Regeling vervallen per 21-07-2015

Instellingsbesluit participatieraad gemeente Overbetuwe 2012

Geldend van 01-01-2013 t/m 20-07-2015

Intitulé

Instellingsbesluit participatieraad gemeente Overbetuwe 2012

Onderwerp: Instellingsbesluit participatieraad gemeente Overbetuwe 2012

Ons kenmerk: 12RB000124

Nr. 7c

De raad van de gemeente Overbetuwe;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2012;

gelezen het advies van de voorbereidende vergadering van 23 oktober 2012;

gelet op artikel(en) 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en 47 van de Wet werk en bijstand;

b e s l u i t :

vast te stellen het

Instellingsbesluit participatieraad

gemeente Overbetuwe 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit besluit verstaat on¬der:

a. college: het college van burgemeester en wethouders;

b. gemeente: gemeente Overbetuwe;

c. inwoner: ingezetene van de gemeente;

d. raad: de gemeenteraad.

Artikel 2 Participatieraad

Er is een participatieraad die gevraagd en ongevraagd adviseert over deelname van inwoners aan sociaal-maatschappelijke activiteiten en de arbeidsmarkt, hierna te noemen: de participatieraad.

Artikel 3 Taak

De participatieraad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit over alle aangelegenheden die deelname van inwoners aan sociaal-maatschappelijke activiteiten en de arbeidsmarkt betreft.

Artikel 4 Samenstelling, lidmaatschap en vergoeding

  • 1.

    De participatieraad bestaat uit:

    • a.

      een onafhankelijk voorzitter, en

    • b.

      ten hoogste twaalf leden.

  • 2.

    Zowel de voorzitter als de leden van de participatieraad moeten inwoner zijn.

  • 3.

    Het college benoemt de voorzitter voor een periode van vier jaar.

  • 4.

    Het college benoemt de leden, op voordracht van de voorzitter, voor een periode van vier jaar, met inachtneming van een evenwichtige spreiding van de leden over de volgende aandachtsgebieden:

    • a.

      arbeid;

    • b.

      ondersteuning minima;

    • c.

      sociale cohesie in wijken en kernen;

    • d.

      jeugd en opvoeden;

    • e.

      toegang zorg en voorzieningen;

    • f.

      mantelzorgers;

    • g.

      vrijwilligers;

    • h.

      toegankelijkheid openbare ruimte;

    • i.

      individuele voorzieningen;

    • j.

      maatschappelijke opvang.

  • 5.

    Herbenoeming kan eenmaal en voor ten hoogste vier jaar geschieden. Schorsing en ontslag geschieden eveneens door het college.

  • 6.

    Een lid, waaronder begrepen de voorzitter, kan tussentijds ontslag nemen. Een lid dat ontslag neemt, doet daarvan schriftelijk mededeling aan het college. Hij blijft zijn functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 7.

    De leden van de participatieraad treden af:

    • a.

      na afloop van de benoemingstermijn;

    • b.

      na een daartoe strekkend besluit van het college.

  • 8.

    Een lid dat, als gevolg van het bepaalde in het vijfde lid, tweede zin, dan wel het zevende lid, onder b. van dit artikel, ter opvolging wordt benoemd, wordt slechts benoemd voor de duur van de resterende benoemingsperiode van het lid, dat wordt opgevolgd.

  • 9.

    Het college stelt een vergoeding voor de voorzitter en de leden van de participatieraad vast.

Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    Het college wijst de ambtelijk secre¬taris van de participatieraad aan. Het college kan een plaatsvervangend ambtelijk secretaris aanwijzen.

  • 2.

    De secretaris is geen lid van de participatieraad.

  • 3.

    De secretaris dient de participatieraad desgevraagd van advies.

Artikel 6 Werkgroepen

  • 1.

    De participatieraad kan werkgroepen instellen.

  • 2.

    De kosten die de werkgroepen met zich brengen, zijn onderdeel van de kosten van de participatieraad.

Artikel 7 Werkwijze, huishoudelijk reglement

  • 1.

    Onverminderd de bevoegdheid van het college om ter zake voorschriften te geven, regelt de participatieraad zelf zijn wijze van werken, evenwel met inachtneming van het bepaalde in dit besluit.

  • 2.

