Regeling vervallen per 01-01-2008

Subsidieverordening sportorganisaties 2002 gemeente Gendringen

Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2007

Intitulé

Subsidieverordening sportorganisaties 2002 gemeente Gendringen

De raad van de gemeente Gendringen:

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

overwegende dat het van belang wordt geacht de sportbeoefening in de gemeente Gendringen, voor met name de jeugd, te bevorderen,

b e s l u i t:

vast te stellen de

Subsidieverordening sportorganisaties 2002 gemeente Gendringen

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

het bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethoudersvan de gemeente Gendringen;

subsidie: voor het begrip subsidie wordt verwezen naar de omschrijving zoals die is neergelegd in artikel 4:21 van de Awb.

sportorganisatie : de rechtspersoon naar privaatrecht, die zich ten doel stelt, zonder winstoogmerk, het bevorderen van de lichamelijke ontspanning en de sportbeoefening buiten schoolverband, inclusief de denksporten. Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het vereiste van rechtspersoonlijkheid.

beroepskracht: degene, die op grond van een met een sportorganisatie gesloten arbeids-overeenkomst een functie uitoefent;

vrijwilliger: een persoon die, anders dan beroepsmatig werkzaam is ten behoeve van een sportorganisatie;

sportactiviteiten: bezigheden van een sportorganisatie ter verwezenlijking van haar doelstelling.De activiteiten sluiten aan bij initiatieven en behoeften van de bevolking of groepen daaruit. Bovendien worden tot de sportactiviteiten gerekend de activiteiten gericht op de opvang van en hulp aan groepen en personen ten einde hen in staat te stellen deel te nemen aan sportactiviteiten.

subsidieverlening: de beschikking van het bestuursorgaan voorafgaand aan de subsidievaststelling;

subsidievaststelling: de beschikking waarbij de subsidie wordt vastgesteld.

Artikel 1.2 Subsidieduur

  • 1.

    Subsidies worden verleend en vastgesteld voor de duur van een kalenderjaar,

  • 2.

    In afwijking van het vorige lid kan subsidieverlening en -vaststelling, voor een deel van een kalenderjaar geschieden, indien de subsidieontvanger:

    • a.

      dit in de subsidieaanvraag vermeldt;

    • b.

      na aanvang van het kalenderjaar subsidie aanvraagt voor het resterende deel van dat kalenderjaar.

Artikel 1.3 Betaling van subsidies.

Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de in de beschikking tot subsidieverlening dan wel subsidievaststelling opgenomen wijze betaald.

Artikel 1.4 Bevoorschotting

  • a.

    Op de subsidie kunnen voorschotten worden betaald op verzoek van de sportorganisatie. De voorschotten kunnen tot een door burgemeester en wethouders te bepalen percentage van het bedrag, waarop de sportorganisatie vermoedelijk aanspraak zal kunnen maken, eventueel in termijnen worden uitbetaald.

  • b.

    Indien een sportorganisatie meer aan voorschotten heeft ontvangen dan het definitief vastgestelde subsidiebedrag uiteindelijk blijkt te belopen, zal dit meerdere worden verrekend met de subsidiebevoorschotting van het volgende subsidiejaar.

Hoofdstuk 2 SUBSIDIEVERLENING

Artikel 2.1 De beschikking tot subsidieverlening

  • 1.

    Het bestuursorgaan verleent subsidie aan de sportorganisaties voor activiteiten die deze sportorganisaties blijkens de door hen ingediende begroting met bijbehorend activiteitenplan in het betreffende (deel van het) kalenderjaar voornemens zijn uit te voeren;

  • 2.

    De beschikking tot subsidieverlening bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde omschrijving kan later worden uitgewerkt, voor zover de beschikking tot subsidieverlening dit vermeldt.

  • 4.

    De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

  • 5.

    Indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag van de subsidie niet vermeldt, vermeldt zij het bedrag of het aantal formatie-eenheden waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • 6.

    De beschikking tot subsidieverlening wordt bekendgemaakt uiterlijk:

    • a.

