Regeling vervallen per 01-10-2005

Subsidieregeling projecten aanleg riolering in Overijssel

Geldend van 21-05-2003 t/m 30-09-2005

Intitulé

Subsidieregeling projecten aanleg riolering in Overijssel

Algemene toelichting

Op 4 maart 1996 is een principeakkoord bereikt tussen de leden van het Bestuurlijk Overlegplatform Rioleringen inzake de sanering van huishoudelijke afvalwaterlozingen in het buitengebied. Dit principe-akkoord is verwoord in de provinciale beleidsnotitie “Sanering verspreide huishoudelijke afvalwaterlozingen in Overijssel” van juni 1996. Vervolgens is als uitvloeisel van deze beleidsnotitie op 4 juli 1996 het convenant Sanering huishoudelijke afvalwaterlozingen door de leden van het Bestuurlijk Overlegplatform Rioleringen ondertekend. Ter uitwerking van de beleidsnotitie en het convenant is bovengenoemde subsidieregeling vastgesteld. Voor de uitvoering van deze regeling is tot 1 januari 2000 in beginsel f 1.100.000,-- beschikbaar. De subsidieregeling vormt de grondslag voor de provinciale bijdragen.

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. een gemeentelijk rioleringsplan: een plan als bedoeld in artikel 4.22 van de Wet milieubeheer;

  • b. verlening van subsidie: de beschikking waarbij aan de aanvrager wordt bekendgemaakt dat een subsidie tot maximaal een in die beschikking genoemd bedrag zal worden verleend.

Artikel 2

  • 1. Deze verordening is van toepassing op een aanvraag van de Overijsselse gemeenten voor subsidie voor het aanleggen van riolering en het aansluiten van percelen daarop in kwetsbare en zeer kwetsbare gebieden.

  • 2. De voor huishoudelijke afvalwaterlozingen niet kwetsbare, kwetsbare en zeer kwetsbare gebieden zijn in hoofdlijnen op de bij deze verordening als bijlage gevoegde kaart aangegeven.

Artikel 3

  • 1. Gedeputeerde staten stellen de "Beoordelingscommissie bijdragen rioolaanleg" in.

  • 2. In deze commissie hebben zitting een vertegenwoordiger van:

    • a.

      de provincie Overijssel;

    • b.

      het waterschap Groot Salland;

    • c.

      het waterschap Regge en Dinkel;

    • d.

      het waterschap Rijn en IJssel;

    • e.

      de Waterleiding maatschappij Overijssel NV.

  • 3. Deze commissie heeft tot taak gedeputeerde staten te adviseren over een aanvraag als bedoeld in artikel 4, eerste lid en de subsidie-vaststelling als bedoeld in artikel 12.

  • 4. De vergaderingen van deze commissie worden in het openbaar gehouden.

  • 5. Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met dat van Provinciale Staten van Overijssel.

Hoofdstuk 2. Aanvraag om subsidie

Artikel 4

  • 1. De gemeente, die in aanmerking wenst te komen voor een subsidie, dient daartoe voor 1 oktober 1998 een aanvraag in bij gedeputeerde staten.

  • 2. Een aanvraag wordt eerst ingediend, nadat daarover overleg heeft plaatsgevonden met de in het gebied van de betreffende gemeente werkzame waterkwaliteitsbeheerder.

  • 3. Indien de aanvraag betrekking heeft op een project, dat geheel of gedeeltelijk is gelegen in een milieubeschermingsgebied met de functie waterwinning, vindt ook overleg plaats met het betreffende waterleidingbedrijf.

Artikel 5

  • 1. De aanvraag gaat vergezeld van een door de gemeenteraad vastgesteld "Gemeentelijk rioleringsplan" (GRP), met daarin opgenomen een rioleringsplan voor het buitengebied.

  • 2. Naast het in het eerste lid bedoelde GRP overlegt de gemeente de volgende informatie bij de aanvraag:

    • a.

      een opgave van het aantal aan te sluiten percelen per logische aansluitcluster. In deze opgave is een onderscheid gemaakt tussen het aantal percelen in de niet kwetsbare, de kwetsbare en zeer kwetsbare gebieden;

    • b.

      indien een deel van de opgave betrekking heeft op een milieubeschermingsgebied met de functie waterwinning, wordt het aantal aan te sluiten percelen in deze gebieden afzonderlijk aangegeven;

    • c.

      een plantekening waarop is aangegeven welke percelen binnen en buiten de kwetsbare en zeer kwetsbare gebieden worden aangesloten. Op deze tekening dient ook de toekomstige ligging van de aan te leggen (hoofd)rioolleidingen te worden aangegeven;

    • d.

      een begroting van de totale kosten per cluster en de gemiddelde kosten per aansluiting;

    • e.

      een opgave van de perioden waarin de rioleringsprojecten worden uitgevoerd.

