Regeling vervallen per 01-01-2024

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Overbetuwe 2013

Geldend van 13-11-2013 t/m 31-12-2023

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Overbetuwe 2013

Ons kenmerk: 12RB000130

Nr. 10

De raad van de gemeente Overbetuwe;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 10 september 2013;

gelezen het advies van de voorbereidende vergadering van 22 oktober 2013;

gelet op artikel(en) 5.2 en 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet, de artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet en artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur

gemeente Overbetuwe 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat on¬der:

  • a.

    (huis)aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding door openbare gronden dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a. tot en met d. van de Wet waardering onroerende zaken, of met een ander netwerk;

  • b.

    breekverbod: verbod op het uitvoeren van breek- en graafwerkzaamheden in de grond, geldend bij extreme weersomstandigheden;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    coördinatieverplichting: de coördinerende rol van de gemeente over de aanleg, instandhouding en opruiming van alle kabels en leidingen in alle openbare gronden binnen de gemeentelijke grenzen;

  • e.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht of als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid van de Telecommunicatiewet of op basis van een (publiekrechtelijke) vergunning of (privaatrechtelijke) overeenkomst;

  • f.

    gemeente: gemeente Overbetuwe;

  • g.

    grondroerder: degene, waaronder de netbeheerder, onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht;

  • h.

    instemmingsbesluit: een besluit van het college op een aanvraag van voorgenomen werkzaamheden;

  • i.

    kabels en leidingen: kabels en/ of leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken;

  • j.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • k.

    net of netwerk: samenstel van ondergrondse kabel(s) en/ of leiding(en), bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie (een, al dan niet openbaar, elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1. onder e. en h. van de Telecommunicatiewet);

  • l.

    netbeheerder: de rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een net of netwerk voor levering van elektriciteit, gas, water of warmte, aardwarmte of WKO (Warmte Koude Opslag) en niet-gemeentelijke riolering, dan wel aanbieder is van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk;

  • m.

    niet-openbare kabels en leidingen: kabels en leidingen (dan wel het netwerk waartoe deze behoren) die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden;

  • n.

    omwonenden: de bewoners en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen grenzend aan het tracé van kabels en leidingen;

  • o.

    openbare gronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa. van de Telecommunicatiewet;

  • p.

    spoedeisende werkzaamheden: noodzakelijke werkzaamheden die geen uitstel dulden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het betreffende net;

  • q.

    uitvoeringsvoorschriften: uitvoeringsvoorschriften volgens het ‘Handboek ondergrondse infrastructuur gemeente Overbetuwe’;

  • r.

    verordening: Algemene verordening ondergrondse infrastructuur;

  • s.

    werk: een constructie of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • t.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding, verlegging en opruiming van kabels en leidingen, en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare gronden in het kader van kabels en leidingen moet uitvoeren;

  • u.

    werkzaamheden van minder ingrijpende aard: het aanbrengen of verwijderen van kabels en leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen; reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan kabels en leidingen met een lengte van minder dan 25 meter en niet vallend onder onderdeel p. van dit artikel; het maken van (huis)aansluitingen, waarbij geen gesloten verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist, met een lengte van minder dan 25 meter.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, instandhouden, verleggen en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft.

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op het netwerk van gemeentelijke riolering.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1.

    Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde nadere regels hebben in ieder geval betrekking op:

    • a.

      de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verlegging en opruiming van kabels en leidingen;

    • b.

      het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen;

    • c.

      het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.

Artikel 4 Instemmingsbesluit

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een voorafgaand instemmingsbesluit van het college over plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden, te verleggen of op te ruimen.

  • 2.

    Voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden, is geen instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid, vereist, maar een melding.

  • 3.

    Het instemmingsbesluit vervalt als daarvan geen gebruik wordt gemaakt binnen één jaar na de datum waarop het besluit onherroepelijk is geworden.

  • 4.

    Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente bij het uitvoeren van haar publiekrechtelijke taak.

Artikel 5 Aanvraag en melding

  • 1.

    Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten, moet een aanvraag om een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid van deze verordening, indienen bij het college.

  • 2.

    Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten kan hierover een vooroverleg voeren met het college om de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden.

