Regeling vervallen per 17-10-2017

Subsidieregeling natuur en landschapsbeheer binnen de Natura 2000 gebieden de Wieden en de Weerribben

Geldend van 02-07-2016 t/m 16-10-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Subsidieregeling natuur en landschapsbeheer binnen de Natura 2000 gebieden de Wieden en de Weerribben

1

Subsidieregeling natuur en landschapsbeheer binnen de Natura 2000 gebieden de Wieden en de Weerribben

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. SNL2016: de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016.

  • b. Pachter:  een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een natuurterrein exploiteert binnen de Natura 2000 gebieden de Wieden en de Weerribben, krachtens een door de grondkamer goedgekeurd pachtcontract.

  • c. Certificaat: definitie zoals in de SNL2016.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 2

  • Gedeputeerde Staten kunnen aanvullend op en in afwijking van de bepalingen uit paragraaf 1, 2 en 4 van de SNL2016 subsidie verstrekken voor het natuur- en landschapsbeheer binnen de Natura 2000 gebieden de Wieden en de Weerribben.

Artikel 3 Criteria

  • Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:

  • 1. er is voldaan aan de bepalingen zoals opgenomen in paragraaf 1, 2 en 4 van de SNL2016, voorzover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken.

  • 2. in afwijking van artikel 2.1 van de SNL2016 kan subsidie worden aangevraagd door een pachter.

  • 3

  • 3. in aanvulling op artikel 2.1 van de SNL2016 voldoet de aanvraag tot subsidie aan de volgende criteria:

    • a.

      de eigenaar en de pachter dienen hun aanvraag gebundeld in;

    • b.

      de eigenaar bedoeld onder artikel 3 lid 3 onder a dient meer dan 75 hectare grond binnen het Natura 2000-gebied de Wieden of Weerribben in beheer te hebben;

    • c.

      de eigenaar als bedoeld onder artikel 3 lid 3 onder a dient te beschikken over een certificaat.

    4

Artikel 4 Grondslag subsidie

  • 5

  • 1. Voor de subsidieaanvragers als bedoeld in artikel 3 lid 2 bedraagt de hoogte van de subsidie 80% van het op basis van artikel 2.6, lid 1 van de SNL2016, bepaalde bedrag.

  • 2. In afwijking van artikel 2.6 lid 1 bedraagt de hoogte van de subsidie 20% van het op basis van artikel 2.6, lid 1 bepaalde bedrag en eventueel verhoogd met het onder artikel 2.6, lid 2, van de SNL2016 bepaalde bedrag.

Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger

  • Gedeputeerde Staten kunnen bij de toekenning van subsidie nadere beheervoorschriften geven ter afstemming van de werkzaamheden van eigenaar en pachter.

Artikel 6 Wijziging subsidieverlening

  • 6

  • Voor de toepassing van artikel 2.13 van de SNL2016 is voor de pachter het bepaalde in artikel 3 lid 3 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 7

  • Deze regeling werkt terug tot 31 december 2010 voor het Natura 2000 gebied De Wieden en tot 31 december 2013 voor het Natura 2000 gebied De Weerribben. Gedeputeerde Staten beoordelen aanvragen tot subsidie over deze jaren opnieuw met inachtneming van deze regeling.

Artikel 8 Citeertitel

  • Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling natuur en landschapsbeheer binnen de Natura 2000 gebieden de Wieden en de Weerribben'.


Noot
1

[Toelichting: Doel van deze regeling is het creëren van de mogelijkheid voor het aanvragen van subsidie voor natuurbeheer door pachters van natuurgronden, naast de eigenaar. De regeling beperkt de werkingssfeer tot het Natura-2000 gebied Wieden-Weerribben. Met name de instandhouding van de natuurbeheertypen die in dit gebied zijn aangewezen (van open water tot en met veenmosrietland), vragen een aanmerkelijke extra beheerinspanning van de pachters. Hun bedrijfsinkomsten uit de rietoogst staan niet in verhouding tot de beheerkosten van deze natuurtypen in onderlinge samenhang en variatie. De provincie heeft een verplichting om de natuur in stand te houden overeenkomstig het aanwijzingsbesluit van dit natuurgebied voor zover dat in haar vermogen ligt. Zowel de provincie als de eigenaar hebben dus belang bij een goed beheer ook op verpachte gronden. De subsidieregeling geeft expliciet erkenning aan deze reeds lang bestaande situatie in het gebied.]