      1 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie is verleend;

    • b.

      acht weken nadat de aanvraag om subsidie voor een deel van het kalenderjaar is ontvangen. Het bestuursorgaan kan deze termijn éénmaal met een redelijke termijn verlengen.

Artikel 2.2 De subsidievaststelling

  • 1.

    Uiterlijk 13 weken na afloop van de periode waarvoor subsidie is verleend, verstrekt de subsidieontvanger de gegevens die het bestuursorgaan nodig heeft voor de vaststelling van de subsidie. Het bestuursorgaan stelt hiervoor een formulier vast. Een aldus ingevuld formulier geldt als een aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 2.

    De termijn van 13 weken kan met ten hoogste 13 weken worden verlengd wanneer daartoe schriftelijk een met redenen omkleed verzoek wordt ingediend.

  • 3.

    De beschikking tot subsidievaststelling vermeldt het bedrag van de subsidie.

  • 4.

    Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt. Indien geen aanvraag als bedoeld in het eerste lid is ingediend, stelt het bestuursorgaan de subsidie ambtshalve vast. Het gaat hiertoe eerst over nadat aan de subsidieontvanger een redelijke termijn is gegund om de aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen.

  • 5.

    De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b.

      de subsidieontvanger heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of

    • d.

      de subsidieverlening onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 6.

    Bij de vaststelling van de subsidie aan sportorganisaties die een inkomensafhankelijke contributie heffen, wordt uitgegaan van de bruto contributie.

Hoofdstuk 3 INTREKKING, WIJZIGING EN BEEINDIGING

Artikel 3.1 Intrekken of wijzigen subsidieverlening

  • 1.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het bestuursorgaan de subsidieverlening met inachtneming van een redelijke termijn intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen voor zover:

    • a.

      bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening in de mogelijkheid van intrekking of wijziging is voorzien;

    • b.

      de subsidieverlening onjuist is, of

    • c.

      veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten.

  • 2.

    Bij intrekking of wijziging op grond van het vorige lid, onderdeel b of c, heeft de subsidieontvanger aanspraak op vergoeding van de schade die hij lijdt doordat hij in vertrouwen op de subsidie anders heeft gehandeld dan hij zonder subsidie zou hebben gedaan.

Artikel 3.2 Intrekken of wijzigen subsidievaststelling

De subsidievaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd indien sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt, dan wel een handeling als bedoeld in het tweede lid onder c, heeft plaatsgevonden, vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 3.3 Beëindiging subsidieverlening

  • 1.

    Indien aan een subsidieontvanger voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, kan de subsidie voor een daarop volgend tijdvak slechts met inachtneming van een redelijke termijn worden geweigerd op de grond, dat veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten.

  • 2.

    Voor zover aan het einde van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend sedert de bekendmaking van het voornemen tot weigering voor een daarop aansluitend tijdvak nog geen redelijke termijn is verstreken, wordt de subsidie voor het resterende deel van die termijn verleend.

Hoofdstuk 4 VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 4.1

Het bestuur van de sportorganisatie is verplicht aan het bestuursorgaan al die gegevens en inlichtingen te verschaffen, die zij voor toepassing van deze regeling nodig achten.

Artikel 4.2

Het bestuursorgaan kan te allen tijde, in overleg, de door haar gesubsidieerde sportorganisaties verzoeken medewerking te verlenen aan, onder auspiciën van het bestuursorgaan, te organiseren activiteiten en manifestaties.

Artikel 4.3

In overleg dienen de door het bestuursorgaan gesubsidieerde sportorganisaties te allen tijde bereid te zijn medewerking te verlenen aan activiteiten, die door en/of ten behoeve van de plaatselijke bevolking van de gemeente Gendringen of door en/of ten behoeve van grote groepen van die bevolking worden georganiseerd, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 5 SUBSIDIEVOORWAARDEN

Artikel 5.1 Algemene voorwaarden

  • 1.

