Regeling vervallen per 31-12-2015

Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2015

Geldend van 18-03-2015 t/m 30-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2015

Ons kenmerk: 15BB00001

Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

gelet op de schriftelijke instemming van de Ondernemingsraad van 21 januari 2015;

gelet op artikel(en) 2:1B tweede lid, onder c en 3:3A van de Collectieve

Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO);

gelet op de Handreiking vergoeding beschikbaarheidsdienst van 1 april 2011, zoals aangepast op 13 maart 2012, van de Vereniging Nederlandse Gemeenten;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de

Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

gemeente Overbetuwe 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    ambtenaar: ambtenaar, als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a. van de CAR/ UWO;

  • b.

    bereikbaarheidsdienst: de tijd en/ of periode waarin de ambtenaar wordt verplicht om zich buiten de normaal voor zijn betrekking vastgestelde werktijden telefonisch bereikbaar te houden voor het opvangen van storingen en/of calamiteiten;

  • c.

    beschikbaarheidsdienst: de tijd en/ of periode waarin de ambtenaar wordt verplicht om zich buiten de normaal voor zijn betrekking vastgestelde werktijden beschikbaar te houden voor het verrichten van werkzaamheden conform artikel 2:1B tweede lid, onder c. van de CAR/ UWO;

  • d.

    Bezoldigingsregeling: Bezoldigingsregeling gemeente Overbetuwe;

  • e.

    CAR/ UWO: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/ Uitwerkingsovereenkomst;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    frequentiegroep: de groep waarin de ambtenaar voor het berekenen van de hoogte van de vergoeding wordt ingedeeld;

  • h.

    leidinggevende: degene aan wie de ambtenaar, volgens de hiërarchische organisatiestructuur, verantwoording aflegt;

  • i.

    opkomsttijd: tijd die een ambtenaar heeft tussen een oproep en het moment waarop hij op de aangewezen plek moet zijn om werkzaamheden te verrichten;

  • j.

    oproepfrequentie: aantal keer dat een ambtenaar tijdens een beschikbaarheidsdienst wordt opgeroepen ofwel naar een aangewezen plek moet om werkzaamheden te verrichten;

  • k.

    overwerk: overwerk, als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder l., van de CAR/ UWO;

  • l.

    vergoeding: de vergoeding voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst, uitgedrukt in geld;

  • m.

    werktijd: werktijd, als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder n., van de CAR/ UWO.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing op de ambtenaar die een bereikbaarheids- en/ of beschikbaarheidsheidsdienst uitvoert.

Artikel 3 Aanwijzing

  • 1.

    De leidinggevende wijst de ambtenaar die voor een bereikbaarheids- en/ of beschikbaarheidsdienst in aanmerking komt, als dit in het dienstbelang nodig wordt geacht, schriftelijk aan.

  • 2.

    De op grond van deze regeling aangewezen ambtenaar is verplicht deel te nemen aan de bereikbaarheids- en/ of beschikbaarheidsdienst.

  • 3.

    De leidinggevende kan, als hiervoor gegronde redenen aanwezig zijn, een aangewezen ambtenaar ontheffen van de verplichting tot deelneming aan de bereikbaarheids- en/ of beschikbaarheidsdienst.

Artikel 4 Algemene periode, opkomsttijden

  • 1.

    De leidinggevende stelt de periode waarvoor de bereikbaarheids- en/ of beschikbaarheidsdienst kan gelden, vast.

  • 2.

    De leidinggevende stelt de opkomsttijden vast.

Artikel 5 Rooster, specifieke periode, inroostering

  • 1.

    De leidinggevende stelt een rooster vast waarin de specifieke periode en tijdstippen waarop de aangewezen ambtenaar bereikbaarheids- en/of beschikbaarheidsdienst heeft, blijken. Dit rooster moet vóór aanvang van de betreffende periode bij de aangewezen ambtenaar bekend zijn.

  • 2.

    Het ruilen van een bereikbaarheids- en/of beschikbaarheidsdienst is mogelijk in overleg met de leidinggevende.

  • 3.

    De aangewezen ambtenaar die is ingeroosterd voor een beschikbaarheidsdienst draagt zorg voor het kunnen voldoen aan de vastgestelde opkomsttijd en zijn inzetbaarheid.

