Regeling vervallen per 01-01-2006

Subsidieverordening Arbeidsplaatsenpremieregeling Kleinere Ondernemingen Overijssel 2004

Geldend van 07-01-2004 t/m 31-12-2005

Intitulé

Subsidieverordening Arbeidsplaatsenpremieregeling Kleinere Ondernemingen Overijssel 2004

Inhoud

Artikel 1. Begripsbepalingen.

  • 1

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. groep: een economische eenheid waarin organisatorisch zijn verbonden een natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon die direct of indirect:

    • – de helft of meer van het geplaatste kapitaal verschaft aan;

    • – volledig aansprakelijk vennoot is van of

    • – overwegende zeggenschap heeft over één of meer rechtspersonen of vennootschappen;

  • b. ondernemer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, die een onderneming in stand houdt;

  • c. hoofdkantoor: kantoor van een groep waarin de centrale leiding of een zelfstandig onderdeel daar­van is gehuisvest;

  • d. laboratorium: een bedrijf of een zelfstandig onderdeel van een onderneming op het gebied van technisch en fysisch onderzoek dat een belangrijke functie vervult voor de ontwikkeling van voor de groep of voor de onderneming nieuwe producten;

  • e. project: een technisch, functioneel en in de tijd samenhangend geheel van investeringen in duur­zame bedrijfsuitrusting al dan niet in combinatie met grond of bedrijfsgebouwen;

  • f. vestigingsproject: een project inhoudende het stichten van een onderneming, een hoofdkantoor of een laboratorium in Overijssel of het verplaatsen daarvan van buiten Overijssel naar Overijssel;

  • g. arbeidsplaats: de permanent bezette en tot volledige dagtaak omgerekende arbeidsplaats op jaarbasis (1 fte), gebaseerd op een arbeidsovereenkomst voor een aaneengesloten periode van minimaal 12 maanden.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen aan de ondernemer die een vestigingsproject uitvoert in Overijssel.

Artikel 3. Criteria

  • 2

  • Aanvragen voor subsidie moeten voldoen aan de volgende criteria:

  • a. de aanvraag moet worden ingediend door middel van een aanvraagformulier;

  • b. het aantal als gevolg van het vestigingsproject gecreëerde arbeidsplaatsen bedraagt minimaal 5;

  • c. het vestigingsproject is in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan en Streekplan;

  • d. cumulatie van uit hoofde van deze regeling verleende subsidie en door het Rijk en de Europese Unie verstrekte subsidies in het kader van regionaal beleid ten behoeve van investeringen door ondernemers, is niet toegestaan;

  • e. de met de verleende subsidie te realiseren arbeidsplaatsen komen niet binnen twee jaar na de indiening van de subsidieaanvraag te vervallen;

  • f. de projectkosten worden in redelijke mate met eigen middelen gefinancierd. Hierbij wordt een norm gehanteerd van 25% van de projectkosten;

  • g. de onderneming zal naar verwachting blijven voortbestaan nadat de ondernemingsactiviteiten, na de uitvoering van het vestigingsproject, zijn begonnen.

Artikel 4. Grondslag voor de subsidie

  • 3

  • 1. De subsidiegrondslag bestaat uit het aantal arbeidsplaatsen dat als gevolg van het vestigingsproject wordt gecreëerd. 4

  • 2. De subsidiegrondslag wordt recht evenredig verlaagd, indien gedurende het tijdvak gelegen tussen één jaar voor de indiening van de aanvraag tot het moment van aanvraag binnen de onderneming van de aanvrager of binnen de groep waartoe de onderneming behoort arbeidsplaatsen zijn vervallen. Deze vermindering wordt alleen toegepast voor het vervallen van arbeidsplaatsen in Overijssel. 5

  • 3. De subsidie bedraagt maximaal € 4.000,-- per gecreëerde arbeidsplaats.

  • 4. Vestigingsprojecten die gebruik kunnen maken van de Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel 2003 (APR II) komen niet in aanmerking voor deze regeling. 6

  • 5. Het maximale subsidiebedrag bedraagt € 100.000,-- per vestigingsproject. 7

  • 6. Uitsluitend de ‘de minimis’-steun die voldoet aan het bepaalde in Verordening (EG) nr. 69/2001 van de EU-Commissie zal in het kader van de APR Klein worden gesubsidieerd.

