Regeling vervallen per 21-01-2013

Toetsingskader Evenementen gemeente Oud-Beijerland

Geldend van 17-10-2008 t/m 20-01-2013

Intitulé

Toetsingskader Evenementen gemeente Oud-Beijerland

Achtergrondmuziek: Braderie/jaarmarktOnversterkte muziek of omroep: Hieronder wordt verstaan een door winkeliers georganiseerde, feestelijke straatactiviteit, waarbij winkeliers door middel van een marktkraam of een andere uitstallingeenheid in de betreffende straat aan straatverkoop deelnemen. Tevens wordt daarbij de mogelijkheid geboden om de braderie aan te vullen met kramen van professionele handelaren en eventueel attracties. De aanvraag voor een dergelijke vergunning wordt getoetst aan de Algemene Plaatselijke Verordening Oud-Beijerland en dit beleid. Achtergrondmuziek: CentrumOnversterkte muziek of omroep: Het gebied binnen en inclusief de Oostkade, Bierkade, Oostdijk tot Wilhelminastraat, Wilhelminastraat, Boomgaardstraat, Oost-Voorstraat, Karel Doormanstraat, Zinkweg en Spuidijk (inclusief de parkeerplaats ten westen van de Spuidijk, naast het politiebureau) – zie kaart Bijlage 1 Achtergrondmuziek: DancefeestOnversterkte muziek of omroep: Een feest gericht op jongeren (doelgroep tot 28 jaar) waar diverse soorten dance/house muziek ten gehore wordt gebracht. Achtergrondmuziek: MuziekfeestOnversterkte muziek of omroep: Een feest gericht op een zo breed mogelijke doelgroep (jong en oud) waar muziek, zowel versterkt als onversterkt, ten gehore wordt gebracht. Achtergrondmuziek: Rommel-, snuffel- en vlooienmarkt Onversterkte muziek of omroep: Hieronder wordt uitsluitend de handel in tweedehands goederen verstaan, bijvoorbeeld zolderopruiming door particulieren en/of hobbymatig vervaardigde artikelen. Rommel-, snuffel- en vlooienmarkten die in een gebouw worden georganiseerd, worden niet aangemerkt als een evenement. Hierop is artikel 5.4.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Oud-Beijerland van toepassing. Achtergrondmuziek: Versterkte muziek of omroepOnversterkte muziek of omroep: Alle geluid die ten gehore wordt gebracht via toestellen of geluidsapparaten die aangesloten zijn op een elektrapunt.Lijst met afkortingenAPV = Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Oud-Beijerland APV = (nieuw) in voorbereiding zijnde 3e wijziging van de APV Awb = Algemene wet bestuursrecht college = college van burgemeester en wethouders GS = Gedeputeerde Staten MZHZ = Milieudienst Zuid-Holland ZuidSamenvatting In het Toetsingskader Evenementen worden de mogelijkheden tot het verlenen van evenementenvergunningen gekwalificeerd en met name gekwantificeerd.Hoofdstuk 1 geeft een nadere toelichting op de redenen om een toetsingskader op te stellen.In hoofdstuk 2 wordt het wettelijk kader geschetst waarmee bij het verlenen van een evenementenvergunning rekening gehouden dient te worden.Hoofdstuk 3 beschrijft kort de evenementenlocaties in de gemeente Oud-Beijerland. De lijst met zeven locaties, te weten Vierwiekenplein, Bierkade/Havendam/Oostkade, Oost- en West-Voorstraat/Molendijk/Oostdijk/Ooststraat/Wilhelminaplein, Parkeerterrein Spuidijk, Laningpark, Kikkershoek I en II, is niet uitputtend. In bijlage 2 wordt per locatie de volledige beschrijving gegeven.In hoofdstuk 4 wordt het kader voor evenementen besproken. 4.1 geeft een onderverdeling in soorten evenementen, te weten meldingplichtige evenementen (4.1.1), niet-belastende evenementen (4.1.2), belastende evenementen (4.1.3) en extra-belastende evenementen (4.1.4). Elke categorie evenement heeft zijn eigen voorwaarden, waaronder indienings- en beslistermijnen. 4.2 behandelt de spreiding van evenementen en de evenementenkalender. De hierin genoemde voorwaarden zorgen er voor dat niet alle evenementen zich concentreren rond een bepaalde periode en hoe gehandeld moet worden bij aanvragen voor eenzelfde datum en/of locatie. Door gebruik te maken van een evenementenkalender kan aan het begin van het jaar al een duidelijk overzicht van te organiseren evenementen worden gegeven. 4.3 geeft de burgemeester of het college de bevoegdheid wegens (zeer) bijzondere omstandigheden gemotiveerd af te wijken van de het Toetsingskader.Hoofdstuk 5 geeft de voorwaarden die aan de vergunning verbonden worden, zoals vast begin- en eindtijden, maximale geluidsbelasting, beperkingen aan tappunten op of aan de openbare weg, verkeersmaatregelen en aansprakelijkheid (zie voor alle onderwerpen de inhoudsopgave bij 5).In hoofdstuk 6 wordt uiteindelijk de gehele procedure voor het aanvragen en verkrijgen van een evenementenvergunning besproken.Voorwoord Voor u ligt het Toetsingskader Evenementen. In dit stuk worden de mogelijkheden tot het verlenen van evenementenvergunningen gekwalificeerd en met name gekwantificeerd.Groot voordeel van het opstellen van een Toetsingskader is de mogelijkheid om evenementenlocaties aan te wijzen en per locatie het maximum aantal evenementen te bepalen. Hiermee wordt de druk op de diverse evenementenlocaties gereduceerd en weten omwonenden waar ze aan toe zijn.Gelet op de maximalisatie van het aantal toelaatbare evenementen, is het van belang dat aanvragen eerder worden ingediend. Vanuit de gemeente zal hierop actie worden ondernomen.Voordeel van het eerder kunnen be- en afhandelen van evenementenvergunningaanvragen is dat de rechtszekerheid beter wordt gewaarborgd. Na verlening van de vergunning en publicatie is er voldoende tijd voor belanghebbenden om bezwaar te maken tegen het besluit voordat het evenement plaatsvindt. Op het moment van opstellen van dit Toetsingskader ontbreekt hier vaak de tijd voor. Ander groot voordeel van het ‘naar voren halen’ van de vergunningaanvragen, is dat er meer tijd voor de afhandeling van de aanvraag is, wat de kwaliteit ten goede zal komen.Nieuw in dit toetsingskader is de onderverdeling van de evenementen in categorieën. Deze categorisering brengt met zich mee dat een onderscheid wordt gemaakt in de aanvragen. Zo geldt voor kleinschalige evenementen, zoals buurtbarbecues, een meldingsplicht. Om te controleren of met een melding kan worden volstaan, zijn algemene (spel)regels opgesteld.Het idee achter deze categorisering is deregulering: vereenvoudiging van de vergunningverlening en vermindering van het aantal vergunningen.Samenvattend kan dus worden geconcludeerd dat dit Toetsingskader bijdraagt aan de ambities van de gemeente Oud-Beijerland, namelijk klantgerichter werken vanuit heldere (beleids)kaders.

Hoofdstuk 1 Inleiding

Binnen de gemeente Oud-Beijerland worden ieder jaar diverse evenementen en festiviteiten georganiseerd. Evenementen en festiviteiten leveren een welkome bijdrage aan het culturele en sociaal-maatschappelijke leven in de gemeente Oud-Beijerland en zijn daarbij een belangrijk onderdeel voor het toeristisch recreatief product Oud-Beijerland. Niet ieder evenement draagt hier echter aan bij. Er wordt dan ook gepleit voor de noodzaak tot het formuleren van een Toetsingskader Evenementen.Gelet hierop heeft het college van burgemeester en wethouders (college) op 17 oktober 2007 besloten een toetsingskader voor evenementen te ontwikkelen, waarin het evenementenartikel uit de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oud-Beijerland (APV) wordt gekwantificeerd om zo sneller en dus klantvriendelijker evenementenvergunningen af te kunnen handelen.Doel van het Toetsingskader is een kader vast te stellen waarbinnen vergunningen enerzijds efficiënter en eenvoudiger (interne procesverbetering) en anderzijds sneller (klantgericht) kunnen worden verleend.Mandatering Het college heeft zich geconfirmeerd aan het beleid in dit Toetsingskader. Dit betekent dat voor meldingplichtige en (niet-) belastende evenementen geen principe-uitspraak meer nodig is van de burgemeester danwel de portefeuillehouder en/of het college. Past een evenement binnen het kader, dan wordt overgegaan tot vergunningverlening.Uitzondering hierop is de vergunningverlening voor extra-belastende evenementen. Hiervoor wordt geen mandaat afgegeven. Voor dit soort aanvragen zal een principe-uitspraak van de burgemeester danwel de portefeuillehouder en/of het college nodig zijn. Dit laat echter niet onverlet dat voor een (niet-) belastend evenement, indien dit gewenst is, toch een principe-uitspraak kan worden gevraagd.Belangen bij evenement In het onderhavige Toetsingskader wordt op verschillende vraagstukken ingegaan, zoals vergunningscriteria, maximumstelsel en algemene voorwaarden. Zonder beleid is het lastiger om onder steeds dezelfde voorwaarden tot vergunningverlening over te gaan. Dit komt, omdat verschillende personen en instanties vanuit heel verschillende belangen naar een evenement kijken:• inwoners: zij vinden een bepaald evenement leuk, omdat het bijdraagt aan de gezelligheid en het amusementsaanbod van de gemeente en hebben in die zin een direct belang bij het evenement. Daarnaast kunnen inwoners ook overlast van het evenement ondervinden als zij dicht wonen en/of werken bij de plek waar overlast (vaak geluid, geen/minder parkeerplaatsen) zou kunnen ontstaan; • bezoekers: zij komen naar de gemeente om een bepaald evenement te bezoeken en willen een goede bereikbaarheid van het evenement met voldoende parkeergelegenheid, die goed staat aangegeven. In die zin hebben zij een direct belang bij het evenement. Daarnaast hebben zij een indirect belang: via vergunningverlening en handhaving dient een goed geregeld en veilig evenement plaats te vinden; • ondernemers: zij willen gedurende het evenement een goede bereikbaarheid van de winkels, zodat klanten hen naar behoren kunnen bereiken en hebben in die zin een direct belang bij het evenement. Daarnaast hebben ondernemers een commercieel belang, want extra bezoekers (potentiële klanten) komen naar de gemeente; organisatoren: zij moeten weten welke procedures zij dienen te volgen en met welke (on)mogelijkheden zij rekening dienen te houden; • gemeentelijke en overige instanties (zoals politie en brandweer): zij moeten zo volledig mogelijk geïnformeerd zijn over de te organiseren activiteiten om een goede afweging te kunnen maken. De politie in het kader van openbare orde en de brandweer in het kader van brandveiligheid. Bij de vergunningverlening en de daarbij gestelde voorschriften voor controles en handhaving is voor iedereen duidelijk waaraan men zich heeft te houden, zodat de overlast zoveel mogelijk wordt beperkt.Kortom, iedereen moet kunnen achterhalen wat (op hoofdlijnen) de afspraken zijn. Dit Toetsingskader biedt op een aantal punten vooraf de gewenste duidelijkheid.Bovengenoemde belangen spelen ook een rol bij de besluitvorming ten aanzien van punten die duidelijk overlast kunnen geven, zoals het toestaan van muziek en het afsluiten van wegen. Voordat voor dergelijke zaken vergunning kan worden verleend, moeten op grond van de wet alle betrokken belangen worden meegewogen. Bij verschillende afdelingen en externe partijen, zoals politie en brandweer, wordt dan ook advies ingewonnen. Het resultaat hiervan moet in de vergunning tot uitdrukking komen.Hierbij moet bedacht worden dat een beleid voor evenementen een complexe materie is. Niet alleen zijn bij de vergunningverlening veel verschillende specialismen betrokken, maar op deze terreinen vinden doorlopend ontwikkelingen plaats (bijvoorbeeld vereisten die betrekking hebben op geluid, brandveiligheid en openbare orde). Dit Toetsingskader is alleen al om deze reden niet uitputtend.Gelet op het voorgaande is een Toetsingskader Evenementen wenselijk naar Oud-Beijerlandse maat en schaal: kaderstellend waar nodig, praktisch waar het kan.Evaluatie Het is noodzakelijk dat dit Toetsingskader twee jaarlijks wordt geëvalueerd en indien veranderende regelgeving, voortschrijdend inzicht of ervaringen met evenementen dit vereisen, dient het Toetsingskader te worden geactualiseerd. De resultaten van de evaluatie zullen ter bespreking worden voorgelegd aan het college.Daarnaast voorziet dit Toetsingskader (nog) niet in belangrijke aspecten, zoals gemeentelijk toezicht en handhaving. Twee jaar na de vaststelling van dit Toetsingskader zal dit Toetsingskader worden uitgebreid tot een volwaardig Toetsingskader Evenementen. Dit zal in overleg met alle betrokken partijen gebeuren.

