Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek houdende regels omtrekt beschikbaarheidsdiensten Regeling voor Beschikbaarheidsdiensten 2016

1. Aan een belanghebbende aan wie buiten de normaal geldende werktijden beschikbaarheidsdiensten worden opgedragen, wordt ter compensatie voor het ongerief dat aan deze diensten is verbonden, een vergoeding toegekend.

2. De in artikel 2 lid 1 bedoelde vergoeding bedraagt per beschikbaarheidsdienst van een week, 7 x 24 uur, een percentage van het uursalaris dat is afgeleid van het maximum van salarisschaal 7. Het percentage is 5% voor een weekdienst en 10% voor een weekenddienst.

3. Er wordt bij samenloop van de calamiteiten en gladheidsbestrijdingsdienst, slechts één keer een vergoeding uitbetaald.

4. De belanghebbende die volgens rooster is ingedeeld voor het verrichten van beschikbaarheids- diensten doch hieraan ten gevolge van een tijdelijke arbeidsongeschiktheid geen uitvoering kan geven geniet gedurende deze tijdelijke arbeidsongeschiktheid de vergoeding als aangegeven, met dien verstande dat de vergoeding wordt uitbetaald gedurende maximaal zes maanden na aanvang van de arbeidsongeschiktheid.

5. De belanghebbende, die incidenteel schriftelijk wordt aangewezen om beschikbaarheids- diensten te verrichten, ontvangt hiervoor een vergoeding.

6. Het bepaalde in artikel 4 is niet van toepassing op de in lid 5 van dit artikel bedoelde belanghebbende.

1. Indien een belanghebbende gedurende de beschikbaarheidsdiensten daadwerkelijk werkzaamheden moet verrichten wordt hem voor deze werkzaamheden een overwerkvergoeding gegeven overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:2 van de CAR/UWO, met dien verstande dat de overwerkvergoeding niet betaald wordt op uren gewerkt van maandag tot en met vrijdag tussen 7.45 uur en 16.45 uur, omdat er gedurende deze tijden geen sprake van overwerk kan zijn.

1. Indien aan een belanghebbende, bedoeld in artikel 2, tengevolge van reorganisatie dan wel op medische gronden niet langer beschikbaarheidsdiensten worden opgedragen, ontvangt hij een uitkering.

2. Aan de belanghebbende wordt, vanaf de eerste dag van de maand, volgende op de dag waarop de onvrijwillige beëindiging van de bereikbaarheids- en/of beschikbaarheidsdiensten plaatsvindt, een uitkering toegekend gedurende een tijdvak gelijk aan 1/6 deel van de diensttijd, gedurende welke hij in dienst van de gemeente Oude IJsselstreek met bereikbaarheids- en/of beschikbaarheidsdiensten belast is geweest.

3. De duur van het volgens het bepaalde in lid 2 berekende tijdvak wordt op volle maanden naar boven afgerond en bedraagt behoudens het bepaalde in het volgende lid, maximaal 2 jaar.

4. Indien de gewezen belanghebbende op het tijdstip van de onvrijwillige beëindiging van de beschikbaarheids- en/of bereikbaarheidsdiensten de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en die diensten gedurende 10 of meer jaar onmiddellijk voorafgaande aan dat tijdstip heeft verricht, wordt de duur van de uitkering verlengd tot aan de datum van zijn eervol ontslag.

5. De uitkering bedraagt gedurende de eerste 6 maanden 75%, de daarop volgende 6 maanden 50% en voor de eventuele verdere duur van de uitkering 25% van de vergoeding, die de gewezen belanghebbende, gemiddeld per maand heeft genoten in de onmiddellijk aan het tijdstip van beëindiging voorafgaande periode van 26 weken.

6. Voor de gewezen belanghebbende, bedoeld in lid 4, bedraagt de uitkering gedurende de hele periode waarin hij recht heeft op een uitkering, 75% van de in het vorige lid omschreven vergoeding.

7. Een belanghebbende die een andere functie aanvaardt waarbij geen beschikbaarheids- en/of bereikbaarheidsdiensten worden gedraaid, waardoor het loon meer dan 3% daalt, komt in aanmerking voor een afbouwregeling waarbij de vergoeding wegens het draaien van beschikbaarheids- en/of bereikbaarheidsdiensten in zes maanden wordt afgebouwd.

8. De uitkering bedraagt gedurende de eerste twee maanden 75%, de daarop volgende twee maanden 50% en de daarop volgende twee maanden 25% van de vergoeding die de gewezen belanghebbende, gemiddeld per maand heeft genoten in de onmiddellijk aan het tijdstip van beëindiging voorafgaande periode van 26 weken.

1. Het recht op een vergoeding als gevolg van deze regeling vervalt in ieder geval, wanneer de belanghebbende niet beschikbaar is, of zich uit eigen beweging niet meer beschikbaar stelt, voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten.

2. Het recht op een vergoeding als gevolg van deze regeling vervalt in ieder geval met ingang van de dag van het ontslag, dan wel met ingang van de dag, volgende op die van het overlijden van de (gewezen) belanghebbenden.

1. De directie beslist ten aanzien van aangelegenheden betreffende de vergoeding van beschikbaarheidsdiensten voor zover deze regeling daarin niet of niet voldoende voorziet.

2. De regeling treedt in werking de dag na bekendmaking.

3. De “Regeling voor beschikbaarheidsdiensten november 2014”, vastgesteld op 3 februari 2015, vervalt met ingang van inwerkingtreding van deze regeling.