Artikel 5. Ontvankelijkheid van aanvragen

Aanvragen tot verlening van subsidie worden in behandeling genomen indien zij afkomstig zijn van een onderneming niet zijnde een onderneming behorende tot de door de Europese Commissie uitgesloten sectoren voor de ‘de minimis’-steun zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 69/2001. Dit zijn de sectoren landbouw, visserij, aquacultuur en vervoer.

Artikel 6. Indieningstermijn

Een subsidieaanvraag moet worden ingediend vóór 1 oktober 2005.               

Artikel 7. Aanvullende stukken bij een aanvraag

De aanvrager van een subsidie overlegt bij de aanvraag tevens de bijlagen zoals aangegeven in het aanvraagformulier zoals bedoeld in artikel 3, letter a.

Artikel 8. Subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Gedeputeerde Staten maken het subsidieplafond jaarlijks bekend voor 31 december.

Artikel 9. Wijze van behandeling van de aanvragen

Subsidieaanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

Artikel 10. Vaststelling van de subsidie

  • 1. Na de uitvoering van het vestigingsproject, doch uiterlijk 12 maanden na de indiening van de subsidieaanvraag, dient een aanvraag tot vaststelling van de subsidie te worden ingediend.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling moet worden ingediend door middel van een vaststellingsformulier.

  • 3. Het vaststellingsformulier vermeldt welke bijlagen daarbij dienen te worden meegezonden. Tot de bijlagen behoort in ieder geval een accountantsverklaring.

  • 4. Gedeputeerde Staten stellen de subsidie vast op basis van de ten behoeve van de uitvoering van het vestigingsproject gecreëerde arbeidsplaatsen die op eenduidige wijze uit de administratie van de onderneming zijn af te leiden.

  • 5. Bij de berekening van de subsidie worden de arbeidsplaatsen in aanmerking genomen die op het moment van het indienen van de aanvraag tot vaststelling zijn gerealiseerd en daadwerkelijk zijn vervuld.

  • 6. Het vastgestelde subsidiebedrag is niet hoger dan het bedrag zoals genoemd in de beschikking tot subsidieverlening of niet hoger dan het bedrag dat op grond van de normen van de Europese Commissie is toegestaan.

Artikel 11. Intrekken of wijzigen subsidieverlening

  • 8

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:48 en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen Gedeputeerde Staten een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien de subsidieontvanger niet voldoet aan de voorschriften van de Algemene wet bestuursrecht, van de Algemene Subsidieverordening Overijssel 1997 of van deze subsidieregeling.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen de beschikking tot subsidieverlening bovendien intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien:

    • a.

      de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in de onderneming gezien de rentabiliteit en de aard van de onderneming niet aanvaardbaar is of indien gerede twijfel bestaat omtrent het voortbestaan van de onderneming; of

    • b.

      aan de subsidieontvanger surséance van betaling is verleend of de subsidieontvanger failliet is verklaard.

Artikel 12. Inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de 22ste dag na publicatie in het Provinciaal blad.

  • 2. Deze verordening vervalt per 1 januari 2006, met dien verstande dat de op grond van de verorde­ning verleende subsidies volgens de bepalingen van deze verordening, worden afgehandeld.

Artikel 13. Hardheidsclausule

9

Gedeputeerde Staten kunnen artikel 1, onder f en artikel 3, onder b en onder e, buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover strikte toepassing, gelet op het belang van de regionale economie, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14. Uitvoering

Gedeputeerde Staten kunnen voor de uitvoering van deze regeling een uitvoeringsorganisatie aanwijzen.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening Arbeidsplaatsenpremieregeling Kleinere Ondernemingen Overijssel 2004 (APR Klein);