Hoofdstuk 2 Wettelijk kader

Paragraaf 2.1 Inleiding

De aanvraag voor een evenementenvergunning moet worden getoetst aan allerlei wetten en regels.Dat begint al bij het indienen van een verzoek. Door de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt het verzoek namelijk aangemerkt als een aanvraag en de beslissing op de aanvraag als een besluit.

Paragraaf 2.2 Algemene wet bestuursrecht

De Awb gaat echter verder. Dit Toetsingskader kan worden aangemerkt als beleid, zoals bedoeld in de artikelen 4:81 tot en met 4:84 van de Awb. Dit betekent dat hetgeen in dit Toetsingskader wordt geformuleerd als uitgangspunt bij de behandeling van evenementaanvragen dient.Tevens is de Awb maatgevend, in die zin dat voor zover niets is geregeld in de APV of een andere formele wet, de Awb als ‘vangnet’ fungeert met betrekking tot het handelen van de gemeente, beslistermijnen, bekendmaking van de besluiten en de rechtsbescherming voor belanghebbende derden (bezwaar- en beroep).

Paragraaf 2.3 Gemeentewet

Een belangrijk uitgangspunt bij een publieksevenement is de veiligheid van het publiek en wat dat betreft staan de belangrijkste bepalingen in de artikelen 172 en 174 van de Gemeentewet. Volgens artikel 172 van de Gemeentewet is de burgemeester belast met de handhaving van de openbare orde en is hij bevoegd om alle bevelen te geven die noodzakelijk geacht worden voor de handhaving van de openbare orde. Daarnaast is de burgemeester ook belast met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven (artikel 174 van de Gemeentewet).

Paragraaf 2.4 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oud-Beijerland

In de APV is afdeling 2 van hoofdstuk 2 gewijd aan het toezicht op evenementen. Op het moment van opstellen van dit Toetsingskader wordt een 3e wijziging van de APV voorbereid. Het is de bedoeling dat bij de inwerkingtreding van dit Toetsingskader de 3e wijziging van de APV van kracht is. In dit Toetsingskader wordt rekening gehouden met de wijzigingen voor de afdeling over evenementen. Gelet op deze wijziging wordt in het onderhavige Toetsingskader gesproken over de APV, dit is de huidige APV, en over de APV (nieuw), dit is de in voorbereiding zijnde APV.De aanvraag voor een evenementenvergunning wordt getoetst aan afdeling 2 van hoofdstuk 2. Artikel 2.2.1 van de APV bevat de begripsomschrijving en artikel 2.2.2 van de APV bevat de bepaling dat het verboden is zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Tevens bevat dit artikel de weigeringsgronden. In de APV (nieuw) worden deze gronden uitgebreid en wordt de meldingsplicht voor een aantal evenementen opgenomen.Artikel 2.2.2 van de APV heeft een zeer ruime werking en vormt de basis voor veel te regelen onderdelen van een evenement, zoals geluidsvoorwaarden, gebruik van de openbare weg, wegafsluitingen et cetera. Door het opstellen van beleid kan de zeer ruime werking van dit artikel worden beperkt, kan onder meer worden bepaald welke voorwaarden voor vergunningverlening gelden en welke voorwaarden in de evenementenvergunning opgenomen moeten worden.In de APV (nieuw) wordt een geheel nieuw artikel opgenomen, artikel 2.2.2a, over evenementen die in een inrichting worden georganiseerd. Reden hiervoor is dat de vergunningverleners hebben geconstateerd dat steeds vaker evenementen binnen worden georganiseerd, met name in De Boogerd, en dat het vaak terugkerende evenementen zijn.Op grond van artikel 2.2.3 en artikel 2.2.3a is het verboden bij evenementen de orde te verstoren respectievelijk onnodig op te dringen, door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden of wanordelijkheden te veroorzaken. De politie ziet hierop toe en treedt hier handhavend tegen op. Daarnaast kan van de organisator worden verlangd dat deze ook een eigen toezichthoudende bewakings- c.q. ordedienst instelt. Bij extra-belastende evenementen is dit zelfs een voorwaarde voor het verlenen van de vergunning.

Paragraaf 2.5 Beleidsregel bij evenementenvergunningen (kermis)

Op 13 maart 2007 heeft het college van de gemeente Oud-Beijerland een beleidsregel vastgesteld voor het organiseren van een kermis ten aanzien van de weigeringsgrond “voorkomen of beperken van overlast”. Vastgesteld is dat jaarlijks voor maximaal 1 kermis een evenementenvergunning wordt verleend en dat de kermis in samenhang met de activiteiten rond Koninginnedag zal plaatsvinden.De overwegingen die aan deze beleidsregel ten grondslag liggen, te weten:

  • a.

    beperken overlast voor de omwonenden van en de horeca aan het Vierwiekenplein

  • b.

    2 kermissen voor een gemeente met de schaal van de gemeente Oud-Beijerland is te veel van het goede

  • c.

    openbare aspecten/ vermindering druk op de politie, zijn op dit moment nog steeds van toepassing. In dit Toetsingskader wordt deze beleidsregel dan ook één op één overgenomen.

Paragraaf 2.6 Overige regelgeving

Daarnaast dient een aanvraag voor een evenementenvergunning te worden getoetst aan andere wetten, uitvoeringsbesluiten, gemeentelijke verordeningen en notities. Afhankelijk van de specifieke activiteiten bij een concreet evenement moet nagegaan worden welke van toepassing zijn:

  • 1.

    Politiewet; ter handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.

  • 2.

    Brandweerwet en Brandbeveiligingsverordening; ter waarborging van de veiligheid voor publiek (vluchtroutes, vluchtwegaanduidingen en brandblusmiddelen) op open terreinen en tijdelijke bouwsels, zoals tenten- en containercomplexen. Hierbij is een vergunning noodzakelijk ingevolge de Brandbeveiligingsverordening. Deze vergunning wordt opgesteld door de brandweer.

  • 3.

    Woningwet en Bouwverordening; ter waarborging van de veiligheid van publiek in gebouwen. Voor gebouwen waarin evenementen mogelijk zijn, dient bijna altijd een (tijdelijke) gebruiksvergunning ingevolge de Bouwverordening te worden verleend. Deze vergunning heeft tot doel om het gebruik van de inrichting vast te leggen en te reglementeren op het gebied van brandveiligheid, gebruik van vloeistoffen en anderszins in de inrichting.

  • 4.

    Wet ruimtelijke ordening / bestemmingsplannen; evenementenlocaties moeten in overeenstemming zijn met de bestemming van de locatie. Voor locaties die niet de bestemming evenementenlocatie hebben, dient een ontheffing op grond van de Wet ruimtelijke ordening te worden aangevraagd. Artikel 4.4.1, lid 1, sub h, van het Besluit ruimtelijke ordening bepaalt dat voor het gebruik van gronden of bouwwerken met een maximum van drie jaar ontheffing op grond van artikel 3.23, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening kan worden verleend.

  • 5.

    Drank- en Horecawet; voor het mogen schenken van zwakalcoholische drank op de openbare weg of in een inrichting waar geen reguliere Drank- en Horecavergunning voor is afgegeven, is een ontheffing noodzakelijk op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet (DHW). Deze ontheffing kan worden verstrekt bij een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard (een aaneengesloten periode van maximaal twaalf dagen).

  • 6.

    Wet op de kansspelen; op grond van de Wet op de kansspelen (Wok) is het verboden een bijeenkomst, waar gelegenheid tot het deelnemen aan het kansspel wordt gegeven, te organiseren. Burgemeester en wethouders kunnen hier op grond van artikel 3 van de Wok een ontheffing voor verlenen. Als klein kansspel worden aangemerkt het kienspel, vogelpikspel, rad van avontuur en vergelijkbare (kans)spelen. Voor deze categorie volstaat een melding.

  • 7.

    Wegenverkeerswet; gelet op de bepalingen in de Wegenverkeerswet 1994, het Besluit administratieve bepalingen wegverkeer en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, is het mogelijk om (gedeelten van) wegen, straten en/of pleinen, die in het beheer en eigendom van de gemeente staan, tijdelijk af te sluiten ten behoeve van een evenement. Er wordt hier dan gesproken over tijdelijke verkeersmaatregelen. Dit moet niet verward worden met een verkeersbesluit, dat een permanent/langdurig karakter heeft.

  • 8.

    Zondagswet; deze wet dient ter waarborging van de zondagsrust. Artikel 4 van deze wet geeft aan dat het verboden is om op zondag voor 13.00 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen. Op grond van lid 3 van dit artikel kan de burgemeester ontheffing verlenen van dit verbod.

  • 9.

    Wet wapens en munitie; het kan voorkomen dat voor een evenement een verklaring van geen bezwaar van de burgemeester nodig is in het kader van de Wet wapens en munitie. Hiervoor is dan door de politie reeds verlof verleend. De burgemeester dient dan in de vergunning te verklaren dat geen bezwaar bestaat tegen het dragen of gebruiken (enkel losse lading) van de betreffende wapens.

  • 10.

    Regeling verkeersregelaars; voor evenementen op de openbare weg kan het aanstellen van verkeersregelaars verplicht gesteld worden. In de Regeling zijn hiervoor voorwaarden opgenomen.

Hoofdstuk 3 Evenementenlocaties

Paragraaf 3.1 Locaties

Het is van belang om voor een aantal locaties in de gemeente Oud-Beijerland, waar regelmatig buitenevenementen plaatsvinden, vast te stellen in hoeverre het terrein geschikt is als evenementenlocatie en ten aanzien van deze terreinen de mogelijkheden en onmogelijkheden te kwantificeren. Om een duidelijk beeld te krijgen van de inzetbaarheid van deze locaties heeft een inventarisatie plaatsgevonden. Met deze inventarisatie is inzichtelijk gemaakt hoeveel personen toegelaten kunnen worden, welke voorzieningen aangeboden kunnen worden en of er aandachtspunten zijn, zoals verkeer en parkeren. Dit is per locatie in een overzicht geplaatst. De overzichten zijn te vinden in bijlage 2.Kort samengevat leverde de inventarisatie het volgende resultaat op: AlgemeenHet aantal vastgestelde evenementenlocaties bedraagt in totaal 7, te weten:

  • 1.

    Vierwiekenplein (Centrum)

  • 2.

    Bierkade/Havendam/Oostkade (Centrum)

  • 3.

    Oost- en Westvoorstraat/Molendijk/Oostdijk/ Ooststraat / Wilhelminaplein(Centrum)

  • 4.

    Parkeerterrein Spuidijk (Spuioever)

  • 5.

    Laningpark (Zuid)

  • 6.

    Kikkershoek I (Buitengebied)

  • 7.