  • 3.

    Behalve voor zover artikel 5.5. van de Telecommunicatiewet van toepassing is, stelt de grondroerder, als de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, uiterlijk 4 weken na indiening van de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de andere gedoogplichtige(n).

  • 4.

    Van minder ingrijpende werkzaamheden moet de grondroerder 7 dagen voor de uitvoering schriftelijk bij het college melding doen. Op grond van de belangen, zoals genoemd in artikel 8, eerste lid van deze verordening, kan het college bepalen dat de realisatie van deze werkzaamheden op een later tijdstip moet plaatsvinden.

  • 5.

    Bij spoedeisende werkzaamheden volstaat een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college. Als achteraf blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden instemmingsplichtig zjn, moet alsnog een aanvraag voor een instemmingsbesluit worden ingediend bij het college.

  • 6.

    Als werkzaamheden worden verricht in nader door het college aan te wijzen gebieden, is de uitzonderingsbepaling voor spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing.

Artikel 6 Aanvraag- en meldingsformulier

Een aanvraag om een instemmingsbesluit respectievelijk een melding vanwege minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden moet door middel van een daartoe door het college vastgesteld (digitaal) formulier en/ of een online registratiesysteem worden ingediend respectievelijk gedaan.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Als het gaat om een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken, dan beslist het college binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag en alle bijbehorende instemmingen van de gedoogplichtigen.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, houdt het college de beslissing aan, als in verband met de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, tenzij de beschikking op een aanvraag van genoemde vergunningen al is gegeven, en de in artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht genoemde termijn is verstreken zonder dat bezwaren zijn ingediend. Deze aanhouding eindigt na afloop van de bezwarentermijn, tenzij er bezwaren zijn ingediend en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening; in dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.

  • 4.

    De termijnen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen eenmaal met ten hoogste 8 weken worden verdaagd.

  • 5.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 8 Voorschriften en/ of beperkingen

  • 1.

    Het college kan aan het instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, voorschriften en/ of beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de veiligheid, waaronder mede wordt verstaan de verkeersveiligheid en/ of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast, waaronder mede wordt verstaan de bescherming van eventuele archeologische vondsten, groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede wordt verstaan het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede wordt verstaan het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor alle in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede worden verstaan werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie.

  • 2.

    De voorschriften en/ of beperkingen, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering bij aanleg, instandhouding, onderhoud, verlegging en opruiming van kabels en leidingen;

    • b.

      het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld;

    • c.

      afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken;

    • d.

      een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en/ of beperkingen aan het instemmingsbesluit;

    • e.

      afmetingen van kasten en andere toebehoren behorende bij het netwerk.

  • 3.

    De grondroerder moet omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal 7 dagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 4.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verlegging en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren conform de in de gemeente van toepassing zijnde uitvoeringsvoorschriften.

  • 5.

    De grondroerder vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, waarbij de omvang beperkt is tot vergoeding van de marktconforme kosten van de voorzieningen en van de meerdere marktconforme kosten van onderhoud.

  • 6.

    De grondroerder brengt na beëindiging van de werkzaamheden de grond (en eventuele verhardingen en/ of groen) terug in de “oude staat”, tenzij voor de start van de werkzaamheden is overeengekomen dat de gemeente hiervoor zorg draagt. In dit laatste geval draagt de gemeente de marktconforme kosten die nodig zijn voor het terugbrengen van de grond in de “oude staat”.

  • 7.

    De grondroerder draagt de marktconforme kosten voor herstel die gebaseerd zijn op de dan geldende VNG Richtlijn ‘Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom’ en de daarbij behorende ‘Tarieven (her)straatwerkzaamheden kabels- en/ of leidingwerken’. Het college kan afwijkende tarieven vaststellen.

Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1.

    Een grondroerder moet op verzoek van het college bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik maken van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen. Dit geldt alleen als dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2.

    Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid van deze verordening, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid van deze verordening, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

  • 3.

    Als een grondroerder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten of kabel- en leidingtunnels, is de grondroerder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4.

    Als de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels en leidingen, moet de grondroerder een alternatief tracé kiezen.