    Om voor een gemeentelijk subsidie in aanmerking te komen dient een sportorganisatie:

    • a.

      voldoende aannemelijk te maken dat haar slechts met inbegrip van een gemeentelijk subsidie de nodige financiële middelen ter beschikking staan om de gestelde doeleinden te verwezenlijken;

    • b.

      open te staan voor alle groeperingen zonder onderscheid in sociaal, godsdienstig, levensbeschouwelijk of politiek opzicht;

    • c.

      een regeling te hebben getroffen op grond waarvan de leden, gebruikers e.a. van de sportorganisatie een naar het oordeel van het bestuursorgaan, gehoord de Sportraad Gendringen, redelijke en aanvaardbare contributie c.q. bijdrage betalen. Extra bijdragen van de leden t.b.v. feestavonden, jubilea lesgelden etc, vallen niet onder de contributie en worden als zodanig niet gesubsidieerd;

    • d.

      te beschikken over een leiding, die voldoende waarborgen biedt ten aanzien van deskundigheid en bekwaamheid met betrekking tot de te verrichten werkzaamheden;

  • 2.

    waar activiteiten worden uitgevoerd in een ruimtelijke voorziening, moet deze voor de uitvoering van het werk geschikt en toegerust zijn, en waar mogelijk bruikbaar voor de in zijn beweging beperkte mens;

  • 3.

    het bestuur van de sportorganisatie is ervoor verantwoordelijk dat een goed beleid en beheer worden gevoerd en dat alle verdere uit deze regeling voortvloeiende verplichtingen worden nagekomen.

  • 4.

    beroepskrachten, vrijwilligers, alsmede degenen, ten behoeve van wie de activiteiten worden uitgevoerd, worden, waar mogelijk, bij het beleid van de sportorganisatie betrokken;

  • 5.

    indien voor de eerste maal subsidie wordt aangevraagd, dienen de volgende bescheiden in tweevoud te worden overgelegd:

    • a.

      een exemplaar of concept van de stichtingsakte of van de statuten;

    • b.

      een beschrijving van de organisatievorm, de werkwijze, het leden c.q. -deelnemersbestand; een motivering van de wenselijk geachte personeelsformatie, alsmede een taakomschrijving van de beroepskrachten;

    • c.

      een overzicht van de financiële toestand van de aanvrager op het tijdstip dat de aanvraag wordt gedaan;

    • d.

      een opgave van de namen en adressen van de bestuursleden van de sportorganisatie.

  • 6.

    aanvragen voor incidentele subsidies moeten 3 maanden van tevoren worden ingediend;

  • 7.

    het bestuur van de sportorganisatie is verplicht de burgerrechtelijke aansprakelijkheid ten aanzien van derden te dekken door een WA-verzekering af te sluiten.

  • 8.

    Voor eigendommen van de sportorganisatie dient een verzekering tegen brandschade op basis van nieuwwaarde afgesloten te worden. De sportorganisatie is verplicht desgevraagd de verzekeringspolissen aan het college van burgemeester en wethouders of aan een daartoe aangewezen ambtenaar te tonen.

Artikel 5.2 Wijziging van de sportorganisatie

Bij wijziging van de doelstelling, structuur of werkwijze van een sportorganisatie dienen de volgende bescheiden te worden overgelegd:

  • a.

    een exemplaar of concept van de gewijzigde statuten;

  • b.

    een beschrijving van de organisatievorm, de werkwijze en de voorgenomen activiteiten voor zover daarin verandering is gekomen.

Artikel 5.3 Opheffing van de sportorganisatie

  • 1.

    Indien de sportorganisatie wordt opgeheven, dient het bestuur daarvan onmiddellijk kennis te geven aan het bestuursorgaan;

  • 2.

    de liquidatiebalans behoeft de goedkeuring van het bestuursorgaan;

  • 3.

    aan het met gemeentesubsidie verworven batig liquidatiesaldo, alsmede aan de met gemeentesubsidie verworven duurzame goederen, dient de sportorganisatie, onder goedkeuring van het bestuursorgaan, een bestemming te geven overeenkomstig hetgeen hieromtrent in de statuten is bepaald of bij het ontbreken daarvan, zoveel mogelijk overeenkomend met haar doel of werkzaamheden. Het bestuursorgaan pleegt hierbij overleg met eventueel medesubsidiërende instanties.