    De participatieraad stelt een huishoudelijk reglement vast, dat voorafgaand aan de vaststellling ter goedkeuring aan het college wordt voorgelegd. In het huishoudelijk reglement wordt ten minste bepaald:

    • a.

      de instelling van een dagelijks bestuur, dat naast de voorzitter bestaat uit een plaatsvervangend voorzitter, secretaris en penningmeester;

    • b.

      de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur;

    • c.

      de vergaderorde;

    • d.

      het werken met werkgroepen.

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1.

    De participatieraad vergadert zo dikwijls hij dit nodig acht en komt voorts bijeen:

    • a.

      wanneer de voorzitter dit nodig acht;

    • b.

      op verzoek van de meerderheid van de leden van de participatieraad, of

    • c.

      op verzoek van het college.

  • 2.

    De voorzitter roept de leden schriftelijk op voor de vergadering, onder opgaaf van de onderwerpen die zullen worden behandeld. De agenda en vergaderstukken worden tijdig aan de leden toegezonden.

  • 3.

    Elk lid, waaronder begrepen de voorzitter, heeft één stem en stemt vrij van last. Een lid neemt niet deel aan de stemming als het gaat om een aangelegenheid die hem rechtstreeks of indirect persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.

  • 4.

    De participatieraad vergadert en besluit in het openbaar, tenzij de participatieraad anders beslist.

  • 5.

    De participatieraad kan in een vergadering spreekrecht aan (een) belanghebbende(n) geven.

Artikel 9 Recht op informatie

Het college draagt zorg voor het tijdig en volledig informeren van de participatieraad over:

  • a.

    de adviesvragen, die het college aan de participatieraad stelt;

  • b.

    de aandachtsgebieden die de participatieraad bestrijkt.

Artikel 10 Advies

  • 1.

    Over een uit te brengen advies beslist de participatieraad bij meerderheid van stemmen. Als bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 2.

    Het advies is gemotiveerd.

  • 3.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de participatieraad ondertekend.

  • 4.

    Als het college een besluit neemt dat afwijkt van het advies van de participatieraad, vermeldt het college de redenen voor de afwijking in de motivering van het besluit.

Artikel 11 Geheimhouding

De participatieraad en de werkgroep(en) nemen kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en zorgt dat zijn leden worden geïnformeerd over de hiervoor bedoelde geheimhoudingsplicht.

Artikel 12 Deskundigen

De voorzitter is bevoegd deskundigen en ambtenaren uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergaderingen van de participatieraad.

Artikel 13 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van dit besluit nadere regels stellen.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.

Artikel 15 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit participatieraad gemeente Overbetuwe 2012.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 27 november 2012.
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier,
drs. A.J. van den Brink
de voorzitter,
R.T. Metz

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in dit besluit gehanteerde begrippen omschreven.

Artikel 2 Participatieraad

Dit artikel regelt de instelling van de participatieraad.

Artikel 3 Taak

In dit artikel is de taak van de participatieraad neergelegd: het gevraagd en ongevraagd adviseren over alle aangelegenheden die deelname van inwoners aan sociaal-maatschappelijke activiteiten en de arbeidsmarkt betreft.

Artikel 4 Samenstelling, lidmaatschap en vergoeding

Over het vierde lid wordt opgemerkt dat de lijst met onderwerpen de volgende onderverdeling kent die de verscheidenheid aan gemeentelijke beleidsterreinen toont:

  • a.

    arbeid: re-integratie, aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, sociale werkplaats en Wajong;

  • a.

    ondersteuning minima: schuldhulpverlening en minimabeleid;

  • b.

    sociale cohesie wijken en kernen: volkshuisvesting, kernenbeleid, wijkplatforms, dorpsraden en sociale veiligheid;

  • c.

    jeugd en opvoeden: opvoedingsondersteuning, jeugdgezondheidszorg en schooluitval;

  • d.

    toegang zorg en voorzieningen: Loket Samenleven, Het Gesprek en de Kanteling;

  • e.

    mantelzorgers: ondersteuning mantelzorgers en sociale netwerken;

  • f.

    vrijwilligers: ondersteuning vrijwilligers en vrijwilligerswerk;

  • g.

    toegankelijkheid openbare ruimte: voorzieningen en openbare ruimte;

  • h.

    individuele voorzieningen;

  • i.

    maatschappelijke opvang: verslavingszorg en huiselijk geweld.