Artikel 10 Nadeelcompensatie

  • 1.

    Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waaronder het verleggen, op verzoek van de gemeente, zijn de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing.

  • 2.

    Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen, die niet vallen onder het eerste lid, op verzoek van de gemeente, is de beleidsregel ‘Nadeelcompensatie kabels en leidingen gemeente Overbetuwe’ van toepassing, tenzij en voorzover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen.

  • 3.

    Als ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verlegging, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen dan wel om geen kosten in rekening te brengen.

  • 4.

    Na een aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan 16 weken na de datum van ontvangst van de aanwijzing.

Artikel 11 Breekverbod

  • 1.

    Als er sprake is van extreme weersomstandigheden, is het college bevoegd een breekverbod op te leggen. De vaststelling dat sprake is van extreme weersomstandigheden, is een bevoegdheid van het college.

  • 2.

    Tijdig, of in ieder geval één dag voor beëindiging van het breekverbod, informeert het college de betrokken grondroerder hierover.

  • 3.

    Het breekverbod is niet van toepassing in geval van spoedeisende werkzaamheden.

Artikel 12 Eigendom

  • 1.

    Als het eigendom, de exploitatie of het beheer van kabels en leidingen wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, draagt de oude netbeheerder zorg voor het overdragen van de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabels en leidingen op de nieuwe netbeheerder.

  • 2.

    De netbeheerder stelt het college zo spoedig mogelijk in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabels en leidingen verandert.

Artikel 13 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1.

    Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding, verlegging en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het eerste lid van dit artikel houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente met betrekking tot niet-openbare kabels en leidingen.

Artikel 14 Informatieplicht

  • 1.

    De netbeheerder stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van het feit dat kabels en leidingen niet langer ten dienste staan van een net of netwerk in of op openbare gronden.

  • 2.

    In dit kader kan van de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en leidingen worden verlangd. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 15 Digitale gegevens

Het college kan van de grondroerder verlangen dat het aanvragen van een instemmingsbesluit en het verstrekken van gegevens in digitale vorm geschiedt.

Artikel 16 Overleg

  • 1.

    Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2.

    In dit overleg worden de plannen van de gemeente en van de diverse netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen besproken en eventueel afgestemd in het kader van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 17 Toezicht en handhaving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 18 Naleving voorschriften en/ of beperkingen

  • 1.

    Als een grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften en/ of beperkingen uit het instemmingsbesluit, kan het college het instemmingsbesluit intrekken.

  • 2.

    Als het college het instemmingsbesluit intrekt, kan het college daarbij bepalen dat de oorspronkelijke situatie voor rekening van de grondroerder moet worden hersteld.

Artikel 19 Stilleggen werkzaamheden

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, als wordt gewerkt:

  • a.

    zonder afgegeven instemmingsbesluit of gedane melding;

  • b.

    in afwijking van de voorschriften en/ of beperkingen uit het instemmingsbesluit of als grondroerder handelt in strijd met het bepaalde in artikel 5, vierde lid, tweede zin van deze verordening;

  • c.

    in afwijking van de voorschriften uit het ‘Handboek ondergrondse infrastructuur gemeente Overbetuwe’;

  • d.

    in strijd met het geldende breekverbod.

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het college kan op grond van afweging van de te behartigen belangen en met inachtneming van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening of deze buiten toepassing laten.

Artikel 21 Intrekking oude regeling

De Telecommunicatieverordening Overbetuwe, zoals vastgesteld bij besluit van 17 december 2002, wordt ingetrokken.

Artikel 22 Overgangsrecht

De aanwezigheid van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangevraagd of gemeld en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten en/ of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die golden tot de inwerkingtreding van deze verordening, wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening beheerst door de regels van deze verordening.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 13 november 2013.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Overbetuwe 2013.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 5 november 2013.
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier,
A.J. van den Brink MBA.
de voorzitter,
drs A.S.F. van Asseldonk

Algemene toelichting

Voornaamste doel van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (hierna ook: AVOI) is de realisatie van één uniform regime voor al het werk in openbare gronden om de gewenste gemeentelijke regierol zo optimaal mogelijk te kunnen invullen. Beleidsmatig, procesmatig en praktisch wordt voorzien in lokaal beleid voor ordening van de openbare ondergrond en gelijke behandeling van partijen.

