Verordening op het burgerinitiatief

Geldend van 01-02-2005 t/m heden

Intitulé

Verordening op het burgerinitiatief

De raad van de gemeente Ouder-Amstel,

gezien het voorstel van de fractie van D66, gelezen het voorstel van het Presidium d.d.

11 december 2004, nummer 2004/63/11,

s t e l t v a s t:

De navolgende Verordening op het burgerinitiatief

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van

een initiatiefgerechtigde een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te

plaatsen.

Artikel 2

1.De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

2.Ongeldig is het verzoek dat:

  • a.

    niet door ten minste 30 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

  • b.

    een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

  • c.

    niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

1.Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

2.Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

  • e.

    een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.

Artikel 5

  • 1.

    Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de griffier.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

1.De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het verzoek voldoet aan de geldigheidsvereisten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.

2.Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders.

3.Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

4.De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

5.Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit op gebruikelijke wijze openbaar bekend gemaakt.

6.Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.

Artikel 7

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

Deze verordening wordt een jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

Artikel 9

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op het burgerinitiatief".

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking na zes weken gerekend vanaf de dag waarop deze is vastgesteld.

Ondertekening

Ouder-Amstel, 23 december 2004.
De raad voornoemd,
de raadsgriffier, de voorzitter,
drs. L.J. Heijlman J.R.A. Nawijn

Bijlage 1 Verzoek burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel/onderwerp op de agenda van de

gemeenteraad te plaatsen:

............................................................................................................................

............................................................................................................................

............................................................................................................................

............................................................................................................................

Toelichting op voorstel/onderwerp:

............................................................................................................................

............................................................................................................................

............................................................................................................................

............................................................................................................................

............................................................................................................................

Naam:...................................................................................................................

Voornamen:...........................................................................................................

Geboortedatum:.....................................................................................................

Adres:...................................................................................................................

Postcode:................................... Woonplaats:....................................................…….

Handtekening:

Plaatsvervanger:

Naam:.................................................................................................................…

voornamen:.................................................................…........................................

Geboortedatum:.....................................................................................................

Adres:...................................................................................................................

Postcode:...................................Woonplaats:..........................................................

Handtekening:

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en

handtekeningen van .............. initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Toelichting voor de verzoeker

Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van

de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de

gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente

wonen, kan kunnen een verzoek doen om een voorstel/onderwerp op de agenda van de

raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.

Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste 30

initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor

het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan

het formulier met ondersteuningsverklaringen.

Het burgerinitiatiefvoorstel mag niet inhouden:

  • 1.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • 2.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • 3.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een

gedraging van het gemeentebestuur;

4.een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een

besluit van het gemeentebestuur, of

5.een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel

plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.

Bijlage 2 Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende

onderwerp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:

............................................................................................................................

............................................................................................................................

............................................................................................................................

............................................................................................................................

Eerste voornaam Geboorte-

Naam en voorletters Adres datum

Handtekening

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

.......................... .......................... ........................... ......................... ..........................

(enz.)

Toelichting

Boven aan de lijst dient het voorstel/onderwerp van het burgerinitiatief dat wordt

ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot

indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van

ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/onderwerp te

worden herhaald in dezelfde bewoordingen.

Bevoegd tot ondersteuning van een burgerinitiatief zijn degenen die kiesgerechtigd zijn

voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en

zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen

mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente zouden wonen.

Artikelsgewijs toelichting

Artikel 1

De term "burgerinitiatiefvoorstel" wordt gehanteerd voor de aanduiding van het voorstel

dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. De modelverordening

van de VNG kent twee alternatieve begripsomschrijvingen ter nadere invulling van deze

term. Zo kan worden geopteerd voor de mogelijkheid dat de burger alleen een concreet

voorstel kan aandragen of ruimer: het aandragen van een onderwerp. In deze

verordening is de ruime begripsomschrijving van toepassing; het aandragen van een

onderwerp. Hier valt te denken aan de wens om in de raad te discussiëren over de

problematiek in een bepaalde wijk. Overigens hebben burgers onder deze ruime

begripsomschrijving ook de vrijheid om een concreet voorstel in te dienen.