  • 4.

    Indien over de bestemming van het batig liquidatiesaldo en de duurzame goederen geen overeenstemming kan worden verkregen, kan het bestuursorgaan terugstorting of overdracht verlangen.

Hoofdstuk 6 PERSONEEL

Artikel 6.1

De beroepskrachten dienen over het opleidingsniveau te beschikken overeenkomstig de regelen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dan wel de betreffende sportbonden.

Artikel 6.2

Indien beroepskrachten niet voldoen aan het in eerste lid aangeduide opleidingsniveau, dienen zij te beschikken over ervaring en kennis welke naar het oordeel van bestuursorgaan, gehoord hebbende Sportraad Gendringen, voldoende waarborgen bieden voor een verantwoorde uitoefening van hun functie.

Hoofdstuk 7 ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

Artikel 7 Administratieve voorschriften

  • 1.

    De sportorganisatie stelt de door het bestuursorgaan aan te wijzen ambtenaren of accountants in de gelegenheid de kassen op te nemen en inzage te nemen van alle boeken en bescheiden. Daarbij zal worden uitgegaan van een steekproefsgewijze controle. Zij verstrekt voorts alle inlichtingen, desgewenst schriftelijk, welke van haar in het belang van een goede controle op het financieel beheer en de administratie worden gevraagd.

  • 2.

    De sportorganisatie draagt er zorg voor, dat de financiële administratie zodanig is ingericht, dat op eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in de exploitatieresultaten, de vermogenspositie en in het bijzonder in de mate waarin zij door leden, contribuanten, donateurs of anderen worden gesteund.

  • 3.

    De aanschaffingskosten van onroerende en duurzame goederen alsmede de kosten van verbouwing en buitengewoon onderhoud, dienen als activa in de balans te worden opgenomen. Voor de jaarlijkse afschrijvingen gelden de volgende percentages:

    • a.

      aankoop gebouw, nieuwbouw 3,3%

    • b.

      verbouwing 5 %

    • c.

      buitengewoon onderhoud en vaste inrichting 10 %

    • d.

      kantoormachines, inventaris en apparatuur 20 %

    • e.

      andere benodigde materialen 20 %

  • 4.

    Het bestuursorgaan kan op een daartoe strekkend verzoek van de sportorganisatie in bijzondere gevallen een afwijkende afschrijving toestaan.

  • 5.

    Het bestuursorgaan kan nadere regelen vaststellen omtrent het kasbeheer en de bar- c.q. kantineadministratie.

  • 6.

    Het financieel verslag dient goedgekeurd te zijn door een kascommissie, benoemd door de sportorganisatie.

  • 7.

    De sportorganisatie is verplicht jaarlijks, uiterlijk 3 maanden na beëindiging van het boekjaar het bestuursorgaan een verslag in te zenden omtrent de werkzaamheden.

Hoofdstuk 8 SUBSIDIEGRONDSLAG EN BEREKENING

Artikel 8.1 Subsidieopbouw

Het jaarlijks aan de sportorganisaties toekomend subsidie is opgebouwd uit:

  • a.

    een vast bedrag; het vaste bedrag voor iedere sportorganisatie bedraagt € 136,50;

  • b.

    een subsidie in de contributieopbrengst van de jeugdleden; de subsidie in de contributieopbrengst van de jeugdleden tot en met 18 jaar bedraagt: 55% van de contributieopbrengst van de jeugdleden tot 16 jaar en 35% van de contributieopbrengst van de jeugdleden van 16 jaar tot en met 18 jaar, mits de vereniging minstens 12 werkende jeugdleden tot en met 18 jaar telt;

  • c.

