Regeling vervallen per 30-03-2011

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2002

Geldend van 29-12-2010 t/m 29-03-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2002

De raad van de gemeente Oudewater;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie financiën en sociale zaken;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2002. 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a begraafplaats: Algemene Begraafplaats Hekendorp;

b eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

c algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

d urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

e asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

f urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen. 

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1 Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2 Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1 De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2 Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1 De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, en 4.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 4,60.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Kwijtschelding

Voor de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten Oudewater 1997, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 25 november 1999, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten Oudewater 2002’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2001.
 
secretaris, mevrouw L.A.M. Bakker
voorzitter,  mevrouw M.C.A.A. Ruigrok-Verreijt 
 

Tarieventabel, behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Oudewater 2002. 1

Tarieven met ingang van 1 januari 2011:

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

1.1.1 voor een periode van 20 jaar € 248,25

1.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

1.2.1 voor een periode van 20 jaar € 248,25

1.3 Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:

1.3.1 voor een periode van 20 jaar € 124,65

1.4 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht.

1.5 Voor het verlengen van de rechten als bedoeld in in 1.2 en 1.3 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven van die rechten.

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven € 422,40

2.2 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven € 124,65

2.3 Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven € 248,25

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1 Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

3.1.1 in een urnennis € 124,65

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

4.1 Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in de Beheersverordening begraafplaatsen Oudewater 1997 wordt geheven:

4.1.1 voor de aanleg van een grafkelder € 993,10

4.1.2 voor het plaatsen van gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken of kruis € 50,50

4.1.3 voor het gebruik van de steen van een collumbarium € 142,10

4.2 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, zoals bedoeld in 4.1.1 en 4.1.2 wordtgeheven per jaar

4.2.1 voor een grafkelder € 99,90

4.2.2 voor gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken of kruis € 50,50

4.3 De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2 kunnen worden afgekocht:

- voor 20 jaar tijd door voldoening van een som ineens van het 18-voud van de jaarlijkse rechten

- bij verlenging met 10 jaar door voldoening van een som ineens voor de verlenging van het 8-voudvan de jaarlijkse rechtenHoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

5.1 Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 13,40

5.1.1 Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven € 13,40

Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen, verstrooien

6.1 Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 248,25

6.2 Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven € 422,40

6.3 Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf  wordt geheven € 422,40

6.4 Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven € 248,25