De AVOI geeft tevens invulling aan de wettelijke plicht voor de gemeente om een Telecommunicatieverordening op te stellen. De AVOI is niet alleen van toepassing op de netten van telecombedrijven, maar ook op de netten van nutsbedrijven. De bestaande Telecommunicatieverordening van de gemeente vervalt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze AVOI, zodat er per saldo geen verordening, en dus niet meer regelgeving, bijkomt.

De AVOI reguleert de werkzaamheden in openbare gronden, waarbij de wegverharding (ook bermen, plantsoenen e.d.) wordt opgebroken voor telecommunicatienetwerken of netwerken voor nutsvoorzieningen die (deels) bestaan uit kabels en leidingen. Ook objecten die nodig zijn voor deze werkzaamheden vallen onder de reikwijdte van de AVOI. De APV blijft net als voorheen het vangnet voor andere werkzaamheden en objecten in de openbare ruimte.

De verordening heeft als doel de regie en coördinatie te regelen met betrekking tot kabels en leidingen van derden die in door de gemeente beheerde grond willen werken.

Voor de kabels en leidingen van de gemeente zelf, zoals de riolering, is om praktische redenen de verordening niet (procedureel) van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit zullen echter binnen de gemeente waar mogelijk afspraken en procedures worden gemaakt om de bepalingen van deze verordening met het oog op regie en coördinatie zoveel mogelijk ook intern na te leven.

Het doel van deze toelichting is aanvullende informatie te bieden. Zowel voor gebruik binnen de gemeente als door de netbeheerders (hier gebruikt als uniform verzamelbegrip voor de eigenaren en beheerders van de betreffende netten en netwerken) en grondroerders is deze toelichting bestemd. Deze toelichting heeft inhoudelijk en qua strekking niet alleen betrekking op de raadsverordening, maar ook op de nadere regels die ter uitwerking door het college zijn of worden vastgesteld. De meest actuele versie van de verordening is steeds bepalend.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1Begripsomschrijvingen

In dit artikel zijn de begrippen omschreven, zoals die in deze verordening worden gehanteerd. Enkele begrippen worden hieronder nog nader verduidelijkt.

Onder e. gedoogplichtige: de gemeentelijke betrokkenheid is vooral gericht op haar rol als beheerder van openbare gronden. Hiertoe worden conform de wettelijke omschrijving gerekend de openbare wegen, inclusief stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken, alsmede wateren inclusief bruggen, plantsoenen en pleinen, die voor een ieder toegankelijk zijn. In deze hoedanigheid is de gemeente voor wat betreft de (openbare) elektronische communicatienetwerken gedoogplichtige, althans voor zover van toepassing conform de Telecommunicatiewet. Het begrip gedoogplichtige slaat tevens op andere partijen die krachtens de Telecommunicatiewet gedoogplichtig zijn en op partijen en personen die krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht gedoogplichtig zijn. Gedoogplichtigen moeten de aanleg, instandhouding, verlegging en opruiming van kabels en leidingen toestaan in en op hun gronden.

Onder h. instemmingsbesluit: werkzaamheden als bedoeld in deze verordening moeten steeds (in principe vooraf) gemeld worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de reguliere (graaf)werkzaamheden, werkzaamheden van minder ingrijpende aard (denk met name aan het aansluiten van huisaansluitingen aan reeds aanwezige hoofdinfrastructuur) en aan werkzaamheden in verband met spoedeisende zaken zoals storingen.

Met name voor de reguliere (graaf)werkzaamheden geldt dat er pas gestart mag worden met die werkzaamheden als het college op basis van een aanvraag een instemmingsbesluit heeft verleend.

Onder i. kabels en leidingen: deze verordening ziet op netwerken bestaande uit fysieke kabels en/ of leidingen inclusief ondergrondse ondersteuningswerken (zoals mantelbuizen, kabelgoten, handholes, lasdozen, duikers), beschermingswerken en signaalinrichtingen (zoals optische en elektrische versterkers) enerzijds en componenten voor het verbinden van kabels in de openbare gronden met die in de gebouwen anderzijds. Voorbeelden van deze kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, electriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen, warmteleidingen, rioleringen (buizen) en leidingen voor industriële en private netwerken. Inhoudelijk is er procedureel geen onderscheid tussen de begrippen kabels en leidingen.

