Regeling vervallen per 01-04-2008

Regeling waterskisport westelijke Belterwijde

Geldend van 01-06-2003 t/m 31-03-2008

Intitulé

Regeling waterskisport westelijke Belterwijde

inhoud

Definities

Artikel 1

  • In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. ontheffing:  een ontheffing als bedoeld in artikel 7, lid 1, van de Scheepvaartverkeerswet, van de toegestane

    maximumvaarsnelheid op het Westelijke Belterwijde, voor het beoefenen van de waterskisport op het Westelijke Belterwijde;

  • b. vaartuig: een race-, glij- of speedboot, dan wel een soortgelijk vaartuig, met een waterverplaatsing van

    ten hoogste 1,5 m3 en een lengte van ten hoogste 6,50 meter, een eventuele buitenboordmotor niet meegerekend.

Aanvraag van de ontheffing

Artikel 2

  • 1. Een aanvraag om ontheffing moet schriftelijk worden ingediend bij Gedeputeerde Staten van Overijssel, ter  attentie van de inspecteur scheepvaart van de eenheid Wegen en Kanalen van de provincie Overijssel, sectie West, Tukseweg 158, 8334 RW TUK (gemeente Steenwijkerland)..

  • 2. Bij deze aanvraag moeten de volgende bescheiden worden overgelegd:

    • a.

      een bewijs dat de eigenaar van het vaartuig is verzekerd tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid tot ten minste een bedrag van € 689.670,32 per gebeurtenis, voortvloeiende uit het varen c.q. doen varen met het vaartuig, dan wel voortvloeiende uit het met het vaartuig trekken van een of meer waterskiërs;

    • b.

      een bewijs dat het vaartuig ten name van de eigenaar is geregistreerd bij de Rijksdienst voor het wegverkeer te Veendam, danwel dat de eigenaar in het bezit is van een Internationale Bootschein (IBS) van de ADAC.

Aan het vaartuig te stellen eisen

Artikel 3

  • Een ontheffing kan slechts worden verleend, indien aan de inrichtingseisen genoemd in artikel 8.03 van het Binnenvaartpolitiereglement en aan de volgende eisen wordt voldaan:

  • a. het registratieteken moet in alle gevallen midscheeps aan beide zijden van het vaartuig zijn aangebracht en verder zijn uitgevoerd als is omschreven in het Binnenvaartpolitiereglement;

  • b. het vaartuig moet voorzien zijn van een afstandsbediening voor de besturing, de gastoevoer en de keerkoppeling;

  • c. het vaartuig moet voorzien zijn van een doelmatige en degelijk geconstrueerde voorruit; het uitzicht moet voor de bestuurder onder alle omstandigheden naar alle zijden in voldoende mate gewaarborgd zijn;

  • d. het vaartuig moet voorzien zijn van deugdelijke zitplaatsen met rugsteun voor de bestuurder en voor de als uitkijk fungerende mede-opvarende; de verplichting betreffende de zitplaats voor de bestuurder is niet van toepassing indien de constructie van het vaartuig zodanig is, dat de bestuurder het vaartuig ook veilig staande, dan wel slechts staande kan besturen;

  • e. het vaartuig moet voorzien zijn van doelmatige bevestigingsmogelijkheden voor skilijnen; indien gebruik wordt gemaakt van een skipaal, mag de hoogste van deze paal boven de waterspiegel maximaal 1,50 meter bedragen;

  • f. het vaartuig dient ook overigens te voldoen aan de eisen die daaraan met het oog op de veiligheid redelijkerwijs moeten worden gesteld.

Keuring van het vaartuig

Artikel 4

  • 1. Ter beoordeling van de vraag of het vaartuig voldoet aan de in artikel 3 genoemde eisen dient het vaartuig ter keuring te worden aangeboden aan de provinciale scheepvaartmeesters op de door of namens hen aan te geven plaats en tijd.

  • 2. Indien de aanvrager, dit nalaat, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Geldigheid van de ontheffing

Artikel 5

Een ontheffing geldt slechts binnen het gedeelte van het Westelijke Belterwijde, dat is aangegeven op de tot deze regeling behorende en daarvan deeluitmakende kaart.

Artikel 6

Een ontheffing heeft een geldigheidsduur van twee jaar en is slechts van kracht van 1 april tot 1 november. De geldigheidsduur van een ontheffing kan op een kortere periode worden gesteld.

Artikel 7

  • De ontheffing geldt slechts indien het vaartuig wordt bestuurd door een persoon, die - behalve dat deze voldoet aan de in artikel 1.09, vierde lid van het Binnenvaartpolitiereglement gestelde eisen ten aanzien van bekwaamheid en leeftijd - in het bezit is van:

  • a. een groot vaarbewijs of

  • b. een klein vaarbewijs;

  • c. een door de minister van verkeer en waterstaat erkend buitenlands bewijs van vaarbekwaamheid.

Artikel 8

Voor het beoefenen van de waterskisport in wedstrijdverband mag van een ontheffing alleen gebruik worden gemaakt indien door de personen c.q. instanties, die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de wedstrijd, ten minste 2 maanden voor het houden van de wedstrijd daarvan melding als bedoeld in artikel 1.23, eerste lid van het Binnenvaartpolitiereglement is gedaan c.q. voor de wedstrijd conform artikel 1.23, tweede lid van het Binnenvaartpolitiereglement toestemming is verleend.

Artikel 9

  • Een ontheffing kan worden ingetrokken:

  • 1. indien dit in het belang van de scheepvaart nodig is;

  • 2. indien de daaraan verbonden voorschriften en/of beperkingen niet worden nagekomen;

  • 3. indien de in artikel 2, tweede lid, sub a en b, bedoelde bewijzen hun geldigheid hebben verloren;

  • 4. indien niet langer wordt voldaan aan de in artikel 3 genoemde eisen.

Slotbepaling

Artikel 10

  • 1. De Regeling waterskisport Westelijke Belterwijde, vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel d.d. 14 mei 1991, kenmerk MWA91/946, zoals gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel d.d. 18 februari 1992, kenmerk MWA92/317, wordt hierbij ingetrokken.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2003.