Verordening voor de Provinciale Commissie Fysieke Leefomgeving

1. Er is een Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving, hierna te noemen de commissie, en deze vervult in ieder geval de advies- en overlegtaken inzake het provinciaal beleid zoals bepaald in de Wet op de Waterhuishouding (artikel 8), de Wet Milieubeheer (artikel 2.41), de Wet op de Ruimtelijke Ordening (artikel 53) en de Verordening Waterhuishouding, de Grondwaterverordening Overijssel, de Provinciale Milieuverordening Overijssel en de Verordening Stedelijke Vernieuwing.

2. Daarnaast heeft zij in ruime zin tot taak:

• a.

  het gevraagd of ongevraagd uitbrengen van adviezen aan Gedeputeerde Staten over  aangelegenheden betreffende de waterhuishouding, het milieubeheer, de   ruimtelijke ordening, de volkshuisvesting en de stedelijke vernieuwing in Overijssel; de commissie heeft hierbij tevens een signaleringsfunctie en kan voorstellen doen voor nieuw beleid;

• b.

  het bevorderen en betrachten van een goede afstemming van belangen betrokken bij de onder a genoemde aangelegenheden en integrale advisering hierover.

3. Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels geven omtrent de taak en werkwijze van de commissie en tevens subcommissies instellen.

1. De commissie is samengesteld uit de bij of krachtens de Wet Milieubeheer, Wet op de Waterhuis-houding en de Wet op de Ruimtelijke Ordening voorgeschreven leden.

2. Gedeputeerde Staten kunnen, naast de in het voorgaande lid voorgeschreven leden, extra leden aanwijzen.

1. De commissie en eventuele subcommissies besluiten bij meerderheid van stemmen.

2. De vergadering van de commissie en subcommissies worden in het openbaar gehouden.

3. De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een tiende van het aantal aanwezige leden daarom verzoekt of de indiener van een agendapunt daarom vraagt danwel de voorzitter het nodig oordeelt.

4. De commissie of subcommissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

5. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de (sub)commissie anders beslist.

6. In het vast te stellen reglement voor de commissie werken Gedeputeerde Staten de werkwijze van de commissie en haar eventuele subcommissie(s) verder uit.

1. Gedeputeerde Staten kunnen in een reglement nadere regels stellen voor de werkwijze van de commissie en eventuele subcommissies.

2. Gedeputeerde Staten vragen over voorgenomen wijzigingen van het reglement advies aan de commissie.

3. De commissie kan, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, nadere regels betreffende haar werkwijze en die van de eventuele subcommissies vaststellen in een huishoudelijk reglement.

1. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening voor de Provinciale Commissie Fysieke Leefomgeving’.

2. Deze verordening treedt in werking op een door Gedeputeerde Staten te bepalen tijdstip.