    een subsidie in de kosten van bevoegde leiding t.b.v. de jeugdleden. de subsidie in de kosten van bevoegde leiding, ten behoeve van de jeugdleden tot en met 18 jaar bedraagt: 40% van de door het bestuursorgaan goedgekeurde kosten van wettelijk verantwoorde betalingen van het bevoegd sporttechnische kader t.b.v. de jeugdleden tot en met 18 jaar, mits de vereniging minstens 12 werkende jeugdleden telt. Onder deze kosten worden verstaan: loon, belastingen en sociale lasten. De sport organisatie dient om voor de subsidie in aanmerking te komen een kopie te overleggen van de opgave aan de belastingdienst inzake loonbetalingen aan sporttechnisch kader. Onder verantwoorde betalingen worden verstaan de maximale uurkosten vergoeding voor sporttechnisch kader conform de richtlijnen van het Ministerie van W.V.C. dan wel anders is bepaald;

Artikel 8.2 Overige subsidies

Subsidie kan eveneens worden verleend in de vorm van:

  • a.

    Een vormingssubsidie: de vormingssubsidie bedraagt: 50% van de door het bestuursorgaan goedgekeurde kosten van landelijk erkende vrijwilligerscursussen tot een maximum van € 113,50 per deelnemer, indien het diploma wordt behaald. Het vormingssubsidie is een tegemoetkoming in de kosten verbonden aan cursussen en bijeenkomsten bestemd voor leidinggevende beroepskrachten, vrijwillige medewerkers en bestuursleden werkzaam in de amateursportbeoefening en welke dienen tot vorming, die in direct verband staat met de taak van genoemde personen in het uitvoerende of begeleidende werk in de amateur-beoefening. Tot de voorgenoemde kosten worden mede gerekend: de noodzakelijke reis- en verblijfkosten van de deelnemers voor zover deze ten laste van de sportorganisatie komen; ahonoraria van sprekers en deskundige medewerkers; kosten van de voor de cursus te gebruiken materialen; huur van de noodzakelijke accommodaties. Het bestuursorgaan kunnen nadere richtlijnen geven ten aanzien van de wijze, waarop vormende activiteiten worden gesubsidieerd, na ingewonnen advies van Sportraad Gendringen.

  • b.

    Een recreatiesportsubsidie: de recreatiesubsidie bedraagt: 50% van de kosten tot maximaal het nadelige saldo van activiteiten in het kader van de recreatiesport voor niet-leden van de sportorganisatie, onder voorwaarde dat van de deelnemers per activiteit minstens een bijdrage van € 0,45 wordt gevraagd; onder deze kosten worden verstaan de kosten van bevoegde leiding en huur van een of meerdere sportaccommodaties.

  • c.

    Een niveausubsidie: de niveausubsidie bedraagt: jaarlijks een eenmalige subsidie van 30% van de door het bestuursorgaan goedgekeurde reiskosten ten behoeve van een of meerdere teams van een sportorganisatie, die als gevolg van hun landelijke competitie-indeling gedwongen worden meer dan 150 kilometer per wedstrijd te reizen.

  • d.

    Een subsidie in de kosten van internationale sportuitwisselingen: de subsidie voor internationale sportuitwisselingen en/of contacten bedraagt: 30% van de door het bestuursorgaan goedgekeurde reis- en verblijfskosten, kosten bevoegde leiding en verzekeringen tot een maximum van 100% van de totale jaarcontributie van de leden van de sportorganisatie, de aan een sportuitwisseling en/of contact deelneemt. Onder een internationale sportuitwisseling en/of contact wordt verstaan, zowel een meerdaags bezoek aan een vereniging in een gemeente buiten Nederland op een afstand van minimaal 350 km., waarbij men minimaal 48 uur op de plaats van bestemming dient te zijn als het tegenbezoek van de betreffende vereniging aan de gemeente Gendringen. De subsidie voor het bezoek en het tegenbezoek wordt in de regel maximaal 1 maal per 5 jaar verleend.

  • e.

    Een subsidie in de eerste aanschaf van materialen: de subsidie in de eerste aanschaf van materialen voor nieuwe sportorganisaties of sportorganisaties, die in het kader van hun tak van sport nieuwe sportvormen te hand nemen bedraagt: 40% van de door het bestuursorgaan goedgekeurde kosten in de eerste aanschaf van materialen. Vervanging van materialen, etc. behoort tot de normale exploitatiekosten van de sportorganisatie.

  • f.