    Kikkershoek II (Buitengebied)

Deze lijst is niet uitputtend. Het is uiteraard mogelijk om op andere locaties evenementen te organiseren. Ten aanzien van deze 7 locaties is echter al gekwantificeerd en gekwalificeerd wat voor soort evenementen zijn toegestaan en wat de omvang van het evenement mag zijn (zie bijlage 2). Wordt op een andere locatie dan de hiervoor benoemde 7 locaties een evenement georganiseerd, dan zal voor die locatie bekeken dienen te worden of het evenement op die locatie mogelijk is.Oppervlakte en bezoekersaantallenDe kleinste locatie is het terrein aan de Molendijk/Oostdijk (oppervlakte: 1000 m2, maximaal 1800 bezoekers). Daarnaast beschikt de gemeente Oud-Beijerland over een tweetal ‘grotere’ locaties, namelijk het Laningpark en Kikkershoek I (oppervlakte 4500 m2 respectievelijk 9565 m2, maximaal 5.000 respectievelijk 7.500 bezoekers). Voor gegevens van de overige locaties zie bijlage 2.Bereikbaarheid, aard en kwetsbaarheid locatiesMeer dan de helft van de (mogelijke) locaties is in regulier gebruik als parkeerplaats. Deze zijn dan ook goed bereikbaar voor het autoverkeer. Op het moment dat op een of meerdere van deze locaties een evenement plaatsvindt, betekent dit echter automatisch het wegvallen van een (groot) aantal parkeerplaatsen. Dit kan met name in het centrumgebied voor overlast en ergernis zorgen.Voor het evenemententerrein Kikkershoek I is het van belang dat een voetgangersverbinding wordt aangelegd tussen Kikkershoek I en Kikkershoek II om de bezoekers via een veilige route vanaf de parkeergelegenheid het evenemententerrein te bereiken.De meeste locaties hebben een harde ondergrond (BBK/straatstenen). De locaties met een zachte ondergrond (gras) kunnen bij nat weer kwetsbaar zijn. Gebruik van deze locaties is enkel toegestaan als de organisator na het evenement er zorg voor draagt dat het terrein in dezelfde staat verkeerd als voor het evenement. Zie voor een specificatie per locatie bijlage 2. Aanwezigheid basisinfrastructuur en faciliteitenOp een aantal locaties zijn basisvoorzieningen aanwezig, zoals water en elektriciteit (zie bijlage 2). Indien een organisator gebruik wil maken van deze faciliteiten is dit mogelijk op aanvraag. De kosten voor het gebruik van water, elektriciteit of andere faciliteiten worden bij de organisator van het evenementen c.q. de gebruiker achteraf in rekening gebracht.Beperkingen KikkershoekBij het organiseren van evenementen op Kikkershoek I en II, dient rekening gehouden te worden met de belangen van de sportverenigingen die zijn gevestigd op deze sportcomplexen. Op dagen met (belangrijke) sportwedstrijden, waar veel publiek op afkomt, zal geen gebruik gemaakt kunnen worden van de locatie.Na ontvangst van een aanvraag voor een evenement op Kikkershoek I of II wordt dit gecommuniceerd met de daar gevestigde sportverenigingen en wordt onderzocht of het aangevraagde evenement een te hoge parkeerdruk oplevert. Bij een te hoge parkeerdruk zal in overleg met de organisator en de op Kikkershoek gevestigde sportverenigingen gekeken worden of een oplossing gevonden kan worden.

Paragraaf 3.2 Visie op het gebruik van de evenementenlocaties

De belevingswaarde van een locatie is belangrijk voor veel evenementen. Het gaat daarbij om aspecten als aantrekkelijkheid van de bebouwing, aanwezigheid van groen en water in de omgeving, levendigheid van het straatbeeld en uitstraling van het gebied als geheel. Daarnaast stijgt de verblijfsduur van een bezoeker als het evenement, de horecavoorzieningen en het winkelaanbod samen een totaalproduct vormen.De aantrekkingskracht van de gemeente Oud-Beijerland ligt vooral in het cultuur historische centrum. De gemeente Oud-Beijerland heeft een centrum waar alles op loopafstand te bereiken is. Het is dan ook wenselijk dat de dorpspromotionele evenementen in het centrum van de gemeente Oud-Beijerland plaatsvinden. Dit vanwege de decorfunctie die het centrum heeft (imagoversterkend) en het spin-off effect op de omgeving en de lokale middenstand.

Hoofdstuk 4 Kader voor evenementen

Paragraaf 4.1 Soorten evenementen

Evenement is een zeer ruim begrip. Het kan gaan om een grootschalig evenement met uitstraling voor bijvoorbeeld de hele stad of het kan gaan om een kleinschalig evenement met uitstraling voor alleen de eigen straat. Voor een goed verloop van een evenement moeten verschillende belangen worden afgewogen en duidelijke afspraken worden gemaakt met de organisator. De belangen en afspraken kunnen per evenement verschillen, maar sommige evenementen vertonen ook overeenkomsten.In dit Toetsingskader is gekozen om evenementen te categoriseren en per categorie voorwaarden aan te geven. Daarnaast dient per evenement te worden gekeken of aanvullende voorwaarden gesteld moeten worden.De evenementen die in de gemeente Oud-Beijerland georganiseerd worden, dienen aansluiting te vinden bij het karakter van de gemeente Oud-Beijerland. In dat kader dient het navolgende in ogenschouw te worden genomen bij de behandeling van een aanvraag om een evenementenvergunning:

  • a.

    het evenement dient bij te dragen aan het imago van de gemeente Oud-Beijerland, te weten gezellig, dorps, veilig, en gastvrij;

  • b.

    het evenement dient een directe of indirecte economische impuls te geven aan de gemeente Oud-Beijerland;

  • c.

    het evenement dient inpasbaar te zijn in het toeristisch recreatief product Oud-Beijerland, hetgeen inhoudt dat het een kwalitatief hoogwaardig evenement dient te zijn;

  • d.

    het evenement dient aansluiting te vinden bij de horeca, winkels en cultuur van de gemeente Oud-Beijerland.

Sub-paragraaf 4.1.1 Meldingplichtige evenementen

In het kader van het project ‘Vermindering regelgeving en toezicht’ van de VNG is de mogelijkheid gecreëerd om in plaats van het aanvragen van een vergunning tijdig een melding te doen. Evenementen die hiervoor in aanmerking komen, zijn kleinschalige evenementen die geen tot weinig overlast veroorzaken, zoals straatbarbecues en buurtfeesten of kleinere evenementen zonder versterkte muziek of omroep. Op deze manier blijft de gemeente toch op de hoogte, zonder dat een heel vergunningentraject ingezet hoeft te worden. Door het doen van een melding kan snel worden bezien of er toch maatregelen nodig zijn. Denk hierbij aan het afsluiten van een weg bij een straatbarbecue.In artikel 2.2.2 van de APV (nieuw) worden de voorwaarden opgenomen op grond waarvan een evenement meldingplichtig is. De vergunningplicht geldt niet voor eendaagse evenementen, indien:

  • a.

    het een evenement, zoals een barbecue of straatfeest, in de open lucht betreft*;

  • b.

    het aantal bezoekers niet meer bedraagt dan 100 personen;

  • c.

    het evenement tussen 12.00 en 23.00 uur (op zondag: tussen 13.00 en 22.00 uur) plaatsvindt;

  • d.

    het evenement niet meer dan 2 straten omvat;

  • e.

    tijdens het evenement niet langer dan tot 22.00 uur achtergrondmuziek ten gehore wordt gebracht;

  • f.

    het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, fiets-, bromfiets- of parkeergelegenheid of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;

  • g.

    slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object en niet meer dan 2 objecten per straat;

  • h.

    er een organisator is.

* Hieronder vallen ook de schoolsportdagen.Daarnaast dient het evenement altijd in de nabijheid van het huisadres van de organisator plaats te vinden. Onder nabijheid wordt verstaan de omliggende straten van het huisadres. Voor evenementen die niet in de nabijheid van het huisadres worden georganiseerd, dient altijd een vergunning aangevraagd te worden.Voor barbecues geldt nog de aanvullende voorwaarde dat deze op een harde ondergrond moeten plaatsvinden en niet in een park of plantsoen.De hierboven uiteengezette voorwaarden, inclusief de hieronder genoemde voorwaarden van de indieningstermijn, zijn cumulatief. Dit betekent dat aan al deze voorwaarden moet worden voldaan. Indien niet aan alle voorwaarden wordt voldaan, dient tijdig een vergunning te worden aangevraagd. Vaak zal een melding echter binnen de indieningstermijn voor niet-belastende evenementen zijn gedaan (6 weken voor het evenement), dus niet tijdig, waardoor de vergunningaanvraag zal worden geweigerd. Het evenement kan dan niet plaatsvinden op de aangevraagde datum.Indienings- en beslistermijn melding De organisator dient bij een evenement met minder dan 50 bezoekers tenminste 5 werkdagen en bij een evenement tussen de 50 en 100 bezoeker tenminste 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement de burgemeester in kennis te stellen met het daarvoor vastgestelde meldingsformulier (bijlage 3).Indien binnen 3 werkdagen (minder dan 50 bezoekers) respectievelijk binnen 6 werkdagen (tussen 50 en 100 bezoekers) na ontvangst van het meldingsformulier door de burgemeester geen tegenbericht is verzonden, kan het evenement, zoals gemeld, plaatsvinden.De ontvangen meldingen worden gepubliceerd op de website van de gemeente Oud-Beijerland. Tegen een melding staat geen bezwaar of beroep open.

Sub-paragraaf 4.1.2 Niet-belastende evenementen

Niet-belastende evenementen vragen om een minder uitgebreid kader, omdat deze evenementen in de regel gering van omvang zijn, overdag plaatsvinden en een beperkte geluidsproductie voortbrengen. Het gaat hier om bijvoorbeeld buurtfeesten en straatbarbecues die niet aan de voorwaarden voor een melding voldoen, schoolfeesten of kleinere buitenevenementen zonder versterkte muziek of omroep.Voor dit soort evenementen geldt de normale vergunningplicht. Er is sprake van een niet-belastend evenement, indien:

  • a.

    het evenement niet onder de meldingsplicht valt;

  • b.

    het aantal bezoekers, op eenzelfde moment, tussen de 100 en 500 personen bedraagt;

  • c.

    het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode (langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, LAr,LT ) op de gevel van gevoelige gebouwen om en nabij de evenementenlocatie niet meer bedraagt dan:

  • d.

    50 dB(A) in de dagperiode (07.00 uur tot 19.00 uur)

  • e.

    45 dB(A) in de avondperiode (19.00 uur tot 23.00 uur)

  • f.

    40 dB(A) in de nachtperiode (23.00 uur tot 07.00 uur).

De hierboven uiteengezette voorwaarden zijn cumulatief. Dit betekent dat aan alle voorwaarden moet worden voldaan. Indien niet aan alle voorwaarden wordt voldaan, dient tijdig een vergunning voor een belastend evenement te worden aangevraagd. Betekent dit dat de aanvraag op grond van de indieningstermijn voor een belastend evenement te laat is ingediend, dan wordt de aanvraag, gelet op deze bijzondere omstandigheid, toch in behandeling genomen als belastend evenement.Indien een niet-belastend evenement, bij herhaling, toch overlast blijkt te veroorzaken, kan deze, na eerst betrokkene(n) te hebben gehoord, in de toekomst worden verboden (door middel van het weigeren van de vergunningaanvraag) of als een belastend evenement worden aangemerkt.Indienings- en beslistermijn niet-belastend evenement De organisator dient bij een niet-belastend evenement tenminste 6 weken voorafgaand aan het evenement een aanvraag in bij de burgemeester met het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier (bijlage 4). Binnen 8 weken na ontvangst van het aanvraagformulier beslist de burgemeester op de aanvraag.Verleende vergunningen worden gepubliceerd in De Schakel en op de website van de gemeente Oud-Beijerland, waarna bezwaar of beroep mogelijk is.

Sub-paragraaf 4.1.3 Belastende evenementen

Belastende evenementen vragen om een uitgebreid kader, omdat deze evenementen qua omvang, geluidsproductie en/of eindtijd overlast kunnen veroorzaken. Hier kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een dorpsfeest, braderie of kermis. Het is derhalve van belang om deze aanvragen zorgvuldig te beoordelen, waarbij met name rekening wordt gehouden met de belangen van de direct omwonenden.Voor dit soort evenementen geldt de normale vergunningplicht. Er is sprake van een belastend evenement, indien:

  • 1.

    het evenement niet onder de vorige twee categorieën evenementen valt;

  • 2.

    het aantal bezoekers, op eenzelfde moment, meer bedraagt dan 500 personen;

  • 3.

    het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode (langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, LAr,LT ) op de gevel van gevoelige gebouwen om en nabij de evenementenlocatie niet meer bedraagt dan: 70 dB(A) in de dagperiode (07.00 uur tot 19.00 uur), 65 dB(A) in de avondperiode (19.00 uur tot 23.00 uur), 60 dB(A) in de nachtperiode (23.00 uur tot 07.00 uur).

