Regeling vervallen per 03-05-2012

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten

Geldend van 08-02-2006 t/m 02-05-2012

Intitulé

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten

De raad van de gemeente Oudewater;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

SUBSIDIEVERORDENING RESTAURATIE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

1 gemeentelijk monument: een object dat is opgenomen op de monumentenlijst als bedoeld in de Monumentenverordening;

2 restaureren: het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument.

3 casco:de romp van het gebouw; datgene dus dat de verschijningsvorm bepaalt van het monument. Hieronder valt dus niet de indeling en de inrichting van het monument. Wel kan de constructie in aanmerking komen, wanneer dat herstel nodig is om het casco in stand te houden.

4 kosten van voorzieningen: de door burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

a. de aanneemsom;

b. de risicoverrekening van loon en materiaalprijsstijgingen;

c. de kosten van de architect overeenkomstig de SR 1997 en van de constructeur, voor zover inschakeling hiervan noodzakelijk is;

d. de aanvraag om monumentenvergunning (leges);

e. de verschuldigde BTW, voor zover deze niet kan worden verrekend;

f. de bouwhistorische opname, gericht op de restauratie;

g. de kosten van opstelling van het onderhoudsplan;

h. een reservering voor noodzakelijk meerwerk, dat ten tijde van de raming van de hierboven genoemde kosten redelijkerwijs niet voorzienbaar was, tot maximaal 5% van de aanneemsom.

5 onderhoudsplan: een door burgemeester en wethouders goedgekeurd overzicht van onderhoudswerkzaamheden en kosten die gedurende 15 jaar nodig worden geacht om het kwaliteitsniveau van het monument, dat met de restauratie zal worden bereikt, te handhaven.

6 eigenaar: hieronder wordt mede verstaan:

a. degene die het recht van erfpacht heeft;

b. de houder van een recht van opstal;

c. de eigenaar van een appartementsrecht;

d. degene aan wie door een rechtspersoon een deelnemings of lidmaatschapsrecht is verleend dat recht geeft op gebruik van een woning;

e. een toekomstig eigenaar die in het bezit is van een voorlopig koopcontract.

7 verlenen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat aan de eigenaar van een monument een aanspraak op een subsidie in de kosten van voorzieningen verschaft.

8 vaststellen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders, nadat de voorzieningen zijn getroffen, waarbij de hoogte van de verleende subsidie wordt vastgesteld.

9 restaurerende instelling: een rechtspersoon die als zodanig door burgemeester en wethouders is aangemerkt en die op grond van zijn statuten als doelstelling heeft het zonder winstoogmerk restaureren van panden en die tevens als eigenaar verhuurder fiscaal is vrijgesteld.

 

Artikel 2 Grondslag en werkingsfeer

  • 1 Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders subsidie verlenen voor het treffen van voorzieningen aan het casco ten behoeve van de restauratie van hoofdgebouwen van monumenten en bijgebouwen die in de omschrijving van het monument zijn opgenomen.

  • 2 De subsidie wordt berekend over de kosten van voorzieningen, met uitzondering van de kosten waarvoor op grond van enige andere, door burgemeester en wethouders aan te wijzen regeling subsidie in de kosten van de voorzieningen kan worden verkregen.

  • 3 In geval van brandschade worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van de te treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen.

  • 4 De subsidie wordt verleend aan de eigenaar van het monument waaraan de voorzieningen worden getroffen.

  • 5 De subsidie wordt verleend en vastgesteld als een subsidie ineens.

  • 6 Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de kosten van voorzieningen ten minste € 1000 te bedragen. Worden de voorzieningen in zelfwerkzaamheid uitgevoerd, dan dienen de materiaalkosten tenminste € 250 te bedragen. Arbeidsuren in zelfwerkzaamheid komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 7 Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de commissie openbare werken, in bijzondere gevallen, waarin toepassing van het bepaalde in het zevende lid van dit artikel ontoereikend zou zijn, in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 3 Subsidie ineens

Van de bij de verlening en vaststelling van de subsidie goedgekeurde kosten bedraagt de subsidie ineens:

Voor herstel of vernieuwing van rieken daken: 30 % ; Voor overige voorzieningen: 40 %

De subsidie bedraagt echter maximaal € 15.000.