Noot
2

[Toelichting: Er is voor gekozen deze specifieke bepalingen voor het gebied Wieden en Weerribben op te nemen in een zelfstandige aanvullende regeling naast de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer 2016 (hierna SNL2016). Dat komt de overzichtelijkheid voor de pachters ten goede. Voor zover hiervan in dit artikel niet is afgeweken, is ook voor hen die regeling (mutatis mutandis) van kracht. Het begrip ‘afwijking' is hier gebruikt  als een juridische term in het kader van de tekst van de regeling, en slaat niet op de materiele situatie voor de pachters: die blijft voor en na 2011 gelijk (zie de toelichting bij artikellid 7).]

Noot
3

[Toelichting: De regeling beoogt formeel te regelen wat materieel al bestaande praktijk is. De doorbetaling van subsidie door de eigenaar aan de pachter is alleen in het natuurgebied Wieden - Weerribben bestaand gebruik. Door de gegroeide vervlechting van gebruik en eigendom, het moeilijk toegankelijke gebied (wetland) en de complexiteit van het beheer van de diverse in elkaar overlopende natuurtypen wensen eigenaar, pachter en overheid deze situatie te continueren en ook formele zekerheid te bieden.]

Noot
4

[Toelichting: De gezamenlijke provincies zijn met het rijk bij het akkoord decentralisatie natuur in 2011 overeengekomen dat het beheer sober en efficiënt wordt uitgevoerd. Het streven naar een beperkt aantal subsidiegerechtigden is één van de afgesproken maatregelen. Voor het natuurbeheer op gronden met een agrarische bestemming is een bundeling in grote collectieven gerealiseerd;  voor het natuurbeheer van gronden met een natuurbestemming (Natuurnetwerk, Natura-2000) wordt daaraan gewerkt. Het ligt voor de hand om ook voor een uitbreiding van de kring van subsidiegerechtigden met orde van grootte van 300 potentiele deelnemers een zo efficiënt mogelijke procesgang te ontwerpen. Dat is de achtergrond van de in dit artikellid opgenomen voorwaarden.

Een andere, even belangrijke, reden is dat de aanvragen van eigenaar en pachters in onderling verband (ligging, oppervlakte, beheertype van een perceel) getoetst moeten worden. Dat maakt het wenselijk dat eigenaar en pachter van een perceel hun subsidieaanvraag bundelen en op hetzelfde moment indienen en dat Gedeputeerde Staten zo nodig nadere beheervoorschriften kunnen geven in de subsidiebeschikking als de afstemming van de werkzaamheden tussen eigenaar en pachter daarom vraagt (artikel 3 lid 3 onder a).

In overleg met de betrokkenen is niet gekozen voor een collectief van pachters. Het vormen van een collectief vraagt een aanzienlijke extra inspanning (en dito kosten) van de pachters, terwijl de verhouding tussen een pachterscollectief en de (mogelijk meerdere) betrokken eigenaren ingewikkeld is. Een praktische vorm van bundeling van (zelfstandige) aanvragen heeft daarom de voorkeur. Het staat de pachters vrij voor het bundelen van hun aanvragen gebruik te maken van een administratiekantoor of penvoerder.

Het is denkbaar dat ook kleine eigenaren hun grond of een deel daarvan verpacht hebben. Het provinciale beleid is er op gericht voor deze eigenaren (of een samenwerking van eigenaren) een ondergrens van 75 ha in te voeren om voor subsidie in aanmerking te komen. Het ligt voor de hand om deze ondergrens ook te hanteren voor hun pachters (artikel 3 lid 3 onder b).]