    Een accommodatie-stichtingskostensubsidie: De accommodatie-stichtingskostensubsidie ten behoeve van kleed- en clubaccommodaties en terreinverlichting voor training bedraagt:

    • -

      een eenmalige subsidie van 25% van de totale door het bestuursorgaan goedgekeurde stichtingskosten;

    • -

      een eenmalige renteloze lening van 25% van de totale door het bestuursorgaan goedgekeurde stichtingskosten.

      Onder de stichtingskosten worden verstaan: de grondkosten, de bouwkosten, de aansluitkosten, de inrichtingskosten, exclusief inventaris, de architectkosten, de directiekosten en eventueel de overdrachtskosten. Alvorens tot behandeling van het subsidieverzoek voor accommodatie stichtingskosten wordt overgegaan zal door de sectie accommodatiebeheer en de Nederlandse Sport Federatie met betrekking tot de eisen, tekening, bestek en begroting, een onafhankelijk en deskundig onderzoek worden ingesteld, opdat uitsluitend voor noodzakelijke en doelmatige stichtingskosten subsidie wordt verleend. Wanneer een accommodatie geheel of gedeeltelijk door eigen leden zonder betaling wordt gerealiseerd is bij deze zelfwerkzaamheid 50% van de normale loonkosten van een aannemer subsidiabel. Na realisering van de accommodatie zal met betrekking tot de werkelijke kosten een financieel verslag met kopiefacturen moeten worden ingediend. Toekenning van deze accommodatiesubsidie zal echter afhankelijk zijn van de budgettaire mogelijkheden van de gemeente en de door de gemeente gestelde prioriteiten met betrekking tot de wenselijkheid om een accommodatie te realiseren.

  • g.

    Een aanmoedigingssubsidie: de aanmoedigingssubsidie bedraagt: een tegemoetkoming in de kosten van een sportorganisatie, die nog geen twee jaar onafgebroken een zelfstandige organisatie is. Het aanmoedigingssubsidie bedraagt € 182,00 per jaar. Het aanmoedigingssubsidie kan aan dezelfde vereniging niet vaker dan 2 maal worden verleend.

Artikel 8.3 Maximale subsidie

De jaarlijkse subsidie kan in principe niet meer bedragen dan het werkelijk nadelige saldo van het boekjaar; dan wel maximaal 60% van de normale door het bestuursorgaan goedgekeurde jaarlijkse inkomsten. Onder de normale jaarlijkse inkomsten van een vereniging worden verstaan o.a.: contributieopbrengsten, donatiegelden, entreegelden en doorlopende acties. Subsidies en eenmalige acties vallen hier niet onder.

Artikel 8.4 Indexering

  • a.

    De in deze verordening genoemde bedragen worden door het bestuursorgaan jaarlijks aangepast op basis van de ontwikkelingen t.a.v. de lonen, prijzen en kosten, zoals jaarlijks door de Minister van Economische Zaken wordt vastgesteld in de “Prijzenbeschikking goederen en diensten”. Als maximum in dezen geldt de aan de gemeente toegestane jaarlijkse aanpassing van de gemeentelijke tarieven zoals deze wordt aangegeven door de Staatssecretaris van Binnenlandse zaken.

  • b.

    Voor de subsidiegrondslagen als contributies, kosten bevoegde leiding, etc. geldt eveneens dezelfde maximale toegestane jaarlijkse aanpassing als genoemd in lid a.

Hoofdstuk 9 SLOTBEPALING

Artikel 9.1 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening geschiedt door het bestuursorgaan.

Artikel 9.2 Bijzondere omstandigheden.

Het bestuursorgaan is bevoegd ter uitvoering van deze subsidieverordening nadere voorschriften vast te stellen.

Artikel 9.3 Hardheidsclausule.

Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9.4 Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening sportorganisaties gemeente Gendringen 2002.

Artikel 9.5 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

Op dat tijdstip wordt de Subsidieverordening sportorganisaties gemeente Gendringen vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 29 april 1982 en gewijzigd bij raadsbesluit d.d. 21 december 1982 ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Gendringen op

20 december 2001

De secretaris, De voorzitter,