 

Artikel 4 Aanvraag en beschikkingsprocedure

  • 1 Een aanvraag om een subsidie dient door de eigenaar ondertekend te worden ingediend bij burgemeester en wethouders op een daartoe beschikbaar te stellen formulier en dient in ieder geval vergezeld te gaan van de daarbij vermelde gegevens.

  • 2 Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de door hen aan te geven ontbrekende gegevens over te leggen.

  • 3 Burgemeester en wethouders geven een beschikking binnen 12 weken nadat de aanvraag is ontvangen, dan wel de ontbrekende gegevens, als bedoeld in het tweede lid, genoegzaam zijn aangevuld. Zij kunnen, indien daartoe naar hun oordeel gegronde redenen bestaan, deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennis geven binnen de termijn van 12 weken.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1 Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie indien:

    a. met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    b. de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

    c. met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking heeft ontvangen;

    d. voor de betreffende voorzieningen binnen een termijn van 15 jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend subsidie is verleend;

    e. voor de te treffen voorzieningen een monumentenvergunning is vereist en deze niet is verleend;

     

  • 2 In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het eerste lid, onder c en d.

Artikel 6 Subsidievoorschriften

  • 1 De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

    a. het werk wordt aanbesteed overeenkomstig door burgemeester en wethouders nader te stellen eisen;

    b. de aanvang van het werk ten minste een week van tevoren wordt gemeld bij burgemeester en wethouders;

    c. met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen binnen 26 weken na de datum van het besluit tot verlening van de subsidie;

    d. binnen 30 maanden na de verlening van subsidie de werkzaamheden zijn voltooid en de gereedmelding als bedoeld in artikel 7 lid 3 is ingediend;

    e. aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.

     

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in het eerste lid en in het belang van het monument aanvullende voorwaarden verbinden aan het verlenen van subsidie.

Artikel 7 Gereedmelding en vaststelling subsidie

  • 1 Vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat:

    a. de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij burgemeester en wethouders zijn gereed gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;

    b. een overzicht is overgelegd van de getroffen gesubsidieerde en niet gesubsidieerde voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten;

    c. een overzicht is overgelegd van het uitgevoerde meer en minderwerk alsmede van de invulling van de reservering als bedoeld in artikel 1, lid c, onder 8.

     

  • 2 De hoogte van de vast te stellen subsidie wordt berekend op basis van de bij de verlening aanvaarde kosten van voorzieningen of de werkelijke kosten van de voorzieningen als deze hoger dan wel lager zijn.

  • 3 De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid omvat:

    a. een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    b. een kostenoverzicht;

    c. alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.

     

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen ermee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is.

Artikel 8 Uitbetaling van de subsidie

  • 1 De subsidie ineens wordt uitbetaald binnen vier weken na vaststellen van de gereedmelding.

  • 2 In afwijking van het bepaalde onder 1 wordt overeenkomstig artikel 7 vastgestelde subsidie ineens, die is toegekend ten laste van het budget van een later dienstjaar, uitbetaald voor 1 maart van dat dienstjaar.

Artikel 9 Intrekking van subsidie

  • 1 Als blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend dan wel een voorwaarde als bedoeld in deze verordening niet is nageleefd kunnen burgemeester en wethouders:

    a. een besluit tot verlening of vaststelling van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken en niet of niet geheel tot betaling van de subsidie overgaan;

    b. reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

     

  • 2 In het geval de overtreding van de voorwaarden als bedoeld in deze verordening de eigenaar niet verwijtbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de in het eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk niet te treffen.

Artikel 10 Bijzondere bepaling

Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van het bepaalde in artikel 2, lid 6, voor het vervangen van niet in het karakteristieke beeld van een pand passende gevel- en dakelementen door elementen die daar wel in passen een subsidie toekennen tot 40% van de kosten.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2 Op het zelfde tijdstip vervalt de Subsidieverordening restauratie monumentale panden 1999.

Artikel 12 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten Oudewater 2006”.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 februari 2006.
De griffier, mevrouw drs. D.E. van der kamp
De voorzitter, mevrouw M.C.A.A. Ruigrok-Verreijt