Onder k. net of netwerk: deze definitie is afgeleid van de omschrijving zoals die gehanteerd wordt in de zogenaamde Grondroerdersregeling (de Wet Informatieuitwisseling Ondergrondse Netten (WION)). De omschrijving maakt met name duidelijk dat het om ondergrondse netten gaat, en dan zowel de distributie- en transportnetten voor nuts (gas, elektriciteit, water, warmte, riool) als de elektronische communicatienetwerken (zoals specifiek geregeld in en krachtens de Telecommunicatiewet). In de tekst wordt geen inhoudelijk onderscheid gemaakt tussen de termen net en netwerk.

Onder l. en g.: netbeheerder, grondroerder:

  • -

    Het begrip netbeheerder wordt gehanteerd als uniforme term voor enerzijds de beheerders van de netten voor levering van nutsvoorzieningen en anderzijds de aanbieders van (niet-) openbare elektronische communicatienetwerken. De netbeheerder kan zowel gedoogplichtige als grondroerder zijn.

  • -

    De grondroerder is de partij die daadwerkelijk de graafwerkzaamheden verricht of laat verrichten. Dat zal veelal een aannemer of installateur zijn, maar kan ook de interne afdeling van een netbeheerder betreffen als die dergelijke werkzaamheden zelf uitvoeren. Anderzijds kan de grondroerder ook een partij zijn die voor eigen naam en rekening netwerken aanlegt, maar niet zelf exploiteert en het netwerk daarna verhuurt of verkoopt. Als de grondroerder zich laat vertegenwoordigen door een onderaannemer of uitvoerder moet deze beschikken over een machtiging van de partij namens welke opgetreden wordt.

  • -

    De grondroerder (of degene die daartoe gemachtigd is) is gehouden de aanvraag of melding van de voorgenomen graafwerkzaamheden te verzorgen richting gemeente en eventuele overige betrokken partijen.

Onder r. verordening: deze verordening geeft invulling aan de wettelijke verplichting voor de gemeenteraad om een verordening op te stellen. De verordening geldt hiermee ook als Telecommunicatieverordening, zoals verplicht op grond van de Telecommunicatiewet. De geldende Telecommunicatieverordening wordt tegelijk met de vaststelling van deze verordening ingetrokken.

Onder t. werkzaamheden: hoewel gezien de consequenties ervan de bepalingen in deze verordening met name betrekking hebben op mechanische graafwerkzaamheden, vallen handmatige graafwerkzaamheden er ook onder. Voor zover die zeer beperkt van karakter zijn, zullen ze overigens veelal betrekking hebben op de separaat onderscheiden categorieën spoedeisende werkzaamheden of minder ingrijpende werkzaamheden, waarvoor een ander, lichter regime in deze verordening is vastgelegd. Tot de werkzaamheden die deze verordening betreffen, behoren eveneens werkzaamheden in verband met het medegebruik van voorzieningen, zoals dat van kabelgoten of geleidingen. Vanuit de te behartigen belangen kan het nastreven of voorschrijven van medegebruik door de gemeente gestimuleerd worden.

Artikel 2 Toepassingsbereik

In dit artikel wordt het toepassingsbereik van de verordening vastgelegd. Van belang is dat deze verordening niet van toepassing is op net netwerk van gemeentelijke riolering (tweede lid).

Artikel 3 Nadere regels

Met het oog op mogelijke verdere ontwikkelingen in de praktijk, krijgt het college de bevoegdheid toegekend om in voorkomende gevallen nadere regels ter uitvoering van de verordening te stellen. In het tweede lid zijn de onderwerpen van deze nadere regels benoemd, waarop ze in ieder geval betrekking kunnen hebben.

