Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

De aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet;

Gelet op het bepaalde in:

- artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;

- artikel 3 van de verordening rioolheffing;

- artikel 3 van de verordening afvalstoffenheffing;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Algemeen

In sommige gevallen brengen wettelijke regels met zich mee dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, perceel). In deze gevallen mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. De gemeente Oude IJsselstreek hanteert de voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. De voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffen¬de heffing en invordering en wordt toegepast voorzover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeurs¬volgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming.

Voorkeursvolgorde

1. Bij het bepalen van de belastingplichtige ten behoeve van de afval¬stoffenheffing en de rioolheffing wordt de aanslag in onder¬staande volgorde gesteld ten name van:

1.1 de gebruiker met het recht van genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht

1.2 de langstwonende op het adres;

1.3 bij echtparen, met of zonder inwonende kinderen: de man;

1.4 bij samenwoning van man en vrouw, met of zonder inwonende kinderen: de man;

1.5 indien onderdeel 1.2, 1.3 en 1.4 niet van toepassing verklaard kunnen worden: de oudste in leeftijd;

1.6 indien onderdeel 1.5 niet van toepassing verklaard kan worden: die persoon met het laagste A-nummer in de GBA-administratie.

2. Met betrekking tot gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

2.1 de oudste man;

2.2 eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

3. Voorzover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de bepaling van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

4. Aangezien de voorkeursvolgorde erop gericht is de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kunnen burgemeester en wethouders op schriftelijk verzoek een ander lid van hetzelfde huishouden aanwij¬zen als belastingplichtige, onder overlegging van een schrif¬telijke en ondertekende verklaring dat deze zijn of haar aanwijzing als belastingplichtige aanvaardt.

5. Wijzigingen kunnen -indien reeds een aanslag aan een belasting¬plichtige is opgelegd- pas plaatsvinden met ingang van het eerst¬volgende belastingtijdvak.

6. Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. (beroep bij de rechter is mogelijk)

7. Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 t/m 6 van overeenkomstige toepassing

Hiermee komt het besluit tot het vaststellen van beleidsregels aanwijzing belastingplichtigen van 4 januari 2005 te vervallen.

Het besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van het besluit is 1 januari 2020.

Ondertekening

Gendringen, 27 november 2019.

De gemeenteambtenaar voornoemd,

J.T.W.M. Onstein.

Heffingsambtenaar gemeente Oude IJsselstreek