Noot
5

[Toelichting: Nu zowel eigenaren als pachters een zelfstandig recht op beheersubsidie hebben, moet op basis van hun werkzaamheden worden bepaald welk deel van de subsidie aan ieder van hen toekomt. De werkzaamheden van de pachter hebben betrekking op de directe jaarlijkse werkzaamheden op de aan hen in gebruik gegeven percelen, zoals maaien, snijden en zo nodig afvoeren van riet (deels in de winterperiode, deels 's zomers) en verwijderen van ongewenste vegetatie. De basis hiervoor vormen de Standaard Kostprijs berekeningen (SKP) behorend bij het Stelsel Natuur- en Landschapsbeheer.

De werkzaamheden van de eigenaar hebben betrekking op het lange-termijnbeheer voor de instandhouding van het natuurgebied als geheel, zoals bedoeld in art. 2.9 sub 1a van de SNL2016 (in het gebied Weerribben-Wieden heeft dat vooral verband met het instandhouden van de natuursuccessie en als gevolg daarvan de verscheidenheid van beheertypen). Verder is het de eigenaar die zorgt voor de infrastructuur: onderhoud van wegen en sloten (onderhoud van ontsluitingswegen, bruggen, duikers, stuwen, enz.)zoals genoemd in de SKP. De eigenaar is gecertificeerd natuurbeheerder en aanspreekbaar op de kwaliteit van de natuur in het gebied als geheel. Ten slotte levert de eigenaar de gegevens voor het jaarlijks geactualiseerde provinciale natuurbeheerplan en is daarvoor ook de gesprekspartner van de provincie.

De verdeling van de subsidie over eigenaar en pachters is gebaseerd op een gemiddelde van de kosten (gemiddeld in de tijd en over alle beheertypen).De toeslagen voor monitoring en recreatieve ontsluiting gaan naar de eigenaar. Voor percelen waarvoor de pachter geen subsidie aanvraagt maar wel het beheer voert of toestaat dat de eigenaar dat doet, gaat de volledige subsidie naar de eigenaar. ]

Noot
6

[Toelichting: Dit artikellid regelt dat ook aanvragen van pachters tot wijziging van de subsidiebeschikking vanwege uitbreiding van areaal (artikel 2.13 SNL2016) alleen samen met de eigenaar ingediend moeten worden. Ook de subsidie voor de eigenaar wijzigt daardoor immers.]

Noot
7

[Toelichting: Zoals aangegeven in het algemene deel van de toelichting geeft deze subsidieregeling expliciet erkenning aan de reeds lang bestaande feitelijke situatie in het gebied. De in het jaar 2000 in werking getreden rijksregeling voorzag in een recht op subsidie ook voor de pachter. In 2004 is deze rijksregeling gewijzigd en is het recht van de pachters geschrapt. In de praktijk hebben sindsdien de beide grote terreinbeherende organisaties de pachters hiervoor gecompenseerd: Natuurmonumenten door een deel van de subsidie door te betalen aan hun pachters; Staatsbosbeheer door middel van een "Reparatieregeling" van de minister van Landbouw en Visserij. In 2011 is een nieuw subsidiestelsel in werking getreden (SNL) onder verantwoordelijkheid van de provincies. Sinds 2014 kan ook SBB SNL-subsidie aanvragen bij de provincie. Onder de werking van de SNL is de bestaande praktijk van 2004 tot 2011 doorgezet dat de terreinbeheerder een deel van de subsidie doorbetaalt aan de pachter. Nu de provincie deze bestaande praktijk wil formaliseren ligt het voor de hand dat te doen vanaf het moment dat de provincie daarvoor de verantwoordelijkheid op zich nam (de invoering van de nieuwe regeling SNL in 2011).

Materieel verandert daardoor de situatie niet. Wel is het nodig dat de pachter alsnog formeel over de afgelopen jaren een subsidiebeschikking ontvangt, en dat de subsidiebeschikkingen van NM en SBB over die jaren worden gewijzigd.

Voor enkele pachters die wél het beheer hebben gedaan, maar in de afgelopen 2 jaar niet of niet volledig hun deel van de subsidie hebben ontvangen van Staatsbosbeheer, zal  alsnog uitbetaling plaatsvinden, en zal in formele zin teruggevorderd worden bij de eigenaar.]