Regeling vervallen per 01-05-2006

Beleidsregels toepassing verkorte procedure bij bodemsaneringen

Geldend van 17-06-1998 t/m 30-04-2006

Intitulé

Beleidsregels toepassing verkorte procedure bij bodemsaneringen

Inhoud

Inleiding.

Bij gelegenheid van de totstandkoming van een tweetal soorten beschikkingen beschikking naar aanleiding van een ingediend nader onderzoek dan wel een melding van een voorgenomen sanering waarvoor een saneringsplan is vereist) is in inspraak voorzien door in de PMV afdeling 3.4. van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) van toepassing te verklaren. De in afdeling 3.4. AWB geschreven openbare voorbereidingsprocedure voorziet in:  terinzagelegging van de stukken naar aanleiding waarvan de beschikking wordt gegeven alsmede het concept van die beschikking;  kennisgeving van deze terinzagelegging in de dag  en of nieuwsbladen;  de mogelijkheid voor belanghebbenden om schriftelijk of mondeling zienswijzen naar voren te brengen. Praktijkervaringen hebben geleerd dat toepassing van deze openbare voorbereidingsprocedure in bepaalde gevallen te zwaar en onpraktisch is.

Regeling PMV.

De PMV Overijssel is zodanig gewijzigd dat in bepaalde situaties kan worden afgezien van toepassing van de openbare voorbereidingsprocedure. Gedeputeerde staten kunnen namelijk besluiten dat de openbare voorbereidingsprocedure 3.4. ter zake van voornoemde soorten beschikkingen niet wordt toegepast indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat. Bij wijze van waarborg zal van het niet toepassen van genoemde procedure melding wordt gemaakt bij gelegenheid van de publicatie van definitieve beschikking.

Keuze voor neerleggen in een beleidsregel.

In een beleidsregel kan worden aangegeven in welke situaties redelijkerwijs kan worden aangenomen dat aan de toepassing van openbare voorbereidingsprocedure geen behoefte bestaat. Van deze mogelijkheid wordt gebruik gemaakt. Dit betekent dat bij het nemen van een beschikking waarbij het toepassen van openbare voorbereidingsprocedure achterwege wordt gelaten kan worden volstaan met het kort verwijzen naar deze beleidsregel waarbij tevens steeds uitdrukkelijk wordt overwogen dat er geen sprake is van een bijzonder geval die tot afwijking van de in de beleidsregel neergelegde vast gedragslijn noopt. De gemaakte keuze op dit punt hoeft dan niet steeds te worden gemotiveerd.

Karakter van de beleidsregel.

In de PMV is een op het punt van het al dan niet toepassen van de openbare voorbereidingsprocedure sprake van een vrije bevoegdheid. De PMV kent een objectief criterium "redelijkerwijs" dat door de rechter, zo nodig los van beleidsregel, getoetst kan worden. Deze beleidsregel kan worden gezien als een beleidsregel die ziet op de afweging van belangen alsmede als een beleidsregel die uitleg geeft van een bepaling van de PMV als wettelijke voorschrift (in materiële zin).

Inhoud beleidsregel (inhoud vaste gedragslijn).

Het achterwege laten van de afdeling 3.4. vindt uitsluitend plaats op verzoek van degene die de beschikking aanvraagt. Een voorwaarde voor het instemmen met dit verzoek is dat de aanvrager van de beschikking naar het oordeel van gedeputeerde staten voldoende informatie overlegt over het (vermoedelijke) geval van ernstige verontreiniging en de directe omgeving. Dit is noodzakelijk om het verzoek op een adequate wijze af te wegen tegen de mogelijk overige bij het geval van verontreiniging betrokken belangen. Ingestemd zal worden met het achterwege laten van de openbare voorbereidingsprocedure indien slechts sprake ten eerste sprake is van een beperkte groep belanghebbenden die ten tweede als zodanig duidelijk aanwijsbaar is. In deze gevallen zal gekozen worden voor een rechtstreekse benadering van belanghebbende. Om de kring van belanghebbenden te kunnen vaststellen worden de volgende criteria gehanteerd. Belanghebbende is de zin van deze beleidsregel is:   de natuurlijke of rechtspersoon die een zakelijk of persoonlijk recht heeft ten aanzien van een grondstuk dat zich geheel of ten dele binnen de grenzen van het desbetreffende geval van ernstige bodemverontreiniging bevindt. Onder persoonlijk recht wordt verstaan een persoonlijk recht dat uiterlijk bij de aanvang van de beschikkingsprocedure bij de provincie bekend is geworden en / of   degene die als gevolg van het (vermoedelijke) geval van ernstige verontreiniging en / of de sanering daarvan redelijkerwijs gevaar, schade of hinder kunnen ondervinden.