De hierboven uiteengezette voorwaarden zijn cumulatief. Dit betekent dat aan alle voorwaarden moet worden voldaan. Indien niet aan alle voorwaarden wordt voldaan, dient tijdig een vergunning voor een extra-belastend evenement te worden aangevraagd. Betekent dit dat de aanvraag op grond van de indieningstermijn voor een extra-belastend evenement te laat is ingediend, dan wordt de aanvraag, gelet op deze bijzondere omstandigheid, toch in behandeling genomen als extra-belastend evenement.Wordt door de organisator bij voorbaat verwacht dat niet aan de geluidvoorwaarden kan worden voldaan, dan dient het evenement als extra-belastend te worden aangemerkt en geldt hetgeen hiervoor is gesteld ten aanzien van de cumulatieve voorwaarden.Indien een belastend evenement, bij herhaling, toch overlast blijkt te veroorzaken, kan deze, na eerst betrokkene(n) te hebben gehoord, in de toekomst worden verboden (door middel van het weigeren van de vergunningaanvraag) of als een extra-belastend evenement worden aangemerkt.Indienings- en beslistermijn belastend evenement De organisator dient bij een belastend evenement tenminste 12 weken voorafgaand aan het evenement een aanvraag in bij de burgemeester met het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier (bijlage 4). Voor terugkerende, niet veranderde belastende evenementen geldt een indieningstermijn van tenminste 8 weken voorafgaand aan het evenement. Er is sprake van een niet veranderd evenement als dezelfde aanvraag als die van het voorgaande jaar overgelegd kan worden. Binnen 8 weken na ontvangst van het aanvraagformulier beslist de burgemeester op de aanvraag.Verleende vergunningen worden gepubliceerd in De Schakel en op de website van de gemeente Oud-Beijerland, waarna bezwaar of beroep mogelijk is.

Sub-paragraaf 4.1.4 Extra-belastende evenementen

Extra-belastende evenementen zijn wat betreft het kader gelijk aan belastende evenementen. Echter de omvang van het evenement, het te verwachten aantal bezoekers (meer dan 2500) en de daardoor extra benodigde inzet van hulpverleningsdiensten en beveiligers maakt dit evenement tot een extra-belastend evenement, zoals een popfestival.Voor dit soort evenementen geldt de normale vergunningplicht. Er is sprake van een belastend evenement, indien:

  • 1.

    het evenement niet onder de vorige drie categorieën evenementen valt;

  • 2.

    het evenement, bij herhaling, overlast veroorzaakt en als extra-belastend moet worden aangemerkt of reeds als extra-belastend is aangevraagd;

  • 3.

    het aantal bezoekers, op eenzelfde moment, meer bedraagt dan 2500 personen;

  • 4.

    het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode (langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, LAr,LT ) op de gevel van gevoelige gebouwen om en nabij de evenementenlocatie meer zal bedragen dan de dB(A)’s voor een belastend evenement;

  • 5.

    een grotere inzet van de hulpdiensten wordt gevraagd dan de inzet bij belastende evenementen;

  • 6.

    grote verkeersstromen zijn te verwachten;

  • 7.

    het evenement een (boven-)regionale uitstraling heeft.

De hierboven uiteengezette voorwaarden zijn niet cumulatief.Indienings- en beslistermijn extra-belastend evenement De organisator dient bij een belastend evenement tenminste 16 weken voorafgaand aan het evenement een aanvraag in bij de burgemeester met het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier (bijlage 4). Binnen 16 weken na ontvangst van het aanvraagformulier beslist de burgemeester op de aanvraag. In deze termijn is de mogelijkheid van verlenging van de beslistermijn met 8 weken standaard opgenomen.De aanvraag om evenementenvergunning wordt gepubliceerd in De Schakel en op de website van de gemeente Oud-Beijerland. Binnen 4 weken kunnen belanghebbenden dan hun zienswijze naar voren brengen, voordat op de vergunningaanvraag wordt beslist.De verleende vergunning wordt ook gepubliceerd in De Schakel en op de website van de gemeente Oud-Beijerland, waarna bezwaar of beroep mogelijk is.

Sub-paragraaf 4.1.5 Excessieve evenementen

Van een aantal evenementen kan vooraf al worden gezegd dat deze in de gemeente Oud-Beijerland niet worden toegestaan en een aanvraag dus zal worden geweigerd. Het gaat hier enerzijds om evenementen die een te grote invloed hebben op de (leef)omgeving en de locatie waarop het evenement plaatsvindt en anderzijds om evenementen die naar aard en inhoud van het evenement in strijd zijn met de goede zeden.Een concreet voorbeeld van de eerstgenoemde evenementen zijn wedstrijden met monster trucks. Indien dit soort evenementen op particulier terrein worden georganiseerd en de kosten voor het herstellen van het terrein dus door particulieren wordt gedragen, bestaat de mogelijkheid tot vergunningverlening. De organisator dient een aanvraag voor het evenement in te dienen en deze zal volledig getoetst worden.Van de laatstgenoemde evenementen zijn concrete voorbeelden erotiekbeurzen, freefight wedstrijden of een dance parade. Dit soort evenementen zullen onder alle omstandigheden niet worden toegestaan, dus ook niet op particulier terrein of in een particuliere inrichting.

Sub-paragraaf 4.1.6 Evenementen in een gebouw

Voor evenementen in een gebouw, zoals De Boogerd, geldt een nagenoeg gelijk regime als voor de overige evenementen. Dit betekent dat ook voor dit soort evenementen een aanvraag ingediend moet worden en bij de beoordeling gekeken zal worden onder welke categorie het valt. In de APV (nieuw) wordt voor evenementen in een gebouw een apart artikel opgenomen (2.2.2. a) met meer, specifieke weigeringsgronden. Gebouwen kunnen namelijk in of nabij een woonwijk staan, waardoor eerder overlast ervaren kan worden. Dit in tegenstelling tot buitenlocaties, welke in de meeste gevallen niet in woonwijken zijn gelegen.

Sub-paragraaf 4.1.7 Circussen

Het evenemententerrein Kikkershoek I is geschikt als evenementenlocatie voor een circus. Dit gelet op de omvang, de bereikbaarheid en de nabij gelegen parkeercapaciteit van Kikkershoek II.In de gemeente Oud-Beijerland worden per jaar maximaal twee circussen toegelaten, die zijn aangesloten bij de Vereniging Nederlandse Circus Ondernemers (VNCO) en die zich derhalve houden aan de Richtlijn Welzijn Circusdieren (die tot stand is gekomen in een samenwerkingsverband tussen VNCO, de Raad voor Dierenaangelegenheden en met ondersteuning van het Ministerie van LNV).Om te kunnen bepalen welk circus zijn tenten mag opslaan, wordt een roulatiesysteem gehanteerd. Op deze wijze krijgen verschillende circussen de gelegenheid om in de gemeente Oud-Beijerland op te treden. Om te waarborgen dat voldoende publiek naar de circusvoorstellingen komt, vergunt de burgemeester maximaal één circus in het voorjaar of aan het begin van de zomer en maximaal één circus in de tweede helft van het jaar. Tussen beide circussen dient minimaal drie maanden te zitten.Gelet op het feit dat een circus een meerdaags evenement is, dient rekening gehouden te worden met de belangen van de sportverenigingen die zijn gevestigd op de sportcomplexen Kikkershoek I en II. Op dagen met (belangrijke) sportwedstrijden, waar veel publiek op afkomt, zal geen gebruik gemaakt kunnen worden van de locatie.Na ontvangst van een aanvraag voor een evenement op Kikkershoek I of II wordt dit gecommuniceerd met de daar gevestigde sportverenigingen en wordt onderzocht of het aangevraagde evenement een te hoge parkeerdruk oplevert. Bij een te hoge parkeerdruk zal in overleg met de organisator en de op Kikkershoek gevestigde sportverenigingen gekeken worden of een oplossing gevonden kan worden.Mocht tijdens het evenement of achteraf worden geconstateerd dat de vergunningvoorwaarden niet worden/zijn nageleefd, dan zal aan dat circus in het vervolg geen vergunning meer worden verleend.

Sub-paragraaf 4.1.8 Kermissen

In paragraaf 2.5 ‘Beleidsregel bij evenementenvergunningen (kermis)’ is beschreven dat het college op 13 maart 2007 een beleidsregel heeft vastgesteld, die bepaalt dat jaarlijks voor maximaal één kermis een evenementenvergunning wordt verleend en dat de kermis in samenhang met de activiteiten rond Koninginnedag zal plaatsvinden. Deze beleidsregel is in dit Toetsingskader één op één opgenomen.

Paragraaf 4.2 Spreiding evenementen/ Evenementenkalender

Sub-paragraaf 4.2.1 Spreiding evenementen

Zoals in de inleiding al is vermeld, worden binnen de gemeente Oud-Beijerland ieder jaar diverse evenementen en festiviteiten georganiseerd. Voor een goede communicatie, zowel binnen de verschillende afdelingen van de gemeente Oud-Beijerland als naar de organisator en de bewoners van de gemeente Oud-Beijerland toe, wordt gebruik gemaakt van een evenementenkalender (zie bijlage 6). De evenementenkalender geeft voor een heel kalenderjaar aan welke evenementen, groot of klein, er in de gemeente Oud-Beijerland zouden kunnen plaatsvinden.Bij de spreiding van evenementen gelden in ieder geval de volgende voorwaarden:

  • a.

    Tijdens de jaarwisseling zijn (buurt)feesten, ook de meldingplichtige, uitgesloten. In het kader van de openbare orde en veiligheid, evenals het toezicht erop, wordt één groot dorpsfeest in samenwerking met de gemeente georganiseerd op het Vierwiekenplein;

  • b.

    Tussen twee evenementen dient minimaal één werkdag te zitten;

  • c.

    In het centrum kan op eenzelfde datum maximaal één evenementenlocatie, waarbij parkeergelegenheid verloren gaat, in gebruik worden genomen voor een evenement;

  • d.

    Indien een extra-belastend evenement staat gepland, kunnen op hetzelfde tijdstip geen andere evenementen in de gemeente Oud-Beijerland plaatsvinden. Wel is het mogelijk om op eenzelfde datum en tijdstip meerdere meldingplichtige en/of niet-belastende evenementen te laten plaatsvinden.

  • e.

    Staat een belastend evenement gepland, dan dient per evenement bekeken te worden of er op hetzelfde tijdstip ruimte bestaat voor andere evenementen, met uitzondering van extra-belastende evenementen. Om dit te kunnen beoordelen zal advies ingewonnen worden bij de adviserende afdelingen en externe partijen.

  • f.

    Bij aanvragen voor dezelfde datum en voor dezelfde locatie of bij aanvragen voor hetzelfde evenement geldt dat aanvragen van lokale organisatoren of organisaties voorgaan op aanvragen van andere organisatoren en organisaties en dat jaarlijks terugkerende aanvragen voorgaan op een nieuwe aanvraag. Voorts geldt dat (nieuwe) aanvragen met een innovatief karakter voor gaan op andere nieuwe aanvragen.

  • g.

    Voldoen alle aanvragen aan dit criterium of alle aanvragen juist niet dan gaat de aanvraag voor die als doelgroep jong en oud heeft. Wordt ook hier door alle aanvragen aan gedaan of juist niet, dan worden de aanvragen voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders en beslist het college welk evenement georganiseerd mag worden;

  • h.

    Evenementen die (tijdig) op de evenementenkalender zijn geplaatst, gaan voor op evenementen die later op de kalender willen worden geplaatst.

Sub-paragraaf 4.2.2 Evenementenkalender

Vanaf 1 september (startende op 1 september 2008) roept de gemeente, per brief aan de reguliere evenementenorganisatoren en door publicatie in de Schakel, evenementenorganisatoren op om:

  • a.

    Voor (extra-) belastende evenementen voor het komende kalenderjaar, waarvan de volledige programma’s bekend zijn, een aanvraag in te dienen. Deze aanvraag dient te worden gedaan door middel van het evenementenaanvraagformulier (bijlage 4) en is te downloaden van de website van de gemeente Oud-Beijerland.

  • b.

    Alleen een volledige aanvraag, wordt door de gemeente in behandeling genomen en hierop zal positief of negatief worden beslist.

  • c.

    Voor alle (extra-) belastende evenementen voor het komende kalenderjaar die zeker op een bepaalde datum worden georganiseerd, maar waarvan de programma’s nog niet volledig bekend zijn, een melding te doen. Een melding is nog geen concrete aanvraag en zal ook niet als dusdanig worden behandeld. Deze meldingen worden wel op de evenementenkalender geplaatst, zodat het voor burgers en de (hulp)diensten duidelijk is dat (waarschijnlijk) op een bepaalde datum een evenement zal gaan plaatsvinden.

  • d.

    Nadat een melding is gedaan, wordt aan organisatoren van een evenement geadviseerd zo spoedig mogelijk een concrete aanvraag in te dienen (zie onder A). Indien er 20 weken voor het evenement geen concrete aanvraag is ingediend, dan wordt het evenement van de kalender afgehaald. Hierdoor kunnen ook andere organisatoren op die datum en op die locatie een evenement organiseren.

  • e.

    Het dient duidelijk te zijn dat een melding op geen enkele wijze garanties biedt tot het verkrijgen van een vergunning. Ook al staat een evenement op de evenementenkalender, dan nog kan een evenement worden geweigerd.

