Subsidieregeling instandhouding gemeentelijke monumenten gemeente Overbetuwe 2017

Geldend van 19-09-2017 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling instandhouding gemeentelijke monumenten gemeente Overbetuwe 2017

Onderwerp: Subsidieregeling instandhouding gemeentelijke monumenten gemeente Overbetuwe 2017

Ons kenmerk: 17BWB00138

Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

gelet op de Erfgoedverordening gemeente Overbetuwe 2017

gelet op artikel(en) 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Overbetuwe 2016

b e s l u i t e n :

vast te stellen de

Subsidieregeling instandhouding gemeentelijke monumenten

gemeente Overbetuwe 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    bijzonder monument: een beschermd monument dat naar zijn aard uitzonderlijke kostensoorten kent;

  • b.

    gemeentelijk monument: onroerende zaak van historisch-bouwkundige waarde zoals deze in ieder geval is opgenomen in het gemeentelijk erfgoedregister, uitgezonderd historische molens;

  • c.

    eigenaar: degene die in de kadastrale registers als eigenaar van een monument is ingeschreven;

  • d.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland;

  • e.

    onderhoud: werkzaamheden die noodzakelijk zijn om een gemeentelijk monument in goede staat te houden dan wel als zodanig in stand te houden om toekomstig groot onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen;

  • f.

    subsidieontvanger: een natuurlijk of rechtspersoon waaraan het college subsidie heeft verstrekt;

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze regeling is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders te verstrekken subsidies voor onderhoud van in de gemeente gelegen gemeentelijke monumenten die niet in eigendom zijn van de gemeente, de Staat of de provincie.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1.

    Het door de raad jaarlijks voor de uitvoering van deze regeling in de begroting beschikbaar te stellen bedrag geldt als subsidieplafond, met daarnaast het jaarlijkse subsidiebedrag dat door de Provincie aan de gemeente beschikbaar wordt gesteld op grond van de provinciale Regeling voor het in stand houden van gemeentelijke monumenten.

  • 2.

    De verdeling van het beschikbare bedrag vindt naar rato onder het aantal aanvragers plaats.

Artikel 4 Subsidiabele kosten onderhoud

1.

Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument kan subsidie worden verstrekt ter tegemoetkoming in de kosten van:

a.

schilderwerk, voor zover het betreft de buitenramen, buitenkozijnen en buitendeuren;

b.

herstel en vernieuwen van rieten daken (met deklatten en herstel van sporen);

c.

herstel van dakvlakken gedekt met pannen (met tengels en panlatten), leien, lood, zink of koper en, uitsluitend in samenhang hiermee, het herstel van gedeelten van dakbeschot en sporen;

d.

herstel van goten (in zink, koper of lood), inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren en het aanbrengen van voor de waterafvoer noodzakelijke goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op rioleringen en open water;

e.

herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, roeden verdeling, lijstwerk en luiken;

f.

herstel van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

g.

herstel van dak- of torenluiken en loopbruggen, inclusief het afgazen van torenluiken en het nemen van beperkte maatregelen tegen duivenoverlast;

h.

inboeten, herstel van gedeelten van muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

i.

op kleine schaal vervangen of inboeten van natuursteen;

j.

herstel, controle, vervangen en indien nodig aanbrengen van een nieuwe bliksembeveiliging;

k.

behandelen van muur- of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, dan wel bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

l.

herstel van gedeelten van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen en spantbenen);

m.

herstel van glas-in-lood, beglazing en aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas of historisch waardevol glas;

n.

vervangen en herstel van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of grote historische waarden;

o.

het plaatsen of vervangen van achterzet beglazing, al of niet in samenhang met herstel van historisch waardevolle ramen;

p.

het aanbrengen van inspectievoorzieningen, zoals dakluiken en klimhaken;

q.

bouwkundig onderhoud van begraafplaatsen en grafmonumenten;

r.

het maken en plaatsen van kooien ten behoeve van het wegvangen van duiven;

s.

het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek/inspectierapport;

t.

het abonnement van de Monumentenwacht Gelderland;

2.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan voor een bijzonder monument subsidie worden verstrekt ter tegemoetkoming in de kosten van afwijkend onderhoud.

3.

Subsidiabele kosten voor onderhoud zoals genoemd in het eerste lid zijn de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten verbonden aan de uitvoering van de werkzaamheden voor het onderhoud, te weten:

a.

directe kosten:

1.

de loonkosten;

2.

materiaalkosten voor zover zij conform gangbare marktprijzen worden gedeclareerd. Als hierover tussen aanvrager en burgemeester en wethouders verschil van mening bestaat, worden de landelijk gehanteerde richtprijzen voor bouwmaterialen gehanteerd.

b.

BTW: alleen het niet-terugvorderbare gedeelte van de BTW tot de hoogte van het wettelijk vastgestelde percentage, te berekenen over de subsidiabele onderhoudskosten.

Artikel 5 Subsidiebedrag/-percentage gemeentelijk monument

  • 1.

    De subsidie in de kosten van onderhoud aan een gemeentelijk monument, bedraagt 20% van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten tot een bedrag van maximaal € 5.000,- per object per jaar;

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt als de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten per object in een kalenderjaar het bedrag van € 750,- te boven gaan

  • 3.

    Per object wordt het jaarlijkse abonnement op de Monumentenwacht Gelderland voor maximaal 40% vergoed.

Artikel 6 Aanvraag subsidie

  • 1.

    De aanvraag om subsidieverlening voor gemeentelijke monumenten moet tussen 1 januari en 1 februari van het jaar van de uitvoering van de werkzaamheden door de eigenaar bij burgemeester en wethouders worden ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie moet door middel van een aanvraagformulier worden ingediend.

  • 3.

    Bij een eerste aanvraag om subsidie moet een rechtspersoon een kopie van de statuten meesturen en de namen van de bestuursleden en hun functies opgeven.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 7 Beslistermijn subsidieverlening

Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om subsidieverlening binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Deze termijn kan met ten hoogste acht weken worden verdaagd.

Artikel 8 Aanvang, uitvoering en controle werkzaamheden

  • 1.

    Wanneer een vergunning voor de werkzaamheden is vereist mag de uitvoering van de werkzaamheden pas beginnen wanneer de vergunning is afgegeven.

  • 2.

    De werkzaamheden aan een gemeentelijk monument moeten voldoen aan de Provinciale Uitvoeringsvoorschriften Duurzame Instandhouding Cultuurhistorische Waarden (PB 2006/17) of daarvoor in de plaats vastgestelde voorschriften

  • 3.

    De werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend aannemer werkzaam in de restauratiebouw of een aannemer die zijn restauratiedeskundigheid in de praktijk heeft bewezen.

  • 4.

    De uitvoering van de werkzaamheden moet zijn voltooid voor 1 december van het betreffende jaar waarin subsidie is aangevraagd.

  • 5.

    De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een door burgemeester en wethouders aangewezen onafhankelijke deskundige of deskundigeninstantie uit te voeren controle op de wijze waarop de werkzaamheden worden of zijn uitgevoerd.

Artikel 9 Aanvraag om subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger moet binnen 4 weken, nadat het onderhoud is voltooid, doch uiterlijk vóór 1 december van het jaar van de subsidieaanvraag, een aanvraag om subsidievaststelling bij burgemeester en wethouders indienen.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidievaststelling moet door middel van een aanvraagformulier worden ingediend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste en tweede lid.

Artikel 10 Beslistermijn subsidievaststelling

Burgemeester en wethouders stellen de subsidie vast na 1 december maar uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

Artikel 11 Uitbetaling

  • 1.

    De subsidie wordt niet eerder uitbetaald, dan nadat de subsidie is vastgesteld.

  • 2.

    De beschikking tot subsidievaststelling vermeldt op welke wijze de subsidie zal worden uitbetaald.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen één of meerdere artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van het in stand houden van het cultureel erfgoed, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Specifieke subsidieregeling cultureel erfgoed gemeente Overbetuwe 2011, zoals vastgesteld bij besluit van 29 november 2011, wordt ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsrecht

Aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze regeling worden afgehandeld met inachtneming van de Specifieke subsidieregeling cultureel erfgoed gemeente Overbetuwe 2011.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling instandhouding gemeentelijke monumenten gemeente Overbetuwe 2017.

Aldus besloten in de vergadering van 12 september 2017

Burgemeester en wethouders,

de gemeentesecretaris,

de burgemeester,

drs C.W.W. van den Berg.

drs A.S.F. van Asseldonk.

Algemene toelichting

Deze regeling komt in de plaats van de Specifieke subsidieregeling cultureel erfgoed gemeente Overbetuwe 2011.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze regeling te hanteren begripsomschrijvingen genoemd.

Bij sub a. moet worden gedacht aan met name historische grafzerken, sluizen en historische bomen.

Onder gemeentelijk monument vallen in deze subsidieregeling geen historische molens. Reden hiervoor is dat de provincie via een specifieke subsidieregeling subsidie aan eigenaren van molens verstrekt. Voorwaarde is dan dat zij niet via deze regeling subsidie aanvragen. Dan zou de provincie namelijk twee keer subsidie aan een eigenaar van een molen verstrekken, wat niet de bedoeling is.

De overige omschrijvingen behoeven geen toelichting.

Artikel 2 Toepassingsbereik

De regeling is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders te verstrekken subsidies voor onderhoud van in de gemeente gelegen gemeentelijke gebouwde monumenten.

Artikel 3 Subsidieplafond

Deze bepaling is van belang als weigeringsgrond wanneer het budget in enig jaar is uitgeput. De bevoegdheid tot verdeling van de middelen, die naar rato plaats vindt, berust bij burgemeester en wethouders en zal in december van elk jaar plaatsvinden bij vaststelling van de subsidie.

Artikel 4 Subsidiabele kosten onderhoud

In dit artikel zijn de subsidiemogelijkheden voor de diverse onderhoudswerkzaamheden aangegeven.

Derde lid

De subsidiabele kosten zijn kosten die zijn gemoeid met de uitvoering van de subsidiabele werkzaamheden. Onder directe kosten worden ook begrepen de bouw van een steiger en

materieelkosten zoals de huur van steigermateriaal of speciemolen.

Artikel 5 Subsidiebedrag/-percentage gemeentelijk monument

Dit artikel bepaalt het maximale subsidiebedrag voor de kosten van onderhoud aan monumenten.

Derde lid

Hierin is opgenomen dat voor het jaarlijks abonnement op de Stichting Monumentenwacht Gelderland door de gemeente een gedeelte kan worden vergoed. Als de eigenaar van een gemeentelijk monument besluit om zich te abonneren op de Monumentenwacht worden de abonnementskosten, met uitzondering van het uurloon voor de periodieke inspectie, door de gemeente gedeeltelijk vergoed. Een dergelijk abonnement houdt onder andere in dat het gemeentelijk monument eenmaal per twee jaar wordt geïnspecteerd.

Artikel 6 Aanvraag om subsidieverlening

In dit artikel wordt aangegeven wanneer de aanvraag om subsidieverlening moet worden gedaan. Met het aanvraagformulier, worden de gegevens gevraagd die noodzakelijk zijn om tot een goede beoordeling van de subsidieaanvraag te komen.

Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste tot en met derde lid.

Artikel 7 Beslistermijn aanvraag subsidieverlening

Binnen acht weken na ontvangst moet op de aanvraag worden besloten. Deze termijn kan met acht weken worden verdaagd.

Artikel 8 Aanvang, uitvoering en controle werkzaamheden

In dit artikel is het nodige bepaald over de aanvang, uitvoering en controle van de onderhoudswerkzaamheden.

Voor de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden wordt verwezen naar de provinciale uitvoeringsvoorschriften monumenten. Deze voorschriften zijn van belang voor het in stand houden van de historische (monumentale) vormgeving of detaillering van het gemeentelijk monument. Het is mogelijk dat de gemeente in een later stadium eigen nadere kwaliteitseisen vaststelt.

Artikel 9 Aanvraag om subsidievaststelling

Na de subsidieverlening vindt de subsidievaststelling plaats. Binnen vier weken nadat het onderhoud is voltooid, maar uiterlijk vóór 1 december van het jaar van de aanvraag, moet de aanvraag om vaststelling van de subsidie worden ingediend. Dit moet eveneens met een aanvraagformulier.

Artikel 10 Beslistermijn aanvraag subsidievaststelling

Uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de subsidie is verleend wordt de subsidie vastgesteld.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Doen zich situaties voor waarin niet is voorzien of waarin onverkorte toepassing van de gestelde bepalingen in deze regeling onverhoopt tot een onbillijkheid van overwegende aard leidt, dan is het aan het college om besluiten te nemen waarin recht wordt gedaan aan enerzijds het belang van handhaving van deze regeling en anderzijds het individuele belang van de aanvrager. Dat kan onder omstandigheden betekenen dat besluiten worden genomen die afwijken van deze regeling.

Artikel 14 Overgangsrecht

In dit artikel is het overgangsrecht bepaald: aanvragen die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend worden afgehandeld op grond van de voorheen geldende regeling uit 2011.