Noot
1

[Toelichting: De APR Klein draagt bij aan de realisatie van een van de doelstellingen van het nieuwe Onderhande­lingsakkoord 2003-2007 ‘Ruimte voor actie’: stimulering van de werkgelegenheid. Letter b: alleen projecten die worden uitgevoerd door een natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Publiekrechtelijke rechtspersonen, bijvoorbeeld de provincie en gemeenten, zijn uitgesloten van subsidiëring. Een project dat wordt uitgevoerd door een privaatrechtelijk rechtspersoon waarvan de aandelen geheel of gedeeltelijk in bezit zijn van een publiekrechtelijke rechtspersoon, kan ook in aanmerking komen voor subsidie.Letter c: op basis van dit artikel kan subsidie worden verleend voor de vestiging van het hoofdkantoor van een landelijk werkende onderneming die verschillende vestigingen binnen en buiten Overijssel heeft. De vestigingen buiten Overijssel dienen daarbij een wezenlijke bijdrage te leveren aan de winst van de onderneming.Letter f: indien een onderneming, al dan niet uit faillissement, door een andere eigenaar wordt voortgezet of wordt ingebracht in een andere rechtspersoon, is er geen sprake van het stichten van een onderneming. In de beoordeling van een mogelijke aanvraag wordt onder meer betrokken in hoeverre de duurzame bedrijfsuitrusting, het personeel, de voorraden, de orderportefeuille en het klantenbestand worden overgenomen, alsmede de activiteiten onder dezelfde handelsnaam worden voortgezet.Letter g: van permanente bezetting is in het algemeen sprake, indien de arbeidsplaats door personeel in vaste dienst of door personeel met een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor een aaneengesloten periode van ten minste 12 maanden wordt vervuld. Deze periode van minimaal 12 maanden moet zijn opgenomen in de arbeidsovereenkomst. Bij de omrekening tot volledige dagtaak wordt rekening gehouden met de in de CAO vermelde werkweek.Niet in aanmerking worden genomen arbeidsplaatsen die worden vervuld door middel van uitzend­krachten of zogenaamde nul-urencontracten. Arbeidsplaatsen waarbij sprake is van detachering worden eveneens niet in aanmerking genomen.]

Noot
2

[Toelichting: Letter a: een aanvraag moet worden ingediend door gebruikmaking van het origineel van een ondertekend aanvraagformulier.Ook een subsidieaanvraag die per faxbericht, in de vorm van een brief of per e-mail wordt ingediend, kan, mits voorzien van een handtekening, als een aanvraag worden beschouwd, indien uit de stukken voldoende blijkt voor welk project om een subsidie wordt verzocht.In dat geval moet alsnog, binnen een termijn van vier weken na indiening van het desbetreffende faxbericht/de brief/de e-mail, het origineel van een ondertekend aanvraagformulier met de vereiste bijlagen worden ingediend. De datum waarop het faxbericht/de brief/de e-mail is ingediend, wordt als formele indieningdatum van de subsidieaanvraag aangemerkt.Wordt het origineel na de termijn van vier weken ingediend, dan geldt als indieningdatum van de subsidieaanvraag de ontvangstdatum van het originele aanvraagformulier.Letter d: cumulatie van uit hoofde van deze regeling verleend subsidie en (bijvoorbeeld) subsidie door het Ministerie van Economische Zaken op grond van het Besluit Subsidies Regionale Investerings­projecten 2000, is niet toegestaan.Letter g: deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat subsidie wordt uitgekeerd aan een bedrijf dat, naar verwachting, na realisatie van het project niet levensvatbaar blijkt te zijn. De levensvatbaarheid wordt op het moment van indiening van de aanvraag onder andere beoordeeld aan de hand van de verwachte verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in de onderneming na realisatie van het project.]

Noot
3

[Toelichting: Zevende lid: premie kan slechts worden verleend ten behoeve van een onderneming of binnen de groep waartoe de onderneming behoort waarvoor op grond van andere niet door de Europese Commissie goedgekeurde steunmaatregelen in de voorafgaande drie jaar tot minder dan € 100.000,-- aan geldelijke bijdragen is verleend of zal worden verleend. Voorzover door verlening van de gevraagde premie het bedrag van € 100.000,-- zou worden overschreden, wordt het maximale premiebedrag dienovereen­komstig lager vastgesteld.]