Een aanvraag of melding van een (extra-) belastend evenement voor het komende kalenderjaar dient op 1 november van het lopende kalenderjaar bij de gemeente binnen te zijn. Indien een aanvraag later dan 1 november bij de gemeente is ingediend, betekent dit niet dat de aanvraag niet in behandeling wordt genomen. Wel zal dan rekening gehouden moeten worden met de evenementen die al op de evenementenkalender ingepland staan. Deze ingeplande evenementen gaan, zoals hiervoor al beschreven, voor op later ingediende aanvragen.Alle meldingen en aanvragen, die zijn binnen gekomen voor 1 november, worden op de evenementenkalender (bijlage 6) geplaatst en eind november gepubliceerd in de Schakel en op de website van de gemeente Oud-Beijerland. De meldingen en aanvragen die na 1 november worden gedaan, worden ook op de evenementenkalender geplaatst. Aan het begin van ieder kwartaal wordt de geactualiseerde evenementenkalender gepubliceerd in de Schakel en op de website van de gemeente Oud-Beijerland.

Paragraaf 4.3 Algemene inherente afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester of het college van de gemeente Oud-Beijerland handelen overeenkomstig het Toetsingskader Evenementen en de daarbij behorende regels en uitgangspunten. Indien blijkt dat de regels uit het Toetsingskader voor een of meer belanghebbenden, dit kunnen zowel organisatoren als omwonenden zijn, gevolgen hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding met de uitgangspunten van het Toetsingskader, kan de burgemeester of het college gemotiveerd afwijken van deze regels.Daarnaast kan de burgemeester besluiten dat wegens zeer bijzondere omstandigheden en in ieder geval in het belang van de gemeente Oud-Beijerland, een evenement toch plaats kan vinden, ook al wordt niet voldaan aan het Toetsingskader of biedt het Toetsingskader geen mogelijkheid om het evenement plaats te laten vinden. Deze bevoegdheid is niet van toepassing op te laat ingediende aanvragen.

Hoofdstuk 5 Voorwaarden vergunning

Paragraaf 5.1 Inleiding

Aan een vergunning voor een evenement kunnen voorwaarden worden verbonden. Welke voorwaarden worden opgenomen is veelal maatwerk. Niet ieder evenement vereist dezelfde voorwaarden. Toch is er een aantal voorwaarden, welke als ‘standaard’ gekwalificeerd kunnen worden. In onderstaande paragrafen worden de algemene voorwaarden opgesomd. In sommige paragrafen wordt bij de voorwaarden een onderscheid gemaakt in categorieën van evenementen, zoals beschreven in hoofdstuk 4.1.De lijst is niet uitputtend en kan per evenement worden aangevuld. Daarnaast kunnen de onderstaande voorwaarden naar aanleiding van de tweejaarlijkse evaluaties gewijzigd of aangevuld.

Paragraaf 5.2 Gecombineerde APV-vergunningen

Regelmatig komt het voor dat bij een aanvraag voor een evenement niet alleen een vergunning op grond van artikel 2.2.2 van de APV nodig is, maar ook op grond van andere APV-artikelen. In het licht van de deregulering is het efficiënt en klantvriendelijk om zoveel mogelijk vergunningen en ontheffing in één besluit op te nemen. Maar ook voor de duidelijkheid is dit zeer wenselijk: in één besluit, en niet in meerdere, alle voorwaarden kunnen lezen.In onderstaand overzicht is, aangegeven, echter niet limitatief, welke vergunningen of ontheffingen in aanmerking komen voor een integraal besluit.Tabel welke vergunningen of ontheffingen in aanmerking komen voor integraal besluit.

Soort vergunning

Wettelijke grondslag (APV)

Vergunning of ontheffing

Bevoegd orgaan

Evenement

Artikel 2.2.2

Vergunning

Burgemeester

Dienstverlening

Artikel 2.1.4.2

Vergunning

College B&W

Straatartiest

Artikel 2.1.4.3

Ontheffing

Burgemeester

Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg, zoals het plaatsen van tappunten, driehoeksborden/ spandoeken

Artikel 2.1.5.1

Vergunning

College B&W

Speelgelegenheden

Artikel 2.3.3.1

Vergunning

Burgemeester

Kennisgeving incidentele festiviteiten (horecalokaliteit die deelneemt aan evenement)

Artikel 4.1.3

Kennisgeving

Houder van de inrichting

Overige geluidhinder

Artikel 4.1.5

Ontheffing

College B&W

Inzameling van geld of goederen (op de locatie)

Artikel 5.2.1

Vergunning

College B&W

Anderszins vuur te stoken

Artikel 5.5.1

Ontheffing

College B&W

Ballonnen oplaten minder dan 1.000 stuks

n.v.t.

n.v.t.

Telefonische melding Luchtverkeersleiding Airport Rotterdam

meer dan 1.000 stuks

Artikel 10 Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen

Verklaring van geen bezwaar

Burgemeester

 Onderstaande vergunningen en ontheffing komen niet in aanmerking voor een integraal besluit.Tabel welke vergunningen niet in aanmerking komen voor integraal besluit.

Soort vergunning

Wettelijke grondslag (APV)

Vergunning of ontheffing

Bevoegd orgaan

Reden

Parkeren reclamevoertuigen (buiten de locatie)

Artikel 5.16

Ontheffing

College B&W

Aanvraag dient apart beoordeeld te worden in verband met andere locatie.

Soort vergunning

Wettelijke grondslag (APV)

Vergunning of ontheffing

Bevoegd orgaan

Reden

Inzameling van geld of goederen (buiten de locatie)

Artikel 5.2.1

Vergunning

College B&W

Aanvraag dient apart beoordeeld te worden in verband met andere locatie.

Standplaatsen (kan alleen van toepassing zijn, indien de standplaats buiten de locatie van het evenement valt)

Artikel 5.2.3

Vergunning

College B&W

Aanvraag dient apart beoordeeld te worden in verband met andere locatie.

Snuffelmarkten e.d. in een gebouw

Artikel 5.2.4

Vergunning

Burgemeester

Valt niet onder de begripsbepaling evenement.

 

Paragraaf 5.3 Tijden

De eindtijden van het evenement zijn de daadwerkelijke eindtijden. Dit houdt in dat op de evenementenlocatie bij de eindtijd geen bezoekers van het evenement meer aanwezig mogen zijn. In dit Toetsingskader worden de begin- en eindtijden van een evenement niet gelijk getrokken met de sluitingstijden genoemd in artikel 2.3.1.4 van de APV, zoals die gelden voor horecabedrijven.Voor evenementen op maandag tot en met zaterdag zijn de begintijden later en de eindtijden vroeger dan die voor de reguliere horeca, dit teneinde overlast te voorkomen/beperken. De begin- en eindtijden op zondag worden beperkt door de Zondagswet. Gelet hierop gelden minder ruime tijden waarbinnen evenementen georganiseerd kunnen worden.Als bij een evenement een tap/bar buiten een reguliere horeca-inrichting wordt geëxploiteerd, moet deze op elke dag van de week een half uur voor het eind van het evenement gesloten zijn.Ten aanzien van geluid geldt hetzelfde als voor de tap/bar, met uitzondering van de vrijdag- en zaterdagavond. Voor de vrijdag- en zaterdagavond geldt dat de muziek 1 uur voor het einde van het evenement moet zijn beëindigd.In onderstaand schema zijn alle tijden duidelijk weergegeven. Meldingplichtige evenementen vallen hier echter niet onder. Voor dit soort evenementen geldt dat zij op alle dagen van de week, behalve zondag, tussen 12.00 en 23.00 uur (op zondag: van 13.00 tot 22.00 uur) mogen plaatsvinden en dat achtergrondmuziek niet langer dan tot 22.00 uur ten gehore mag worden gebracht.Tabel welke dagen van de week de achtergrondmuziek niet langer dan 22.00 uur

Dagen van de week

Tijden evenement

Tijden tap/ bar

Tijden geluid

Maandag tot en met donderdag

10.00 - 23.00 uur

10.00 - 22.30 uur

10.00 - 22.30 uur

Vrijdag en zaterdag

10.00 - 01.00 uur

10.00 - 00.30 uur

10.00 - 24.00 uur

Zondag

13.00 - 22.00 uur

13.00 - 21.30 uur

13.00 - 21.30 uur

Bij het op- en afbouwen van de evenementenlocatie dient ook rekening gehouden te worden met eventuele geluidsoverlast. Om de nachtrust te kunnen waarborgen, zijn hiervoor begin- en eindtijden opgenomen.Tabel voor begin- en eindtijden evenementen

Dagen van de week

Tijden evenement

Tijden tap/ bar

Tijden geluid

Maandag tot en met donderdag

10.00 - 23.00 uur

Vanaf 07.00 uur

Tot 23.00 uur*

Vrijdag en zaterdag

10.00 - 01.00 uur

Vanaf 07.00 uur

Tot maximaal 1 uur na afloop evenement

Zondag

13.00 - 22.00 uur

Vanaf 10.00 uur

Tot 22.00 uur*

* Is de eindtijd van een evenement gelijk aan de hier vermelde eindtijd van de afbouw, dan geldt ook hier dat tot maximaal 1 uur na afloop van het evenement mag worden afgebouwd.

Paragraaf 5.4 Geluid

Voor wat betreft de normstelling wordt aansluiting gezocht bij de normen, zoals deze in het Activiteitenbesluit voor inrichtingen zijn bepaald. Per categorie evenement zijn aparte geluidsnormen voorgeschreven (zie hoofdstuk 4.1). Dit gelet op het feit dat tijdens (extra-) belastende evenementen meer geluid zal worden geproduceerd dan bij meldingplichtige en niet-belastende evenementen.Het opleggen van goed handhaafbare geluidsnormen bij evenementen is geen eenvoudige zaak. In de Wet Milieubeheer wordt bij een geluidsmeting uitgegaan van de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai" (uitgave 1999). Ingevolge deze handleiding is het geluidsniveau dat beoordeeld moet worden een langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT), gemeten in dB(A). Aangezien het vaststellen van een LAr,LT tijdens een evenement moeilijk is vanwege de verschillende correcties en aspecten die meegenomen moeten worden, zoals weersomstandigheden, stoorgeluid, pauzes en gevelreflectie, is het omwille van de handhaving gewenst uit te gaan van het invallend geluidsniveau (Li) gemeten tijdens muziekgeluid. Dit betekent wel dat er een hogere norm moet worden vastgesteld, aangezien bij een LAr,LT correcties worden meegenomen waardoor het LAr,LT lager ligt dan het Li.Bij het meten wordt uitgegaan van een belasting op de gevel van gevoelige gebouwen om en nabij de evenementenlocatie op de dichtstbijzijnde gevel. De handleiding geeft aan dat voor appartementen gemeten zou moeten worden op de hoogte waar de appartementen zich bevinden. Omdat dit in de praktijk niet altijd mogelijk is, wordt uitgegaan van de belasting op 1.50 meter hoogte. Voor de beoordeling van LAr,LT is, in afwijking van de genoemde handleiding, géén strafcorrectie voor muziekgeluid van toepassing.Bij extra-belastende evenementen wordt de Milieudienst Zuid-Holland Zuid (MZHZ) ingeschakeld om voor het begin van het evenement tijdens de soundcheck een geluidsmeting te doen. Aan de hand daarvan worden geluidsnormen opgesteld die op dat moment voor dat evenement van toepassing zijn.Ten aanzien van de overige categorieën evenementen kan de Milieudienst Zuid-Holland Zuid gevraagd worden advies uit te brengen. Dit gevraagde advies kan tot gevolg hebben dat andere geluidsnormen worden geadviseerd dan welke in dit Toetsingskader zijn opgenomen. In dit soort gevallen, wordt het gevraagde advies opgenomen in de evenementenvergunning en treedt dit advies in de plaats van de geluidsnormen, zoals opgenomen in dit Toetsingskader.Wanneer bij controle blijkt dat wordt afgeweken van de gestelde normen, zal ter plaatse worden bepaald (in voorkomende gevallen in nauw overleg met de gemeente) wat de te ondernemen actie is. Hierbij kan in eerste instantie gedacht worden aan het bijstellen van het geluidniveau, maar ook aan het beëindigingen van het evenement. Bij grove overschrijdingen van de gestelde normen kan voor een volgend jaar een vergunning worden geweigerd.

