Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening maatschappelijke participatie gemeente Overbetuwe 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie gemeente Overbetuwe 2011

Ons kenmerk: 11RB000187

Nr. 9b

De raad van de gemeente Overbetuwe;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011;

gelet op artikel(en) 8, eerste lid, onderdeel g., tweede lid, onderdeel d. en 35, vijfde lid van de Wet werk en bijstand;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening maatschappelijke participatie

gemeente Overbetuwe 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat on¬der:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    maatschappelijke participatie: een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken;

  • c.

    raad: de gemeenteraad;

  • d.

    wet: de Wet werk en bijstand.

Artikel 2 Maatschappelijke participatie

Uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van een ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, komen in aanmerking voor bijstandsverlening op grond van deze verordening.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1.

    Uitsluitend een belanghebbende, zoals bedoeld in artikel 35, vijfde lid van de wet, met een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste een inkomen, zoals bedoeld in artikel 35, negende lid van de wet, komt in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

  • 2.

    Uitsluitend kosten voor maatschappelijke participatie komen in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

Artikel 4 Maximale vergoeding

  • 1.

    De maximale vergoeding of waarde van de vergoeding bedraagt per kalenderjaar maximaal € 200,- per kind.

  • 2.

    De vergoeding op basis van deze verordening wordt in mindering gebracht op de vergoeding die toegekend wordt op basis van de Specifieke subsidieregeling declaratiefonds.

Artikel 5 Nadere regels

  • 1.

    Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    De nadere regels bevatten in ieder geval een bepaling over de te verstrekken kosten in verband met maatschappelijke participatie.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de maatschappelijke participatie, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening maatschappelijke participatie gemeente Overbetuwe 2011.

Aldus besloten in zijn openbare raadsvergadering

van 20 december 2011.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,

de voorzitter,

drs. A.J. van den Brink

E. Tuijnman.

Algemene toelichting

De slechte financiële positie van ouders mag de kans en mogelijkheid tot ontwikkeling van hun kinderen niet belemmeren. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De wetgever beoogt inkomensondersteuning rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te laten komen en vindt het daarom wenselijk dat de categoriale bijzondere bijstand aan deze groep in natura en niet als geldbedrag wordt verleend. Dit is vastgelegd in artikel 48, vierde lid Wet werk en bijstand (WWB). Het is praktisch echter niet haalbaar om alle aanvragen in natura te vergoeden. Denk aan attributen die nodig zijn om een hobby uit te oefenen.

Artikel 8, eerste lid, onderdeel g. WWB bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet het college in ieder geval bepalen op welke wijze de gemeente Overbetuwe invulling geeft aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’(artikel 8, tweede lid, onderdeel d. WWB).

Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand verstrekken wij uitsluitend aan mensen met maximaal een inkomen van 110% van de op hen van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 35, negende lid WWB).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze verordening gehanteerde begrippen omschreven.

Onder b. Het beleid met betrekking tot de voorziening voor maatschappelijke participatie mag uitsluitend betrekking hebben op sociaal-culturele, educatie of sportieve activiteiten die als doel hebben een sociaal isolement van kinderen te voorkomen of te doorbreken. Hierbij kan worden gedacht aan een lidmaatschap van een sport- of toneel vereniging. Een lidmaatschap van een belangengroep is geen sociaal-culturele op sportieve activiteit.

Artikel 2 Maatschappelijke participatie

In artikel 8, tweede lid, onderdeel d. WWB is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de Verordening maatschappelijke participatie regels moet stellen over de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’.

In artikel 2 is aangegeven dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie ten behoeve van kinderen in aanmerking komen voor bijstandsverlening. Dit volgt ook uit artikel 3, tweede lid van deze verordening. In artikel 2 is vervolgens aangegeven dat het doel van maatschappelijke participatie voor kinderen het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is.

Van categoriale bijzondere bijstand, artikel 35, vijfde lid WWB, is geen sprake als het hoofddoel is om de kosten voor maatschappelijke participatie van kinderen te vergoeden. Er is slechts sprake van bijstandsverlening als voor belanghebbenden kosten worden weggenomen die zij anders wel zouden maken. Daarom is voor de toepassing van deze verordening alleen sprake van maatschappelijke participatie als het de bedoeling is om met bijstandsverlening het sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.

Artikel 3 Voorwaarden

In artikel 3 zijn algemene voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35, vijfde lid WWB. In artikel 3, eerste lid van deze verordening wordt voor de duidelijkheid verwezen naar de voorwaarden die volgen uit de wet. Het betreft:

-

het tot de doelgroep behoren zoals neergelegd in artikel 35, vijfde lid WWB:

een persoon, met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, met betrekking tot kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind;

-

het hebben van een aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste 110% van de toepasselijke bijstandsnorm.

In artikel 3, tweede lid is verder bepaald dat uitsluitend kosten voor maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening. Zie in dit verband ook de toelichting bij artikel 2.

Artikel 4 Maximale vergoeding

In artikel 3, tweede lid is bepaald dat kosten voor maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

Er is geen limiet gesteld aan de te verstrekken voorzieningen. Om de kosten enigszins te kunnen beheersen is in dit artikel de maximale vergoeding per kalenderjaar per kind vastgelegd. Het is niet mogelijk om hier bovenop de maximale vergoeding vanuit het Declaratiefonds te ontvangen, omdat het Declaratiefonds wordt gezien als een voorliggende voorziening. De vergoedingen voor maatschappelijke participatie worden met elkaar verrekend.

Artikel 5 Nadere regels

Op grond van dit artikel heeft het het college de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen over de uitvoering van het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand.

In artikel 5, tweede lid is bepaald dat de nadere regels in ieder geval een bepaling over de te verstrekken kosten moeten bevatten. Hierbij valt te denken aan de kosten van:

-

contributie van een sportvereniging

-

contributie van een zangvereniging

-

zwemabonnement

-

muziekonderwijs

-

schoolactiviteiten zoals schoolreisjes en excursies

-

sportattributen/sportkleding

-

muziekinstrumenten

-

vakantiekamp

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de maatschappelijke participatie, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit geldt alleen voor gevallen die ten tijde van het vaststellen van deze verordening niet waren voorzien. Wordt gebruik gemaakt van de hardheidsclausule dan volgt daaruit dat de verordening op dat punt moet worden aangepast.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. De gemeenteraad is per deze datum verplicht een verordening vast te stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind.

Artikel 8 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

verordening maatschappelijke participatie 2011 11 12 20.pdf