Artikel 2

Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van

een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek,

ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus in

ieder geval moeten uitspreken over het burgerinitiatiefvoorstel. Van een geldig verzoek is

sprake als (a) het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden

wordt ondersteund, (b) het onderwerp van het burgerinitiatiefvoorstel niet in artikel 4 is

uitgezonderd en (c) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan.

In artikel 3 wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

Over het vereiste dat het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. De omvang van de drempel dient van dien aard te zijn dat zij - zonder verhinderend te zijn – toch een zekere garantie biedt dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking. Na een duidelijke toe- of afname van het aantal initiatiefgerechtigden, kan de raad dit aantal eenvoudig aanpassen.

Artikel 3

Vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de

besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden, ligt het voor de hand het

initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in de Kieswet. Om ook jongeren bij de gemeentelijke

politiek te betrekken is de leeftijdsgrens voor het initiatiefrecht gesteld op zestien jaar.

Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is het

moment van indiening van het verzoek het meest aangewezen. Het verzoek vindt

immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment

wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt

geregeld in artikel 5.

Artikel 4

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een voorstel vloeien vooral voort

uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te

belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen

beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de

afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het

doorlopen van de procedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat.

Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn.

Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een

commissievergadering of een spreekuur van een wethouder. Uiteraard kan een

burgerinitiatief wel een voorstel tot wijziging van gemeentelijk beleid betreffen,

onverminderd het gestelde in 4e.

Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de

bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog is bepaald dat het

burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een

gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere

wegen.

Ten slotte is het evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde

zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een

burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren.

Artikel 5

Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit

praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam

indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door middel van een

standaardformulier voor burgerinitiatieven. Op dit formulier zal de verzoeker naast het

voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger

moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen

uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen kan naar

personalia gevraagd worden als adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens

kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe

gerechtigde personen heeft.

Artikel 6

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn verzoek spoedig toetst aan de

vereisten en een besluit neemt over de behandeling ervan. Hierin voorziet het eerste lid.

Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze

onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarvoor de raad niet

bevoegd is, kan de raad doorzenden aan het college. Dat zal met name gebeuren als het

college wel bevoegd is.

Met het vierde tot en met zesde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor

transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel door de raad. Op grond

van het zesde lid wordt de verzoeker altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het

ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een mededeling dat het verzoek wordt

afgewezen of een inhoudelijk besluit zijn. Wordt het verzoek tot plaatsing van het

burgerinitiatiefvoorstel door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin

van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter

openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatiefvoorstel te agenderen, dan is er sprake van

een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3

Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf, zal er

sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht die vatbaar is

voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de

raad naar aanleiding van het burgerinitiatiefvoorstel besluit een subsidie toe te kennen

voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op

bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en

beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb).

Er is voor gekozen in het midden te laten hoe de raad verder met het

burgerinitiatiefvoorstel omgaat. Er is niet bedoeld dat de raad altijd plenair het voorstel

inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat de volle raad beslist over het

te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatiefvoorstel kan uiteraard ook in

een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat

nader onderzoek moet worden gedaan.

Artikel 7

Het is van belang dat burgers kennis kunnen nemen van de resultaten van dit nieuwe

recht van de burgerinitiatief. Het sluit ook aan op de zorgplicht van de burgemeester

zoals deze is vastgelegd in artikel 170 Gemeentewet. Op grond van dit artikel ziet de

burgemeester onder meer toe op de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie. Het is ter keuze aan de burgemeester om het verslag al dan niet op te nemen in het burgerjaarverslag. Voor de inhoud van het verslag kan worden gedacht aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatiefvoorstellen), alsmede aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatiefvoorstellen, de besluiten van de raad op de burgerinitiatiefvoorstellen en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen.