Regeling vervallen per 01-11-2005

Kaderverordening Leren voor duurzame Ontwikkeling Overijssel 2004

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-10-2005

Intitulé

Kaderverordening Leren voor duurzame Ontwikkeling Overijssel 2004

Algemene toelichting

De Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 4:23, regelt in welke gevallen het provinciebestuur dient te voorzien in een wettelijk voorschrift voor het verstrekken van een subsidie.

Rijk en decentrale overheden zijn in het landelijke programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling overeengekomen, dat zij gezamenlijk uitvoering aan dit programma zullen gaan geven. De provincie Overijssel heeft het beleid vastgelegd in het Provinciaal Ambitiestatement Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2004-2007. In dit kader kunnen Gedeputeerde Staten subsidie verlenen voor activiteiten die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen. De provincie is voor het ontvangen van de rijksbijdrage gebonden aan de voorwaarden van het landelijke uitvoeringskader; die zijn dan ook in deze kaderverordening vertaald, en worden verder in de door Gedeputeerde Staten te stellen uitvoeringsregels verwerkt. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft ons in zijn brief van 2 juni 2004, kenmerk DN.2004/1504, uitgenodigd om binnen de daarin door hem genoemde voorwaarden aan het beleid mee te werken, waarbij hij zijn bereidheid uitspreekt om aan de provincie Overijssel dan een bijdrage van € 504.000,-- voor vier jaar toe te kennen.

Gezien het tijdstip van besluitvorming over het landelijke programma en de rijksbijdrage daarvoor wordt het budget dat was geraamd voor 2004 doorgeschoven naar 2005.

Deze verordening is een gewijzigde voortzetting van de Subsidieverordening Leren voor Duurzaamheid 2000-2003.

Inhoud

Artikel 1

1

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen voor activiteiten die bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van het Provinciaal Ambitiestatement Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2004-2007.

Artikel 2

2

Gedeputeerde Staten kunnen de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt nader bepalen alsmede de criteria voor die verstrekking vaststellen.

Artikel 3

  • 3

  • Gedeputeerde Staten kunnen regels geven met betrekking tot:

  • a. de aanvraag van de subsidie en de besluitvorming daarover;

  • b. de volgorde waarin aanvragen worden behandeld;

  • c. de verdeling van het beschikbare bedrag over de aanvragen;

  • d. de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;

  • e. de verplichtingen van de subsidieontvanger;

  • f. de grondslagen die worden gehanteerd voor de berekening van de subsidie;

  • g. de hoogte van het subsidiebedrag en de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

  • h. de vaststelling van de subsidie;

  • i. de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;

  • j. de vergoeding die verschuldigd is bij vermogensvorming als bedoeld in artikel 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • k. de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of subsidievaststelling;

  • l. de openbaarmaking van de resultaten van gesubsidieerde activiteiten;

  • m. het geven van informatie aan derden over de gesubsidieerde activiteiten door de subsidieontvanger.

Artikel 4.

  • 4

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen jaarlijks een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Het subsidieplafond kan worden onderverdeeld in deelplafonds die betrekking hebben op een beleidsthema danwel op een tijdsperiode.

  • 3. Gedeputeerde Staten kunnen na 1 oktober van enig jaar besluiten om het subsidieplafond danwel deelplafonds voor de resterende periode van het jaar opnieuw vast te stellen, rekening houdend met het bedrag dat nog niet tot besteding is gekomen. Indien zij van deze bevoegdheid gebruikmaken maken Gedeputeerde Staten dit voor 15 oktober van het kalenderjaar bekend.

Artikel 5

5

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005 en vervalt met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 6

Deze verordening kan worden aangehaald als Kaderverordening Leren voor Duurzame Ontwikkeling Overijssel 2004.


Noot
1

[Toelichting: Het Provinciaal Ambitiestatement Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2004-2007 geeft dwingend de richting van de besteding van de subsidie aan. De provincie Overijssel geeft daarmee uitvoering aan het landelijke programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2004-2007, zoals dat is overeengekomen tussen de Ministeries van LNV, VROM, BuZa/OS, OCW, het IPO en de UvW.]

Noot
2

[Toelichting: Gedeputeerde Staten kunnen binnen de grenzen van artikel 1 en het Provinciaal Ambitiestatement Leren voor Duurzame Ontwikkeling Overijssel 2004-2007 nader bepalen welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen, alsmede de criteria daarvoor. Provinciale Staten maken hierbij gebruik van artikel 152 Provinciewet, dat het mogelijk maakt bevoegdheden te delegeren aan Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten zijn verantwoording schuldig aan Provinciale Staten over de wijze waarop het college met de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels omgaat. Hierdoor is de scheiding tussen kaderstelling, uitvoering en controle aangebracht die uit het oogpunt van dualisering is gewenst.]

Noot
3

[Toelichting: Provinciale Staten dragen ook de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels voor de aanvragen, de beoordeling daarvan, de bevoorschotting, de vaststelling en andere uitvoeringskwesties aan Gedeputeerde Staten over. Indien in 2005 of 2006 een aangepaste Algemene Subsidieverordening Overijssel in werking treedt zal dit artikel geheel of gedeeltelijk kunnen vervallen.]

Noot
4

[Toelichting: De Algemene wet bestuursrecht bepaalt (in artikel 4:25) dat alleen bij of krachtens wettelijk voorschrift een subsidieplafond kan worden bepaald; daarin voorziet dit artikel. In het tweede lid wordt Gedeputeerde Staten de mogelijkheid geboden om een deel van het budget aan één beleidsthema of prioriteit te koppelen (via een deelplafond). Het artikel voorziet er tevens in dat eventueel nog niet tot besteding gekomen middelen uit het eerste deel van het jaar, wellicht aangevuld met middelen die vrijkomen als een subsidievaststelling lager uitvalt dan het toegezegde maximale subsidiebedrag, kunnen worden verwerkt in een gewijzigd vastgesteld en bekendgemaakt subsidieplafond. Daarmee kan optimaal uitvoeringsgericht gewerkt worden.]

Noot
5

[Toelichting: De verordening vervalt per 1 januari 2008; de dan nog lopende projecten worden uiteraard met toepassing van deze kaderverordening afgehandeld.]