Paragraaf 5.5 Dieren voor vermaak

Op grond van artikel 57 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is het verboden om levende dieren als prijs, beloning of gift uit te loven of uit te reiken bij wedstrijden, verlotingen, weddenschappen of andere dergelijke evenementen. Voorts is het op grond van artikel 61 van diezelfde wet verboden om dierengevechten te organiseren of dieren aan dierengevechten te doen deelnemen.Gelet op de artikelen in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kan de burgemeester op grond van dierenwelzijnsaspecten een vergunning voor een evenement met dieren weigeren:

  • 1.

    als sprake is van dierenmishandeling (openbare orde);

  • 2.

    als de dieren op een weinig respectvolle wijze worden behandeld (zedelijkheid).

Paragraaf 5.6 Tappen op of aan de openbare weg

Bij evenementen wordt regelmatig alcohol geschonken. Dit gebeurt door horecaondernemers of organisatoren die in het bezit zijn van de benodigde diploma’s. Het schenken van alcohol kan geschieden door middel van een tappunt op het eigen terras van een horecaondernemer of door middel van een tappunt op de openbare weg.

Sub-paragraaf 5.6.1 Tappunt op eigen terras

Op grond van de Drank- en Horecawet maakt een terras onderdeel uit van de inrichting. Indien het terras is opgenomen in de DHW Vergunning, is het toegestaan om (sterk) alcoholhoudende drank te verstrekken op het terras. In deze gevallen is voor het mogen verstrekken van alcohol op het terras géén ontheffing nodig op grond van artikel 35 van de DHW.Voor het plaatsen van een tappunt op het bestaande terras dient wel een vergunning te worden aangevraagd. Valt het terras van de horeca-inrichting binnen de evenementenlocatie, dan wordt dit tappunt op grond van artikel 2.1.5.1 van de APV in de evenementenvergunning meegenomen. Op de bij de vergunning behorende situatietekening is het tappunt dan aangegeven. De horecaondernemer kan echter ook zelf een aanvraag hiervoor en een aanvraag ontheffing artikel 35 van de DHW indienen.Valt het terras echter buiten de evenementenlocatie, dan dient een aparte vergunning op grond van artikel 5.2.3 van de APV aangevraagd te worden.

Sub-paragraaf 5.6.2 Tappunt op openbare weg

Voor het verstrekken van alcoholhoudende drank elders dan vanuit een horeca-inrichting (met terras) moet een ontheffing op grond van artikel 35 van de DHW worden aangevraagd. Een ontheffing geldt alleen voor het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank, zoals bier en wijn, en kan alleen worden verleend voor bijzondere gebeurtenissen van zeer tijdelijke aard (maximaal 12 aaneengesloten dagen). Een aanvraag om een dergelijke ontheffing dient tenminste 6 weken voor aanvang van het evenement te zijn ingediend.Wil door een horecaondernemer buiten zijn bestaande terras alcohol worden verstrekt, dan dient ook een ontheffing te worden aangevraagd. Op dit extra terras kan echter alleen zwak-alcoholhoudende drank worden verstrekt.Voor het plaatsen van een tappunt geldt ook hier, dat een vergunning dient te worden aangevraagd. Wordt het tappunt binnen de evenementenlocatie geplaatst, dan wordt deze op grond van artikel 2.1.5.1 van de APV in de evenementenvergunning mee genomen. Op de bij de vergunning behorende situatietekening is het tappunt dan aangegeven. De horecaondernemer kan echter ook zelf een aanvraag hiervoor en een aanvraag ontheffing artikel 35 van de DHW indienen.Wordt het tappunt echter buiten de evenementenlocatie geplaatst, dan dient een aparte vergunning op grond van artikel 5.2.3 van de APV aangevraagd te worden. De vraag is echter of hiervoor vergunning verleend zal worden. In onderstaande paragraaf worden de voorwaarden voor een standplaatsvergunning voor een tappunt vermeld.

Sub-paragraaf 5.6.3 Voorwaarden aan tappunten op eigen terras of straat

Het verstrekken van (zwak-alcoholhoudende) drank op de evenementenlocatie geschiedt uitsluitend in plastic bekers. Deze verplichting geldt niet voor bestaande terrassen die binnen de evenementenlocatie liggen.Wanneer een tappunt is gelegen binnen de evenementenlocatie zal in beginsel vergunning worden verleend. Dit ligt echter anders wanneer een horecaondernemer een tappunt op eigen terras of op de openbare weg plaatst en dit terras geen deel uitmaakt van de evenementenlocatie waarvoor op diezelfde datum en tijdstip vergunning wordt verleend. In dergelijke gevallen moet worden bezien in hoeverre dit tappunt is gericht op de directe bezoekers van de horeca-inrichting of op de bezoekers van het evenement. Wordt verwacht dat het plaatsen van het tappunt op het eigen terras een negatief effect zal hebben op het te organiseren evenement dan zal door de gemeente beoordeeld moeten worden of een vergunning en ontheffing verleend zal worden.Indien een evenement met name overdag plaatsvindt en het best gekwalificeerd kan worden als braderie of (snuffel)markt of is gericht op een jong publiek (kinderevenement), wordt geen vergunning verleend voor het plaatsen van een tappunt en wordt ook geen ontheffing op grond van artikel 35 van de DHW afgegeven. Dit teneinde overlast door alcohol ge- en misbruik te voorkomen.

Paragraaf 5.7 Dranghekken

Indien een organisator bij een evenement dranghekken wil gebruiken als (kleinschalige) afzetting, dient hij dit aan te geven op het aanvraagformulier. Om afspraken te maken over de levering van de hekken, dient de organisator uiterlijk één week voor het evenement contact op te nemen met de afdeling Openbaar Gebied, team Buitenruimte. Hoe een organisator in contact kan komen met het team Buitenruimte is in de evenementenvergunning opgenomen als mededeling.Voor (extra-) belastende evenementen kan de verplichting gelden, dat de evenementenlocatie nauwkeurig zal worden afgebakend. Indien hiervan sprake is, zal de afdeling Openbaar Gebied, team Buitenruimte, in overleg met de organisator exact aangeven hoe de locatie mag worden ingericht.Voor de kosten van het gebruik van de dranghekken wordt verwezen naar hoofdstuk 6.7.2 Procedure/ Financiële aspecten/ overige kosten.

Paragraaf 5.8 Nutsvoorziening

De organisator kan op het aanvraagformulier aangeven of, en zo ja van welke voorzieningen hij gebruik wil maken. Indien een organisator bij een evenement nutsvoorzieningen nodig heeft, dient de organisator zelf hierover contact op te nemen met de afdeling Openbaar Gebied, team Buitenruimte. Hoe een organisator in contact kan komen met het team Buitenruimte is in de evenementenvergunning opgenomen als mededeling.De kosten van het ge- en verbruik van de nutsvoorzieningen en de administratiekosten (bestaande uit de personele kosten voor het opnemen van de meterstanden) worden doorberekend aan de organisator van het evenement.

Paragraaf 5.9 Toiletvoorziening

Organisatoren van (extra-) belastende evenementen moeten zorg dragen voor voldoende toiletvoorzieningen. Een richtlijn voor het aantal te plaatsen toiletten is 1 toilet per 100 personen.Het is niet toegestaan om dixi’s als toiletvoorziening tijdens evenementen te gebruiken. Indien de toiletvoorziening op water en/of riool moet worden aangesloten, dient dit aangegeven te worden op het aanvraagformulier.

Paragraaf 5.10 Brandveiligheid

Diverse typen evenementen kunnen leiden tot brand of brandgerelateerde gevolgen, zoals ontploffing. Los hiervan zit een ongeluk in een klein hoekje. Om ongevallen zoveel mogelijk te beperken en liever nog te voorkomen, moet bij de beoordeling van een evenement in het kader van de brandveiligheid aan een aantal punten aandacht worden besteed.Daarom wordt een kopie van de vergunningaanvraag evenementen door de behandelend ambtenaar verstuurd naar de brandweer. De brandweer beoordeelt vervolgens de aanvraag op onder meer de volgende aspecten:

  • 1.

    de plaatsing van voorwerpen ten opzichte van de omliggende bebouwing en beplanting;

  • 2.

    het vrijhouden van aanrijdroutes voor brandweer- en hulpverleningsvoertuigen in de omgeving van het evenement;

  • 3.

    het bereikbaar houden van bluswatervoorzieningen voor de brandweer;

  • 4.

    het soort materiaal waaruit tijdelijke bouwwerken worden opgetrokken;

  • 5.

    het gebruik van bak- en braadapparatuur en verwarmingsapparatuur;

  • 6.

    het gebruik maken van gecertificeerde brandwachten;

  • 7.

    het aantal bezoekers/deelnemers en de aard van het evenement om te bepalen of er personeel en voorzieningen van de brandweer op het terrein aanwezig moeten zijn;

  • 8.

    het aanbrengen van brandpreventieve voorzieningen, zoals blusapparatuur, noodverlichting, nooduitgangen e.d. in tijdelijke bouwwerken.De brandweer zorgt ervoor dat adviesaanvragen binnen twee weken worden afgehandeld. Over de advisering zijn concrete werkafspraken gemaakt tussen team Vergunningen en de brandweer.Daarnaast kan de brandweer, afhankelijk van de omstandigheden waaronder het evenement plaatsvindt, een (tijdelijke) gebruiksvergunning verlenen, namens het college. In de gebruiksvergunning wordt het gebruik geregeld van een inrichting, waarin een verhoogde kans op brand, dan wel een verhoogde kans op negatieve gevolgen van een eenmaal uitgebroken brand aanwezig is.Voor ieder gebouw en voor elke tent waar meer dan 50 personen aanwezig zullen zijn én voor een afgesloten terrein moet een (al dan niet tijdelijke) gebruiksvergunning zijn afgegeven. De brandweer beoordeelt de aanvraag bijvoorbeeld op de aanwezigheid van (nood)uitgangen en het functioneren van diverse brandveiligheidsvoorzieningen, zoals blusmiddelen en het vrijhouden van uitgangen. Naar aanleiding daarvan wordt het maximum aantal toegestane aanwezigen vastgesteld.

Paragraaf 5.11 Beveiliging

Indien het vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid wenselijk is dat bij het evenement beveiligingswerkzaamheden worden uitgevoerd, zal dit als voorwaarde in de vergunning worden opgenomen. Voor extra-belastende evenementen is beveiliging verplicht gesteld. Voor (niet-) belastende evenementen zal per evenement bekeken worden of beveiliging verplicht wordt gesteld.Wordt gebruik gemaakt van beveiliging dan dient dit te gebeuren overeenkomstig de voorschriften van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. De kosten van deze beveiligingswerkzaamheden zijn voor rekening van de organisator.Afhankelijk van de omvang en de aard van het evenement wordt het aantal particuliere beveiligers als voorwaarde opgenomen bij de vergunning.

Paragraaf 5.12 Verkeersmaatregelen

Indien sprake is van tijdelijke verkeersmaatregelen, dient de organisator door middel van een situatietekening of een nauwkeurige omschrijving aan te geven welke specifieke maatregelen het betreft. De situatietekening of omschrijving wordt ter advisering voorgelegd aan de afdeling Openbaar Gebied, team Infra. Nadat het advies is ontvangen, worden de tijdelijke verkeersmaatregelen opgenomen in de evenementenvergunning en gepubliceerd.Indien medewerking wordt verleend aan de gevraagde verkeersmaatregelen zorgt de afdeling Openbaar Gebied, team Buitenruimte, ervoor dat de juiste borden en afzettingen worden geplaatst.De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden doorberekend aan de organisator van het evenement. De locatie van de diverse tijdelijke verkeersmaatregelen wordt aangegeven op een bij de vergunning behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening.Voor busomleidingen wordt vanuit de afdeling Openbaar Gebied, team Infra, contact opgenomen met vervoersmaatschappij Arriva voor de mogelijkheden van eventuele omleidingen.

Paragraaf 5.13 Verkeersregelaars

In de vergunning kan het aanstellen van verkeersregelaars verplicht gesteld worden. Dit zal met name voor evenementen gelden waarbij gebruik gemaakt wordt van de openbare weg. Verkeersregelaars worden op grond van de Regeling Verkeersregelaars aangesteld.Verkeersregelaars moeten minimaal 18 jaar oud zijn en dienen duidelijk herkenbaar te zijn als verkeersregelaar door middel van zichtbare, fluoriserende kleding. Daarnaast dient de organisator een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering en een verzekering tegen persoons- en zaakschade te hebben. Bij de aanvraag dient het nummer van de verzekeringspolis te worden vermeld. Indien nodig, zal een kopie van de polis gevraagd worden.