  • 4.

    Na opkomst is de ambtenaar volledig inzetbaar zoals voor de betreffende werkzaamheden gebruikelijk is en van hem mag worden verwacht.

Artikel 6 Vergoeding voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

  • 1.

    Aan de op grond van deze regeling aangewezen ambtenaar wordt een vergoeding toegekend.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt een bedrag per uur bereikbaarheids- en/ of beschikbaarheidsdienst, zoals opgenomen in artikel 7 van deze regeling.

  • 3.

    Bij samenloop van verschillende bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten wordt voor de betreffende periode slechts één vergoeding uitbetaald.

  • 4.

    De ambtenaar kan naast deze vergoeding recht hebben op extra verlof, zoals bedoeld in artikel 6:2:1, vierde lid van de CAR/ UWO.

Artikel 7 Hoogte van de vergoeding

  • 1.

    De in artikel 6 bedoelde vergoeding bedraagt per uur daadwerkelijke bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst het in de volgende tabel opgenomen percentage van het maximum van salarisschaal 7:

Oproep-frequentie per kalenderjaar

 20 oproepen

≥ 20

oproepen

Ongeacht aantal oproepen

Opslag

zaterdag

Opslag

zon- en feest-dagen

Opkomsttijd:

 25 minuten

5,5%

7%

3%

6%

Opkomsttijd:

≥ 25 minuten

2%

2,75% %

3%

6%

N.v.t. wel bereikbaarheid

1,25%

3%

6%

2.

Aan het begin van elk kalenderjaar wordt de aangewezen ambtenaar ingedeeld in de frequentiegroep met de laagste oproepfrequentie. Op basis van deze indeling wordt een voorlopige vergoeding toegekend.

3.

Na afloop van het kalenderjaar wordt de aangewezen ambtenaar op basis van de daadwerkelijk plaatsgevonden oproepen ingedeeld in de op hem van toepassing zijnde frequentiegroep. Op basis van deze indeling wordt de definitieve vergoeding toegekend.

4.

De opslag voor zaterdag, zon- en feestdagen wordt naar rato toegepast, op basis van een afgeleide van het percentage van de betreffende oproepfrequentie, waarbij het percentage van 7% voor ≥ 20 oproepen als 100% wordt beschouwd.

5.

Bij een gebroken kalenderjaar wordt de oproepfrequentie en de vergoeding naar rato berekend.

Artikel 8 Uitbetaling van de vergoeding

  • 1.

    De voorlopige vergoeding wordt bij wijze van voorschot maandelijks aan de ambtenaar uitbetaald.

  • 2.

    De definitieve vergoeding wordt na afloop van het kalenderjaar uitbetaald, waarbij zonodig verrekening met de uitbetaalde voorlopige vergoedingen plaatsvindt.

Artikel 9 Buitendagvenster

  • 1.

    De ambtenaar die valt onder de standaardregeling werktijden heeft recht op een buitendagvenstervergoeding uit hoofde van een beschikbaarheidsdienst.

  • 2.

    De vergoeding wordt uitbetaald over de uren dat de ambtenaar daadwerkelijk arbeid verricht buiten het dagvenster overeenkomstig de werktijdenregeling gemeente Overbetuwe.

  • 3.

    Het recht op vergoeding uit hoofde van een beschikbaarheidsdienst blijft bestaan, wanneer na een oproep tevens recht bestaat op een buitendagvenstervergoeding.

Artikel 10 Overwerk

  • 1.

    De ambtenaar die valt onder de bijzondere regeling voor de werktijden en die werkzaamheden als gevolg van een oproep verricht tijdens een beschikbaarheidsdienst worden aangemerkt als overwerk.

  • 2.

    Het recht op vergoeding uit hoofde van een beschikbaarheidsdienst blijft bestaan, wanneer na een oproep tevens recht bestaat op overwerkvergoeding.

Artikel 11 Reiskosten

De reiskosten, gemaakt als gevolg van werkzaamheden tijdens een beschikbaarheidsdienst, komen overeenkomstig de Bezoldigingsregeling voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 12 Vervallen vergoeding, afbouwtoelage

  • 1.

    Als de ambtenaar - buiten eigen toedoen - langer dan 2 maanden niet ingezet kan worden voor het verrichten van een bereikbaarheids- en/of beschikbaarheidsdienst, vervalt het recht op een vergoeding op grond van deze regeling pas na verloop van die 2 maanden.

  • 2.

    De afbouwtoelage zoals opgenomen in de Bezoldigingsregeling is, in het geval als bedoeld in het eerste lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing, gelet op het belang van het vervullen van een bereikbaarheids- en/of beschikbaarheidsdienst, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14 Intrekking

De regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 16 Tijdelijke regeling

Deze regeling geldt tot en met 31 december 2015.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2015.

Aldus besloten in de vergadering van 3 maart 2015

Burgemeester en wethouders,

De gemeentesecretaris,

de burgemeester,

Th. Hoex MMO,

drs. A.S.F. van Asseldonk,

Algemene toelichting

De werkgever kan op grond van artikel 2:1B, tweede lid, onder c. van de CAR/ UWO de ambtenaar verplichten om zich buiten de normale werktijden beschikbaar te houden voor arbeid. Het begrip bereikbaarheidsdienst kent de CAR/ UWO niet. Bij een beschikbaarheidsdienst moet de ambtenaar beschikbaar zijn om bij onvoorziene en niet incidentele omstandigheden buiten de normale werktijden te werken. Bij een bereikbaarheidsdienst moet een ambtenaar bereikbaar zijn maar heeft niet de verplichting om werkzaamheden te verrichten.

Deze regeling is een verdere uitwerking van de artikelen 3:3A en van de (CAR/ UWO).

Deze regeling geeft inzicht in hetgeen van kracht is als een ambtenaar wordt aangewezen voor het uitvoeren van een bereikbaarheids- en/of beschikbaarheidsdienst. Met deze regeling is gestreefd de uniformiteit, eenduidigheid en transparantie betreffende bereikbaarheids- en/of beschikbaarheidsdiensten verder te optimaliseren.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze regeling gebruikte begrippen omschreven. Niet alle begrippen hoeven te worden toegelicht, zodat hieronder slechts een paar nader worden toegelicht.

Ad a. ambtenaar: hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan.

Ad b. bereikbaarheidsdienst: bij een bereikbaarheidsdienst kan de werkgever de ambtenaar buiten de werktijden bereiken, maar niet verplichten om werkzaamheden te verrichten.

Ad c. beschikbaarheidsdienst: er is sprake van een beschikbaarheidsdienst als het gaat om:

  • -

    specifiek afgebakende periodes;

  • -

    buiten de normale vastgestelde werktijden;

  • -

    waarin de ambtenaar beschikbaar is om bij onvoorziene omstandigheden te werken.

    De beschikbaarheidsdienst is voor onvoorziene maar niet incidentele werkzaamheden. De beschikbaarheidsdienst bestaat alleen uit de tijd dat de ambtenaar beschikbaar is. Het karakter van een beschikbaarheidsdienst is de beperkingen in de vrije tijd.

    Ad k. voor de ambtenaar die valt onder de standaardregeling werktijden wordt onder overwerk verstaan werkzaamheden door de ambtenaar in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week.

    Ad m: werktijd: de periode tussen de vastgestelde tijdstippen gedurende welke door de ambtenaar arbeid moet worden verricht.

    Artikel 2 Toepassingsbereik

    De voorschriften voor de beroepsbrandweer en de vrijwillige brandweer zijn vastgelegd in hoofdstuk 19 en 20 van de CAR/ UWO. Om deze reden is het tweede lid opgenomen.

    Artikel 3 Aanwijzing

    Het eerste en tweede lid zijn opgenomen vanwege het bepaalde in artikel 2:1B, tweede lid, onder c. van de CAR/ UWO.

    De ambtenaar die meent dat hij in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden niet deel kan nemen aan de bereikbaarheids- en/ of beschikbaarheidsdienst, moet dit op grond van artikel 2:1B, derde lid van de CAR/ UWO direct melden bij de leidinggevende. Deze moet zo spoedig mogelijk een beslissing nemen, omdat de ambtenaar wel verplicht is om de werkzaamheden direct aan te vangen.