Artikel 4 Instemmingsbesluit

Het in de Telecommunicatiewet nu reeds wettelijk vastgelegde principe van graafrechten (onder voorwaarden) in relatie tot de vereiste instemming van het gemeentebestuur is hiermee vertaald naar deze verordening en wordt toegepast op alle betrokken werkzaamheden. Conform het wettelijk bepaalde geldt dat die instemming betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.

Het reguleringsonderscheid tussen werkzaamheden in algemene zin en werkzaamheden van minder ingrijpende aard wordt duidelijk gemaakt. Tot de werkzaamheden van minder ingrijpende aard behoren werkzaamheden waarvoor veelal slechts gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht, en waarvan de impact voor de omgeving eveneens relatief beperkt en kortstondig is. Een concreet voorbeeld zijn de huisaansluitingen, terwijl voor de afbakening een norm van maximaal 25 meter aan kabel/ leidinglengte wordt gehanteerd. Voor deze categorie is geen instemmingsbesluit vereist, maar blijft melding (vooraf) wel noodzakelijk. Dit geldt eveneens voor spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een belemmering of storing.

Artikel 5 Aanvraag en melding

Voor de voorgenomen werkzaamheden wordt in dit artikel aangegeven dat de aanvraag of melding bij het college moet worden ingediend respectievelijk gedaan.

Ook wordt de specifieke situatie aangegeven dat de voorgenomen (graaf)werkzaamheden tevens betrekking kunnen hebben op gronden van andere gedoogplichtigen: dat kunnen instanties of (rechts)personen zijn binnen deze gemeente maar ook binnen andere gemeenten. Ook kan de situatie zijn dat niet alleen de aanvraag voor dit instemmingsbesluit aan de orde is, maar dat op grond van een andere wet ook andere vergunningen noodzakelijk zijn. In eerste instantie is de grondroerder zelf verplicht met alle betrokken instanties of (rechts)personen naar overeenstemming te streven. Echter, als de grondroerder dat verzoekt, zal het college inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. Voor wat betreft private partijen blijft de grondroerder zelf verantwoordelijk.

Artikel 6 Aanvraag- en meldingsformulier

Op de vastgestelde formulieren is verduidelijkt op welke wijze de aanvraag of melding moet worden gedaan en welke gegevens daarbij verstrekt moeten worden. Het betreft die informatie die de gemeente als beheerder van openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te hebben in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt.

Duidelijk is ook gemaakt dat instemming steeds op aanvraag van de verzoekende partij zal plaatsvinden en niet op eigen initiatief van de gemeente.

Artikel 7 Beslistermijn

De beslistermijn voor het college is 8 weken. Deze termijn is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van de Awb moet een bestuursorgaan, als er geen beslistermijn geldt, binnen een redelijke termijn een besluit nemen, waarbij die redelijke termijn geacht wordt te zijn verstreken na verloop van 8 weken. Dit betekent dat 8 weken een redelijke termijn is, en dat het college zich bewust moet zijn dat in het belang van de voortgang van activiteiten zij zich op grond van diezelfde redelijkheid in moet spannen om waar mogelijk de beslistermijn zo kort mogelijk te houden.

Voorts is een bepaling opgenomen zodat het college, als het dat nodig acht, de bevoegdheid heeft om die termijn eenmaal met 8 weken te verdagen. Een instemmingsbesluit valt onder de Dienstenrichtlijn. Door paragraaf 4.1.3.3 van de Awb niet van toepassing te verklaren wordt voorkomen dat een besluit van rechtswege ontstaat bij overschrijding van de beslistermijn.

Artikel 8 Voorschriften en/ of beperkingen

Grondroerders moeten aan een aantal verplichtingen voldoen, als zij werkzaamheden gaan verrichten als bedoeld in deze verordening. Daarnaast kan het college aan het instemmingsbesluit aanvullende voorschriften en/ of beperkingen verbinden. In de verordening is aangegeven welke voorschriften en/ of beperkingen dit kunnen zijn. De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die het college geacht wordt te behartigen. Daarnaast kunnen door het college lokaal geldende regels van toepassing worden verklaard, mits die er ten aanzien van de kabels en leidingen zijn.

Dit artikel omvat ook bepalingen voor de grondroerder ten aanzien van de informatievoorziening naar betrokkenen, het eventuele medegebruik van voorzieningen (waarvoor marktconforme tarieven moeten gelden) en de eventuele schadevergoedingsregelingen.

Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

Dit artikel beschrijft dat een grondroerder op verzoek van een gedoogplichtige verplicht is gebruik te maken van reeds aanwezige voorzieningen als deze tegen een marktconforme prijs worden aangeboden. Het doel hiervan is te voorkomen dat onnodig gegraven wordt in gemeentegrond. De verplichting tot medegebruik wordt opgenomen in het instemmingsbesluit.

Artikel 10 Nadeelcompensatie

Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/ of leidingen ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waaronder het verleggen, op verzoek van de gemeente, is de Telecommunicatiewet van toepassing.

Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/ of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden, waaronder het verleggen, is de beleidsregel ‘Nadeelcompensatie kabels en leidingen gemeente Overbetuwe’ van toepassing.

Artikel 11 Breekverbod

Bij extreme weersomstandigheden, bijvoorbeeld (zware) vorst, kan niet altijd worden gegraven en dit is zeker ook niet altijd wenselijk, gezien de schade die hierdoor kan ontstaan. Daarom kan het college besluiten een breekverbod in te stellen om zo tijdelijk breek- en graafwerkzaamheden te verbieden.

Artikel 12 Eigendom

Het zakelijk karakter van de verkregen instemming is gewenst opdat ook een nieuwe netbeheerder, die gebruik maakt van kabels en leidingen, de betreffende graafrechten heeft, maar zich ook houdt aan de gestelde voorschriften.

Artikel 13 Niet-openbare kabels en leidingen

Ook ten aanzien van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van toepassing.

Artikel 14 Informatieplicht

Wettelijk is voor wat betreft openbare elektronische communicatienetwerken voorzien in regels voor kabels en leidingen (en aanpalende voorzieningen zoals met name lege mantelbuizen) voor wat betreft de duur van de gedoogplicht. Daarbij is van groot belang de daadwerkelijke situatie of die kabels en leidingen inderdaad (nog) deel uit maken van zo’n netwerk. Onderscheid is er bijvoorbeeld ook tussen bestaande lege mantelbuizen en nieuw te leggen lege mantelbuizen. Door middel van deze verordening worden om reden van duidelijkheid en uniformiteit aanvullende regels gesteld ten aanzien van netten voor nutsvoorzieningen.

Op basis van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) is de netbeheerder verplicht kabels en leidingen te registreren. Netbeheerders zijn verplicht het college te informeren over het al dan niet in gebruik zijn van bepaalde voorzieningen. Op verzoek van het college moeten zij gegevens kunnen overleggen van alle al dan niet in gebruik zijnde kabels en leidingen.

Wijzigingen kunnen overigens ook optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden, waarvan door de nationale wetgever aangegeven is dat dit dan ook gevolgen heeft voor het karakter van de netwerken en kabels en leidingen in die gronden.

Artikel 15 Digitale gegevens

Zowel de registratie bij de netwerkaanbieders als de gemeentelijke informatievoorziening verloopt steeds meer langs elektronische, gedigitaliseerde weg. Op grond van dit artikel wordt het verstrekken van gegevens in digitale vorm, op verzoek, mogelijk gemaakt.

Artikel 16 Overleg

In de praktijk heeft vrijwel elke gemeente periodiek overleg met netbeheerders en andere vergelijkbare partijen. Dit overleg krijgt met deze bepaling een formele status.

Artikel 17 Toezicht en handhaving

Dit artikel geeft aan dat het college personen kan aanwijzen die belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens deze verordening.

Artikel 18 Naleving voorschriften en/ of beperkingen

Het college heeft de bevoegdheid om het instemmingsbesluit in te trekken, althans voor zover niet voldaan is aan de voorschriften ter zake van plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden in de omschreven gevallen.

Artikel 19 Stilleggen werkzaamheden

Op grond van dit artikel kan het college werkzaamheden stilleggen in de gevallen, zoals vermeld in dit artikel.

Artikel 20 Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 21 Intrekking oude regeling

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 22 Overgangsrecht

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 24 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

toelichting bij de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Overbetuwe 2013.pdf

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2013 13 11 05.pdf