door de functie-aanduiding van de ondertekeningsgemandateerde en zijn of haar handtekening en naam.

Artikel 8

Behoudens in zaken met een routinematig karakter, geldt ondertekeningsmandaat niet ten aanzien van stukken gericht aan de Kroon, minister, staatssecretaris, commissaris van de Koningin en gedeputeerde staten.

Artikel 9

Indien tegen een krachtens mandaat genomen besluit een bestuursrechtelijke voorziening open staat, wordt daarvan in de desbetreffende stukken kennis gegeven onder vermelding van de instantie tot welke men zich daartoe kan richten en de termijn, waarbinnen dit moet geschieden (bezwaar- en/of beroepsclausule).

Artikel 10

  • 1 Indien en voor zover in de bij dit besluit behorende bijlage niet anders is aangegeven, zijn de directeuren (als gemandateerden) bevoegd functionarissen binnen hun cluster van afdelingen te mandateren tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van de hen bij dit besluit gegeven bevoegdheden (ondermandaat); de directeuren (als gemandateerden) plegen daarbij vooraf overleg met het MT en met het (de) naasthogere niveau(s) dan waaraan het mandaat wordt toegekend. Het (de) naasthogere niveau(s) wordt c.q. worden in de gelegenheid gesteld om het besluit om ondermandaat te verlenen, te voorzien van een medeparaaf.

  • 2 De verlening van het ondermandaat geschiedt schriftelijk en wordt ter kennis van het college c.q. de burgemeester gebracht, ieder voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft.

  • 3 Ingeval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: ‘Burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland, namens hen,’ c.q. ‘De burgemeester van Oud-Beijerland, namens hem, ’gevolgd door functie-aanduiding, handtekening en naam van de ondergemandateerde.

  • 4 Ingeval van uitoefening van ondertekenings-ondermandaat als bedoeld in het eerste lid, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: ‘Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit’, c.q. ‘Overeenkomstig het door de burgemeester van Oud-Beijerland genomen besluit,’gevolgd door functie-aanduiding, handtekening en naam van de ondergemandateerde.

Artikel 11

Middels plaatsing op de (wekelijkse) Mandaatbesluitenlijst (de zg. ‘M-lijst’) doen (onder)gemandateerden verslag van de wijze waarop zij gebruik hebben gemaakt van de aan hen gemandateerde bevoegdheden.

Paragraaf 3 Slotbepalingen

Artikel 12

  • 1 Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit 2005’;

  • 2 Dit besluit treedt in de plaats van het Mandaatbesluit 1997 en alle aanvullende besluiten van het college resp. de burgemeester daarop, voor zover bevoegdheden intern zijn overgedragen (mandatering van bevoegdheden aan externen en de verleende doorlopende volmachten worden door dit besluit niet gewijzigd en blijven ongewijzigd van kracht);

  • 3 Dit besluit treedt in werking per 1 mei 2005.

Ondertekening

Oud-Beijerland,
Burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland,
De secretaris,    De burgemeester,
De burgemeester van Oud-Beijerland,