    Artikel 4 Algemene periode, opkomsttijden

    Bij het vaststellen van de periode waarvoor een bereikbaarheids- en/of beschikbaarheids-dienst geldt, moet de leidinggevende de Arbeidstijdenwet in acht nemen.

    Het kan zijn dat niet de leidinggevende, maar bijvoorbeeld het college zelf al een algemene periode heeft bepaald. Zo is er bij de vaststelling van het gladheidbestrijdingsplan al een periode van 1 november tot 1 april van het daaropvolgende jaar aangewezen. Het spreekt voor zich dat de leidinggevende deze periode niet nog eens hoeft te bepalen, maar dat hij deze periode wel kan verlengen, vóór 1 november of na 1 april.

    Het is de leidinggevende die bij de schriftelijke aanwijzing van de ambtenaar bepaalt wat de daadwerkelijke opkomsttijd moet zijn. Uitgangspunt bij de opkomsttijd is dat de ambtenaar formeel direct, maar in de praktijk zo spoedig mogelijk c.q. binnen de bepaalde opkomsttijd met de werkzaamheden moet beginnen.

    Artikel 5 Rooster, specifieke periode, inroostering

    Bij het opstellen van het rooster voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten moet de leidinggevende de Arbeidstijdenwet in acht nemen. Zo staan bijvoorbeeld in artikel 5:9, tweede lid van de Arbeidstijdenwet voorschriften over het maximale aantal bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten.

    Met betrekking tot het vierde lid wordt aangesloten bij het bepaalde in de CAR/ UWO, dat een ambtenaar is gehouden zijn betrekking nauwgezet en ijverig te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt .

    Artikel 6 Vergoeding voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

    Het geven van een vergoeding voor een bereikbaarheids- en/ of beschikbaarheidsdienst heeft het volgende uitgangspunt. Het moet gaan om een vergoeding in verband met de beperking in de vrije tijd, die ook niet op een andere manier vergoed wordt.

    De vergoeding voor het bereikbaar en beschikbaar houden wordt gebaseerd op een percentage van een voor ieder gelijk uurloon. Bij de beschikbaarheidsdienst wordt de beperking in de vrije tijd bepaald door de opkomsttijd en de oproepfrequentie, en niet door bijvoorbeeld de functie van de ambtenaar. Daarom heeft de vergoeding van de bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst voor iedereen dezelfde basis: het maximum van salarisschaal 7; zoals nader is uitgewerkt in artikel 7.

    Artikel 7 Hoogte van de vergoeding

    Voor het vaststellen van de vergoedingentabel (eerste lid) is rekening gehouden met de opkomsttijd en de oproepfrequentie. De oproepfrequentie is bepaald op basis van het aantal gemiddelde werkelijke oproepen over het afgelopen en afgesloten kalenderjaar.

    De in de tabel opgenomen opkomsttijd is de tijd die een ambtenaar heeft om tussen een oproep en het moment waarop hij op de aangewezen plek moet zijn. Het is zoals uit artikel 4 volgt de leidinggevende die bij de schriftelijke aanwijzing van de ambtenaar bepaalt wat de daadwerkelijke opkomsttijd moet zijn. Een kortere opkomsttijd betekent meer beperking in de vrije tijd. Immers, een ambtenaar met een opkomsttijd van één uur kan tijdens een beschikbaarheidsdienst verder van huis reizen dan een ambtenaar met een opkomsttijd van minder dan 25 minuten. De vergoeding wordt bij een opkomsttijd van 25 minuten of meer dan ook berekend aan de hand van een lager percentage.

    De indeling op grond van het tweede lid dient als richtlijn om een voorlopige vergoeding toe te kunnen kennen. Voor de indeling in de definitieve frequentiegroep is uiteraard het daadwerkelijk plaatsgevonden aantal oproepen doorslaggevend (derde lid).

    Voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten op zaterdag en zon- en feestdagen geldt op grond van het vierde lid een opslag. Dit betekent dat bij een percentage van 7% het opslagpercentage 100% is en dit betekent 3% en 6%. Bij 5,5% is het opslagpercentage 78% van 3% en 6%, bij 2,75% is dit 39% van 3% en 6%, bij 2% is dit 28% van 3% en 6% en bij 1,25% is dit 18%.