Noot
4

[Toelichting: Eerste lid: de wijze waarop de subsidiegrondslag wordt berekend geschiedt als volgt.Het aantal gecreëerde arbeidsplaatsen wordt bepaald op het moment van indienen van de aanvraag tot vaststelling van het subsidie (artikel 10, lid 1). Alle arbeidsplaatsen die op dat moment voldoen aan de definitie van artikel 1, onder g, worden in aanmerking genomen. Wel kan nog een correctie plaatsvinden op grond van artikel 4, lid 3.]

Noot
5

[Toelichting: Tweede lid: deze bepaling heeft betrekking op situaties waarin (nagenoeg) gelijktijdig met de uitvoering van het vestigingsproject het aantal arbeidsplaatsen wordt verminderd, bijvoorbeeld door het opheffen van bestaande arbeidsplaatsen bij realisering van nieuwe gesubsidieerde arbeidsplaatsen. Het positieve effect van het subsidie op de lokale en/of regionale economie wordt als gevolg van het opheffen van die arbeidsplaatsen per saldo minder.De subsidiegrondslag wordt dan ook zodanig verminderd dat het subsidiebedrag meer in overeen­stemming is met het netto effect van de investering. Daarbij wordt gekeken naar het opheffen van arbeidsplaatsen binnen de onderneming of binnen de groep waartoe de onderneming behoort, in de rest van Overijssel. Detachering van personeel bij andere bedrijven en het op non-actief stellen van personeel vallen eveneens onder het opheffen van arbeidsplaatsen.]

Noot
6

[Toelichting: Vierde lid: ondernemingen die actief zijn in het in dienst nemen van personen die voorheen een ID-baan hadden worden op deze manier ondersteund. Deze ID-banen hoeven niet bij de aanvragende onder­neming vervuld zijn geweest. Overigens geldt ook hierbij dat wordt omgerekend naar een permanent bezette en tot volledige dagtaak omgerekende arbeidsplaats op jaarbasis, gebaseerd op een arbeidsovereenkomst voor een aaneenge­sloten periode van minimaal 12 maanden. Dit betekent dat een onderneming die een persoon in dienst neemt die voorheen (elders) een ID-baan had en als gevolg van het vestigingsproject een arbeidscontract vervult van 0,8 fte, in aanmerking komt voor 0,8 x € 3.000,-- =  € 2.400,--.]

Noot
7

[Toelichting: Vijfde lid: de Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel 2003 (APR II) is van kracht in de gemeenten Almelo, Hardenberg, Hengelo, Oldenzaal en Steenwijk, en in de delen van de gemeenten Borne en Enschede die zijn aangewezen in het Phasing out Doelstelling 2 Twente alsmede het Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT), dat in het Doelstelling 2 plattelandsontwikkeling Zuid-Twente/Salland is opgenomen.

Hierbij worden de gemeentegrenzen in acht genomen zoals deze golden per 1 januari 2000. In bovengenoemde gebieden kunnen stuwende ondernemingen gebruikmaken van de APR II. Voor de APR II geldt dat het aantal als gevolg van het vestigingsproject gecreëerde arbeidsplaatsen in het geval van een vestigingsproject minimaal 25 bedraagt.]

Noot
8

[Toelichting: Tweede lid, onderdeel a: bij het bepalen of de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in de onderneming gezien de rentabiliteit en de aard van de onderneming aanvaardbaar is of niet, kan een accountantsverklaring de doorslag geven.]

Noot
9

[Toelichting: Bij dit artikel gaat het bijvoorbeeld om vestigingsprojecten die van eminent belang zijn voor de lokale en/of regionale economie maar niet geheel aan de omschrijving van een vestigingsproject voldoen. Het gaat dan bijvoorbeeld om een bedrijf die bij aanvraag net niet voldoet aan de vereiste minimale 5 arbeidsplaatsen, maar waarvan duidelijk is dat zij op termijn zeer hard zullen groeien en van groot belang worden voor de economie van Overijssel. ]