Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013

De raad van de gemeente Oudewater;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens; kampeerauto’s, tourcaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voervaartuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet beroepsmatig verhuurde ruimten; woningen: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde kampeeronderkomen of stacaravan;

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding, door personen die niet als ingezetenen in de gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam “toeristenbelasting” een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die de gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in 2

  • 3 Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is    belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:door degene, die:

  • a.

    als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

  • b.

    verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

  • c.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers.

  • d.

    de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

Indien het nachtregister ontbreekt wordt:

1. het aantal personen dat heeft overnacht met betrekking tot:

  • a.

    vakantieonderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op drie personen;

2. het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht ingeval verblijf wordt gehouden in de in het eerste lid genoemde onderkomens bepaald op 70 (10 weken)3. het aantal kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid vastgesteld aan de hand van de opgaven van degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekend aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting in:

  • 1.

    vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en vaste standplaatsen € 0,65;

  • 2.

    hotels € 1,00.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd en belastingaanslagen waarvoor een restitutie van € 10,00 of minder moet plaats vinden, worden niet terug betaald.

Artikel 12 Termijn van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990  moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn twee maanden later.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Voor de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 15 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdeel b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 17 Citeerartikel

De verordening kan worden aangehaalde als: ‘Verordening toeristenbelasting Oudewater 2013’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2012.
De griffier, mr. R.P.A. van Aalst
De voorzitter, mr. drs. P. Verhoeve