    Tot slot is in het vijfde lid de berekeningswijze bepaald bij een gebroken kalenderjaar.

    Artikel 8 Uitbetaling van de vergoeding

    Dit artikel bepaalt hoe de voorlopige en de definitieve vergoeding worden uitbetaald.

    Artikel 9 Buitendagvenstervergoeding

    In dit artikel wordt de vergoeding geregeld voor een ambtenaar die valt onder de standaard- regeling voor de werktijden. Hierbij geldt overigens het bepaalde in de Arbeidstijdenwet, zoals bijvoorbeeld artikel 5:9, zevende lid. Op grond van dat artikel wordt bij een daad-werkelijke oproep minimaal 30 minuten als werk aangemerkt; ook als de oproep minder dan 30 minuten in beslag neemt.

    Op grond van het derde lid blijft het recht op vergoeding uit hoofde van een beschik- baarheidsdienst bestaan, ook wanneer na een oproep tevens recht bestaat op buitendag- venstervergoeding. Hiervoor is gekozen uit oogpunt van het verlichten van de eigen administratieve lasten.

    Artikel 10 Overwerk

    Voor de ambtenaar die valt onder de bijzondere regeling voor de werktijden is met het opnemen van het eerste lid duidelijk dat werkzaamheden als gevolg van een oproep tijdens een beschikbaarheidsdienst worden aangemerkt als overwerk. De vergoeding wegens overwerk wordt verstrekt overeenkomstig artikel 3:2 van de CAR/UWO.

    Ook hierbij geldt overigens het bepaalde in de Arbeidstijdenwet, zoals bijvoorbeeld artikel 5:9, zevende lid. Op grond van dat artikel wordt bij een daadwerkelijke oproep minimaal 30 minuten als overwerk aangemerkt; ook als de oproep minder dan 30 minuten in beslag neemt. Ook is in de Arbeidstijdenwet vastgesteld dat overwerk van toepassing is vanaf het moment dat de ambtenaar wordt opgeroepen.

    Op grond van het tweede lid blijft het recht op vergoeding uit hoofde van een beschik- baarheidsdienst bestaan, ook wanneer na een oproep tevens recht bestaat op overwerk-vergoeding. Hiervoor is gekozen uit oogpunt van het verlichten van de eigen administratieve lasten.

    Artikel 11 Reiskosten

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 12 Vervallen vergoeding, afbouwtoelage

    Als de ambtenaar - buiten eigen toedoen – langer dan 2 maanden niet kan worden ingezet voor een bereikbaarheids- en/of beschikbaarheidsdienst, vervalt op grond van het eerste lid het recht op een vergoeding. Dit recht vervalt echter pas nadat die 2 maanden om zijn.

    In het tweede lid wordt de afbouwtoelage van de Bezoldigingsregeling van overeenkomstige toepassing verklaard, om zo de ambtenaar te kunnen compenseren bij een blijvende verlaging van zijn bezoldiging als gevolg van het beëindigen of verminderen van de toelage vanwege de bereikbaarheids- en/ of beschikbaarheidsdienst.

    Artikel 13 Hardheidsclausule

    Dit artikel geeft het college de mogelijkheid één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken, voor zover toepassing van deze regeling, gelet op het belang van het vervullen van een bereikbaarheids- en/ of beschikbaarheidsdienst, zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Wordt er van deze clausule gebruik gemaakt, dan heeft dit tot gevolg dat de regeling moet worden aangepast. Immers, het geval is daarmee voorzienbaar geworden en alleen ten tijde van de vaststelling niet voorziene gevallen kunnen onder deze bepaling worden gevat.

    Artikel 14 Intrekking

    Dit artikel behoeft geen toelichting.

    Artikel 15 Inwerkingtreding

    Dit artikel behoeft geen toelichting.

    Artikel 16 Tijdelijke regeling

    Op 1 januari 2016 wordt hoofdstuk 3 van de CAR/UWO in zijn geheel vervangen door een nieuw hoofdstuk. Deze regeling wordt onderdeel van hoofdstuk 3 CAR/UWO.

    Om deze reden is deze regeling een tijdelijke regeling.

    Artikel 17 Citeertitel

    Dit artikel behoeft geen toelichting.