Paragraaf 5.14 Vuurwerk

Het bedrijf dat tijdens het evenement vuurwerk gaat afsteken moet uiterlijk twee weken voorafgaand aan het evenement een ontbrandingsmelding indienen bij Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie waar het vuurwerk wordt afgestoken (artikel 3.3.4a van het Vuurwerkbesluit). Aan de toestemming voor het tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk zullen door GS voorschriften worden verbonden in het belang van de bescherming van mens en milieu.Voor de gemeente is als lokaal gezag ook een nadrukkelijke rol weggelegd. GS moet aan de burgemeester, in het kader van openbare orde en veiligheid, een verklaring van geen bezwaar vragen. Indien GS geen verklaring van geen bezwaar ontvangt, dan kan geen toestemming afgeven worden voor het tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk.

Paragraaf 5.15 Reclame(voertuig)

Sub-paragraaf 5.15.1 Driehoeksborden, spandoeken, reclamevoertuig

Indien de organisator voor een evenement reclame wil maken door middel van het plaatsen van driehoeksborden en/of het ophangen van spandoeken en/of het parkeren van een reclamevoertuig, dient een vergunning danwel ontheffing aangevraagd te worden. Voor het plaatsen van driehoeksborden en/of spandoeken wordt op grond van artikel 2.1.5.1 (Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg) vergunning verleend, welke in de evenementenvergunning mee kan worden genomen.Voor het parkeren van een reclamevoertuig wordt op grond van artikel 5.1.6 (Parkeren van reclamevoertuigen) een aparte ontheffing verleend, indien dit reclamevoertuig niet op de evenementenlocatie wordt geparkeerd. Wordt het reclamevoertuig op de evenementenlocatie geparkeerd, dan kan de ontheffing in de evenementenvergunning worden meegenomen.

Sub-paragraaf 5.15.2 Gemeentelijke evenementenborden

De gemeente Oud-Beijerland beschikt over een aantal gemeentelijke evenementenborden. Het college heeft bij besluit van 7 september 2004, spelregels vastgesteld over het gebruik van deze evenementenborden.Vaste evenementenborden De gemeente Oud-Beijerland beschikt over drie vaste borden voor het aankondigen van evenementen. De borden staan langs de drie invalswegen van de gemeente Oud-Beijerland. Op de borden staat ook een verwijzing naar de site van de gemeente www.oud-beijerland.nl 11) en een verwijzing naar de winkeliersvereniging van de gemeente Oud-Beijerland (www.winkelhartoud-beijerland.nl 12))Evenementen kunnen een vermelding krijgen voor een periode van maximaal één maand. Er is ruimte voor maximaal 1 regel van ongeveer 20 tekens (inclusief datumvermelding). De vermeldingen worden uitgevoerd in zwart. Opname van een logo is niet mogelijk.Voorwaarden plaatsing en toetsing Om te mogen publiceren, dient het evenement, in volgorde van belangrijkheid, aan onderstaande voorwaarden te voldoen:

  • a.

    het evenement vindt plaats in de gemeente Oud-Beijerland;

  • b.

    het evenement vindt plaats met goedkeuring van de gemeente (er is een evenementenvergunning verleend voor het desbetreffende evenement of daar is uitzicht op);

  • c.

    het evenement levert een positieve bijdrage aan het imago van de gemeente Oud-Beijerland, te weten gezellig, dorps, veilig, en gastvrij;

  • d.

    het evenement is voor iedereen toegankelijk (al dan niet tegen betaling);

  • e.

    het evenement is van bovenlokale betekenis;

  • f.

    het evenement is niet hoofdzakelijkgericht op de commerciële verkoop van waren c.q. goederen;

  • g.

    het evenement heeft geen partijpolitiek of levensbeschouwelijk karakter.

De gemeente toetst alle aanvragen aan bovenstaande criteria. Als er meerdere aanvragen zijn voor dezelfde periode, bepaalt het college de plaatsing. Criterium daarbij is de mate waarin het evenement een promotionele waarde heeft voor de gemeente Oud-Beijerland.Kosten Voor plaatsing van nieuwe evenementenborden (op de drie vaste locaties) geldt een vast tarief per periode van maximaal één maand. Wanneer het een terugkerend evenement betreft en desbetreffende evenementenborden nog aanwezig zijn op de gemeentelijke werkplaats worden alleen de kosten in rekening gebracht voor het (opnieuw) beletteren.De kosten dienen in principe door iedere aanvrager betaald te worden, tenzij het college hierover anders beslist. Door toekenning van een gemeentelijke subsidie aan een bepaalde vereniging/instelling kan tegemoet worden gekomen in de kosten voor de plaatsing van de evenementenborden.

Paragraaf 5.16 Aansprakelijkheid

De wettelijke aansprakelijkheid van de gemeente is vaak gekoppeld aan het criterium ‘zorgplicht’. De gemeente Oud-Beijerland heeft de zorgplicht voor de openbare weg en de vrije ruimte. Wat precies onder ‘zorgplicht’ moet worden verstaan, wordt wettelijk niet uitputtend omschreven.Aan de hand van het zorgplicht-criterium kan worden bepaald of de gemeente in bepaalde gevallen, zoals losliggende stoeptegels, bedradingen op en/of over de openbare weg, wettelijk aansprakelijk is.Ondanks vergunningverlening, dus toestemming voor een evenement, blijft de gemeente een zorgplicht ten aanzien van de veiligheid op de openbare weg houden. Maar als de vergunningverlening op een deugdelijke wijze is geschied, bestaat geen verplichting tot het houden van algemeen toezicht en zal het nalaten van een dergelijk toezicht niet snel tot aansprakelijkheid leiden.Dit ligt anders, indien bij voorbaat te verwachten is dat een geringe overtreding van een vergunningvoorwaarde zeer ernstige schade zal kunnen veroorzaken. In dit soort situaties is wel algemeen toezicht door de gemeente nodig. Voor en na het evenement kan dit geschieden door het houden van een schouw, welke schriftelijke wordt vastgelegd. Tijdens het evenement kan dit door aanwezigheid van de toezichthouder of op basis van oproep (de politie is dan eerste aanspreekpunt en die schakelt de toezichthouder in).Bovenstaande laat echter niet onverlet dat de organisator zelf of de vergunninghouder primair aansprakelijk kan worden gesteld voor veroorzaakte schade.Blijkt de gemeente aansprakelijk te zijn, dan is het niet altijd mogelijk de schade af te wentelen op de gemeentelijke aansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekering biedt uitsluitend dekking bij evenementen welke mede of door de gemeente zelf worden georganiseerd.Blijkt de evenementenorganisator aansprakelijk, dan kan de schade op hem worden verhaald. Heeft de organisatie geen aansprakelijkheidsverzekering afgesloten, dan bestaat de kans dat de schade niet vergoed kan worden. Gelet hierop is het noodzakelijk aan de organisator, indien de kans op schade aannemelijk is, de verplichting op te leggen een eigen aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.

Paragraaf 5.17 Waarborgsom

Op advies van de afdeling Openbaar Gebied kan in incidentele gevallen, waarbij op grond van gegronde redenen vrees bestaat voor schade aan eigendommen van de gemeente, worden besloten tot het vragen van een waarborgsom.Om dit te regelen, zal een overeenkomst (dit is niet de evenementenvergunning) met de organisator moeten worden afgesloten. In de overeenkomst wordt onder andere geregeld dat na afloop van het evenement de organisator het terrein opgeruimd en schadevrij dient op te leveren. Als de organisator hiervoor zorgt, dan wordt de waarborgsom teruggestort. Wanneer de gemeente het terrein echter moet opruimen of herstellen, dan worden de hiervoor gemaakte kosten verrekend met de gestorte waarborgsom.

Hoofdstuk 6 Procedure

Naast de organisator van een evenement krijgen burgers, direct of indirect, te maken met het te organiseren evenement. Zij dienen op de hoogte te worden gesteld van de aanvraag om evenementenvergunning en de vergunningverlening. Naast de mogelijkheid van eventuele bedenkingen en bezwaren van derden tegen het evenement is het voor een organisator van belang om te weten welke behandelingsfasen er zijn en wat de gemeentelijke kosten zijn van de vergunningverlening. Daarnaast is de behandeling van vergunningaanvragen een samenspel tussen de behandelend ambtenaar en de betrokken afdelingen en/of externe diensten. Alle partijen werken hierbij vanuit hun eigen specifieke rol. Een eenduidige procedure is hier van belang om zo efficiënt mogelijk en zonder problemen/vragen een evenementenvergunning te kunnen verlenen.

Paragraaf 6.1 Evenementencoördinator

De meest ideale situatie is dat er boven de behandelend ambtenaren een evenementencoördinator staat. Deze evenementencoördinator speelt een centrale rol bij de beoordeling van vergunningaanvragen voor evenementen. De belangrijkste taken van deze coördinator zijn:

  • a.

    het voorzitten van het evenementenoverleg;

  • b.

    aanspreekpunt voor de interne organisatie ten aanzien van evenementen;

  • c.

    aanspreekpunt voor alle externe partijen ten aanzien van evenementen.

  • d.

    ondersteuning bieden bij lastige aanvragen of (extra-) belastende evenementen

De rol van evenementencoördinator is ondergebracht in de huidige functie van medewerker Frontoffice A binnen het team Vergunningen van de Gemeentewinkel. Deze medewerker is belast met de voorbereiding en het opstellen van de vergunningen. Hij/zij heeft niet het mandaat om namens het bevoegde bestuursorgaan alle vergunningen/ontheffingen, die in het kader van het evenement noodzakelijk zijn, te verlenen. Dit mandaat ligt bij het hoofd van de Gemeentewinkel, met uitzondering van extra-belastende evenementen. De ondertekeningsbevoegdheid voor dit soort evenementen is niet gemandateerd en ligt bij de burgemeester.

Paragraaf 6.2 Aanvraag

Sub-paragraaf 6.2.1 Indieningstermijn

Voor elke categorie evenement geldt een andere indieningstermijn:Tabel indieningstermijn per categorie

Categorie evenement

Indieningstermijn voor begin evenement

Meldingplichtig evenement (minder dan 50 personen)

5 werkdagen

Meldingplichtig evenement (tussen de 50 en 100 personen)

10 werkdagen

Niet-belastend evenement

6 weken

Belastend evenement, terugkerend én niet veranderd

8 weken

Belastend evenement

12 weken

Extra-belastend evenement

16 weken

 

Sub-paragraaf 6.2.2 Ontvangst

Indien de aanvraag per post wordt ingediend, wordt de aanvraag eerst door Facilitaire Zaken ingeboekt. De evenementencoördinator zal na ontvangst per interne post de aanvraag aan een van de medewerkers van de Gemeentewinkel, team Vergunningen toedelen, zodat de aanvraag in het vergunningensysteem kan worden ingeboekt. De aangewezen behandelend ambtenaar controleert of alle benodigde gegevens bij de aanvraag zijn gevoegd en of het evenement binnen dit Toetsingskader past.Is de aanvraag volledig, dan brengt de behandelend ambtenaar de vergunningaanvraag verder in procedure. Is dit niet het geval, dan krijgt de aanvrager een redelijke termijn (twee weken) om de aanvullende stukken aan te leveren. Doet de aanvrager dit niet, dan wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling gelaten.Indien een aanvrager langs komt om de vergunningaanvraag in te dienen, wordt de aanvraag bij de fysieke intake al gecontroleerd op volledigheid en toepasselijkheid binnen dit Toetsingskader. De aanvrager ontvangt een ontvangstbevestiging en bij een onvolledige aanvraag een redelijke termijn om de aanvraag in te vullen (twee weken).Na het inboeken van de aanvraag door Facilitaire Zaken wordt de aanvraag per interne post aan de evenementencoördinator verzonden en volgen dezelfde handelingen als die gelden voor een aanvraag per post ingediend. De aanvraag hoeft echter niet meer op volledigheid te worden getoetst.

Sub-paragraaf 6.2.3 Beslistermijn

Voor de beslistermijnen wordt aangesloten bij artikel 1.2 van de APV. Gelet hierop beslist de burgemeester, met uitzondering van de vergunningaanvragen voor extra-belastende evenementen, binnen 8 weken na ontvangst van het aanvraagformulier op de aanvraag. De burgemeester kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.Voor extra-belastende evenementen geldt dat de burgemeester binnen 16 weken na ontvangst van het aanvraagformulier beslist op de aanvraag. Dit is de beslistermijn van 8 weken inclusief de maximale verlenging van de beslistermijn met 8 weken. In de ontvangstbevestiging wordt de verlenging van de beslistermijn standaard opgenomen.