    Artikel 5 Secretaris

    De secretaris draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning. Die strekt zich uit tot de administratieve hulp en tot de beleidsmatige advisering, in de participatieraad, bij de beraadslagingen in de werkgroepen en tijdens het horen van de achterbannen.

    Artikel 6 Werkgroepen

    Op grond van dit artikel kan de participatieraad werkgroepen instellen. De kosten die deze werkgroepen eventueel maken, maken onderdeel uit van de kosten van de participatieraad. In dit besluit is verder niets over de kosten van de participatieraad zelf bepaald, omdat het aan de raad is om (jaarlijks bij de behandeling van de begroting) te bezien welke financiële middelen er voor de participatieraad en daarmee voor de eventuele werkgroepen beschikbaar zijn.

    Artikel 7 Werkwijze, huishoudelijk reglement

    De strekking van dit artikel is dat de participatieraad zelf zijn werkwijze bepaalt, uiteraard met inachtneming van het bepaalde in dit besluit en onverminderd de bevoegdheid van het college om terzake voorschriften te stellen. Op grond van het tweede lid stelt de participatieraad een huishoudelijk reglement vast, dat voorafgaand aan de vaststelling ter goedkeuring aan het college moet worden voorgelegd. Het tweede lid bepaalt tevens over welke zaken ten minste iets wordt bepaald in het huishoudelijk reglement. Onverlet de aanwezigheid van een (plaatsvervangend) voorzitter en ambtelijk secretaris kent de participatieraad een dagelijks bestuur.

    Artikel 8 Vergaderingen

    Met de bepaling in het eerste lid dat de participatieraad vergadert zo dikwijls als zij dat nodig acht, wordt voldaan aan het vereiste van een periodiek overleg. Van belang is in dit verband dat er wel zaken voorhanden moeten zijn om advies over uit te kunnen brengen. Het zou daarmee onzinnig zijn om te bepalen dat de participatieraad bijvoorbeeld eens in de vier weken bijeen zou moeten komen, als er geen adviezen te geven zijn.

    Voor het overige behoeft dit artikel geen verdere toelichting.

    Artikel 9 Recht op informatie

    Het college, voorzitter en dagelijks bestuur van de paricipatieraad informeren elkaar frequent over de beleidsthema’s, vraagstukken en adviesvragen. In dit artikel is bepaald dat de participatieraad alle informatie ontvangt waarover het college de beschikking heeft met betrekking tot adviesvragen en de aandachtsgebieden die de participatieraad bestrijkt (zie ook artikel 4 van het besluit), zodat de participatieraad goed geïnformeerd kan besluiten.

    De start van de participatieraad gaat gepaard met de afspraak elkaar één keer per drie weken tenminste een uur te informeren.

    Artikel 10 Advies

    Dit artikel behoeft geen toelichting, met dien verstande dat als het college een besluit neemt dat afwijkt van het advies van de participatieraad, het college de reden van afwijking in de motivering van het besluit moet vermelden.

    Artikel 11 Geheimhouding

    Het is de intentie om de participatieraad zo vroeg mogelijk in het proces bij de beleidsvorming te betrekken. Dit betekent dat er al kan worden overlegd voor het college een formeel standpunt heeft ingenomen. Voor stukken die nog niet door het college behandeld zijn geldt in alle gevallen de geheimhouding uit dit artikel. Dit geldt mutatis mutandis ook voor de werkgroep(en).

    Artikel 12 Deskundigen

    Op grond van deze bepaling kan de voorzitter deskundigen en ambtenaren uitnodigen om aan de vergaderingen van de participatieraad deel te nemen, zodat de raad tot een afgewogen advies kan komen.

    Artikel 13 Nadere regels

    Op grond van dit artikel is het college bevoegd ter uitvoering van dit besluit nadere regels te stellen.

    Artikel 14 Inwerkingtreding

    Dit artikel behoeft geen toelichting.

    Artikel 15 Citeertitel

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

    Aldus besloten in zijn openbare vergadering

    van 27 november 2012.

    DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,

de voorzitter,

drs. A.J. van den Brink

R.T. Metz

instellingsbesluit participatieraad 2012 11 27.pdf