  • 3. Indien voldoening aan het eerste lid niet mogelijk is, gaat de in dat lid bedoelde aanvraag in ieder geval vergezeld van een door de gemeenteraad vastgesteld rioleringsplan voor het buitengebied. Het tweede lid, sub a tot en met e, is tevens van toepassing.

Hoofdstuk 3. Het subsidieplafond

Artikel 6

Het subsidieplafond bedraagt € 499.000,00 voor de periode tot 1 januari 2000.

Hoofdstuk 4. De subsidieverlening

Artikel 7

  • 1. Gedeputeerde staten vragen alvorens op de aanvraag te beslissen advies aan de commissie als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 2. De commissie brengt binnen zes weken, nadat zij de aanvraag heeft ontvangen, advies uit. Gedeputeerde staten kunnen op verzoek van de commissie deze termijn eenmaal met ten hoogste 4 weken verlengen.

  • 3. Gedeputeerde staten geven een beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. Deze termijn kan eenmaal met ten hoogste 4 weken worden verlengd.

Artikel 8

Behandeling van de aanvragen vindt plaats op volgorde van binnenkomst.

Artikel 9

  • De hoogte van de subsidie bedraagt:

  • a. in gebieden die kwetsbaar zijn voor huishoudelijke afvalwaterlozingen: € 454,00 per perceel, indien de gemiddelde aanlegkosten per perceel een bedrag van € 7.710,00 te boven gaan;

  • b. in gebieden die zeer kwetsbaar zijn voor huishoudelijke afvalwaterlozingen: € 908,00 per perceel, indien de gemiddelde aanlegkosten per perceel een bedrag van € 9.080,00 te boven gaan.

Artikel 10

Artikel 21 van de Algemene subsidieverordening Overijssel is niet van toepassing.

Hoofdstuk 5. Vaststelling van subsidie

Artikel 11

  • 1. De gemeente, waaraan een subsidie is verleend, overlegt binnen 4 maanden na realisering van het project aan gedeputeerde staten de navolgende bescheiden:

    • a.

      een opgave van de in het kader van het project aangesloten percelen, die zijn gelegen binnen en buiten de kwetsbare gebieden en zeer kwetsbare gebieden;

    • b.

      een revisietekening waarop de kwetsbare en zeer kwetsbare gebieden zijn aangegeven, alsmede de in het kader van het uitgevoerde project aangesloten percelen. Deze tekening geeft de ligging van de aangelegde (hoofd)leidingen aan;

    • c.

      een opleveringsverklaring van diegene, die het project heeft uitgevoerd;

    • d.

      een opgave van de als gevolg van de uitvoering van het betreffende rioleringsproject werkelijk gemaakte kosten.

  • 2. De in het eerste lid, sub d, bedoelde opgave bevat ten minste:

    • a.

      de gemiddelde aanlegkosten per perceel;

    • b.

      de aanlegkosten per logische aansluitcluster;

    • c.

      een op de opgave van die kosten betrekking hebbende accountantsverklaring. Deze verklaring is niet noodzakelijk, indien de subsidie een bedrag van € 9.080,00 niet te boven gaat.

  • 3. Een accountantsverklaring, die is gevoegd bij de door de gemeenteraad vastgestelde jaarrekening, kan in de plaats treden van de in het tweede lid, sub c, bedoelde accountantsverklaring. 

Artikel 12

  • 1. Gedeputeerde staten vragen alvorens de beschikking vast te stellen advies aan de commissie.

  • 2. De commissie brengt binnen zes weken na ontvangst van de in artikel 11, eerste lid, genoemde bescheiden advies uit.

  • 3. Gedeputeerde staten stellen in de beschikking tot subsidievaststelling het bedrag van de subsidie vast op basis van het aantal aangesloten percelen in de kwetsbare en zeer kwetsbare gebieden.

  • 4. Vaststelling geschiedt binnen dertien weken na ontvangst van de bescheiden, die de gemeente ingevolge artikel 11, eerste lid, heeft overgelegd.

  • 5. De in het vierde lid bedoelde termijn kan eenmaal met ten hoogste 4 weken worden verdaagd.

Hoofdstuk 6. Betaling

Artikel 13

  • 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt binnen 4 weken na de subsidievaststelling betaald.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 14

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling projectsubsidies aanleg riolering in Overijssel.

Artikel 15

Gedeputeerde staten kunnen ter uitvoering van deze regeling nadere regelen vaststellen.

Artikel 16

Deze regeling treedt in werking op de dag na plaatsing in het provinciaal blad.