Paragraaf 6.3 Beoordeling aanvraag

Sub-paragraaf 6.3.1 Adviesaanvraag

Ten aanzien van alle vergunningaanvragen (dus niet de meldingplichtige evenementen) wordt advies gevraagd aan verschillende afdelingen van de gemeente Oud-Beijerland en een aantal externe organisaties. Welke afdelingen en organisaties om advies worden gevraagd, hangt af van onder meer de categorie en locatie van het evenement. Hoe meer belastend het evenement is, hoe meer adviezen ingewonnen dienen te worden.Om advies worden in ieder geval altijd de volgende afdelingen en externe organisaties gevraagd:

  • a.

    de afdeling Openbaar Gebied, team Infra;

  • b.

    de afdeling Openbaar Gebied, team Buitenruimte;

  • c.

    de brandweer;

  • d.

    de politie (niet voor niet-belastende evenementen).

Voor evenementen die georganiseerd worden op Kikkershoek I en II geldt dat de ontvangst van een aanvraag wordt gecommuniceerd met de daar gevestigde sportverenigingen. Naar aanleiding van de aanvraag wordt onderzocht of het aangevraagde evenement een te hoge parkeerdruk oplevert. Bij een te hoge parkeerdruk zal in overleg met de organisator en de op Kikkershoek gevestigde sportverenigingen gekeken worden of een oplossing gevonden kan worden.

Sub-paragraaf 6.3.2 Evenementenoverleg

Een maal per maand vindt een evenementenoverleg plaats. Dit overleg, onder leiding van de evenementencoördinator is een multidisciplinair overleg. In dit overleg participeert in iedere geval een vertegenwoordiger van:

  • 1.

    de afdeling Openbaar Gebied, team Infra;

  • 2.

    de afdeling Openbaar Gebied, team Buitenruimte;

  • 3.

    de brandweer;

  • 4.

    de politie;

  • 5.

    de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling, team Maatschappelijke

Participatie (subsidies)Afhankelijk van het evenement kunnen ook onderstaande afdelingen participeren:

  • 1.

    de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling, team Openbare Orde en Veiligheid;

  • 2.

    de afdeling Juridisch bestuurlijke zaken, team Handhaving.

De evenementencoördinator stelt de agenda voor het maandelijkse evenementenoverleg op. In het overleg worden zowel nieuwe aanvragen als lopende aanvragen besproken. Maar ook evaluaties van reeds georganiseerde evenementen worden besproken. Daarnaast kunnen ontvangen adviezen plenair worden besproken, zodat een evenement integraal en multidisciplinair kan worden bekeken.Bij (extra-) belastende evenementen is het mogelijk dat de organisator van het evenement wordt uitgenodigd om toelichting te geven. Doordat alle betrokken disciplines bij elkaar zitten, kan daarna helder uiteen worden gezet welke informatie de organisator nog moet overleggen of niet en welke voorwaarden in de vergunning opgenomen moeten worden, dus voorwaarden waaraan de organisator zich dient te houden.

Paragraaf 6.4 Zienswijze en publicatie

In de Awb is bepaald dat de aanvrager en (derde-)belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze naar voren te brengen tegen het voornemen tot vergunningverlening. Met betrekking tot derde-belanghebbenden spreekt de Awb over een belastende beschikking. In dit Toetsingskader worden alleen extra-belastende evenementen als een belastende beschikking aangemerkt. Dit betekent dat bij meldingplichtige en (niet-) belastende evenementen de aanvragen om evenementenvergunning niet zullen worden gepubliceerd.Als de vergunningaanvraag geheel of gedeeltelijk zal worden afgewezen, wordt de aanvrager voor het besluiten hiertoe in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen.De termijn voor het indienen van zienswijze(n) is 4 weken (alleen van toepassing op extra-belastende evenementen).Alleen van extra-belastende evenementen wordt de vergunningaanvraag gepubliceerd in De Schakel en op de website van de gemeente Oud-Beijerland. En alle verleende vergunningen worden gepubliceerd in De Schakel en op de website van de gemeente Oud-Beijerland. De meldingplichtige evenementen worden echter alleen op de website van de gemeente Oud-Beijerland gepubliceerd, omdat de indieningstermijn van een meldingplichtig evenement minimaal 5 of 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement is.Kort weergegeven, komt het bovenstaande op het volgende neer.Tabel verschillende wijze van indieningstermijn van meldingplichtige evenementen

Categorie evenement

Publicatie

Termijn ter inzage

Meldingplichtig evenement

De melding, alleen op de website

Niet van toepassing

Niet-belastend evenement

De vergunning, zowel in De Schakel als op de website

Niet van toepassing

Belastend evenement

De vergunning, zowel in De Schakel als op de website

Niet van toepassing

Extra-belastend evenement

De (aanvraag om) vergunning, zowel in de Schakel als op de website

4 weken

 

Paragraaf 6.5 Vergunningverlening

Indien alle betrokken afdelingen en externe organisaties positief, al dan niet onder aanvullende voorwaarden, hebben geadviseerd, eventuele zienswijze tijdig zijn ingediend, bekeken en overwogen, en alle (overige) belangen zijn afgewogen, wordt door de behandelend ambtenaar uiteindelijk de definitieve vergunning opgesteld.Het betreft hier een zogenoemde ‘paraplu’-vergunning: één besluit (vergunning) waarin verschillende vergunningen uit de APV zijn opgenomen. Voor sommige evenementen is het echter niet mogelijk om alle benodigde vergunningen in één vergunning op te nemen.In de vergunning worden de voorwaarden opgenomen, zoals in hoofdstuk 5 beschreven en zoals verwoord in de gevraagde adviezen. Per evenement zal nog wel gekeken moeten worden welke voorwaarden op dat evenement van toepassing zijn.Na het opstellen van de definitieve vergunning door de behandelend ambtenaar wordt de vergunning ondertekend en kan deze verzonden worden en gepubliceerd (zie hiervoor de vorige paragraaf).

Paragraaf 6.6 Bezwaar en beroep

Op grond van artikel 7:1 juncto artikel 6:7 van de Awb kunnen belanghebbenden binnen 6 weken na de vergunningverlening een bezwaarschrift indienen.Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van het besluit niet op. Dit betekent dat de vergunning geldig blijft en het evenement kan plaatsvinden. Indien onverwijlde spoed dit vereist (bijvoorbeeld wanneer het evenement binnen zes weken plaatsvindt en het bezwaarschrift voor die tijd niet kan worden behandeld), kan een voorlopige voorziening bij de voorzieningenrechter worden aangevraagd. Via een voorlopige voorziening kan schorsing van het bestreden besluit worden bewerkstelligd.Omdat een melding géén besluit is in de zin van de Awb, kunnen belanghebbenden tegen een melding voor een meldingplichtig evenement geen beroep instellen en dus geen bezwaar maken.

Paragraaf 6.7 Financiële aspecten

Aan de vergunningverlening voor evenementen zijn kosten verbonden. Deze kosten kunnen tweeledig zijn, te weten leges (gemeentelijke belasting) of overige kosten die de gemeente heeft gemaakt voor de organisator. Beide kosten worden doorberekend aan de organisator van het evenement.

Sub-paragraaf 6.7.1 Leges

Door middel van leges worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, zoals het in behandeling nemen en de afhandeling van een aanvraag om evenementenvergunning. De hoogte van de leges voor het in behandeling nemen van een evenementenvergunning en alle overige vergunningen zijn te vinden in de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening van de gemeente Oud-Beijerland.

Sub-paragraaf 6.7.2 Overige kosten

Gebruik van een evenementenlocatie Voor het tijdelijke gebruik van een evenementenlocatie wordt geen vergoeding in rekening gebracht. Indien het primaire gebruik van een evenementenlocatie echter parkeerterrein/parkeerplaats met betaald parkeren of vergunningparkeren is, worden de misgelopen parkeerkosten in rekening gebracht bij de organisator van het evenement. Onder parkeerkosten wordt verstaan de daginkomsten voor de in gebruik te nemen parkeerplaatsen. Bij de berekening wordt uitgegaan van een vooraf vastgestelde bezettingsgraad.

Podiumelementen en dranghekken De gemeente Oud-Beijerland heeft zelf podiumelementen en dranghekken in eigendom. Deze kunnen ter beschikking worden gesteld aan de organisator. Voor het ter beschikking stellen worden vaste tarieven gehanteerd. In beginsel dient elke organisator die podiumelementen en dranghekken huurt, hiervoor te betalen.

Op 21 oktober 2003 heeft het college besloten, twee uitzonderingen te maken op het betalen voor het ter beschikking stellen van podiumelementen:

  • 1.

    Podiumelementen worden om niet (gratis) beschikbaar gesteld, mits de evenementen waarvoor de podiumelementen worden ingezet, voldoen aan alle, nu volgende voorwaarden.

  • 2.

    Het betreft een activiteit waarvan/die-plaatsvindt in de gemeente Oud-Beijerland;van niet-commerciële aard is en tevens wordt georganiseerd door een non-profit organisatie;a- voor het publiek kosteloos toegankelijk is; b-van bovenlokale betekenis is c.q. een regionale uitstraling heeft; c-het podium een essentieel onderdeel vormt van de uit te voeren hoofdactiviteit(en);

Podiumelementen eveneens om niet (gratis) beschikbaar te stellen bij die activiteiten die ter Viering en/of Herdenking (30 april, 4 & 5 mei) worden georganiseerd, mits deze voldoen aan alle, nu volgende voorwaarden:

Het betreft een activiteit waarvan/die:

  • a.

    plaatsvindt in de gemeente Oud-Beijerland;

  • b.

    van niet-commerciële aard is en tevens wordt georganiseerd door een non-profit organisatie;

  • c.

    voor het publiek kosteloos toegankelijk is;

  • d.

    van bovenlokale betekenis is.

Bovenstaande eisen zijn cumulatief en op dit moment nog steeds van toepassing. In dit Toetsingskader wordt deze beleidsregel dan ook één op één overgenomen.

Voor dranghekken is niet eenzelfde beleidsregel opgesteld, maar gelet op het karakter van dranghekken en het karakter van podiumelementen en de huidige werkwijze worden bovenstaande twee uitzonderingen ook van toepassing verklaard op het ter beschikking stellen van drankhekken.

Nutsvoorzieningen Tevens zijn op sommige evenementenlocaties nutsvoorzieningen aanwezig. De kosten van het ge- en verbruik van de nutsvoorzieningen, zoals electriciteit en water, en de administratiekosten, bestaande uit de personele kosten voor het opnemen van de meterstanden, worden doorberekend aan de organisator van het evenement.

Paragraaf 6.8 Communicatie

Sub-paragraaf 6.8.1 Met betrekking tot een aanvraag

Er zal een beslisboom worden opgesteld aan de hand waarvan de organisator kan zien voor welke categorie evenement een aanvraag gedaan dient te worden.Tevens zal een flyer worden opgesteld, waarin de belangrijkste punten uit dit Toetsingskader op een rijtje zijn gezet. Deze flyer kan als informatie dienen voor zowel organisatoren als omwonenden, winkeliers en overige geïnteresseerden.

Sub-paragraaf 6.8.2 Met betrekking tot verleende vergunningen

Indien een evenement wordt georganiseerd, is het van belang dat omwonenden tijdig op de hoogte worden gebracht van het komende evenement. In beginsel ligt de inlichtingenplicht bij de organisator van het evenement.MeldingenMeldingen zullen in de regel minimaal 5 werkdagen (minder dan 50 personen) respectievelijk minimaal 10 werkdagen (tussen 50 en 100 personen) voorafgaand aan het evenement worden gedaan. Zo spoedig mogelijk nadat melding is gedaan van het evenement, dient de organisator de omwonenden schriftelijk in te lichten over het evenement. Vaak zal dit niet tot problemen leiden, omdat bij meldingplichtige evenementen veelal de hele straat of buurt wordt uitgenodigd.VergunningenNaast de verplichte bekendmaking van besluiten op grond van de Awb in De Schakel en op de website van de gemeente Oud-Beijerland, dienen de omwonenden van een evenementenlocatie door de organisator uiterlijk twee weken voorafgaand aan het evenement schriftelijkgeïnformeerd te worden over het evenement, de duur/tijden van het evenement en eventueel andere bijzonderheden.Bij evenementen waarbij wegafsluitingen of andere verkeersmaatregelen worden genomen, zorgt de gemeente voor publicatie van tijdelijke maatregel(en) in de Schakel en op de website van de gemeente Oud-Beijerland. Afdeling Openbaar Gebied, team Infra verzorgt, in overleg met de Gemeentewinkel, team Vergunningen, de publicatie.