Regeling vervallen per 16-07-2016

Verordening Burgerinitiatief 2001

Geldend van 01-04-2002 t/m 15-07-2016

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief 2001

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2 Werkwijze

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Een verzoek is niet geldig als het:

    • a.

      niet door ten minste 15 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat;

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 5.

Artikel 3

Initiatiefgerechtigd zijn inwoners van Papendrecht van 16 jaar en ouder.

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

  • e.

    een onderwerp waarover korter dan 6 maanden voor indiening van het initiatief door de raad een besluit is genomen;

  • f.

    specifieke financiële aangelegenheden zoals: de begroting, salarissen gemeentepersoneel, gemeentelijke belastingen;

  • g.

    een uitsluitend individueel belang.

Artikel 5

  • 1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester;

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger;

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Artikel 6

  • 1. De burgemeester beoordeelt uiterlijk 10 werkdagen voor de volgende reguliere raadsvergadering de ontvangen burgerinitiatieven.

  • 2. De burgemeester stelt een lijst op voor de gemeenteraad van alle ontvangen initiatieven en deelt de ontvangen initiatieven op die lijst als volgt in:

    • strijdig met artikel 3, 4 en/of 5;a.

    • die zaken die zich lenen om door het ambtelijk apparaat direct te worden afgedaan;b.

    • initiatieven die aan de gemeenteraad dienen te worden voorgelegd;c.

    • zaken die verduidelijking behoeven.d.

      De indienerwordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.

  • 3. De gemeenteraad kan de indeling wijzigen.

  • 4. Na goedkeuring van de indeling beslist de raad welke initiatieven zo spoedig mogelijk op de agenda van de raad zullen worden geplaatst.

  • 5. De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de raadsvergadering waar het iniatief op hoofdlijnen zal worden behandeld. Verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitatief zakelijk en bondig toe te lichten.

  • 6. De gemeenteraad neemt daarop een toewijzend of afwijzend besluit of houdt de zaak tot nader order aan.

  • 7. Alle ten aanzien van ingediende burgerinitiatieven door de gemeenteraad genomen besluiten worden zo spoedig mogelijk bekendgemaakt. De indiener wordt persoonlijk ingelicht.

Artikel 7

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

De verordening treedt met ingang van 1 april 2002 in werking.

Artikel 9

De verordening kan wroden aangehaald als "Verordening Burgeriniatief 2001".